donderdag 12 december 2024

GEKEUVEL.

 Ik ben vanmorgen door de wekker heen geslapen. Niet zo raar overigens. Ik had het laat gemaakt. Het was over tweeën eer ik er in lag. Nu ga ik wel eens meer om die tijd 'leggen' en soms zelfs ook nog wel eens wat later ook.


Mijn jongste zoon Ralf (44) is op bezoek. We moeten wat bespreken. Financiële zaken over ‘echtscheiding’ en ‘eigen huis’. Daar weet ik nu eenmaal wat meer van dan hij. Maar daar ga ik niet over schrijven.

Ik vind het leuk dat hij er is. Om te beginnen haal ik twee Dr. Oetker pizza’s. De eerste pizza’s die gebakken gaan worden in mijn inductieoven. Bij pizza hoort wijn, vind ik, dus ik koop een lekker duur Saint-Émilionnetje. De feestvreugde wordt wat groter als Ralf mij verrast met vier flesjes Westmalle Tripel, lekker Belgisch bier. Voor mij wordt het helemáál top als Ralf dan ook nog zegt dat hij sinds juli jl. gestopt is met het drinken van alcohol. Dus al die alcohol hier is dus blijkbaar vanavond voor mij?!

We praten over gezellige mannenonderwerpen. De verminderde belangstelling voor voetbal, bij Ralf vooral omdat zijn klote-scheiding zoveel tijd opeist. Bij mij omdat het spel in de top steeds poeniger wordt. Toernooien worden gespeeld in totalitaire staten waar mensenrechten met voeten getreden worden. Zowel voetballers als deelnemende landen gaan daar als makke schapen in mee.

Natuurlijk kunnen Ralf en ik het niet laten om ‘domrechts’ te analyseren en neer te knuppelen. Doch de meeste tijd hebben we het over muziek. Zijn muziek. De muziek van ‘Klinkt Goed’ want dat is Ralfs artiestennaam. Hij heeft een paar nieuwe nummers geschreven, die hij me laat horen. Klinken inderdaad prima. ‘Klinkt Goed’ is te beluisteren op ‘YouTube’ en ‘Spotify’. Doen!

Allemaal leuk en aardig dat gezellige gekeuvel maar ik zit onder tussen veel te veel te zuipen. Ralf voelt dat goed aan en maakt het niet te laat.
‘Niet alles tegelijk opdrinken, hè!’ zegt hij bij het weg gaan.
‘Neen, natuurlijk niet'. Alle wijn heb ik inmiddels al achter de kiezen.

Tegen mijn eigen stelregel in: ‘ga nooit in je uppie alcohol zitten zuipen’, sla ik toch nog, een beetje schichtig, dat wel, een paar Westmalles achterover.

Gelukkig is er niemand, die me in deze kleine uurtjes nog zo bezig ziet.

woensdag 11 december 2024

VAREN.

Bijna huilend komt Wim, mijn buurman, 84 jaar oud, me vragen of ik hem wil helpen. Z’n internet en telefoon doen het niet. Hij kan niemand bereiken èn … hij is nog snotverkouden ook. Hij grijpt direct naar zijn zakdoek en snuit luid en duidelijk zijn neus. Nee, hij is geen aansteller. Aan zijn snuiten te horen is hij goed ziek. Het is triest. Ik wil hem wel helpen maar dat kan niet. Ik sta op het punt om weg te gaan. Straks staat mijn vriend Karel voor de deur. Ik zeg: ‘Sorry, ik heb geen tijd, Wim’. Zo kènt hij mij niet en zó ken ik mezelf niet. Niemand kent me zo. Dat ik zó resoluut ‘neen’ zeg. Maar het kan nu echt niet anders.


‘Ken je misschien iemand anders die me kan helpen, Jos?’
‘Neen’. Ik heb er nu geen zin om er zelfs maar een seconde over na te denken. Ik heb mijn jas, mijn handschoenen al aan en mijn pet op. Klaar om de deur uit te stappen.
‘Hoe laat ben je weer thuis, Jos’, denk je?.
‘Dat kan heel laat worden. Een uur of tien vanavond. Mijn vriend gaat voor ons koken’.

‘Oh, lekker’.
‘Zeker, Wim’.

Ik moet de buurman eerst met zachte drang naar buiten duwen om zelf mijn voordeur uit te kunnen’.

‘Nou, toch nog bedankt, Jos’, zegt hij hoestend en proestend. ‘Dan ga ik maar op zoek naar iemand anders’.

Het klinkt allemaal wel heel lullig … en het ìs ook lullig maar het kan nu eenmaal niet anders. Ik kan Karel, mijn vriend, toch niet beneden in de kou op zijn fietsje laten wachten tot ik wat geregeld heb voor Wim zijn telefoon. Bovendien, we moeten om precies twee uur op de boot naar Dordt zitten. Die gaat echt niet op ons wachten. De volgende boot komt pas een kwartier later.

Om kwart voor drie zijn we er. Karel en ik zouden een korte wandeling maken in Dordt. Kerstsfeer proeven. Ook al is het nog volop daglicht, de feestverlichting is overal aan. Ons valt op dat in de grote winkelstraat vele speciaalzaken zijn verdwenen. Nu telen hiervoor in de plaats kringloopwinkeltjes wierig. Karel, die gek is op die winkeltjes komt dus volop aan zijn trekken. Hij weet zich vandaag prima in te houden, die koopverslaafde. Zijn hele huis ligt tòch al bezaaid met zaklantaarntjes in alle soorten, kleuren en maten.

Het enige waar Karel deze middag geld aan uitgeeft is warme chocolademelk met een grote kwak slagroom voor zichzelf en een lekker Belgisch biertje voor mij … mijn verslaving …

dinsdag 10 december 2024

NAAR HEINDE.

 

Het is een koude avond. Er staat een gure wind. Ik moet ongeveer anderhalve kilometer lopen vanaf metrostation Wilhelminaplein. Ik heb mijn warme zwarte winterjas aan, een witte (!) sjaal om en heb mijn mooie zwarte hoed op. Ik ben niet zo gauw tevreden als ik mijn hoofd in de spiegel zie maar deze keer kan ik de toets van mijn eigen kritiek prima doorstaan.  Halverwege op een plein staat een standbeeld van ‘weet ik veel’ wie. Op zoek naar informatie over dat beeld, struikel ik over de tegel met de info, die ik zoek. Ik val, bezeer een knie, beschadig een broekspijp en mijn hoed wordt  meegenomen door de wind.

Dat standbeeld moet Lodewijk Pincoffs  (Rotterdam, 7 juni 1827 – New York, 28 september 1911) voorstellen. Een belangrijke Rotterdams havenman.

Nog honderd meter door en ik ben bij Restaurant Heinde op ‘De Vijf Werelddelen’. Stichting Corridor geeft daar een etentje voor zijn vrijwilligers. Daar ben ik er één van.  Ik plof neer naast Pierre, een vriendelijke gast . Tegenover mij zit Rita met een wat zorgelijke blik. Ze heeft een  dikke  laag poeder op haar gezicht geplamuurd en draagt een rode zomerjurk. De bovenste knoopjes van die jurk heeft ze open gelaten ... doch op een décolleté is in de verste verten geen zicht.

Schuin tegenover mij zit Ted met zijn ongeschoren tronie, zijn morsige, ooit witte t-shirt. Hij blijft maar vertellen over alle reizen, die hij wereldwijd gemaakt heeft.  En als een ander, ik bijvoorbeeld, vertel,  dat ik, nog nooit buiten Europa geweest ben … dan pakt hij gulzig de aandacht weer terug door me, met een vette knipoog naar Rita, te vragen: ‘heb je dan je hele leven last van heimwee gehad, Jos?’ En dan gaat ie weer door met zijn eigen geleuter.

Na een uur heb ik genoeg en heel lekker gegeten. De anderen blijven maar gaan. Bestellen, eten, drinken en …  ze zijn gedwongen Ted aan te horen. Ik leen me daar niet langer voor. Ik sta op: ‘Ik ga jullie verlaten. Bedankt. Ik heb genoeg gehoord en gegeten’.

Rita krijgt terstond de hik en laat me tussendoor weten dat ze het leuk vindt dat ik geweest ben.  Ted zit voor het eerst deze avond met zijn mond vol tanden en  Pierre vertelt  Ted  over zijn ongeneeslijk zieke broer  maar Ted heeft daar geen aandacht voor.

 

Restaurant ‘Heinde’ in ‘De Vijf Werelddelen’ is perfect. Het concept uit de kunst. Googlen!

maandag 9 december 2024

OPGESCHORT.

Het is druk in de foyer van Kino. Ik zit samen met mijn maat Ruud bier te drinken (één groot glas bier: 7 euro slechts). We zitten een beetje slap te ouwehoeren over lekker eten en lekkere seks. Zoals gewoonlijk liggen de woorden ‘nee hoor’ op het puntje van Ruud zijn tong. Hij weet immers altijd en alles beter. Zo verbetert hij hoe ik de naam van de Rotterdamse wijk Charlois uitspreek. Ik noem die wijk, net als vrijwel alle Rotterdammers fonetisch: 'Sjaarloos'. ‘Nee hoor’, zegt Ruud,’ je spreekt het uit als: ‘Sjarlwah, Jos!’. ’t Is een Frans woord, dat lijkt me duidelijk’.


Nou ja, laat maar hangen. Is Ruud ook weer gelukkig.

Net als ik een grote slok bier neem zie ik ik Rosalinde binnenkomen. Ze is een vriendin van mijn ex. Mijn gezicht zit grotendeels verborgen achter mijn glas bier. Ze herkent me godzijdank niet. Loopt gelijk naar een man die al enige tijd staat te wachten aan de bar. Een man die een kop kleiner is dan zij. Het lijkt Keesjan wel. Ze omhelzen elkaar. Hij moet een klein beetje op zijn tenen gaan staan om ‘bij haar’ te kunnen. Rosalinde is zowat 1.80 m, heeft brede heupen en grote borsten. Haar zwarte haar doet vermoeden dat ze Spaans of Zuidamerikaans is.

Ze zat bij mij in het eerste jaar van de toneelschool. Het was iedereen aanvankelijk een raadsel hoe ze er in geslaagd was door het toelatingsexamen te komen. Ze was rad van de tongriem gesneden, dat wel. Ze kon ook wel een rol instuderen maar haar creativiteit bestond er vooral uit dat, hoe sober de rol ook was, ze haar tietjes teveel exploiteerde.

Ontroostbaar was ze, toen ze niet door het eerste jaar van de academie kwam. De eerste weken na haar afwijzing heeft ze tot vervelens toe bij ons thuis zitten jammeren dat studieleidster 1e jaar, Eveline, tot op het laatst, met geen woord gerept had over haar eenzijdige spel. Ook docent moderne dans, Keesjan, niet. Hij gaf altijd voor, volop van Rosalindes dynamiek te genieten. Geheel onverdacht overigens! Zeker voor iemand als Keesjan die homoseksueel was.

Al vrij snel na het fiasco op de toneelschool leerde Rosalinde een wat oudere fotograaf Ries die al in de eerste week van hun vriendschap een kind bij haar verwekte. Ze trouwden en scheidden binnen het jaar, kort na de bevalling van hun zoon.
Heel triest.

Ries en ik werden echter vrienden van elkaar.
Rosalinde schortte toen abrupt de vriendschap op met mij en mijn toenmalige vrouw, zolang ik bevriend was met Ries.

Ruud kijkt me ondeugend lachend aan en laat een enorme gore boer. Van die halve liter natuurlijk. Dat wil wel!

zondag 8 december 2024

CROWDFUNDING.

Bioscoop Lantaren-Venster (LV) is aan het verbouwen. Al weken. Elke keer moet ik weer een andere trap op naar de filmzalen.


Sinds een paar weken is de leiding van het filmtheater een crowdfunding gestart om een gezellige, publieksvriendelijke foyer te realiseren. Het moet ook een ontmoetingsplek worden van artiesten en bezoekers.

De plannen voor zo’n plek zijn natuurlijk allang in kannen en kruiken maar de bios heeft er niet voldoende centjes voor. Er is nu flink wat geïnvesteerd in een tamelijk armoedige commercial voor die crowdfunding. Daarmee wordt elke LV-bezoeker momenteel vóór de film lastig gevallen. Hoe armoediger, hoe meer ‘kassa’ lijkt de gedachte daar achter te zijn.

Al vanaf de opening ben ik vaak te vinden in deze bioscoop. Ik begon er in 2010 als vrijwilliger. Datzelfde jaar ging ik met pensioen.
Mijn taak bij LV was tickets controleren en de zaal schoonmaken voor de volgende voorstelling. Ik deed dat drie dagen in de week op verschillende dagdelen.

De vrijwilliger werd aanvankelijk in de watten gelegd: de toegang tot films was gratis en onbeperkt. De drankjes en hapjes tijdens de dienst waren gratis. Deze vrijwilligersvergoeding werd echter niet op papier gezet.

Eind 2010 al, deelde de directie aan bar- en restaurantmedewerkers mee dat zij aan de ticketcontroleurs geen gratis drankjes en hapjes meer mochten geven. Die vrijwilligers vielen zowat om van verbazing en ongeloof door deze enorme verslechtering.

Na overleg met een aantal collega-controleurs heb ik toen een nogal pittige brief geschreven aan de directeur. Er kwam een vergadering met veel collega’s van mij en die directeur. Hij gaf toe dat hij niet netjes gecommuniceerd had. Excuses daarvoor. Hij zal zich in het vervolg rechtstreeks tot de belanghebbenden wenden. Het afschaffen van de gratis hapjes en drankjes voor de ticket-controleurs was gewoon nodig. Hij had er geen budget meer voor.

Tot slot deelde de directeur mee dat hij geen prijs meer stelde op mijn aanwezigheid als vrijwilliger binnen zijn organisatie.Geen gratis films dus meer.

Ik heb toen een Cineville abonnement genomen. Daarmee kan ik in verschillende bioscopen voor weinig geld toch alle films zien, die ik wil zien.

Aan de crowdfunding voor die gezellige foyer ga ik mee doen, mits mijn films, hapjes en drankjes daar dan gratis zijn … contractueel vastgelegd.

zaterdag 7 december 2024

PRETPARK?

Vorige week was ik bij een voorstelling van een coverband van de Stones. In de pauze ging ik op een bankje zitten, naast een vriendelijke (oudere) dame. Ze zag er best aantrekkelijk uit. Van het gedeelte voor de pauze hadden had zij ook genoten. Ze was eigenlijk meer fan van Elvis Presley dan van de Stones. Ze was zelfs naar dat pretpark van hem geweest in Amerika. Ze had al zijn platen, cd’s en dvd’s.

Ik had zo het idee dat ze Michael Jackson en Elvis Presley door elkaar haalde, wat dat pretpark betreft. Maar ik liet het maar zo, ze zat zo lekker enthousiast te vertellen.
Haar gezicht kreeg ineens bozigs toen ze het ging hebben over de manager van Elvis Presley : ‘Dat was een Hollandse kolonel, Walker heette die. Die man heeft Elvis vreselijk opgefokt. Zo erg zelfs dat die arme jongen over zijn grenzen is gegaan, qua hoeveelheid optredens, qua drugs, qua eten en uiteindelijk legde die arme jongen dus het loodje …’ ze hijgde een klein beetje na die laatste woorden. Haar pupillen waren er groot van geworden.

Tegenover mij zaten twee vriendinnen van haar. Zelfde leeftijd, maar duidelijk minder goed geconserveerd. Ze luisterden ook naar haar, keken elkaar soms vol verbazing aan en fronsten af en toe hun wenkbrauwen want, zo leek het althans, zoiets had hun vriendin hun nog nooit toevertrouwd.

Dat met Brian Jones, die onder invloed van verdovende middelen in zijn eigen zwembad verdronk vond ze toch zo verschrikkelijk … maar: eigen schuld, dikke bult!
‘Dat begreep ik tenminste uit dat verhaal. Het had net zo goed een echte suïcide kunnen zijn. Ja, hij werd niet meer geaccepteerd als ‘baas’ van de Rolling Stones, hè. Ze gingen een heel andere kant op die Keith Richards en Mick Jagger: geen blues meer. Dat kon Brian niet bijbenen. Sterker: dat wilde hij niet’.

Die vrouw naast me had duidelijk te doen met Brian. Ze kan ternauwernood haar tranen bedwingen.

De pauze was inmiddels voorbij. De vriendinnen hadden genoeg 'Brian Jones' gehoord en waren al op weg naar hun plaatsen in de grote zaal. Verrast en toch ook wat lacherig merkte ze op, dat alleen wij tweeën nog met een wijntje in ons hand in de foyer zaten.

‘Nou ja! Laten je vriendinnen me hier met jou alleen achter! Ik ga mijn plaats opzoeken. See you!’
‘Ja, wie weet tot ziens'. Ze huppelt bijna richting grote zaal, kijkt nog heel even om en zwaait naar me.

vrijdag 6 december 2024

GEEN BUDGET.

Ik krijg Frank op bezoek vandaag. Van oorsprong een Groninger maar dat doet er verder niet toe. Hij is naar de Randstad verhuisd voor Gerda. Ze zong bij een in de fifties populaire Jazzband in Den Haag. Frank en Gerda leerden elkaar daar kennen, werden verliefd en gingen samenwonen. Tot halverwege 2024 waren ze samen.


Daar kwam abrupt een eind aan door het in hoog tempo dementeren van Gerda. Voor de veiligheid en gezondheid van haar en haar omgeving werd permanente opname noodzakelijk.

Frank is allesbehalve tevreden over de manier waarop zijn Gerda verzorgd wordt. De verpleegkundigen hebben niet voldoende tijd of know how of rust om op een zorgvuldige, liefdevolle, vriendelijke en deskundige wijze om te gaan met de bewoners, die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Ook al gunnen ze hen stuk voor stuk het allerbeste op de hele wereld, er is domweg geen tijd en geld voor verzorging op hoog niveau.

Met name aan individuele aandacht voor Gerda schiet het nogal te kort. Frank compenseert dat tekort zelf. Hij blijft zo lang mogelijk bij Gerda in de buurt. Hij weet: ze vindt het prettig hem te zien, naar hem te luisteren en bij lekker weer met hem te wandelen. Frank deinst er ook niet voor terug om haar te verschonen, haar naar bed te brengen en haar een verhaaltje voor het slapen voor te lezen. Bij de intake van Gerda maakte Frank ook al meteen duidelijk wat hij verwachtte.

Na een paar maanden begint Frank een beetje pips te zien. Af en toe valt hij naast Gerda in slaap. Het wordt hem te veel. Hij gaat op zoek naar ‘vier sterren’-verpleeghuizen, die moeten voldoen aan zijn eisen. En ze bestaan! Hij heeft ze gevonden. Voor 3.000 euro per maand kan Gerda direct komen. Indicatie niet nodig. Deze particuliere verpleeghuizen bieden ultra hoogwaardige verzorging. Verzorging, die door geen enkele zorgverzekeraar wordt gedekt. Kosten ruimschoots boven Franks budget.

Dergelijke resort-achtige projecten zijn er uitsluitend voor 'rijke pikken'. Voor diegenen die ons, gewone mensen, onze ouders en grootouders, zich kapot hebben laten werken. Opdat zij óók in hun dementie, sterallures kunnen hebben, al is het maar in de ogen van hun nabestaanden