Posts tonen met het label kuttenlikkertjes. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kuttenlikkertjes. Alle posts tonen

zaterdag 26 juli 2025

DE HORT OP.

Al twee keer geen reactie. Dit is drie. Ik weet niet eens of Theo thuis is ….we hebben niks

afgesproken, Nog steeds geen gehoor. Voor alle zekerheid loop ik nog even naar de overkant. Misschien vang ik een glimp van hem op. Hij woont op de vierde … wel een beetje hoog voor een glimp. Theo is de hort op, denk ik.

Nu hij toch niet thuis is ga ik dit buurtje wat verkennen. Ik loop eerst rechtdoor de straat uit. Het valt me op dat er vandaag in deze straat weinig auto’s geparkeerd staan. Ik snap het wel, want er zijn hier enkele scholen. Die leraren hebben dezer dagen vakantie, net als de leerlingen maar die hebben natuurlijk géén auto.

Aan het eind van de straat ga ik rechtsaf. Daar staat een abri, zo’n huisje voor wachtenden op de bus. Er staat niemand te wachten.


Opeens loopt een vrouw in een lange rode jurk mij voorbij. Het was net zo’n jurk als Willeke Alberti aan had, in dat vraaggesprek met Johan Derksen. Hij tongde zich zowat bij Willeke naar binnen. Die gore zeiksnor. Veel te lang wordt in dat programma onsmakelijk geroddeld over Sören Lerby, de schoonzoon van Willeke.

Een vrouw met een hondje komt me tegemoet. De hond trekt zijn lijn strak, als hij me ziet. Honden aaien houd ik niet van. Ik doe een flinke stap op zij … bovendien mógen dat soort kuttenlikkertjes helemaal niet meer gefokt worden. Ik ben niet zo dapper maar het liefst zou ik ze vermorzelen. Ik haat ze! Niets vermoedend lacht de vrouw me vriendelijk toe. Ik lach, op de automatische piloot, vriendelijk terug. Daar moet ik eens mee ophouden. Steek liever je tong uit naar zo’n mens!

Ik steek over op een zebrapad naar links. Een geel  busje, de wijkbus, stopt keurig voor me. Er wordt getoeterd en uit het busje klinkt vrolijk: ‘Hé, hoi Jos!!’ en ik zie het lachende hoofd van de chauffeur.

’Verdraaid, daar zit Theo!’ Ik zwaai vrolijk:‘Hé Theo!.

Ik ga dan rechtdoor de straat in. Weer een abri. Nu stampvol. Tien mensen zeker, misschien wel dertien. Het is vandaag markt. Daarom is die abri waarschijnlijk zo vol. Ik ga nu ook in de abri mee staan wachten. Ik heb even geen zin meer om te lopen. Als het busje er is ga ik gewoon weer verder.

  

zaterdag 16 juli 2022

SITA, ONZE HOND (12)

Ik moet toegeven: eten van de straat is soms niet helemaal pluis. Vooral kip niet. Ik eet namelijk de botjes ook . Daar krijg ik buikkrampen van. Ik lig dan thuis in mijn mand te verrekken van de pijn. Natuurlijk,  eigen schuld, dikke bult. Beetje geniepig vind ik het wèl als ik die kop van Jee grijnzend achter zijn krantje vandaan zie komen. De ergste pijn moet dan nog komen: het uitpoepen van die vlijmscherpe botsplintertjes.

Eerlijk gezegd ben ik wel een leuke maar niet bepaald makkelijke hond voor mijn baasjes. Zo af en toe heb ik hem flink de stuipen op het lijf gejaagd. Dat hoort ook wel een beetje bij mij. Ik ben een beest dat weet wat ie wil. Bijna net zo eigenwijs als een kat en als je het mij vraagt vinden mijn baasje dat nou juist zo leuk aan mij. Jee en Carola hebben op een gegeven moment een auto gekocht. Nou ja,  nou ja, auto? Het lijkt meer een veredeld koekblik: een Renault 4. Zo af en toe gaan we tegenwoordig ook eens wat verder weg dan alleen maar naar dat Kralingse Bos. Zo zie ik ook de zee nog eens. Meestal is dat de Noordzee bij Scheveningen. Tot aan de duinen loop ik braaf aan de lijn. Nadat we eenmaal op het zand zijn aangeland, ga ik er wat fanatieker aan trekken. Jee  krijgt al snel genoeg van mijn geruk  en gehijg. Hij maakt mijn riem los en jippie, dat betekent, dat ik voor de rest van de middag kan gaan en staan waar ik wil. De komende twee á drie uur hebben ze geen last van mij. Met een superspurt ben ik no-time op het strand. Als ik omkijk zie ik Jee en Carola al niet eens meer.

Voor mij is zo’n middagje strand, totaal anders dan voor de mensen hier. Het is hier dè plek om andere hondjes te ontmoeten. We gaan daar als gekken (sorry hoor) achter mekaar aanrennen en een beetje tegen elkaar opspringen en soms ook even lekker de zee in duiken. De meeste teefjes doen ook lekker mee trouwens. Behalve dan de loopse teefjes, die doen wel mee maar eigenlijk alleen maar om een van ons reuen te versieren. En dan heb je natuurlijk ook nog, ik noem het maar: die moeder-kindjes in small en medium. Die keurig naast baasje of vrouwtje aan het lijntje moeten blijven lopen. Het lijkt soms ook net alsof ze niet anders willen. Neem die nou die kleine zielepietjes, die door mensen 'kuttenlikkertjes’ worden genoemd. Van die kleine langharige vetklepjes, weet je wel, die het liefst onder een dekentje liggen, het liefst onder mamma’s dekentje tegen mamma aan.

 En dan zijn er ook van die pedante, verwijfde, opgeschoren poedels, sommige met zwarte andere met witte kroeskrullen. Zelfs op het strand lopen ze nog zo chique als een paard op de Olympische Spelen. Voor de grap sjees ik wel eens om te dollen, razend snel langs zo’n stel mietjes. Laat zand opstuiven en water opspatten zodat die dandy's weer flink wat schoon te likken  hebben.

Aaaah, heerlijk zeg, dat koele, golvende water.  Jammer alleen dat het niet te zuipen is.

 

(word vervolgd)