Deze zaterdag is alles gericht op het bezoek aan mijn broer Ron, die vandaag zestig wordt. Hij geeft een feest in Vierpolders. Waar? In Vierpolders!! Begin dit jaar heeft hij al zijn vrienden en familieleden al uitgenodigd.
Ik heb er even over nagedacht of ik wel zou gaan. Ik heb
niks tegen mijn broer Ron. Een leuke vent. Zeker als je samen met hem in een klein
clubje bent. Dan kan je gezellig met hem praten, samen leuke dingen doen. Prima
allemaal. Maar de vriendengroep rond Ron, daar heb ik het niet zo op. Zowel de
mannen als de vrouwen vind ik stoerdoenerig en poenerig. Hun lachen en praten
is doorgaans overdreven luidruchtig. Het is een lachen, waarvan ik me afvraag: ‘moet
dat nou echt zo orenpijnigend hard?’.
Met dat harde praten van hun
ben ik op zich wel content. Dan versta ik tenminste goed wat er gezegd
wordt. Mijn gehoor is de laatste jaren namelijk flink achteruit gegaan. Ik zit
in de fase, dat ik tot vervelens toe moet vragen: ‘Wah
zeggie?’ ‘Assie val dah leggie,’ zouden Ron z'n vrienden dan ongetwijfeld geantwoord hebben. In mijn eigen omgeving
krijg ik nogal eens de hint om eens bij Specsavers langs te gaan voor een
gehoorapparaatje. Dan doe ik net of ik niks hoor.
Het feestje is in Vierpolders, vijfendertig kilometer van
Rotterdam. Te ver om te fietsen of te lopen. Ik heb John (59), een andere broer van
me, mèt 'n auto, gevraagd om me op te pikken. En dat doet hij.
John woont en werkt in Hilversum. Hij moet deze zaterdag
eerst nog werken. Daarna komt hij naar mij toe, in Rotterdam. Tussen zes en
zeven zal hij hier zijn. Hij doucht, eet wat bij mij en doet andere kleren aan.
Tegen achten vertrekken we en om een uur of negen zijn we in Vierpolders.
Een paar maanden terug vroeg ik nog aan Ron of hij cadeauwensen
had. Die had hij niet. Hij vond het alleen al leuk dat ik,
zijn vijftien jaar oudere broertje, zou komen.
Zelf vind ik het echter niet zo fijn om met lege handen te komen. Ik werd me er toen, niet zonder gêne van bewust, dat ik niet wist wat ik voor hem moest kopen. Dat ik Ron na al die jaren nog niet goed genoeg kende.
John opperde gisteren, toen we wat afspraken voor vandaag, dat we Ron samen een kaart geven, met van ieder van ons wat geld er in. Lekker makkelijk, nietwaar?
Ieder twintig gaan we doen. Het begin van ’n miljoen, toch?!