Posts tonen met het label stoplicht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label stoplicht. Alle posts tonen

dinsdag 29 juli 2025

DANK OE WEL.

 

Ik zit in de metro, op weg naar huis. ‘Was in de bios vanavond.

’Station Prinsenlaan,’ wordt er omgeroepen’. ’Don’t forget to check out’. Net op tijd realiseer ik me dat ik er hier uit moet.  Ik ben de enige. ’t Is kwart voor twaalf. Volgens 9292 is het tien minuten lopen naar mijn huis. Dat zal wel wat meer worden, omdat ik er bij de stoplichten achter kom, dat ik ben vergeten uit  te checken. Terug dus.  Nooit leuk in de miezeregen. Beetje fris ook.

Het stoplicht staat op rood. Daaaaaaag! Ik loop gewoon door. D’r komt niks aan … ja, heel in de verte. Overdag neem ik het ‘olifantenpaadje’ tussen de scholen door. In het donker loop ik liever over het trottoir langs de Alexanderlaan. Ondanks de straatverlichting voel ik me daar toch niet zo op mijn gemak.

Op de hoek van de Alexanderlaan en de Rodaristraat verschijnt langzaam een drentelende menselijke gestalte. Rillingen over mijn rug! Maar ik dwing mezelf dapper door te lopen. Normaal staat hier nooit iemand op die hoek. Ik knal van spanning zowat uit m’n lijf. Ik nader die figuur. Nu begrijp ik Rinus, mijn buurman. Waarom hij altijd voor het donker thuis wil zijn. Ik ben die knakker nu op zo’n meter of tien genaderd. Het is een tamelijk grote kerel. Flink wat groter dan ik. Een baard. Een jaar of vijftig. Een blikkie Best bier.

In mijn broekzak, al mijn pasjes. Rotterdampas, cinevillepas, bankpas, ov-chipcard. En ook een beetje cash. Dat ben ik gvd straks allemaal kwijt. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik ben een echte schijterd. Probeer in een boogje om hem heen te komen. Maar nee, ik ben verloren. Hij komt, met dat blikkie, op me af en zegt enigszins lallend ‘Goede avond mieneer, oe me helpen … ik bang … ik nat … koud … ik weten niet  waar huis.’

Het is een doorweekte, dronken Turk. 

‘Waar moet je dan naar toe, man?’, vraag ik, met mijn stoere stem.  

‘Romanohof 7.’

‘Oh, dat weet ik wel te vinden. Ik loop met je mee.’… nog steeds stoer.

Ik ben zo opgelucht, dat ‘die figuur in het duister’ geen kwaad in de zin heeft. Ik ga er haast een stoer dansje van doen ... bestaat zoiets wel?

Romanohof 7 is hier twee keer vallen vandaan. Een afkickentrum. Voor alcoholisten onder andere. Vlak voor de deur, gooit die Turk nog vlug het laatste slokje bier achter in zijn keel.

Ik bel voor hem aan. Voordat hij naar binnen stapt geeft hij me een stevige hug.

‘Dank oe wel, mieneer’.

donderdag 14 juli 2022

SITA, ONZE HOND (10)

 

Normaal loop ik met m’n baasje naar het bos. Hij laat me daar los en daar ga ik dan een half uurtje als een dolle rondrennen. Heerlijk, daar niet van maar één keer in de veertien dagen is wel een beetje weinig. Ik heb gewoon wat meer nodig.…logisch toch….als een beetje hond moet je hier elke dag willen zijn … zeker een jachthond als ik.

Als ik een week of tien in Rotterdam woon, ga ik mezelf proberen uit te laten. Eerst thuis aan de deurknop hangen. Zo krijg ik de voordeur open .. en later glip ik met een andere bewoner van ons pand naar buiten. Aanvankelijk blijf ik in de buurt … in de rustige smalle straatjes……ik word dan nog wel eens teruggebracht door een goedbedoelende buur, die vindt dat een hond als ik niet alléén op straat hoort te lopen:

‘o, o , o, o , stoute Sita,‘ hoor ik dan, ‘jij ken toch niet alléén buiten spelen, dat is toch veelste gevaarlijk knulletje.’

Ik laat nu alweer een tijdje mezelf uit en het gaat altijd goed. Mijn baasjes kunnen dit niet meer terug draaien. Ik merk dat ik mijn mannetje wel sta in het verkeer. Ik steek heus niet over bij een rood stoplicht en ook als er geen stoplicht is, stoppen ze  toch wel voor mij. Jee heeft er nu ook vertrouwen in dat ik goed op mezelf pas. Hij doet tegenwoordig zelf de deur voor me open. Zijn  manier om mij uit te laten. Ze hebben een chip in mijn lijf laten zetten. Als ik eens mocht verdwalen, weten ze bij de politie precies wie ik ben, waar ik woon etc. Kunnen ze me scannen. Zodoende ben ik nu bijna elke dag aan de Kralingse Plas te vinden. Soms komt er ineens een mens naar me toe, dat me begint te aaien. Meestal een of andere kennis van Jee en Carola. `Wat doe jij hier zo alleen, Sitaatje? Is je baasje hier ook?’ Op die vragen weet ik geen antwoord. Mensen verstaan toch geen hondentaal. Dus doe ik geen moeite. Bovendien heb ik het hier veel te druk met andere leuke dingen ... konijnen, duiven, zwemmen.

Oei, dit is even pech hebben. Ik let even niet goed op. Een vent in een blauwe broek, een wit overhemd  en een blauwe pet op zijn kop, maakt mij vast aan een riem. Hij sleurt me mee naar een auto, waar een vrouw bij staat. Die vrouw is net zo gekleed als die kerel. Ze hebben me gevangen genomen en brengen me naar een benauwd gebouwtje van de dierenbescherming. Er zijn kooien, waar ook katten en andere honden vastzitten. Constant gejank, geblaf en gemiauw. Niet goed word ik er van. Ik val in de kooi waar ze me induwen, meteen in slaap.

Hoe lang het allemaal geduurd heeft weet ik niet. Een soort bewaker maakt mijn kooi open, doet me aan de riem en trekt me naar buiten. Hé, daar zie ik Jee staan! Door die chip van mij hebben ze hem snel kunnen vinden. Ik ben dolgelukkig hem te zien, spring vrolijk tegen hem op en lik hem van vreugde in zijn gezicht. Jee aait me wel en geeft zachte klopjes op mijn rug maar hij lijkt me toch niet echt  blij.

‘Honderd euro krijg ik van u, meneer Jee, voor de kooikosten en de prik.’ zegt de man van de dierenbescherming.  PriK?! O, dat is het. Ik dacht al wat voel ik toch in me poot. Een prik tegen hondsdolheid, die geven ze hier aan alle loslopende honden, die ze op pikken.

Ze worden hartelijk bedankt!

(wordt vervolgd)