Posts tonen met het label snijtanden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label snijtanden. Alle posts tonen

zondag 28 september 2025

KRONEN



Het blijft tobben met dat gebit. Voor de vierde keer in drie weken zijn de kronen voor mijn snijtanden afgebroken. Die kronen waren niet bestand tegen wat ik van ze wilde: een hap uit een appel nemen, een stuk van een blok kaas bijten, een zuurtje vermorzelen, een te harde broodkorst afbijten. Het ging  herhaaldelijk fout. Ik zie er dan uit als een dakloze armoedzaaier, die je vriendelijk lachend aankijkt en vraagt: ‘Mag ik u wat vragen mevrouw …..?’






Ik ben dan ook vaste klant bij  Jürgen, mijn tandarts.  Hij vindt het maar niks: ‘Je hebt helemaal geen gebit meer voor zuurtjes en harde zure appels. En als je toch een keer een appeltje wilt eten, snijd hem in kleine stukjes'.

 

Hij heeft helemaal gelijk natuurlijk. Maar ja, ik bijt nu eenmaal graag en veel, dus …. Het kost me alleen elke keer bijna zeshonderd euro. Dat is voor Jürgen wel weer lekke eten. Dwingen doet hij me daarom ook niet.

 

Jürgen is overigens een erg leuke tandarts. Altijd vrolijk, en in voor een gezellig praatje, voor zo ver dat mogelijk is met dat gefrutsel in de monden van zijn patiënten. Nu eens gaat het over vakantie, boeken of films dan weer over theater of voetbal.

 

De laatste keer  dat ik weer bij hem zat, kreeg hij een kroon niet zoals hij wilde. Had ik ook last van.. Toen hij het na lang frutselen voor elkaar had slaakte ik een vreugdvolle kreet: ’Jaaa!!’ Tegen de verbaasd kijkende Jürgen  zei ik dat de laatste keer dat ik zo’n kreet uitte was toen Sparta, mijn favoriete voetbalclub, scoorde tegen Feyenoord.

 

Terwijl hij een kroon stevig vastduwde, zei hij monter: ‘Ik juich alleen voor Feyenoord. Maar Sandra, en hij knikte naar zijn assistente naast mij is ook voor Sparta’.

Zij was bezig mijn gezicht een beetje droog te deppen. Sandra’s familie is van Spangen . De wijk van Sparta.

 

Ze stond gelijk te stralen. Ze vertelde over haar opa, die geboren was in Spangen en uit zijn slaapkamerraam o.a. Louis van Gaal en Rene van der Gijp had zien trainen.  Terwijl zij dat stond te vertellen begon ik de eerste woorden van het Spartalied te neuriën.

Ik lag daar dus nog steeds in die tandartsstoel en tot mijn verbazing ging Sandra met mij mee staan zingen. En Jürgen liet het gebeuren. Hij wachtte geduldig tot het duo Jos en Sandra uitgezongen was: 'SP-AR-TA’.  Een unieke scene rond de tandartsstoel. Jürgen sloot zijn werk af met het polijsten van mijn tanden.


Ik zag er inmiddels heel wat toonbaarder uit, al zeg ik het zelf.




zondag 4 september 2022

DONKERE WENKBRAUWEN

Er  fietst al een minuut of vijf een vrouw voor me. Van achteren ziet ze er leuk uit. Onder haar kleine, bruin geruite herenhoedje wapperen fraaie blonde lokken.  Ze draagt een kort wit getailleerd jasje en daaronder, een lange zwarte rok, die steeds, net niet, gegrepen wordt door de spaken van haar fiets. Ze heeft een stevig rijwiel. Het frame bestaat uit dikke buizen. Ze zit een beetje vreemd op haar fiets. Haar zadel staat eigenlijk veel te laag en haar stuur te hoog. Ze fietst alsof ze op een Harley Davidson aan het toeren is.

Maar goed, ze komt vooruit èn ze blijft me nog voor ook. Ze kiest de rustige weggetjes .

We gaan precies even hard, want de afstand tussen ons blijft gelijk. Bij de Bergweg komt van rechts een auto aan racen. Omdat ze hard moet remmen, sta ik ineens naast haar.  We kijken elkaar aan en lachen voorzichtig. Een grappig rond gezichtje, bolle wangen, vrolijke bruine ogen en een brilletje met kleine ronde glazen.

Ze mompelt wat onverstaanbaars … kijkt dan weer voor zich uit en fietst verder.

‘Dat heb je nog maar net overleefd, hè?’ zeg ik,  terwijl ik haar rechts inhaal.

‘Jij gezien hebben?’, vraagt ze.

 O, ze is buitenlands. Duidelijk. Spaans zo te horen. Ik houd wat in, zodat we naast elkaar komen te fietsen.

‘Ja, die gek reed veel te hard!’

‘Ja, stomme Marokkaan,’ zegt ze.

Nou weet ik het zeker ze is Spaans. Ze drukt haar tong steeds  iets te hard tegen de binnenkant van haar bovenste snijtanden.

‘Jij niet hebben haast?’

We fietsen nog steeds naast elkaar. Ik ben in mijn korte broek.

‘Nee, het is lekker weer; ik doe het lekker rustig aan. Even naar de super.’

‘O,’ lacht ze,’ ik ook en eh, waar ik geboren, altijd is lekker weer.’

‘Ben je dan Turks, soms,’ raad ik expres fout.

‘Turks?! Ik? Nee! Waarom jij denken?’

Ik dacht, ze heeft van die mooie donkere wenkbrauwen. Ze komt vast uit Turkije.

‘Neen, ik  Argentina, ik al 20 jaar wonen hier.’ 

Ze is denk ik een jaar of veertig … en daarvan twintig jaar in Nederland … nou, dan had haar Nederlands wel wat beter kunnen zijn,  dacht ik bij mezelf.

‘Ga je echt naar de super’, vraag ik ongelovig.

‘Hmhm,’ knikt ze.

Het is vrijdag. Vroeg in de middag.

‘Jij niet werken?’

Ik ben gepensioneerd. Ik ben 60 jaar, lieg ik.

Helaas reageert ze niet met: ‘Zo ben je al 60 jaar? Dat zou je ook niet zeggen’.

Ze wil  weten of ik getrouwd ben. 

‘’Ik ben twee maanden geleden gescheiden.’

Ze vindt het maar raar dat ik mijn trouwring nog draag.

‘Ik houd nog steeds van haar, van mijn ex.’

Het gesprekje stokt. We staan inmiddels voor de super, stallen onze fietsen en zetten ze op slot. We wisselen telefoonnummers uit.

‘Ik wil je wel Nederlandse les geven.’

Dat vindt ze niet zo’n goed idee. Een beetje gepikeerd lijkt ze. Ze denkt geloof ik echt dat ze goed Nederlands spreekt. Ik had beter mijn mond kunnen houden over dat les geven …  gelukkig  belt ze me die zelfde vrijdagavond toch nog even.