zaterdag 7 juni 2025

WAH ZEGGIE?

Deze zaterdag is alles gericht op het bezoek aan mijn broer Ron, die vandaag zestig wordt. Hij geeft een feest in Vierpolders. Waar? In Vierpolders!! Begin dit jaar heeft hij al zijn vrienden en familieleden al uitgenodigd.

Ik heb er even over nagedacht of ik wel zou gaan. Ik heb niks tegen mijn broer Ron. Een leuke vent. Zeker als je samen met hem in een klein clubje bent. Dan kan je gezellig met hem praten, samen leuke dingen doen. Prima allemaal. Maar de vriendengroep rond Ron, daar heb ik het niet zo op. Zowel de mannen als de vrouwen vind ik stoerdoenerig en poenerig. Hun lachen en praten is doorgaans overdreven luidruchtig. Het is een lachen, waarvan ik me afvraag: ‘moet dat nou echt zo orenpijnigend hard?’.

Met dat harde praten van hun  ben ik op zich wel content. Dan versta ik tenminste goed wat er gezegd wordt. Mijn gehoor is de laatste jaren namelijk flink achteruit gegaan. Ik zit in de fase, dat ik tot vervelens toe moet vragen: ‘Wah zeggie?’ ‘Assie val dah leggie,’ zouden Ron z'n vrienden dan ongetwijfeld geantwoord hebben. In mijn eigen omgeving krijg ik nogal eens de hint om eens bij Specsavers langs te gaan voor een gehoorapparaatje. Dan doe ik net of ik niks hoor.

Het feestje is in Vierpolders, vijfendertig kilometer van Rotterdam. Te ver om te fietsen of te lopen. Ik heb John (59), een andere broer van me, mèt 'n auto, gevraagd om me op te pikken. En dat doet hij.

 John woont  en werkt in Hilversum. Hij moet deze zaterdag eerst nog werken. Daarna komt hij naar mij toe, in Rotterdam. Tussen zes en zeven zal hij hier zijn. Hij doucht, eet wat bij mij en doet andere kleren aan. Tegen achten vertrekken we en om een uur of negen zijn we in Vierpolders.

Een paar maanden terug vroeg ik nog aan Ron of hij cadeauwensen had. Die had hij niet. Hij vond het alleen al leuk dat ik, zijn vijftien jaar oudere broertje, zou komen.

Zelf vind ik het echter niet zo fijn om met lege handen te komen. Ik werd me er toen, niet zonder gêne van bewust, dat ik niet wist wat ik voor hem moest kopen. Dat ik Ron na al die jaren nog niet goed genoeg kende.

John opperde gisteren, toen we wat afspraken voor vandaag, dat we Ron samen een kaart geven, met van ieder van ons wat geld er in. Lekker makkelijk, nietwaar?

Ieder twintig gaan we doen. Het begin van ’n miljoen, toch?!

vrijdag 6 juni 2025

NIET TE PRUIMEN.

 O, wat zien ze er verleidelijk uit, in de kraam van de goed gemutste marktkoopman. De rood-gele glimmende pruimen lachen me verleidelijk toe. Hun zoetsappige smaakt vevult mijn mond. Ze liggen naast de wat nors ogende paarse familieleden.

‘Ze zijn nu nog wat hard’ zegt de man maar leg ze een tijdje in de zon, dan zijn ze in een mum van tijd rijp. ’Doet u maar een pondje.’ Hij weegt een pond (6 pruimen) af en doet ze in een milieu-onvriendelijk plastic zakje.

Als de marktkoopman even niet kijkt, durf ik wel even te knijpen in de paarse pruimen. Ze voelen niet goed. Mijn vingers seinen naar mijn mond: ‘Melig! Niet te pruimen.’

Vandaag moet ik ook, even verderop, bij de Zuidvruchtenkraam gedroogde pruimen zonder pit kopen. Altijd een pondje. Daar doe ik een maand mee. Aan gedroogde pruimen kan ik me geen buil vallen. Oké, de ene maand zijn ze wat zoeter en voller van smaak dan de andere maand. Rijp zijn ze altijd en ook lekker zacht.

Het is elke dag het eerste dat ik eet: twee gewelde gedroogde pruimen. De dag ervoor heb ik twee gedroogde pruimen in een bakje water. gelegd  Die zijn dan geweld als ik ze wil verorberen. Ze smelten als het ware op m’n tong. Glijden heel gewillig naar binnen. Daarna eet ik de rest van mijn ontbijtje.

Dat ik de dag begin met die twee gewelde, gedroogde pruimen komt door een huisarts, die ik jaren geleden had. Ik had darmklachten en regelmatig ‘de stop’. Zo erg soms, dat ik af en toe met mijn vingers de ontlasting uit mijn anus moest drukken of pulken. Toevallig had mijn dokter zelf ook zulke klachten gehad. Die gingen over nadat hij was begonnen met die gewelde, gedroogde pruimen. Ik doe het nu al járen. Alles wat ik eet glijdt keurig netjes mijn lichaam weer uit.

Thuis gekomen blijkt de goedlachse marktkoopman een beschimmelde pruim in het zakje te hebben gestopt. Kloothommel! Heb ik er nog maar vijf over. Die leg ik in het zonnetje want ze zijn nu nog zo hard dat je er een vogeltje mee dood zou kunnen gooien.

donderdag 5 juni 2025

GYNAECOLOOG.

 

Leuke foto! Ben jij dat meis? Daar voor die Mercedes?

 

Ik sta er goed op, hè?

Hoe oud denk je ik toen was?

Hè? Hoe oud zeg je?

Tachtig?! Neen , echt?

Nee je houdt me voor de gek.

Nee, serieus nou!

58. Ja precies goed.!

 Neen, die Mercedes was niet van een crimineel of van een profvoetballer maar van mijn toenmalige vriendje Marcel, je weet toch wel die gynaecoloog, waar ik toen bij liep met mijn eierstokken. Op die foto zijn we bij het simpele bungalowpark de Holderdans, in Bardosem. In het geniep. Zijn vrouw (79) en zijn volwassen kinderen mochten van niks weten.

 Wat had dat arme vrouwtje er een verdriet van dat Marcel van haar af wilde na bijna 50 jaar huwelijk. Tranen met tuiten. Maar ik hield voet bij stuk. ‘Jullie scheiden of onze wegen scheiden’ simple comme beau jour!

 Heb je mij gezien op die profieltekening, meis? Ik ben daar zestig geworden. Vijf jaar later ga ik van mijn vrouw af en nog geen half jaar later ben ik aan het latten met Emma. Te gek, zeker in het begin, zoals altijd hè? Leuke meid hoor Emma, alleen veel te licht geraakt. Ik haat die Wilders dus ik noem hem op een gegeven moment een kankerlul. Emma woedend. Ze wil het woord kanker nooit meer horen in haar huis. Dan moet je net bij mijn zijn. Ik pak mijn regenjas, mijn paraplu, want het giet en ik spreek mijn laatste woorden in haar huis: ‘ik ben helemaal klaar met jou, kankertrut.’

 Wat anders. Hoe kom je nou enigszins tegemoet aan de wensen van een flink oudere vriend, meis?

 Met de handkar. Al vind ik dat persoonlijk een gedoe van jewelste.

 En meis, wat vindt jou gynaecoloogje daarvan?

 Je bent de eerste die het hoort …. Niet verder vertellen hoor …. of ik geef je aan …hihi

Gisterenmiddag ... ’t was zo verstikkend benauwd … is hij  er in gebléven … ik zweer het je.

Te vaak wilde dit oude baasje zich nog te graag laten gelden, de schat.

Heeft jouw vriendje die leuke foto nog gemaakt, meis? Met jou en die Mercedes?

Nee, toen was het net afgelopen met hem. Hij ligt nu plat op de achterbank. Een willekeurige voorbijganger vroeg ik een foto te maken. Kijk es hoe fris en fruitig ik er bij sta. Van het leven met een man die zo veel ouder is dan jij, wordt je niet echt blij. Maar het is nu eindelijk een feit, ik ben hem kwijt, ik ben hem kwijt.

woensdag 4 juni 2025

EHBH.

 ‘Het ligt er aan wat voor weer het is.’  Meestal gaan we ’s woensdags naar de bioscoop of een eindje wandelen maar nu had Rinus voorgesteld om naar de Rotterdam Rooftop Roetsj te gaan. Dat is een superhoge glijbaan aan de achterkant van het Maritiem Museum vlakbij Beurs. Daar kan je dan af gaan als je dat wil. 

Hij kon niet weten dat het niet zo’n heel goed  idee was. Ik heb al jaren last van hoogtevrees.

‘Heb je dat dan ook al op zo’n lullig zwembad glijbaantje of ben je alleen bang op tientallen meters hoogte?’ ‘Neen, Rinus, ik heb al hoogtevrees als ik op het perron van de metro sta te wachten, maar dáár heb ik het nog enigszins onder contrôle.’

‘Niet om stoer te doen, hoor,’ zegt Rinus, maar die angst ken ik niet. ‘Ik klim net zo makkelijk een ladder op om bijvoorbeeld op drie hoog de ramen te zemen …. of als ik in een bergachtig gebied op vakantie ben, heb ik er geen moeite mee om op een bergpad langs een diep ravijn te wandelen.’  

Mij lijkt het niet alsof hij aan het opscheppen is.

‘t Is raar, want ik heb zes jaar lang op de zestiende verdieping gewoond, daar voelde ik me gewoon safe. Alleen soms, als het hard waaide en de lamp aan het plafond ging slingeren, kreeg ik het een beetje benauwd. Ik ging daar ook niet graag het balkon op met stormachtig weer. 

Hoogtevrees had ik niet van jongs af aan. Het wàs er opeens. Ik moest zo nodig een jong poesje redden dat op ons dak angstig zat te mauwen. Het beestje zat op een gegeven moment veilig en wel te spinnen in mijn woonkamer, terwijl ik als verstijfd stond in de dakgoot op de derde. Durfde noch voor noch achteruit. Dat was nog op het Zwaanshals. Ik was bang! De brandweer heeft me toen uit de nood geholpen.

‘Nou wat doen we? Durf je de Rooftop Roets aan?’

‘Gaan we doen!’ doe ik stoer. Boven op dat dak bij de glijbaan krijgen we een matje om mee naar beneden te glijden. Roetsj! Rinus is al zowat beneden.

Ik word bevangen door een soort stramheid, mijn adem stokt.

‘Tong tussen je tanden, hard bijten en hoepla! Naar beneden op je roetsjmatje!’ Kennelijk ben ik al roetsjend mijn  bewustzijn verloren. Heel eventjes maar .

Tot vreugde van Rinus en de vrijwilligers ben ik al snel weer opgelapt in het tentje van de EHBH (Eerste Hulp Bij Hoogtevrees).

dinsdag 3 juni 2025

WEERZIEN.

 

Met Ruud zit ik druk te praten over Telstar, Wilders, Ronald Koeman junior en Paus Jodocus III. Vòòr, veel verderop, aan de andere kant van het metrostel, zie ik iemand zwaaien. Dat gezwaai blijkt naar mij te zijn. Nou zie ik het pas, nu ik aan het uitstappen ben.!  Dat is Mien. Zij heeft me van die afstand af herkend.

Het kan slechter: het weerzien met Mien. De vriendin van mijn veel te vroeg overleden vriend Memet.  Ik ben samen met Ruud op weg naar huis na een nostalgisch bezoekje aan Spangen.

Halló Mien.’ Ik schreeuw het haast uit. ‘Wat kom jij hier doen?’ Ze woont, voor zo ver ik weet, aan de totaal andere kant van  Rotterdam.

‘Ik moet op de Hesseplaats zijn!’ antwoordt ze. Wat ze daar gaat doen zegt ze er niet bij.

‘O, nou Mien, leuk je weer te zien,’ jok ik. En ik geef haar twee luchtkusjes. Meer tijd voor wat anders is er niet, tussen in- en uitstaptijd. Ze kijkt me lachend aan. Zonder geluid te maken zegt ze: ’Ik bel je’. Ik moet zeggen dat Mien op zich een hartelijke meid is. MAAR … ik heb mijn hele leven, nog nooit iemand ontmoet die, een uur in een kwartier kan lullen. 

Beste afspraak die je met Mien kan maken is: kopje thee, tom poes, half uurtje. Lang zat.

 Het is zeker acht jaar geleden dat Memet onverwachts sterft. Hartaanval. Nota bene in het ziekenhuis. Geen redden meer aan.

Met Mien begint hij enkele jaren voor zijn dood een LAT relatie.

Een onorthodoxe migrant is hij . Ik leer hem kennen bij mijn toneelclubje.  Hij is een goede acteur tevens licht- en geluidstechnicus.Het kost hem veel moeite maar hij leest ook Nederlandse romans, van Wolkers en Koch bijvoorbeeld.  Super geïntegreerd is hij.

We bezoeken musea, theaters en we koken lekkere maaltijden.

Het is gezellig met z’n drieën. Na de dood van Memet hebben Mien en ik geen contact meer gehad. Al die jaren heb ik geen moment meer aan de babbelzieke Mien gedacht. Geen behoefte aan iemand als zij.

Ze gaat me nu snel bellen. Dat kan nooit wat worden, toch?

 Hé, zit Ruud nu nog steeds in de metro?

maandag 2 juni 2025

FRATSEN.

Ik ben vanmiddag in Crooswijk. In een buurthuisachtige setting (Open Huis Crooswijk, in de Exercitiestraat). Daar wordt een concert geven door bassiste Alejandra Rony uit Costa Rica en accordeoniste Helen Sousa uit Spanje. Beiden studerend aan de Codart-Hogeschool. Dat ze nog op school zitten is absoluut niet te merken, want de kwaliteit van de musici is van wereldklasse. Ze spelen wereldmuziek, tango en composities van Manuel de Falla (

De accommodatie is klein en schamel. Er komt binnenkort een opknapbeurt. Er zijn twintig belangstellenden voor de eveneens twintig vintage-zitplaatsen. Het concert is daarmee meteen uitverkocht.

Na het concert, dat drie kwartier duurt, volgt nog een presentatie door ene Fred Hoogsteder, die op een tv-radio-combinatie, eurovisiesongfestival-momenten laat zien (en bekommentarieert) uit de periode 1964  t/m 1974. De liedjes van sommige winnaars worden spontaan door de aanwezigen meegezongen. Met name het winnende liedje van France Gall: ‘Je suis une pouppée de cire une poupée de son.’ Ik persoonlijk zing niet mee omdat ik de meeste songfestivalliedjes uit die periode drie maal niks vind.  Niks ten nadele overigens van de presentatie van Fred. Die is van grote klasse.

 Zowel de act van de muzikale dames als die van Fred worden mogelijk gemaakt door de Stichting Fratsen. Deze stichting organiseert cultrele programmering verdeeld over verschillende plekken in Rotterdam Noord.

Tijdens de beide optredens, maar ook wel een beetje ervoor en erna,  leer ik Connie kennen, een aardige, ook knappe dame, in 1956 geboren in Schiedam (net als ik, maar ik in 1950). Ze woont met veel plezier in Rotterdam Noord (Liskwartier)  Regelmatig gaat ze in haar eentje op stap. Net als nu. Zo bezoekt ze vaak theater de Bakkerij. Heel leuk vind ik om te horen dat ze ‘Echte Liefde’,  de toneelgroep waar ik lange tijd speelde, kent. Ze kan zich  mij zelfs nog herinneren in de rol van Henk, in het gelijknamige stuk. Leuke rol, leuk stuk over een simpele Oud Noorderling. Ben ik nog wel een beetje trots op.

 Voor de bezoekers van het buurthuis hier, die dat willen, is het mogelijk om nog even te blijven hangen. Er wordt namelijk aansluitend een workshop ‘breien’ gegeven … niks voor mij. Daarna kan er gezamenlijk wat gegeten worden. Kost vier euro. Wat de pot schaft is nog niet bekend.

Ik weet  het nu al wel. Ik ga zelf lekker witlofsalade maken thuis. Heerlijk fris en vol vitamines.

 Ik denk er, voor ik Crooswijk uit fiets, nog net aan om Connie te vragen of ze telefoonnummers wil uitwisselen. Dat wil ze gvd niet! Trut!

  

zondag 1 juni 2025

NOOIT MEER DOEN.

Met mijn vriend Ayoub ga ik naar het Arab Film Festival 2025. We kiezen de film: ‘When we’re born’.

Het is een muzikaal drama waarin drie jonge Egyptenaren een persoonlijke en sociale uitdaging aan gaan. Het is een drieluik. De eerste verhaallijn volgt een jonge personal trainer, die pas getrouwd is.Hij droomt van zijn eigen sportschool maar daar heeft hij geen geld voor. De tweede verhaallijn draait om een christelijke vrouw, die verliefd wordt op een moslimman. De derde lijn toont ons een jongeman, die een carrière in de muziek ambieert tegen de wil van zijn autoritaire vader in.

Het klinkt geweldig. Maar ik vond het niks.  Traag, voorspelbaar, matig spel. Met uitzondering van de singer-songwriter uit verhaallijn drie. Met zijn songs scheidt hij de chapters van de film mooi van elkaar. 

Tijdens de film raadpleegt Ayoub regelmatig zijn mobiel. Soms gaat hij zelfs zitten typen. Hinderlijk is dat. Vlak naast me. Storend. Als ik hem vraag waar die mee bezig is, zeg hij, dat hij bij tweede hands winkels kijkt of er iets bij is voor hem. 

Terwijl Ayoub me antwoordt wordt er uit de zaal hard ‘stilte’ geroepen. Ik laat het daar dan maar bij.

Na afloop kom ik er toch nog bij hem op terug.

‘Je kan die  film toch niet goed volgen als je steeds op je mobiel zit?!’

‘Ja. Niet alles belangrijk, in film.’

‘Nou, dat kan ik niet hoor, Ayoub. Maar wil je dat niet meer doen als ik er bij ben. Ik heb er last van.’ ‘Okee dan.’ Heel blij lijkt hij nu niet met mij.

We nemen niks te drinken in de bios. Veel te duur:

twee pils:

‘dat wordt dan zeven euro, meneer’.

Gek  zijn ze geworden met die prijzen.

Bekijk het maar met jullie pils. Ik neem  wel een paar slokken gemeentepils. Op de wc.

 

Enigszins verbolgen komt Ayoub terug van de wc. ‘

Geen ‘M’ en ‘V’ meer op deur wc! Vrouwen boos!’.

‘Zeker moslimvrouwen?’

‘Neen, Nederlandse vrouwen ook’.

‘Nou Ayoub, ik vind het prima dat mannen en vrouwen van de zelfde toiletten-ruimte gebruik mogen maken. Prima’.

Dan zegt Ayoub, dat hij gehoord heeft  dat een man zich op een M-V-toilet openlijk stond af te trekken. Bij een urinoir. Vrouwen zien. Vrouwen boos.

‘Ja, kom nou even Ayoub, aftrekken is sowieso verboden in het openbaar. Als een man het echt niet kan laten moet hij  zich volledig afzonderen.

Ayoub hield zijn mond er verder over dicht.

Onze wegen scheiden zich. Ik loop over de Zwaan naar de overkant van de Maas. Ayoub gaar naar een tweede handszaakje vlakbij het Poortgebouw.