maandag 9 mei 2022

Beroert

 

Pap wil dat ik er altijd netjes uit zie. Daarom kom ik pas uit bed, als ik hem om kwart voor acht naar zijn werk hoor gaan. Tot vier uur vanmiddag kan ik er dan bijlopen zoals ik wil: spijkerbroek, gympen, T-shirt met een leuk kleurtje, geen bh, lippenstift, oorbellen, paardenstaart, nagellak, zwaar opgemaakte ogen. Ik luister op mijn mp3-speler naar de muziek die ik leuk vind en lees boeken van Wolkers (Serpentina Petticoat) , Tommie Wieringa (Caesarion) en Nick Hornby (Pitch fever). Die lees ik niet alleen maar voor mijn lijst; ik vind het gewoon prachtschrijvers. Wij, mijn broer Karel, 18, mijn zussen Leny en Sandra, 16 en 14, mijn moeder en ik (17), wij leven tussen acht uur ’s morgens en vier uur ’s middags zoals we normaal gesproken de héle dag wel zouden willen leven. Maar ’normaal gesproken’ geldt niet bij ons. Mijn vader, die om half vijf thuiskomt van zijn werk, wil niets weten van ons ‘normaal’. Om vier uur ’s middags gaat de alarmbel voor mijn grote metamorfose: muziek gaat uit, boeken en mp3 speler worden opgeborgen, de schmink gaat van mijn ogen. Een blauwgrijs net mantelpakje met bijpassend wit bloesje en een lichtblauw shawltje, worden uit de kast gehaald. De gympen gaan onder het bed en er komt een tuttig zwart schoentje met een laag hakje voor in de plaats. Op Classic FM is iets van Bach te horen, als we het geluid van de sleutel in de achterdeur horen: daar is pap.

Pap zijn rechterkant doet het niet helemaal goed meer na zijn beroerte. Zijn rechtermondhoek staat constant in de grijnsstand. Zijn rechterarm en -been lijken net iets te laat te begrijpen wat er van ze verwacht wordt.

Twee jaar geleden is het al weer. Hij ligt ineens languit op het Berbers tapijtje in de woonkamer. Kwijlend, stamelend, onmachtig ook maar iets te doen: een beroerte. In allerijl naar het ziekenhuis….. ‘voor zijn leven wordt gevreesd.’ Maar hij komt er bovenop: logopedie, leren lopen, allerlei zo vanzelfsprekend lijkende dingen, weer proberen te doen: een sjekkie draaien, aansteken, in zijn mond steken, in zijn mond houden … ja, pap rookt weer en niet zo weinig ook … zware shag nog wel.

Na ruim een jaar van veel oefenen komt pap uiteindelijk uit op 90% van zijn normale kunnen. Veel meer zal het nooit worden. Hij is alleen een ander mens geworden. Op zijn twaalfde was hij honderd procent gereformeerd artikel 31, vrijgemaakt, net zoals zijn ouders. Hij is nu weer net zo streng gelovig als toen.

We moeten er thuis letterlijk aan geloven: ouderlingen en hulpvaardige zwartrokken lopen vooral de eerste dagen nadat pap weer thuis is de boel bij ons plat…..ze nemen voor ieder van ons bijbels en zangboeken mee. Mede op advies van de in ons huis rondschuifelende kerkratten, verdwijnt een flinke hoeveelheid van wat ons zo lief is: in hun KOMO vuilniszakken worden: kleding, sieraden, muziek, boeken en cosmetica gepropt … verdomme. Tsja, vòòr zijn beroerte, was hij gewoon de gezellige vader van ons leuke gezinnetje.

zondag 8 mei 2022

ERG DRUK

 

Hyperactief ben ik dezer dagen. Vandaag is het  zondag, mijn schoonmaakdag. Niet zo  erg interessant, wel intensief èn het móét toch een keer gedaan worden.  Stofzuigen, dweilen en de badkamer soppen. Door dat hyperactieve gaat het allemaal wel een stuk sneller dan normaal. Maar misschien ook minder grondig als anders. Ik weet het wel zeker. Ik heb geen zin om me daar zorgen over te maken. O ja, de ramen moet ik eigenlijk ook nog doen maar dat doe ik dan wel als het minder goed weer is. Ik wil ook nog voldoende tijd overhouden om te fietsen. Ik wil vandaag naar Schoonhoven daar heb ik zeker vier uur voor  nodig.

 Gisteren fietste ik al naar Gouda. Het  was er ook schitterend weer voor.  Gouda en Schoonhoven bij elkaar toch zeker zo’n honderd kilometer.  Normaal gesproken is het tachtig kilometer maar ik gebruik Google Maps en dat Maps-stemmetje stuurde me nogal  eens de verkeerde kant op, vandaar.  Over het verschil tussen links en rechts moeten ze bij Google maar eens goed gaan discusiëren, dat zou mij al zo een hoop kilometers schelen.

Ik was ook duidelijk niet meer gewend om zo veel achter elkaar te fietsen. Ik werd door zadelpijn geteisterd; pijn aan mijn kont dus. Het is ook geen wonder, want de laatste vijf, zes jaar heb ik geen meter gefietst. Bij mijn vorige vriendin hoefde ik daar ook niet mee aan te komen. Die was overal bang van. Dus ook voor fietsen. Het is zo heerlijk om weer zo van het fietsen te kunnen genieten. Onderweg komen er allerlei leuke herinneringen boven aan mijn fietstochten vanuit Rotterdam naar Avignon (Zuid Frankrijk). Ik zal daar nog wel eens wat over schrijven.

Gedurende deze fietstochten was ik eens keertje helemaal níét bij de natuur. Ze waren er natuurlijk wel al die mooie planten, bomen, struiken,  dieren, lieve kleine beestjes, vlinders en vogels maar mijn aandacht was daar niet bij. Ik zag ze als het ware niet.  Ik ging helemaal op in het fietsen … fietsen als inspanning … fietsen als bij de les blijven, als concentratie op  de weg, op het overige verkeer. Dat was wel nodig, want het was erg druk,

Ik probeerde mijn hoofd leeg te maken, zodat ik alleen fietsen was. Meditatief dus. Maar dat viel nog niet mee. Zonder mijn concentratie te verliezen, zat ik op mijn fietsje woedend te wezen op  die gruwel van een Poetin. Wèèr is een gebouw in Oekraïne getroffen door Poetin-bommen, In dat gebouw zaten tientallen mensen te schuilen voor het oorlogsgeweld. Gevreesd wordt voor zestig doden.  Ik stel me voor dat ik Poetin met elke pedaaltrap genadeloos op zijn plofkop knal … maar ik moet opletten. Anders ga ik er straks zelf nog aan onderdoor.

Google Maps heeft me weer eens de verkeerde kant op gestuurd. Na tien minuten zegt het Google Maps-stemmetje: ‘ga bij de volgende rotonde terug .. .’ Maps stuurde me eerder naar rechts terwijl ik naar links moest … niks meer aan te doen.

Weer dwalen mijn gedachten af: Feyenoord – PSV vanmiddag. Komt rechtstreeks op tv. Kan ik niet zien. Jammer. Ik fiets nog. Ze zijn al een tijdje bezig. Ik moet nog zeker meer dan een uur fietsen naar huis. Hoeveel zou het staan? Blijf opletten … ik zie de samenvatting  om zeven uur wel.  Doorfietsen! Ik ben weer veel te druk.

zaterdag 7 mei 2022

BRIEF UIT DE HEMEL

 Ik dacht, laat ik ter gelegenheid van moederdag eens wat van me laten horen. Uit de hemel natuurlijk; dat hadden jullie toch wel gedacht, hè. Het is al weer jaren geleden dat ik jullie verliet maar ik ben jullie nooit vergeten. Hoe kan het ook anders: elke moederdag kreeg ik van jullie de allermooiste bosjes fresia’s. Mijn lievelingsbloemen.

Er gaat geen dag voorbij of ik ben weer even bij jullie allemaal langs geweest. Daar merken jullie niks van. Dat hoeft ook niet. Dat zou jullie te veel  afleiden van het drukke leven dat jullie vandaag de dag hebben. Ik heb hier tijd genoeg om van jullie te genieten. Ik ben hier niet de enige ziel die jullie kennen. Pa en Martin zitten hier ook al weer een tijdje. Dat weten jullie vast ook wel. Met de ziel van Pa heb ik niet zo veel contact, hij is alsmaar op zoek naar de zielen van topvoetballers. Hij heeft tegenwoordig veel contact met ene Cruijff en een zekere Coentje …  Jullie weten, ik geef niet zo veel om die sport. Ik ken die voetbalzielen niet zo. Tot nu toe is Martin, het enige kind van mij, dat hier als ziel rondwaart. Hij is dolblij dat hij van zijn gehandicapte lichaam en geest verlost is. Hij is echt onherkenbaar. Absoluut geen zielige ziel. Martin en ik zijn vaak samen. We halen de schade in.   

Het is destijds bij mijn vertrek allemaal zo snel gegaan.  Ik vond het fijn dat jullie vaak in mijn buurt waren. Jullie, mijn kinderen, zijn gelukkig allemaal nog  zo gezond. Jullie zullen vast veel ouder worden dan ik. Dat gun ik jullie ook van harte.  Van jullie kinderen, mijn kleinkinderen, dus,  geniet ik volop. Prachtig ook, al die schattige achterkleinkinderen. Vergeef me alsjeblieft dat ik niet alle namen weet te noemen. Ik merk nu, dat ik, zelfs als ziel, al tegen mijn grenzen aan zweef.

Weet je wiens ziel ik hier ook regelmatig  tegen kom? Die van mijn moeder;  jullie oma van mama. Zij had toch altijd zo’n last van haar benen? Weet je nog? Nou, je moet haar hier eens zien springen en swingen.  Die wil hier nooit meer weg en dat hoeft natuurlijk  ook helemaal niet.

Ik ga hier ook niet meer weg; ’t is hier fantastisch! 

Blijf hier  voorlopig nog maar even weg, hoor.  

Ik zie jullie wel verschijnen, als het zo ver is.

 

Veel liefde en geluk wens ik jullie toe.

Dag allemaal.  

Ma

vrijdag 6 mei 2022

MANISCH?

 

Manisch?

Dezer dagen probeer ik alles te bezien vanuit een zekere mate van verliefdheid op mezelf. Ik moet  toegeven, dat ik daarbij iets te veel zuip maar ... morgen niet meer. Dat zeg ik elke dag: morgen niet meer.

Dit is typisch zo’n dag waarvan Carola, mijn vrouw,  zou kunnen zeggen, dat ik weer lekker op weg ben manisch te worden. Ik fiets als een bezetene van huis naar oom Daan. Van oom Daan naar Piekfijn. Van Piekfijn naar de bibliotheek. Van de bibliotheek naar café Faas. Van café Faas naar Albert Heijn en van Albert Heijn weer naar huis.

Ik heb een paar lekkere biertjes gedronken bij café Faas. Was ik he-le-maal niet van plan. Als ik manisch aan het worden ben, doe ik alles zonder plannetjes. Impulsief. Ja, dat is het woord. Deze middag doe ik alles impulsief. Dan ben ik nu dus manisch impulsief ... gek word ik van mezelf! Onderweg naar Albert Heijn realiseer ik me, dat ik vergeten ben af te rekenen bij Faas. Hij is ook niet achter me aan gekomen ...

‘t Was leuk bij Piekfijn………hoho, stop,........ even uitleggen:

Piekfijn is een dochteronderneming van de Rotterdamse reinigingsdienst. Allerlei redelijk goede, nog bruikbare spullen, worden door Piekfijn verzameld en voor een habbekrats verkocht. Onder andere dus kleding. Leuk bij Piekfijn, het contact met de fraai gesoigneerde oude (68?) verkoopster. Ze komt naar me toe; wil me iets zeggen maar voordat zij de kans krijgt, zeg ik tegen haar:

‘U komt me toch zó bekend voor, mevrouw.’

‘O ja?’ zegt ze.

‘Ja, ‘zeg ik, ‘u lijkt precies op een vriendin van me: Tonnie heet ze, Tonnie Loos. ‘

‘Oh nee, ik ben Hansje Vroon, het grappige van deze situatie hier is, dat ik naar u toe kom omdat u qua postuur zo lijkt op mijn oudste zoon; ook qua postuur.  Twee jasjes heb ik hier net voor hem uitgezocht. Ik wil u vragen ze even aan te passen. Als ze u passen en als ze u leuk staan, dan kan ik ze met een gerust hart voor hem meenemen..’

Ze toont me de jasjes ... ik pas er een. Veel te klein ... en dat andere jasje natuurlijk net zo.

‘Verdorie! Wat jammer nou.’ zegt ze en ze gaat de jasjes terug in het rek hangen.

Zelf heb ik net vier alleraardigste gilletjes uit de schappen geplukt……..over één gillet heb ik nog mijn twijfels. Is wel  mijn maat ... maar.....

‘Mevrouw ... eh ... Hansje ... wilt u even kijken of dit me staat?’

’Natuurlijk,’

Ik heb het gilletje nog maar net aangetrokken of ze zegt zeer resoluut:

‘Oh nee, hang maar weer terug. Het is een damesgilletje: de knoopjes zitten voor u aan de verkeerde kant.’

Steeds gonst het maar in mijn hoofd: ik zal toch niet wèèr manisch worden.

Ik moet eerlijk zeggen: mijn dadendrang is groter dan gewoonlijk. Slapen gaat nog steeds goed.  Ik voel me vaak wat té relekst. Maar hoogstwaarschijnlijk komt dat door mijn nieuwe levensmotto: doe alles alsof je verliefd bent op jezelf.

donderdag 5 mei 2022

HEERLIJKE VENT

 

Heerlijke vent, die Dick. Ik kan gewoon de boel, de boel laten. Mijn spulletjes bij elkaar zoeken. Lekker zitten beppen met mijn gasten over van alles en nog wat en Dick … Dick regelt verder gewoon alle regeldingetjes voor de kooravond. Dick doet open. Neemt de jassen aan. Zorgt voor de koffie, wel of geen melk/suiker, plakje cake erbij, enzovoorts, enzovoorts. Hij regelt echt alles, dat op dat moment gedaan moet worden. Soms ook nog een klein beetje meer. Tof toch zo’n vent?! Niet iedere man heeft daar zin in. Het is maar goed dat ik mijn eigen lieve regeldickie heb, want anders zou er deze avond gewoon niet gezongen kunnen worden.

Dàt we gaan zingen is nu wel zeker maar wàt we gaan zingen weten we nog niet. We kiezen zoals altijd om de beurt een nummertje. Vanavond worden dat vooral oude popsongs, country en rock and roll. Teus en Thea spelen gitaar. Ik viool. Zingen doen we alle drie. We zingen vanavond, na de koffie en vòòr de wijn, liedjes van Dolly Parton, Boudewijn de Groot, Leonard Cohen, Bruce Springsteen, Cliff Richard, Elvis Presley, Melany en Roy Orbison. Een aantal nummers van hen gaan we ook zingen op ons eerstvolgende optreden op 5 mei.

 Dick zorgt in de pauze voor fris en sterke drank. Hij snijdt een groot stuk oude boerenkaas in kleine blokjes en  duwt er prikkertjes in. Dat soort kutklusjes kan ik met een gerust hart aan Dick overlaten … en weet je … hij doet het allemaal nog graag óók!

‘Hè, Dick?’

‘Wat, zeg je, schat?’

 ‘Zeg maar ja, joh Dick, altijd goed, haha.’

Het zal wel door de alcohol komen, dat er na de pauze niks meer van zingen komt. De leden van het muziekgroepje hebben het over koetjes en kalfjes. Teus meldt dat geile Harrie is ontslagen. Geile Harrie is al enkele jaren een collega van Teus, die zijn bijnaam te danken heeft aan … nou ja, dat zal wel duidelijk zijn lijkt mij. Preutsheid kent Harrie niet. Zo laat hij zijn collega’s, zonder enige gêne, ‘genieten’ van naaktfoto’s van hemzelf en van zijn aan obesitas lijdende echtgenote. En dan nog wel in de meest onappetijtelijke poses. Harrie was al enkele malen door de bedrijfsleiding gewaarschuwd. Maar nu was de maat vol.

Ter gelegenheid van  5 mei heeft het muziekgroepje een optreden in Verzorgingshuis Moedeloos. Zo af en toe nodigt de activiteitencommissie van het huis een zanggroepje uit om er bij de bewoners de moed een beetje in te houden. Iets wat beslist niet meevalt, gezien de alsmaar toenemende bezuinigingen in de zorg. Als koor besluiten we voor deze avond, een zeer vrolijke, toepasselijke meezinger met een hoog oppepgehalte op het programma te zetten. We kozen voor de volgende, makkelijk mee te zingen tekst:

envanjehelahola, houterdemoedmaarin (3X)

envanjehelahola, houterdemoedmaarin (2X)

Voor alle zekerheid heb ik Dick gevraagd om op zijn werk vijftig kopietjes te maken van de bovenstaande tekst. Die deelt hij dan uit vlak voor we dat nummer gaan zingen. Kunnen die oudjes allemaal lekker meebrullen.

 Is het een schatje of niet soms, die Dick van mijn?

woensdag 4 mei 2022

4 MEI 2022 DODENHERDENKING

 Ik heb geen plaats meer in mijn hoofd om de talloze onschuldige oorlogsslachtoffers te herdenken. En er gaan er nog veel meer  vallen.  Hitlers, Poetins, nieuwe oorlogsmisdadigers, dictators  zullen zich blijven aandienen. Ik zal me  tegen ze verzetten.

Mijn woorden schieten vandaag tekort. Daarom leen ik de woorden van een verzetsman: de dichter Jan Campert. Hij schreef het gedicht ‘De achttien dooden’.

 

DE ACHTTIEN DOODEN

Een cel is maar twee meter lang

en nauw twee meter breed,

wel kleiner nog is het stuk grond,

dat ik nu nog niet weet,

maar waar ik naamloos rusten zal,

mijn makkers bovendien,

wij waren achttien in getal,

geen zal den avond zien.

 

O lieflijkheid van licht en land,

van Holland's vrije kust,

eens door den vijand overmand

had ik geen uur meer rust.

Wat kan een man oprecht en trouw,

nog doen in zulk een tijd?

Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw

en strijdt den ijdlen strijd.

 

Ik wist de taak die ik begon,

een taak van moeiten zwaar,

maar 't hart dat het niet laten kon

schuwt nimmer het gevaar;

het weet hoe eenmaal in dit land

de vrijheid werd geëerd,

voordat een vloekb're schennershand

het anders heeft begeerd.

 

Voordat die eeden breekt en bralt

het miss'lijk stuk bestond

en Holland's landen binnenvalt

en brandschat zijnen grond;

voordat die aanspraak maakt op eer

en zulk Germaansch gerief

ons volk dwong onder zijn beheer

en plunderde als een dief.

De Rattenvanger van Berlijn

pijpt nu zijn melodie, -

zoo waar als ik straks dood zal zijn

de liefste niet meer zie

en niet meer breken zal het brood

en slapen mag met haar-

verwerp al wat hij biedt of bood

die sluwe vogelaar.

 

Gedenkt die deze woorden leest

mijn makkers in den nood

en die hen nastaan 't allermeest

in hunnen rampspoed groot,

gelijk ook wij hebben gedacht

aan eigen land en volk -

er daagt een dag na elken nacht,

voorbij trekt ied're wolk.

 

Ik zie hoe 't eerste morgenlicht

door 't hooge venster draalt.

Mijn God, maak mij het sterven licht-

en zoo ik heb gefaald

gelijk een elk wel falen kan,

schenk mij dan Uw gena,

opdat ik heenga als een man

als 'k voor de loopen sta.

 

Jan Campert

Jan Campert (1902 - 1943)

 

dinsdag 3 mei 2022

DE POETIN

 Youri is er na al die jaren wel aan gewend dat hij en Boris op straat nagekeken worden. Wanneer ze zoals vandaag gaan wandelen, voelt hij zich ongemakkelijk. Dat is niet zo vreemd want Boris heeft zijn beste vriend en beveiliger meegenomen. Een wrede, walgelijke, gevaarlijke, tot krokodil gemaakte.  Het is een poetin. Zijn bolle ogen met flitsende blikken zijn als stroomstootwapens, die alles en iedereen vernietigen dat hem niet aanstaat. Zijn brede bek vol grote vlijmscherpe tanden verslindt graag en meedogenloos wat voor zijn bek komt. De poetin spuwt ook vuur over een afstand van tientallen meters, daarmee kan hij grote flatgebouwen in vlammen doen opgaan.  Niet voor niks voelt Youri zich ongemakkelijk.

De poetin moet elke dag minstens anderhalf uur  aan één stuk uitgelaten worden, anders richt hij zijn agressie op het huis van  zijn verzorgers. Met de poetin hebben de jongens de grootste moeite. Zelfs met riemen en CAL-halsbanden lukt het ze amper hem in bedwang te houden. Is hij eenmaal los dan is hij niet meer te houden.

De poetin is erg verzot op kleuters, de gemakkelijkste slachtoffertjes. Hij aarzelt geen moment om ergens in een winkelcentrum, vliegensvlug  zo’n exemplaar uit een wandelwagentje te grissen. Het is beslist niet zo dat Youri en Boris daar op uit zijn. Het is gewoon de in en in verdorven aard van de poetin. In één vloeiende beweging slokt hij het jongetje naar binnen. Die heeft hij het liefst … kleine jongetjes. Geen spoortje, geen druppeltje bloed is er te zien. De moeder heeft het niet eens gemerkt. Alleen Youri met zijn scherpe gehoor kan het kleutertje in de buik van de poetin nog horen krijsen. 

Als het al zo ver gekomen is, is er voor Youri en Boris geen houden meer aan.  De poetin ontworstelt zich aan hen. Meestal gaan ze na zo’n actie van het beest onverrichterzake  naar huis. De poetin echter blijft onverdroten dood en verderf zaaien.

De moeder van de kleuter is met stomheid geslagen. Minuten later begint ze om hulp te gillen. De  poetin doodt haar rücksichslos met het vuur uit zijn bek.  Met zijn machtige wapens  verlamt hij zijn omgeving. Hij is goed bezig, hij gaat door. Teruggaan kan niet meer. Stopt hij, dan wordt hij door de anderelanders afgeslacht. Hij loopt een bos in en met zijn dodelijke vuurwapen rasiert hij de kleine lieve bosdiertjes aus. Vogels hebben geluk, zij kunnen wegvliegen. De poetin zet bomen en struiken in de fik; drijft de konijntjes en andere dieren naar de snelstromende rivier … de verdrinkingsdood in.

Maar ook de poetin gaat er aan. Achter hem staat het bos in lichterlaaie. Hij kan het vuur niet ontlopen. De snelstromende rivier is enige kans voor de poetin om te overleven.  Hij spingt er in. Het water voert hem naar de andere landen. De uitgeputte poetin wordt gesignaleerd door andere landers. Hij wordt met de modernste wapens gefusilleerd: alsof er midden in de rivier een zware bom explodeert. Van deze poetin wordt nooit meer iets vernomen.