vrijdag 9 september 2022

ALS EEN SPEENVARKEN ...

 

Het begint allemaal bij Anja, dat grietje bij Max in groep drie. Ze zit achter hem. ‘Gatverdamme Max je stinkt!’ Ze gilt het uit, net zoals dat ordinaire typetje in Toren-C  dat doet. De hele klas kijkt gelijk om, eerst naar de krijsende Anja, dan naar Max. Hij zakt zo ver mogelijk onderuit op zijn stoeltje, maar helemaal verstoppen kan hij zich niet. Er is wat gelach, gemompel en er wordt naar hem gewezen. Stom, zelf ruikt hij niks.

‘s Morgens, voor het naar school gaan helpt Max zijn moeder nog even met het in bad doen en aankleden van zijn kleine zusjes en broertje. Dat doet hij wel vaker.  Max is de oudste, hun grote broer. Als de jongste eens gepoept heeft verschoont hij hem gewoon. Nog nooit eerder heeft hij gehoord, dat hij stinkt. Dat kan ook eigenlijk niet want Max helpt zijn broertjes en zusjes altijd als hij nog in zijn pyjama is. Daarna gaat hij onder de douche en dan pas trekt  hij zijn schoolkleren aan.

Voor de zekerheid kijkt Max vlug nog even onder zijn schoenen. Hij kan natuurlijk onderweg naar school in de hondenpoep getrapt hebben. Niks te zien. De meester, geschrokken van het gekrijs van Anja, zegt tegen de klas dat ze weer netjes op hun stoel moeten gaan zitten, met hun gezicht naar het bord. ‘Pak allemaal je pen en je taalschrift en schrijf, achter elkaar, de letters van het alfabet, zo mooi als je kan.’ 

‘Anja en Max lopen jullie even met mij mee?’ De meester, Anja en Max lopen naar de gang. Aan de gang grenst een klein kamertje met een tafel en vier stoelen. Wij gaan dat kamertje in.  Het eerste dat de meester doet is aan Max snuffelen. Hij houdt hem bij zijn schouders beet  en gaat met zijn neus van boven naar beneden langs Max zijn lijf en tenslotte kijkt hij onder zijn schoenen. ‘Sorry, hoor Max, ik wil alleen maar even aan je ruiken. Had je daarnet misschien een poepje gelaten?’ Max schudt van nee.

‘Tsja, Anja, ik ruik helemaal niks aan hem, alleen maar zeeppoeder van fris gewassen kleren en ook heeft hij er niet eentje  laten vliegen. Ruik jij nú nog wat, Anja?’ Ze kijkt nog steeds een beetje verwilderd. ‘Hij stinkt meester, hij stinkt naar zure poep. Gatverdamme!’ En weer  gaat ze tekeer als een speenvarken.

‘Nou, dan wil ik jou ook even besnuffelen Anja, misschien draag jij die geur wel bij je.’ ‘Neen, dat wil ik niet’, krijst ze en ze vliegt op van haar stoeltje, rent weg de gang op, pakt haar jasje en stiefelt de school uit. Onder haar stoeltje ziet de meester wat poepresten liggen. Dat ziet hij ook op haar voetafdrukken in het kamertje.

‘Ga maar weer naar de klas, Max, het komt niet van jou. Kijk goed waar je loopt.’

Nog lang na deze dag wordt Max getreiterd door een stel klieren van zijn groep.; ook Anja zit daar bij. Elke dag, op weg van school naar huis wordt hij nageroepen: ‘Maxie is een stinkdier, hi ha ho!! Maxie is een stinkdier, hi ha ho!’

donderdag 8 september 2022

KAN DAT ALLEMAAL MAAR?

Goede Doelen hebben miljarden op verschillende bankrekeningen staan. We kennen ze allemaal wel: de Rabo, ABNAMRO, ING, Triodos. Wat deden die fucking banken:  ze brachten voor miljoenen euro’s negatieve rente in rekening bij de Goede Doelen. Negatieve rente over de miljarden euro’s van gulle gevers, die met hun giften wereldwijd mensen in nood willen helpen. Hoe komen die banken op het asociale idee?! En … waar gaat dat door de banken ingepikte geld nu naar toe? Natuurlijk … naar de (super)vermogenden, de graaiende aandeelhouders, bestuurders, ceo’s van de banken. Onmiddellijk teruggeven aan de Goede Doelen dat geld! Het is van hun! Die miljoenen zijn zo hard nodig.   

Wat anders dan. De Partij van de Arbeid en Groen links willen dat de regering milarden euro’s vrijmaakt om de inflatie te compenseren. Compensatie voor iedereen in  ons land Van stinkend rijk tot op bijstandsniveau krijgt iedereen evenveel geld om de inflatie te compenseren. Belachelijk! Die (super)hoge en middeninkomens lopen al jarenlang binnen en hebben onderhand genoeg apart kunnen leggen om deze dure dagen door te komen. De overheid moet de lààgste inkomens ruimhartig compenseren. Die hebben het ook ’t hardste nodig. De hoge en middeninkomens niet. Voor de bijstandstrekker is de huidige12% inflatie maar liefst 10% van hun inkomen. Voor de middenstander is dat nog geen 5% van hun inkomen. Voor de veelverdieners is het slechts 1 % van hun vermogen.

Nog meer ellende. Ik waarschuw maar. Leuk wordt het niet meer in dit stukje. Het zal je kind of het zullen je kinderen maar wezen, die door de overheid  ‘ontvoerd’  worden naar Jeugdzorginstellingen.  En  waarom? Omdat de Belastingdienst mensen beschuldigt van fraude bij het aanvragen van Toeslagen. Niet terecht ontvangen toeslagen moeten terugbetaald worden. Het gaat om grote bedragen.  Vaak kan niet op tijd terug betaald worden. Gezinnen gaan failliet, ouders krijgen psychische problemen, gaan scheiden. Ouders verzuipen in de ingewikkelde toelage-problematiek. Uiteindelijk worden de kinderen de dupe. Hun ouders kunnen niet goed meer voor ze  zorgen.  Vervolgens  ‘ontvoert’  de Kinderbescherming meer dan 1600 kinderen naar de Jeugdzorginstellingen. Jarenlang loopt dit nu al. Kinderen vervreemden van hun ouders, kunnen vaak ook niet meer naar hen terug. Een jaar geleden vindt Rutte dit allemaal dieptreurig en gaat er gauw wat aan doen, zegt hij. Niks gebeurd tot nu toe.

Het ergste wat nu al ruim een half jaar speelt is de oorlog tussen Oekraïne en Rusland.  Persoonlijk vind ik dat die oorlogsmisdadiger in Moskou, die misselijk makende Russische dictator,  dood moet. In de praktijk is het niet mogelijk, maar ik zou willen dat hij minstens tien keer de doodstraf krijgt.  Wat een onnodig leed heeft die onmenselijke klootzak zowel Russen als Oekraïners al berokkend! Stop Poetin!

woensdag 7 september 2022

ALLES, BEHALVE BANANEN

 In Afrika ben ik nog nooit geweest. Het trekt me ook niet zo de warmte, de droogte, de hongersnood en de daarop onvermijdelijk volgende dood . Veel Afrikanen bevalt het daar logischerwijs ook niet, want ze migreren massaal onze kant op. Hier worden ze, in Ter Apel, met open armen ontvangen. Eerst even met zijn zevenhonderden ’s nachts in de buitenlucht slapen en vervolgens mogen ze binnenkomen …  sfeer proeven.

De warmte en droogte van deze zomer bij ons is nog maar ‘peanuts’ vergeleken met die in Afrika. Persoonlijk heb ik niet zo veel last van de warmte. Ook al is het meer dan dertig graden in huis. Zonder ventilator, zonder koeling. Tegen alle adviezen in houd ik alle deuren en ramen wagenwijd open. Zo blijft de ergste warmte buiten. Ik vind het wel goed zo. Bij dertig graden, doe ik dertig- graden- dingen: schrijven, lezen, dutjes. Ook douchen, zo heet en zo kort mogelijk … hooguit eens per week en niet meer dan vijf minuten. Ik moet wel aan mijn portemonnee denken en ... ik zal er niet omheen draaien: ik ben bang van water.

Er zit een knoert van een spin boven in een hoek van mijn badkamer. Hij (of zij, waar zie je dat aan?) heeft een groot web gespannen. Daarnet na het poepen, spuit ik hem bijna ondersteboven met het lekkere lavendelluchtje. Ik was die spin helemaal vergeten. Het is al het vierde jaar dat deze spin in mijn plee komt buurten. Ik weet natuurlijk niet of dit dezelfde is, zijn nageslacht of gewoon verre familie. Het moet hier fijn zijn, dus kom hij terug bij mij en dan krijgt hij pardoes zo’n lavendelspray in zijn web. Ongemakkelijk wankelt hij in zijn web. Maar hij overleeft het.

Elke dag gebruik ik een pietsie deodorant, een pietsie, want, inflatie, inflatie, deodorant is ook in prijs omhoog geschoten. Een klein rottig spuitbusje: 4 euro. Neem Becel, dat is wel niet voor onder je oksels … maar voor een voordeelpak betaal je vandaag de dag mooi 4,50 euro. Voor een potje jam maar liefst 4 euro. En in de fles siroop zit een paarmaanden geleden nog 80 cc, nu nog maar 60 cc maar je betaalt even veel als voorheen.  Alles wordt duurder behalve de bananen.

Maar de meest waanzinnige van alle prijsstijgingen is natuurlijk die van het gas. Gelukkig heb ik drie jaar geleden een gunstig contract afgesloten met Eneco, de stroomleverancier. Daardoor hoef ik nu niet te ‘boeten’ en heb ik voor het komende jaar een tamelijk lage maandtermijn. Maar in oktober 2023 loopt mijn contract af. Dan moet ik het variabel tarief gaan betalen en dat is niet mis: nù  al 350 euro per maand. Ik moet gaan sparen. Om het gasverbruik te minimaliseren is het misschien wel goedkoper om voor de winter een bungalowtje te boeken in Curacao.

Onze regering is ook lekker bezig. Er is een plan gemaakt om de gedupeerden (iedereen dus) te helpen ja,ja, nu al loopt de schuld bij vele mensen in de honderden euro’s en wees maar gerust lieve burgers: volgende jaar … vandaag over vijf maanden dus, als de schuld 4 à 5 keer zo groot geworden is, komen we jullie te hulp. Dat is dan t.z.t. een druppel op een gloeiende plaat.

De Shell en soortgelijke instanties maken nu met die hoge gasprijzen meer winst als ooit tevoren. Room die winst af overheid en geef het geld aan de mensen met de lage inkomens, die hebben het werkelijk nodig. Wat moeten al die stinkend rijke  bestuurders en aandeelhouders er mee? Die hebben toch al meer dan genoeg poen om de inflatie het hoofd te bieden.

dinsdag 6 september 2022

ZINGEN

Zingen doe ik de laatste tijd niet zo veel meer. ‘Satisfaction’ van de Stones, is de laatste song die ik meebrul … ik  ben dan nog zo stom om keihard zingend, swingend en springend ‘uit mijn dak te gaan’.  Sindsdien loop ik met kapotte knieën in de wereld rond. Uit mijn dak zal ik niet meer zo gauw gaan.

Het buurtkoor waar ik in 2015 op ga doet voornamelijk square liedjes. Samen met mijn helaas kortgeleden overleden koormaat Frans zing ik wekelijks het prachtige zeemanslied:’Jungen komm bald wieder.’ Ik heb het ook op Spottify. Als het lied langskomt krijg ik het te kwaad .. denkend aan Frans, niet zo maar een klein beetje tranen in mijn ogen, nee zij meanderen  over mijn wangen. ‘Jungen komm bald wieder.’

Huilen en zingen dat is een dingetje bij mij. Wanneer ik auto rijd en ik hoor op de radio ‘die Schöne blaue Donau'  van meneer Strauss, oooh, ik barst spontaan in huilen uit. Mijn auto moet aan de kant. Met mijn hoofd op het stuur blijven de tranen stromen. Als ik die schöne blaueDonau luid en duidelijk hoor stromen en meezing dan voel ik me weer die kleine jongen in mijn moeders armen. Mijn moeder die van geluk met mij door de woonkamer zwiert op die zalige muziek. Háár liefde stroomt ook nu weer door me heen. Dat maakt me zo euforisch. Tranen van geluk … die prachtige blauwe Donau doet me herinneren.

Met mijn treurige meest recente latrelatie zing ik. Vrolijke liederen van Cliff Richard, Boudewijn de Groot, Doe Maar, Abba, the Carpenters en nog meer middle of the road-spul . ‘Jij hebt de muziek weer in mijn leven gebracht.’ zegt zij. We zingen  een avond per week, tien liedjes per keer. Als die relatie na vijf jaar verschrompelt, zegt die vriendin met haar chagrijnige kop:  ‘We zingen nooit meer.’ Ik zeg: ‘Oké, dan  gaan we nú gelijk zingen.’  Ik kies: ‘It’s all over now.’ van de Stones. Zij kiest, ook van de Stones, voor: ’The last time.’ Nou veel duidelijker hoeft het toch niet worden. Een slappe zwanenzang. Binnen een week is de latrelatie finito.

Wat hier niet mag ontbreken is het prille begin van mijn variétécarrière. Samen met neef Kabel vorm ik in de zestiger jaren een lollig-sentimenteel  zangduo: ‘de HaJo’s.’ Kabel en ik zijn dan 15 jaar. De HaJo’s:  ‘voor àl uw lach en traan’ is ons motto. Op de gezichten van de bijna uit het leven verdwenen mannen en vrouwen (vooral vrouwen) verzorgen de HaJo’s de noodzakelijke lach en traan. Vrijwel alle verpleeghuisdirecties gaan graag met ons in zee. We doen het  (dan nog) voor niks. Gert Timmermans-liederen zingen we zoals: ‘een moederhart een gouden hart’, ‘ik heb eerbied voor jouw grijze haren’, ‘moeder huil toch niet meer’ en  ‘altijd blijf ik aan je denken’.  Maar hèt grote succesnummer van de HaJo’s is: ‘Van der Steen met zijn derde been.’ Die act gaat, de titel verklapt het eigenlijk al, over een man, met drie benen, waarmee hij kan dansen en turnen op de brug met ongelijke leggers. Sommige   patiënten komen letterlijk niet meer bij van het lachen. Bij de directie geeft dat ook weer blije gezichten, omdat er op deze manier zo wat ruimte op de wachtlijst is ontstaan.

maandag 5 september 2022

THE SWINGING SOUL MACHINE

In september ben ik altijd uit mijn doen. Dat komt omdat de scholen, de disco en het voetballen dan weer beginnen. De verlammend eenzame, maar tegelijk ook ontspannen rust van de maanden juli en augustus wordt dan resoluut gecanceld. In die septembermaand leer ik veel nieuwe mensen kennen. Voornamelijk mannen. Ik zit op een jongensschool en het voetbal is  nog honderd procent een mannenaangelegenheid. Gemengde voetbalteams bestaan niet. Alleen bij korfbal spelen ze met  gemengde teams. Mannen mogen alleen mannen en vrouwen mogen allen vrouwen dekken. Daar vind ik nou geen klote aan. Nederland wordt wereldkampioen, tsjonge jonge!  En in welke landen wordt er helemaal gekorfbald? Alleen toch maar in België, Engeland en Nederland.  Wat een prestatie om dan wereldkampioen te worden.  

Ik kan me niet herinneren ooit een leuke meid ontmoet te hebben in september. Juffrouw Potjes, dat is wel een leuke meid maar …  een van onze leraressen. Een leuke vrouw moet ik eigenlijk zeggen. Onze klas noemt haar Karolien Potjes. K. Potjes, die uitvinding is voor ons echt lachen. Voor de rector en Karolien niet. Die rector laat een stel uit onze klas op zijn kamer komen; onder wie ik. K. Potjes zit er ook. Ze had gehuild, dat zagen we aan haar ogen en haar uitgelopen mascara. We moeten ons excuus aanbieden aan haar en beloven te zwijgen over kapotjes. Dat deden we braaf.

In september gaan de disco’s weer open. Met een paar nieuwe vrienden ga ik naar Spes. Met  Fred , Hennie en Jan. We zijn dan 17, 18 jaar. En we drinken veel te veel bier. Die meiden niet veel minder. Als wij maar betalen. Zij hebben nooit zo veel geld. Gaat natuurlijk allemaal in hun kleren zitten.

Dit is september, lekkere disco, lekkere meiden, lekker dansen, twisten, shaken, rock and rollen, slijpen. En achteraf,  buiten,  lekker vrijen. Het is dan, voor zo ver ik me kan herinneren vrij droog en als het eens regent duiken we de portieken in.  Daar worden we wel eens weggevloekt. Moeten we met de broek op onze knieën weghuppelen.

 In die eerste discomaand van het seizoen komt er altijd een goeie band. Onvergetelijk deze keer. Waanzinnig! The Swinging Soul Machine. Jezus wat een band is dat! Heel Rotterdam is dol op ze. Vooral op Zuid. Zo ongelooflijk goed. Later worden ze ook nog wereldberoemd in Nederland. Ons vriendenclubje  versiert die avond toevallig een vriendinnenclubje bij elkaar. Lucia, lang, heeft nog steeds geen tietjes,  Denise is een klein en sappig meissie,  Joke, een beetje een tutje maar wel de leukste van het stel, lijkt wel een Barby-poppetje en dan  Ria,  zij is net een knul, meestal gehuld  in spijkerpak. Denise was gelijk gek op mij. Ik ook op haar.

Spooky, de zanger van de Swinging Soul Machine, hield toen ook al zijn mond dicht als de band het nummer Spooky’s day off speelde. Dat nummer zingt nu gelijk weer door mijn hoofd. Is een geweldige nummer één hit in Nederland. Voor mij kan deze  september kan niet meer kapot.

zondag 4 september 2022

DONKERE WENKBRAUWEN

Er  fietst al een minuut of vijf een vrouw voor me. Van achteren ziet ze er leuk uit. Onder haar kleine, bruin geruite herenhoedje wapperen fraaie blonde lokken.  Ze draagt een kort wit getailleerd jasje en daaronder, een lange zwarte rok, die steeds, net niet, gegrepen wordt door de spaken van haar fiets. Ze heeft een stevig rijwiel. Het frame bestaat uit dikke buizen. Ze zit een beetje vreemd op haar fiets. Haar zadel staat eigenlijk veel te laag en haar stuur te hoog. Ze fietst alsof ze op een Harley Davidson aan het toeren is.

Maar goed, ze komt vooruit èn ze blijft me nog voor ook. Ze kiest de rustige weggetjes .

We gaan precies even hard, want de afstand tussen ons blijft gelijk. Bij de Bergweg komt van rechts een auto aan racen. Omdat ze hard moet remmen, sta ik ineens naast haar.  We kijken elkaar aan en lachen voorzichtig. Een grappig rond gezichtje, bolle wangen, vrolijke bruine ogen en een brilletje met kleine ronde glazen.

Ze mompelt wat onverstaanbaars … kijkt dan weer voor zich uit en fietst verder.

‘Dat heb je nog maar net overleefd, hè?’ zeg ik,  terwijl ik haar rechts inhaal.

‘Jij gezien hebben?’, vraagt ze.

 O, ze is buitenlands. Duidelijk. Spaans zo te horen. Ik houd wat in, zodat we naast elkaar komen te fietsen.

‘Ja, die gek reed veel te hard!’

‘Ja, stomme Marokkaan,’ zegt ze.

Nou weet ik het zeker ze is Spaans. Ze drukt haar tong steeds  iets te hard tegen de binnenkant van haar bovenste snijtanden.

‘Jij niet hebben haast?’

We fietsen nog steeds naast elkaar. Ik ben in mijn korte broek.

‘Nee, het is lekker weer; ik doe het lekker rustig aan. Even naar de super.’

‘O,’ lacht ze,’ ik ook en eh, waar ik geboren, altijd is lekker weer.’

‘Ben je dan Turks, soms,’ raad ik expres fout.

‘Turks?! Ik? Nee! Waarom jij denken?’

Ik dacht, ze heeft van die mooie donkere wenkbrauwen. Ze komt vast uit Turkije.

‘Neen, ik  Argentina, ik al 20 jaar wonen hier.’ 

Ze is denk ik een jaar of veertig … en daarvan twintig jaar in Nederland … nou, dan had haar Nederlands wel wat beter kunnen zijn,  dacht ik bij mezelf.

‘Ga je echt naar de super’, vraag ik ongelovig.

‘Hmhm,’ knikt ze.

Het is vrijdag. Vroeg in de middag.

‘Jij niet werken?’

Ik ben gepensioneerd. Ik ben 60 jaar, lieg ik.

Helaas reageert ze niet met: ‘Zo ben je al 60 jaar? Dat zou je ook niet zeggen’.

Ze wil  weten of ik getrouwd ben. 

‘’Ik ben twee maanden geleden gescheiden.’

Ze vindt het maar raar dat ik mijn trouwring nog draag.

‘Ik houd nog steeds van haar, van mijn ex.’

Het gesprekje stokt. We staan inmiddels voor de super, stallen onze fietsen en zetten ze op slot. We wisselen telefoonnummers uit.

‘Ik wil je wel Nederlandse les geven.’

Dat vindt ze niet zo’n goed idee. Een beetje gepikeerd lijkt ze. Ze denkt geloof ik echt dat ze goed Nederlands spreekt. Ik had beter mijn mond kunnen houden over dat les geven …  gelukkig  belt ze me die zelfde vrijdagavond toch nog even. 

zaterdag 3 september 2022

De koning te rijk.

Van zijn leeftijden herinnert Nico zich scherper de gevoelens, dan de gebeurtenissen.  Blij, opgewekt en zorgzaam kenmerken de eerste dertien jaren van zijn leven.  Van zijn veertiende tot zijn  zevenentwintigste is hij nu eens euforisch dan weer depressief. Levendig, frivool, vrolijk en dieptreurig is hij in de periode van zevenentwintig tot vijfenzestig. De tijd vòòr zijn 14e is eigenlijk de enige stabiele geweest in zijn leven. Daarna is zijn leven  gekenmerkt geweest door grote gevoelsschommelingen.

Zijn eerste dertien jaren woont Nico in Crooswijk, de Rotterdamse volksbuurt bij uitstek. Hij gaat er naar school. Heeft veel vriendjes. De meesten zitten bij hem op school. Meestal zijn ze te vinden op het Schuttersveld, hét voetbalterrein bij uitstek. Als ze tien jaar worden gaan ze op HOV, de voetbalclub van de buurt. Hij ook. Vriendinnetjes doet hij niet aan. Nooit eigenlijk. Hij is erg verlegen. Sommige jongens duiken wel eens met meisjes de bossies  in. Dan gaat hij maar naar huis. De Donald Duck lezen of een blad uit de Leesmap. Zijn moeder vraagt hem soms wel eens boodschappen te doen. Dat vindt hij geen probleem.  Het allermooiste in die periode zijn de momenten dat de rapporten worden uitgedeeld op school. Nico heeft de mooiste rapporten. Gemiddeld een acht. Hij is de beste van de klas. Daar is hij heel trots op. Mijn moeder ook, dat ziet hij wel. Zij heeft dan blije ogen. Hij krijgt dan zoenen van haar. Ze is helemaal gelukkig dat hij zo goed zijn best doet.  Ja, die eerste dertien jaren van zijn leven zijn gelukkig door zijn vriendjes, zijn goede schoolprestaties en zijn moeder. En ook de wijk waarin hij woont maakt hem blij.

Op zijn veertiende verhuist Nico naar een andere buurt. Lombardijen, een nieuwbouwbuurt. Het huis in Crooswijk is te klein geworden. Hij gaat kapot in die buurt. Hij kent er helemaal niemand. Hoe hij vrienden moet maken weet hij ook niet. Veel anders dan naar school gaan, thuis zitten, televisie kijken en huiswerk maken, doet hij niet. Sinds hij hier woont kan hij ook niet meer leren. Rapporten met veel onvoldoendes krijgt hij. Hij blijft zitten gelijk al in het eerste jaar dat hij in die nieuwe buurt woont. Dat hele eerste jaar heeft hij geen vrienden. In het tweede jaar wel. Eén vriend. Dat wordt tot zijn negentiende een goede vriend. Nico wordt smoorverliefd op een vriendinnetje van zijn enige vriend. Zij ook op hem.  Hals over kop trouwen ze. Hij gaat werken in het onderwijs. Dat is niks voor Nico. Te mensenschuw is hij daarvoor. Hij en zijn vrouw zijn  niet lang gelukkig met elkaar, want hij gaat al binnen zestien maanden vreemd met een (veel te) jonge  leerling van hem. Toch blijven zij nog tientallen jaren bij elkaar.

Op haar dertigste, hij is dan achtentwintig, beginnen ze aan kinderen. Twee mooie, intelligente meisjes krijgen ze. Dolblij is Nico met hen. Het is de beste tijd van zijn leven ze te zien opgroeien tot mooie volwassen vrouwen. Hij krijgt geweldige schoonzonen …  en wordt opa van twee prachtige kleinzonen.

Op zijn vijfenzestigste gaat hij met pensioen en maakt zijn vrouw het uit met hem. Kort daarna ontmoet Nico een vrouw met wie hij gedurende vijf jaren een diep-treurige latrelatie heeft. Sinds twee jaar, heeft Nico Rotterdam de rug toe gekeerd. Hij heeft een klein prijsje gewonnen in de Vriendenloterij. Dat is net voldoende om een klein buitenhuisje in Raalte (Overijsssel) te kopen. Hij is daar de koning te rijk.