vrijdag 4 augustus 2023

LEKKERE BOTERHAMMEN.

 Ik heb echt zin in boterhammen met wat lekkers. Ik ben niet  van plan om véél te eten maar als ik eenmaal bezig ben … Ik begin met een extra gevulde rozijnenbol van de Jumbo. Dan een boterham met paardenrookvlees, eentje met pindakaas, een dubbele met kaas en marmiet en tenslotte twee enkele met hagelslag. Ik heb er nog niks bij gedronken. Dus neem ik een glas melk … nog steeds sterf ik van  de dorst … nòg een glas dan maar… ik kan wel blijven drinken.

Eerst maar even mijn eten laten zakken. Ondertussen lees ik de krant. Voor het eerst in mijn  leven voel ik wat ‘uitbuiken’ is … Jezus wat een uitpuilbuik krijg ik. ’t Wasecht veel te. Had er niet zoveel mèlk achteraan moeten klokken.

 

O, shit, helemaal vergeten, vanmiddag moet ik sporten, nee …  over een uurtje al … ik heb afgesproken met Sjoerd … we zouden een rondje Kralingse Bos doen …. 5 kilometer joggen; maar als ik me straks nòg zo klote voel als nu, dan ga ik hem mooi afbellen.

Niet alleen mijn buik maar ook mijn aderen bollen op …vooral die aderen op mijn handen worden per seconde dikker. Mijn lijf kan die grote voedseltoevoer niet aan. Mijn riem zit al los maar dat is nog niet genoeg … mijn broek moet uit … die zit veel te strak … ik krijg pijn in mij buik …  sterf ook nog steeds van de dorst … word misselijk.

Zitten lukt niet meer … ga liggen op de bank … ja …dat verlicht … laat een paar scheten … dat lucht op

Dat doe ik nóóit meer: zo veel eten, drinken. Vanmiddag sporten kan ik wel schudden. Ik ga Sjoerd afbellen.

‘Ik spreek nòg eens  met je af!,’ snauwt Sjoerd. ‘Je kan toch  beter ná het sporten eten, man!?’

‘Ja, ja, je hebt gelijk Sjoerd,’ zeg ik schuldbewust, ‘het is niet zo slim van me.’

Sjoerd revalideert van een hamstringblessure en zou het vanmiddag weer eens rustig aan gaan proberen ...  samen met mij … 

‘Zullen we dan morgenmiddag …’ probeer ik nog.

‘Ja, dahhag, ik gá gewoon vanmiddag, hoor, daar heb ik me nou al helemaal op ingesteld … dan maar in mijn eentje, dat zal best lukken!’

‘Het spijt me,  Sjoerd, volgende week woensdag dan maar weer?’

‘Nou, als ik de training van vanmiddag goed doorkom ga ik volgende week weer trainen. Om precies drie uur ga ik lopen. Ik merk wel of jij er dan bent. Afspreken met jou heeft toch geen zin.  ‘t Is niet de eerste keer … nu eens heb je dit dan weer dat … overigens: sterkte jongen, ik hoop voor je dat je het allemaal binnen kan houden.’

Dat laatste lukt dus niet … ik heb mijn darmen uit mijn lijf staan kotsen … het lag denk ik toch níét aan de hoeveelheid …. die paardenrookvlees, zie ik later op de verpakking,  was ver over de houdbaarheidsdatum … had ik niet gecheckt ... had er niet aan geroken.

donderdag 3 augustus 2023

FIJNE GOZER.

 Ik lees in de krant:

‘De 27 jarige R. van S. is veroordeeld tot vier jaar cel, voor een gewelddadige roofoverval op 23 mei jl. in een woning in Rotterdam Hoogvliet. Van de bewoners werd de 83-jarige man zwaar letsel toegebracht;  zijn 85 jarige echtgenote werd in geknevelde toestand in de woning achtergelaten. Bij deze brute roofoverval werd  7,50 euro buit gemaakt.’

‘Wat een hufter,’ denk ik, ’zo veel ellende aanrichten  voor  7,50 euro’. Mijn buurvrouw vertelt me, dat die laffe daad door Robert is gepleegd, R. van S. dat is Rob ...bij ons uit de buurt.

Hoe kan zo’n leuke vent zoiets flikken? Onbegrijpelijk. Op klaarlichte dag berooft hij weerloze oudjes van zo’n lullig bedrag.

Of ik ben naïef ... of het komt, omdat ik hier nog niet zo lang woon ... of beide …  maar ik vind hem wel een gezellige gozer … we praten wel zo eens over de buurt …hij vindt de buurt achteruitgaan met al die buitenlanders. We hebben het over zijn hond, over zijn werk (hij is kunstenaar), over Feyenoord enzovoorts ... maar nu pas, krijg ik ook wat te horen over de duistere kant van Rob. ’t Is ècht geen brave. Mijn buurvrouw licht het deksel van de beerput: berovingen, inbraken, zakkenrollerij… en als hijzelf in het nauw wordt gedreven, stuurt  hij zijn pitbull, op zijn belagers af. Hij heeft er ook al een paar taakstraffen op zitten. De spanning zou hij niet kunnen missen … want voor het geld hoeft hij niet te doen. Hier staat Rob, behalve als ‘een moederkindje’  alleen bekend als de fijngevoelige artiest: hij schildert en tekent. In zijn atelier en zijn galerie manifesteert hij zich als de aimabele, sociale kunstenaar, die leuk kan vertellen over zijn werk … ook aan groepen kinderen.  Hij doet het goed en sinds een jaar of drie vindt zijn werk, vooral zijn tekeningen, gretig aftrek, vooralsnog alleen in Nederland.

Zijn politieke voorkeur steekt hij niet onder stoelen of banken: de PVV van Wilders. Dat valt  me dan van hem tegen. Hij heeft het niet op moslims. Hij vindt die ‘geitenneukers’, zoals hij ze noemt, te opdringerig: ‘Ze dwingen ons, hùn cultuur over te nemen en dat vind ik te ver gaan,’ heb ik hem wel eens  horen zeggen. Hij heeft er  geen bezwaar tegen dat moslims geen varkensvlees eten of dat  hun vrouwen alleen met een hoofddoekje de straat op mogen: ‘dat moeten ze zelf weten maar ze moeten ons, Nederlanders, die kant niet op dwingen. En dat doen ze nu juist wel!’ vindt hij.

Op één punt is Rob het helemaal met moslims eens: ‘homo’s’ … net als moslims moet ook hij niks van homo’s weten. ‘Strontneukers’, zo noemt Rob  homo’s. Diezelfde buurvrouw weet ook dat ie soms aan het ‘poten rammen’ mee doet. In het Kralingse Bos. Homo’s worden daar op de zogenaamde afwerkplek neergeknuppeld door een groep rammers. Ook zijn pitbull laat hij daaraan meedoen. Bruut!

Raar maar waar: voor ma van S. is Robert van S. de liefste jongen van de hele wereld.

woensdag 2 augustus 2023

NIET NODIG.

Marieke heeft er he-le-maal geen zin in: logeren bij haar nicht Femke, oom Karel en tante Fiep. Ze mag de hele vakantie blijven. Marieke’s pa en ma zijn blij, dat ze even is ‘opgehoepeld’. Haar ouders vinden Marieke nogal druk: ze trommelt vaak op een drumstel, zit luid schreeuwend haar poes achterna en luistert naar keiharde popmuziek. De arme vader en moeder van Marieke kunnen haar niet meer aan. Het is nu de derde keer dat Marieke in Egmond gaat logeren. Ze heeft ze er ab-so-luut geen zin trek in.

Marieke gaat alleen. Met de trein. Van Leiden, haar woonplaats, naar Egmond. Oom Karel en misschien ook wel nicht Femke staan op het perron om Marieke op te halen. Hun huis is dichtbij het station en de duinen. Bij de eerste logeerpartij is Marieke zeven en Femke  pas vijf en toch hebben ze veel lol met elkaar. Die eerste keer slapen ze nog samen op één kamer … in één bed. Maar dat gaat niet goed, want die twee houden elkaar zo af en toe de hele nacht wakker en niet alleen elkaar maar ook oom Karel en tante Fiep. En hoe ze dat nou precies deden? Een beetje giechelen over hoe stom ze andere mensen en ook dieren, er uit vinden zien. Ze laten vieze scheetjes, soms echt, soms namaak … of ze gaan elkaar ‘doodkietelen’. Dat soort stomme dingen. Als oom Karel dan op hoge poten in de slaapkamer komt om de meisjes te waarschuwen dat ze wat rustiger aan moeten doen, komen ze het eerstvolgende kwartier al helemaal niet meer bij van het lachen … oom Karel liep echt voor gek in die lubberende witte onderbroek.

Met dat eerste jaar hebben oom Karel en tante Fiep leergeld betaald: Marieke mag wel voor een tweede keer komen, dat vinden ze erg leuk, máár dan moeten Marieke en Femke wel op aparte slaapkamers. In dat tweede jaar genieten de meisjes volop van elkaar, van het strand en de duinen. Met oom Karel en tante Fiep maken ze lange strandwandelingen. Soms is het tè warm,  staat er veel wind en zijn er volop meeuwen. Op een dag liggen er vier dooie meeuwen op het strand, vlak bij elkaar. Die hebben ze daar toen alle vier begraven… alle vier bij elkaar in één kuil.

Marieke moet er wel even wennen om alleen te slapen. Oom Karel brengt haar nu naar bed. Hij leest haar eerst een verhaal voor over een ondeugend driftig mannetje met een lieve maar ongehoorzame grote hond. Marieke moet erg lachen om het verhaal. Dan legt oom Karel het voorleesboek weg en geeft hij Marieke kusjes, veel kusjes: op haar voorhoofd, op haar wangen, op haar mond, op haar borst, op haar buik en op allebei haar benen. Marieke ligt daar maar in haar barbie-pyjama en laat de kusjes van oom Karel over zich heen komen. 

Dan gaat oom Karel haar kamer uit:

‘Welterusten Marieke.’

‘Welterusten oom Karel.’

 Marieke is er helemaal beduusd van. Zó veel kusjes achter elkaar, dat is toch nergens voor nodig?

dinsdag 1 augustus 2023

ZWANGER.

 

Leuke foto! Verdomd leuk staan ze d’r op. Ze kennen elkaar dan nog maar net. ’t Zal 1948 geweest zijn. Allebei staan ze lekker ontspannen te lachen. Zij lacht vaak: ze is echt een lachebekje; hij niet. Wat valt er nou eigenlijk te lachen? ’t Is lekker weer zo te zien. Ze dragen luchtige kleding. Ik heb wel een vermóéden waarom zij lacht. Zij, Hennie is nog maar net zwanger en niemand op de hele wereld weet het. Er is op de foto nog helemaal niks van te zien … misschien weet  zelfs haar vriend Koos nog van niks. Zou best es kunnen …  maar hij lacht wel gewoon mee.

Zwangerschappen zijn doorgaans nogal taai èn …  ònmogelijk stil te houden. Dus op een foto van een paar maanden later zie ik Hennie en Koos naast een kinderwagen staan met hun vrolijke zoontje Brammetje er in, hoewel … of dat zoontje dáár vrolijk is, valt moeilijk te zien op zo’n afdrukje.

Hennie en Koos van der Smeer, vormen een uitermate vruchtbaar koppel. In de vijftiger, zestiger zijn grote gezinnen eerder regel dan uitzondering, met name in de rooms - katholieke hoek. Mijnheer pastoor en zijn kapelaans dicteren een gestage voortgang van de voorplanting. Het komt in die tijd ook regelmatig voor dat rooms katholieke geestelijken, hem er met liefde bij de vrouw in laat hangen.

De familie van der Smeer presteert buitengewoon: twaalf  kinderen, negen jongens en drie meisjes, in drieëntwintig jaar …. tsja, en dan ook nog twee dood geborenen, twee knullen. Voor Hennie en Koos is het leven niet eenvoudig. Oké, Koos verdient als waterstoker, niet slecht, maar om die veertien monden te voeden moeten overuren gemaakt worden.

Na kind nummer vijf is Koos continu moe. Hij komt doodop thuis, eet half slapend zijn eten op en gaat vroeg naar bed (of hij gaat onder zeil in zijn makkelijke stoel). ’s Ochtends staat hij om zes uur op, om tegen half acht honderden liters heet water te gaan stoken. Als de televisie zijn intrede doet eet Koos zijn warme hap op voor de tv. Zijn favoriete programma’s zijn Rawhide, Rintintin, Swiebertje, Hitchcock, een kwartje per seconde en alle sportuitzendingen. Vaak valt hij voor de tv in slaap. In deze periode kan Koos het best getypeerd worden als: een oververmoeide, sombere,  tv-verslaafde man.

Hennie daarentegen groeit en bloeit in haar vruchtbare periode. Elke zwangerschap lijkt haar lichtvoetiger door het leven te doen gaan. Is Koos niet in staat om ook maar enige inspanning te verrichten voor het gezin, het lijkt net alsof Hennie met gemak voor drie werkt. Ze lijkt echt voor   zo’n groot gezin geboren.

Toch heeft Hennie tegen Koos eens in vertrouwen gezegd, dat ze twee of drie kinderen ook prima had gevonden. ’t Is eigenlijk gewoon zo gelopen … ‘Koos kan niet van me afblijven hè …. hij is zo’n opgewonden mannetje … onophoudelijk dat irritante gefrunnik aan mijn lijf …. alleen als ik zwanger ben laat hij me met rust. Dus daar zorg ik na de bevalling wel voor: snel wèèr zwanger worden. Daar komt nog bij, dat ik me in al mijn zwangerschappen een supérieure koningin heb gevoeld’.

maandag 31 juli 2023

WITTE DE WITH.

Op het terras van café ‘de Witte Aap’ in de Witte de Withstraat drink ik een biertje. Ik bestel een kleintje pils. De barman blijkt geen Nederlands te verstaan want ik krijg een halve liter. Daar betáál ik ook naar: zeseneenhalve euro. Niet te weinig ….  maar goed … het is feest op de Witte de With … dus de cafébazen slaan er ook een feestelijk slaatje uit.

‘Is die stoel nog vrij?’ vraagt een dame (65).

Ze wijst naar een stoel aan mijn tafeltje.

‘Ja. Kom d’r  gezellig bij zitten!’  Ze zeult een king-size Wibra-tas met zich mee.

‘Eerst even een biertje halen, hoor.’ Ze zet haar tas op die stoel. ‘Past u even op mijn tas’ …  ze ziet me de laatste slokken van mijn bier wegklokken. ‘ Ik neem gelijk wel een pilsje voor u mee … lust u vast nog wel.’

‘Lekker! Alleen niet zo’n bloemenvaas als deze,’ lach ik.’

Gezellig, vandaag de Witte de Withstraat en omgeving … een dichter op een zeepkist … een Afrikaanse dans- en djembégroep … een kerk op de Schiedamse Vest met prachtig gemozaïekte muren …  en theater in een oud fabriekspand op de Baan.

‘Alstublieft, één voor u en één voor mij, proost.’ (ze drinkt haar pilsje in een teug leeg). ‘Sorry hoor,  ik hàd me toch een dorst! Weet u wat dit is … dat gedoe hier? ’

 ‘Ja … moderne kunst.’ ‘Ik ben net naar een toneelstuk geweest dat werd  gespeeld door mensen die bij de GGZ lopen, zeg maar psychiatrische patiënten. Goed om zien … bijzonder … maar stééngoed.’

‘Oké, dat is dus modern …. ‘bijzonder’ … ik zou hier nooit geweest zijn als mijn moeder geen ondergoed nodig had. Wat in haar kast ligt is niet toonbaar meer. Hemden en broeken versleten. Vlekken, die er niet uit te boenen zijn. Ik ga naar de Wibra voor een paar nieuwe setjes ondergoed. Dat spul is daar toch het voordeligst. Ga speciaal op zondag, dan is het wat rustiger. Maar dat valt eigenlijk nog tegen. Als ik klaar ben bij de Wibra, hoor ik Afrikaanse muziek en zie de drukte in de Witte de With. Van die Afrikaanse dans heb ik genoten. Ik ben gek op dansen ... rumba, chachacha, de tango ook … houdt u ook van dansen?’

‘Ja, ik hou van wild …. vrij dansen … zonder die verplichte danspasjes.’

‘O,’ zegt ze. Ze kijkt wat zorgelijk. ‘Mijn moeder kan niet meer zo lang alleen thuis zijn. Ik ben haar mantelzorger.  Thuiszorg doet geen kl… sorry  … Thuiszorg doet niks meer voor haar… nou, ik moet er echt vandoor …. dag meneer.’

‘Dag mevrouw , vergeet dat geld niet mee te nemen … dat is voor dat pilsje, dat ik net van u kreeg.’

‘Joh, schei nou effe gauw uit … neem er nog maar lekker eentje van mij. Tot ziens.’

Met een ietwat schommelende tred loopt ze de Witte de Withstraat in en verdwijnt langzaam in de bescheiden menigte.

zondag 30 juli 2023

F*CKIN' SHIT

 

F*ckin’ shit!

Het was na afloop van ‘Robin, de musical’. Jules, de producent, rent naar de wc boven. Hij heeft van

alles door elkaar gegeten en gezopen en gaat over zijn nek. Pierre, een figurant, holt naar de

dichtstbijzijnde plee. Hij moet poepen. Moet ie altijd, vlak vòòr en vlak ná de voorstelling, of hij nou

een hoofd- of een bijrol heeft … altijd! Alleen, die verdomde rotgulpen tegenwoordig. Waarom

zetten die broekenfabrikanten geen rits- maar knoopgulpen in broeken. Nauwelijks open te krijgen.

Vòòr de voorstelling is Pierre’s ontlasting normaal maar na afloop heeft hij altijd de ‘big shit’, van de

opgekropte spanning. Hij redt het niet … die rotknoopies … godver, de godver, ….ja, hoor … te laat

…het loopt hem al dun door de broek. Uit pure nijd rukt hij de knopies met geweld los. Zijn

volgescheten onderbroek zakt nog sneller op zijn hielen dan zijn jeans. Hij wordt misselijk van zijn

eigen stank … verrotte babi pan kan vermengd met de zurige geur van veel alcohol.

Wat kan hij doen, daar op die pot, in zijn eigen uitwerpselen? Met twee w.c.-rollen poetst hij zijn

onderlijf schoon. Bij elkaar veel te veel wc-papier om in één keer door te spoelen. Met als gevolg dat

de wc overstroomt. Moet hij dat papier uit die pot vissen en met kleine beetjes bij elkaar, opnieuw

wegspoelen .

Er zit wel geen stront meer aan zijn lijf maar hij stinkt nog wel als een bunzing. Er is géén zeepje om

de weeë billengeur van zijn onderlijf te poetsen. Hij probeert het met het wc-blokje maar dat valt al

snel in kleine brokjes uit elkaar.

Zijn onderbroek krijgt hij schoon, door die in de wc-pot uit te spoelen. Met de spijkerbroek lukt dat

niet … te groot. Het wordt een smerige soppige bende in dat kleine hokkie.

Ineens schiet hem te binnen dat er een briefje van vijftig euro in zijn broekzak zit voor een rondje. Hij

is jarig. Lekkere verjaardag! Het stinkende vijftigje redt hij wel uit zijn broekzak.

Het is een antieke plee met de stortbak boven. Pierre gaat op de wc-bril staan en propt zijn jeans

daarin … gooit de korrels van het wc-blokje erbij en wast de broek zo schoon mogelijk.

Jezus Christus, Pierre, wat sta jij hier te doen? vraagt Jules en kots simultaan een lading half

verteerde toastjes Camembert en Salami tegen Pierre’s bibs.

Pierre staat nog met zijn tenen op de wc-bril zijn jeans te soppen.

‘Sorry hoor, Pierre, … dat kon ik niet meer binnen houden. Maar …hè jasses bah, het lijkt wel of je

rot ben van binnen.

‘Weet je wat jij moet doen … hiernaast onder die douche gaan ... die troep van je afspoelen … dan

gaan we straks samen weer terug naar die party!’

In hun wetsuits keren ze terug in het feestgedruis. F*ckin’’ coziness’ every where! Jules en Pierre,

vallen niet eens uit de toon.

zaterdag 29 juli 2023

EEN FEESTJE.

Ik heb me voorgenomen om niet aan het feest bij nicht Bianca te denken. ‘Feest’ heeft voor mij niet de klank, die het voor de meeste mensen heeft. Ik word niet vrolijk van het horen van dat woord. Geen dans- of  zangkriebels in mijn lijf … of  een gezelligheidsgevoel. Ook heb ik geen behoefte aan nieuwe gezichten.

Hoewel het eten en drinken me nog het minst afstoten, zit ik ook dáár ook niet op te wachten. Meestal zonder ik me af. Het liefst los ik in het niets op ... en dan heb ik het alleen nog maar over een feestje bij een ander. Laat staan een feestje bij me eigen. Dubbele gevoelens: ik nodig weliswaar Jan en Alleman uit te komen en tegelijkertijd hoop ik dat ze wegblijven. Hoewel dat  jammer zou wezen van de voorraad die ik in huis heb gehaald. Een maand na het feestje eet en drink ik er nog van.

Op mijn eigen feestje loop ik constant achter de feiten aan ... vergeet van alles: drankjes bijschenken, muziek opzetten, lekkere kaasjes voor op toastjes … de toastjes zelf.

Soms praat ik es met iemand over politiek, muziek of voetbal ; dan vergeet ik alles en iedereen …  ben alleen bezig met mijn gesprekspartner ... en als die mij dan wat te drinken vraagt, denk ik pas aan mijn andere gasten … die me dan al dorstig en hongerig zitten aan te gapen.

Stokbrood, denk ik meestal wèl aan, brie en camembert ook. Sommige gasten zijn echt aso met die Franse kaasjes. Twee grote stukken Franse kaas zijn in een mum van tijd op.  Terwijl er dan zeker nog anderhalf stokbrood over is … één of een paar gasten hebben zich de schompes zitten vreten ...éven kijk ik de andere kant op  … en weg is de kaas … ik had zelf trouwens ook nog wel wat gelust.

Nu zit ik met dat anderhalve stokbrood. Zet er maar een pot pindakaas naast. Tsja.

Ben vergeten wie het me zei: ‘Van alcohol ga je zo veel en zo dom zitten lullen, man’. Dus hou ik het maar op Rivella.

Feesten zijn meestal te druk, te chaotisch voor mij … zeker feesten bij een ander. Van het vele gelul, gelach, gevreet en gezuip, daar krijg ik de zenuwen van. Zelf doe ik me mond nauwelijks open. Ik glip zo onopvallend mogelijk de badkamer ik.  Daar nuttig ik wat hapjes en drink de meegesleepte fles Rivella leeg. Soms dut ik er nog een beetje in ook. Heerlijk rustig. Dàn is het voor mij pas een beetje feest.

De after party (bij mij thuis)is spekkie naar mijn bekkie. Ik zit alléén thuis. Eet en drink dan wat ik me die avond ontzegd heb. Beluister een cd van Bob Dylan of de Stones: keihard op mijn koptelefoon. Mijn koppijn is zó verdwenen.

Bianca mail ik, dat ik zaterdag niet kom.