Op deze snikhete vrijdag heb ik wat te weinig bewogen naar
mijn zin. Ik besluit deze avond een uurtje lekker relaxed te gaan wandelen in de
richting van Nesselande. Echt super wandelweer is het niet. Dertig graden en
makkelijk ademen? ….Nou nee!
vrijdag 13 juni 2025
NESSELANDE
donderdag 12 juni 2025
CINERAMA 65 JAAR.
In 2025 bestaat mijn favoriete bioscoop en tweede huiskamer Cinerama
precies 65 jaar, en dat gaat gevierd worden! Op zaterdag 14 juni presenteert
het filmtheater daarom een hele dag en nacht met klassiekers,
waaronder Do the Right Thing , Dr. Strangelove, Grand Budapest Hotel en The Big
Lebowski, om maar een paar hoogtepunten te noemen.
En er is meer: een gratis toegankelijk Rotterdams programma, karaoke én ‘Heel Cinerama Danst’ met DJ’s tot diep in de nacht.
Klasssiekers.
Vanaf 11.00 uur kan je voor 6,50 euro genieten van een
klassieker op het witte doek. Er is zelfs een Rotterdam-zaal met films over
onze stad, die je gratis kunt bekijken. En een verjaardag is niet compleet
zonder…? Taart! Bezoekers die er zelf een bakken en meenemen om te delen,
krijgen een filmticket cadeau.
Avondprogramma en raad de plaat
Om 13.00 uur wordt er
geproost op Cinerama. Wie wil, kan daarna nog de hele dag (en nacht) door. Met
livemuziek, dj’s en karaoke duurt het feest tot in de late uurtjes, Het filmtheater
blijft tot 4.00 uur open.
Een historisch pand
Het pand aan de
Westblaak is in 1956 ontworpen door de architecten B. Hoogstraten en G.E.
Lette. In 1957 opende bioscoop Scala de deuren met Charlie Chaplins A
King in New York als eerste film. Drie jaar later veranderde Scala in
Cinerama, dat recent werd uitgeroepen tot ‘Echt Rotterdams Erfgoed’.
Toch is de toekomst van het filmtheater onzeker, omdat het huurcontract van
Kinepolis in 2025 afloopt.
Er zijn vanuit het
bedrijf en Rotterdammers die de bioscoop graag bezoeken grote zorgen of het
pand en de culturele functie blijven. De actiegroep Cinerama moet blijven zet zich in voor
duurzaam behoud van het filmtheater. Hiervoor verzamelden ze meer dan 27.000
handtekeningen, die de actiegroep overhandigde aan de wethouders van bouw en
cultuur.
Meer informatie en tickets vind je op de website van Cinerama.
VERDOSE.
woensdag 11 juni 2025
TE HOOG.
Met mijn fietshelm nog op ga ik om vijf voor half vier, op
een bankje naast Hotel New York zitten. Ik ga mijn twaalfuurtje verorberen. Ik
verwen mezelf met een krentenbol, een Elstar en een bidon gevuld met
citroensiroop.
Ik zit net even in het verlengde van Rijnhavenbrug. Een gids vertelt aan haar groepje de historie van dit stukje Rotterdam. Ze ontkomt er dus niet aan te vertellen over de voormalige hoerenbuurt Katendrecht aan de overkant. De oorspronkelijke naam van deze brug, ‘de Rijnhavenbrug’ wordt in de volksmond al snel ‘de Hoerenloper’. Het tuttige Duitse damesclubje moet er enigszins besmuikt om lachen.
Inmiddels zit een dame naast me. Op het andere puntje van de
bank. Mooie vrouw. Jaar of 45. Ze heeft
op mijn bakje een nieuwe tijdelijke werkplek gevonden. Een werkplek bovendien,
waar ze mag roken, want af en toe zuigt ze aan een -e-sigaret. Het is een fijn
zonnig plekje. Ik kan hier alleen mijn
mobiel maar raadplegen als ik met mijn rug naar het zonnetje ga zitten.
De dame naast me is bezig een appartement te verkopen. Een appartement in het giga flatgebouw ‘de Rotterdam’ vierenveertig verdiepingen hoog op de Wilhelminakade. Het appartement dat ze verkoopt is op de 34e etage en is verbouwd van drie- tot tweekamerwoning. Er zit een nieuwe keuken in en de badkamer is opnieuw betegeld met de crèmekleurige tegels 'die jij wilde'.
'Nou, dan zien we elkaar morgen op de vierendertigste. Ik zal in de deuropening staan. Okee, tot morgen Marina'. Einde gesprek.
Ik heb intussen mijn twaalfuurtje op en maak aanstalten om naar huis te fietsen.
De dame naast me zit nog druk aantekeningen te maken op haar mobiel. Ik bedenk me, om straks, als ze uitgewerkt is, tegen haar te zeggen: ’Zohoo, hebt u even een fijn werkplekje gevonden, mevrouw.’
Maar zij is me vòòr en zegt: ’Ik jaag u toch niet weg, hè
meneer , met mijn gerook en gebabbel?’
‘Ja waarschijnlijk wel’.
’Het geld heb ik wel liggen. Maar 34 hoog? Ik zou niet durven.’
Het is vier uur. Relaxed fiets ik terug naar mijn huisje. Vier hoog. Hoog genoeg.
dinsdag 10 juni 2025
ZWEMPAK.
Op deze derde Pinksterdag is het ondiepe warmwater spartelbadje voor zeventig plussers extra gevuld. Alsof de vurige tongen, behorend bij deze christelijke feestdag, in de grijze, kale koppies van de zwemmers gaat neerdalen. Nog vòòr ik een schoolslag gezwommen heb, loop ik Tonnie tegen het lijf. Ik ken haar nog van een wijkkoor, waarin ik een jaartje heb mee gebruld.
Tonnie is een klein dik dametje van in de tachtig. Ik meen te zien dat ze een nieuw vrolijk gekleurd zwempak aan heeft, maar dat ontkent ze, bijna verontwaardigd. Blijkbaar is voor haar de toon gezet want als ze eenmaal door is, zwemt ze direct naar mij toe. Ze kiest mij als haar slachtoffer voor haar zwem-/praatsessie. Het is precies tien uur als ze tegen me begint te praten. Ik zwem op mijn rug achteruit. Zij loopt al babbelend achter me aan.
Aanvankelijk heeft Tonnie nog oog voor wat er zich in het water afspeelt. Een van de dames, waarschijnlijk van islamitische huize, zwemt in kleding, die alles bedekt, op haar gezicht na. ‘Storend’, vindt Tonnie dat, ‘het zwembad zou het moeten verbieden'.
Ik ben het niet eens met haar. Prima vind ik dat
zwemkostuum. Nederland is al behoorlijk veranderd en zal wel blijven veranderen, door
de komst van verschillende groepen migranten. We zullen er aan moeten wennen
dat Nederland er stukje bij beetje anders uit zal gaan zien. Meer gemêleerd.
Ze sputtert dan nog, dat voor haar die ‘gelukszoekers’ beter op kunnen hoepelen.
‘We zijn toch allemaal gelukzoekers, Tonnie? Jij en ik ook!'
Ze is waarschijnlijk niet gewend om van haar omgeving tegenspraak te krijgen. Ze tolt even raar met haar ogen, slikt even en schakelt snel over op een voor haar veiliger onderwerp.
Tonnie houdt een schier eindeloze monoloog over een huwelijk van drieënveertig jaar met een tot vervelens toe, overspelige, veel verdienende echtgenoot. Meneer, een Don Juan, is Internist, nu eens hier, dan weer daar. Met in elk ziekenhuis een of meerdere liefjes. Tonnie is afwisselend verdrietig, boos en woedend. Op het laatst trapt ze hem de deur uit, vermorzeld ze zijn bril en scheiden ze officieel. Maar ja … ze is verliefd op die man. …dus … enkele maanden later sluit ze hem weer in haar armen.
Om kwart voor elf, kap ik Tonnie af. Genoeg geluisterd. Tijd voor een par baantjes schoolslag.
maandag 9 juni 2025
GEEN OPA JOS.
Het zijn ‘prettige feestdagen’. Vandaag wordt mijn jongste zoon vijfenveertig. Met een zoon van die leeftijd ga je je oud voelen. Hij woont met mijn twee kleinzonen Bent en Makkie, in Dordrecht. Daar ben ik vanmiddag. Na tweeën is de koffie bruin. De appeltaart gekruimeld. Extra leuk is het dat die middag ook mijn ex, oma Winny er zal zijn. Winny belt me zelfs vanmorgen op of we samen vanaf station Blaak naar Dordt kunnen reizen. Een prima idee.
Mijn band met de kleinzonen is tot op heden belabberd. Als gevolg van de scheiding tussen mij en Winny ben ik jaren lang hun opa niet geweest. Als ik een jaartje terug weer met Bent en Makkie herenigd word, weet ik me geen raad met mijn opa-rol. Die twee jongens weten zich daarentegen weer geen raad met mij. Die kids, één van elf en één van zeven, staren me aan alsof ik een verwarde man ben die even bij hun binnen mag komen, voor een bakkie koffie.
Dat trok later wel weer wat bij, maar ik bleef tè geforceerd bezig: geld geven voor verjaardagen en goede rapporten, kijken naar voetbalwedstrijdjes, tot uitleg vragen over een game op de mobiel. De jongens reageerden duidelijk: ‘dat is inderdaad die opa Jos. Jammer maar helaas: wij gaan mooi verder met onze game.
‘Oh, opa Jos, nog bedankt voor het geld voor mijn verjaardag’
Aan het getob komt vanmiddag een eind. Ik neem me voor me geen opa-rol meer aan te meten. Ik kom gewoon binnen als Jos. Ga me niet per sé bemoeien met de boys. Ik geniet, puur voor mezelf van de appelkruimeltaart. Als er een voetbal voor mijn voeten valt, peer ik hem direct op de gootsteen tussen de vuile afwas.
We gaan een kaartspelletje doen: ’pesten’. Een kut-spelletje.
Ik speel het extreem-fanatiek. Met veel lol. Dat was geen ópa Jos, maar Jòs. Zó wil ik er zijn voor mijn kleinzonen. Ik ga dadelijk zeggen, dat ze me voortaan ‘Geen
opa Jos’ moeten noemen’.
We spelen vanmiddag ook nog ‘bingo’, een kansspel dat veel en graag door beginnend dementerende ouderen en geestelijk licht gehandicapten gespeeld wordt. We bingoën met zijn vijven. De drie volwassenen hebben hun verstand op nul en hun blik op oneindig. De kleinzonen genieten met volle teugen en komen zo af en toe niet meer bij van het lachen.
zondag 8 juni 2025
GOUD.
Gisteravond rond negen uur arriveerden mijn broer, John en ik bij Buzz, de tent waar een andere broer, Ron, zijn 60e verjaardag viert. Het was me helemaal ontschoten maar in de uitnodiging voor dit feestje was ook een dress-code vermeld: goud, passend bij het kroonjaar van de jarige.
De jarige had een discjockey ingehuurd: praten was godsonmogelijk. Ik
betrapte mezelf er op, dat ik deze avond zo sprak als een asielzoeker die pas drie weken Nederlandse les heeft gehad. In plaats van een gewone zin te maken,
zoals bijvoorbeeld: ‘ik vind die muziek wel leuk maar alleen een beetje te hard,’
knal ik er slechts vijf woorden uit: ‘
MUZIEK ...LEUK ….MAAR….TE HARD … en daar trek ik dan een passend
(vies) gezicht bij. Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me dat niet alleen een
beginnend asielzoeker/taalstudent zo praat, maar mijn broertje Marco ook. Hij is
een mongool. Hij kan niet anders.
Voor het overige is het werkelijk een vrolijke aangelegenheid. Er wordt smakelijk gegeten, gedronken en om non-verbale grapjes gelachen. Swingen is vanavond veruit belangrijker dan babbelen. Iedereen danst en zingt uitbundig mee op Rob Kemps snollebollekens-hit: ’naar links … naar rechts’ . Het was het hoogtepunt van de avond.
Het feestje is gepland tot vannacht één uur, maar al even voor elven zijn de meeste gasten al vertrokken. Zij lopen het patatje-mèt mis, dat verrassend als laatste hapje wordt geserveerd in Buzz in Vierpolders
zaterdag 7 juni 2025
WAH ZEGGIE?
Deze zaterdag is alles gericht op het bezoek aan mijn broer Ron, die vandaag zestig wordt. Hij geeft een feest in Vierpolders. Waar? In Vierpolders!! Begin dit jaar heeft hij al zijn vrienden en familieleden al uitgenodigd.
Ik heb er even over nagedacht of ik wel zou gaan. Ik heb
niks tegen mijn broer Ron. Een leuke vent. Zeker als je samen met hem in een klein
clubje bent. Dan kan je gezellig met hem praten, samen leuke dingen doen. Prima
allemaal. Maar de vriendengroep rond Ron, daar heb ik het niet zo op. Zowel de
mannen als de vrouwen vind ik stoerdoenerig en poenerig. Hun lachen en praten
is doorgaans overdreven luidruchtig. Het is een lachen, waarvan ik me afvraag: ‘moet
dat nou echt zo orenpijnigend hard?’.
Met dat harde praten van hun
ben ik op zich wel content. Dan versta ik tenminste goed wat er gezegd
wordt. Mijn gehoor is de laatste jaren namelijk flink achteruit gegaan. Ik zit
in de fase, dat ik tot vervelens toe moet vragen: ‘Wah
zeggie?’ ‘Assie val dah leggie,’ zouden Ron z'n vrienden dan ongetwijfeld geantwoord hebben. In mijn eigen omgeving
krijg ik nogal eens de hint om eens bij Specsavers langs te gaan voor een
gehoorapparaatje. Dan doe ik net of ik niks hoor.
Het feestje is in Vierpolders, vijfendertig kilometer van
Rotterdam. Te ver om te fietsen of te lopen. Ik heb John (59), een andere broer van
me, mèt 'n auto, gevraagd om me op te pikken. En dat doet hij.
John woont en werkt in Hilversum. Hij moet deze zaterdag
eerst nog werken. Daarna komt hij naar mij toe, in Rotterdam. Tussen zes en
zeven zal hij hier zijn. Hij doucht, eet wat bij mij en doet andere kleren aan.
Tegen achten vertrekken we en om een uur of negen zijn we in Vierpolders.
Een paar maanden terug vroeg ik nog aan Ron of hij cadeauwensen
had. Die had hij niet. Hij vond het alleen al leuk dat ik,
zijn vijftien jaar oudere broertje, zou komen.
Zelf vind ik het echter niet zo fijn om met lege handen te komen. Ik werd me er toen, niet zonder gêne van bewust, dat ik niet wist wat ik voor hem moest kopen. Dat ik Ron na al die jaren nog niet goed genoeg kende.
John opperde gisteren, toen we wat afspraken voor vandaag, dat we Ron samen een kaart geven, met van ieder van ons wat geld er in. Lekker makkelijk, nietwaar?
Ieder twintig gaan we doen. Het begin van ’n miljoen, toch?!