Posts tonen met het label dolle. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dolle. Alle posts tonen

woensdag 30 oktober 2024

FATBIKE.

Ik heb een enorme rothekel aan Dolf, een neef van me. De enige zoon van mijn oudste zus. Hij is een blaaskaak van dertien, die al twee jaar zware shag rookt en nu al loopt te pronken met tatoeages op zijn nog amper volgroeide spierballetjes en … hij is nu al héél rechts. Hij spaart plaatjes van Hitler, Mussolini en Wilders als pubers. Van de 14 jarige Marjolein Faber, heeft hij een naaktfoto boven zijn bed hangen. Niet te geloven!


Met zijn bivakmuts op probeerde hij op 26 oktober jl., met een moker, glazen deuren in te slaan van de Media Markt. Hij dacht zó aan goedkope videogames te komen. Het is op tv en al geweest. Heel Nederland heeft hem daar als een dolle zien beuken.

Het is dat zijn ouders zichzelf liever volvreten, tv kijken en dure spullen voor in hun huis kopen, anders had neef Dolf al lang met een fatbike Rotterdam onveilig gemaakt. Van de week zei Annechien Steenhuizen van het NOS-journaal nog dat veel jonge fatbike berijders in het ziekenhuis terecht komen. Ze zijn te jong, te dom en te roekeloos. Ik kreeg toen een duivels ideetje: ik verblijd neef Dolf met een Chinese kut-fatbike (weet hij veel). Stevig opgevoerd. Vijftig kilometer per uur moet hij er mee kunnen. De klap moet flink hard aankomen. Hoe harder hoe beter. Geen helm dus! Van zijn eigen ouders hoeft een helm al helemaal niet. Zij hebben zich nooit om die jongen bekommerd. Altijd maar werken, eten, kopen, werken, tv-kijken. Dolf is van jongs af aan een sleutelkind geweest. Zijn ouders vonden het wel best dat ik met die fatbike kwam aanzetten. Kwam hij nog eens buiten.

Om een kort verhaal lang te maken: mijn idee werkte … maar slechts ten dele! Dolf knalt op een dag met een rotvaart door rood bovenop een Ford Transit. Fatbike total-loss. Heel even is ie buiten westen. Botbreuken, geperforeerde ingewanden, schedelbasisfractuur. Die schedel van Dolf zag er niet uit. Het leek wel een bietenschotel met blokjes spek. Aandoenlijk zijn gekerm en gekreun. Ach, het hoort allemaal bij dat fatbike-gedoe. Als ik ziekenbroeder was geweest, had ik geen hand naar hem uitgestoken … had ik hem lekker laten stikken in zijn eigen kots.

Maar goed, àls Dolf er bovenop komt, zal hij het tot zijn dood met een scootmobiel moeten doen.

donderdag 14 juli 2022

SITA, ONZE HOND (10)

 

Normaal loop ik met m’n baasje naar het bos. Hij laat me daar los en daar ga ik dan een half uurtje als een dolle rondrennen. Heerlijk, daar niet van maar één keer in de veertien dagen is wel een beetje weinig. Ik heb gewoon wat meer nodig.…logisch toch….als een beetje hond moet je hier elke dag willen zijn … zeker een jachthond als ik.

Als ik een week of tien in Rotterdam woon, ga ik mezelf proberen uit te laten. Eerst thuis aan de deurknop hangen. Zo krijg ik de voordeur open .. en later glip ik met een andere bewoner van ons pand naar buiten. Aanvankelijk blijf ik in de buurt … in de rustige smalle straatjes……ik word dan nog wel eens teruggebracht door een goedbedoelende buur, die vindt dat een hond als ik niet alléén op straat hoort te lopen:

‘o, o , o, o , stoute Sita,‘ hoor ik dan, ‘jij ken toch niet alléén buiten spelen, dat is toch veelste gevaarlijk knulletje.’

Ik laat nu alweer een tijdje mezelf uit en het gaat altijd goed. Mijn baasjes kunnen dit niet meer terug draaien. Ik merk dat ik mijn mannetje wel sta in het verkeer. Ik steek heus niet over bij een rood stoplicht en ook als er geen stoplicht is, stoppen ze  toch wel voor mij. Jee heeft er nu ook vertrouwen in dat ik goed op mezelf pas. Hij doet tegenwoordig zelf de deur voor me open. Zijn  manier om mij uit te laten. Ze hebben een chip in mijn lijf laten zetten. Als ik eens mocht verdwalen, weten ze bij de politie precies wie ik ben, waar ik woon etc. Kunnen ze me scannen. Zodoende ben ik nu bijna elke dag aan de Kralingse Plas te vinden. Soms komt er ineens een mens naar me toe, dat me begint te aaien. Meestal een of andere kennis van Jee en Carola. `Wat doe jij hier zo alleen, Sitaatje? Is je baasje hier ook?’ Op die vragen weet ik geen antwoord. Mensen verstaan toch geen hondentaal. Dus doe ik geen moeite. Bovendien heb ik het hier veel te druk met andere leuke dingen ... konijnen, duiven, zwemmen.

Oei, dit is even pech hebben. Ik let even niet goed op. Een vent in een blauwe broek, een wit overhemd  en een blauwe pet op zijn kop, maakt mij vast aan een riem. Hij sleurt me mee naar een auto, waar een vrouw bij staat. Die vrouw is net zo gekleed als die kerel. Ze hebben me gevangen genomen en brengen me naar een benauwd gebouwtje van de dierenbescherming. Er zijn kooien, waar ook katten en andere honden vastzitten. Constant gejank, geblaf en gemiauw. Niet goed word ik er van. Ik val in de kooi waar ze me induwen, meteen in slaap.

Hoe lang het allemaal geduurd heeft weet ik niet. Een soort bewaker maakt mijn kooi open, doet me aan de riem en trekt me naar buiten. Hé, daar zie ik Jee staan! Door die chip van mij hebben ze hem snel kunnen vinden. Ik ben dolgelukkig hem te zien, spring vrolijk tegen hem op en lik hem van vreugde in zijn gezicht. Jee aait me wel en geeft zachte klopjes op mijn rug maar hij lijkt me toch niet echt  blij.

‘Honderd euro krijg ik van u, meneer Jee, voor de kooikosten en de prik.’ zegt de man van de dierenbescherming.  PriK?! O, dat is het. Ik dacht al wat voel ik toch in me poot. Een prik tegen hondsdolheid, die geven ze hier aan alle loslopende honden, die ze op pikken.

Ze worden hartelijk bedankt!

(wordt vervolgd)