zaterdag 9 november 2024

GERED?

Ik haal toch zò moeilijk adem vandaag. ’t Is zaterdag. Ik ben alleen en gelukkig. Ik hoef even niemand te woord te staan. Hoop ik. Ik sta op de galerij m’n ramen te zemen. Raar, dat dat nog zo genoemd wordt. Want bij het schoonmaken van de ramen komt tegenwoordig geen zeem meer aan te pas. Bij mij althans niet.


Cas, een buurman, een mooie man van 84 jaar, staat plotseling voor mijn neus. ‘Jij bent tegenwoordig ook altijd in je keuken bezig’. Nu toch duidelijk niet. Maar ... hij heeft wel gelijk. Ik ben al die nieuwe apparaten aan het uitproberen. Bakken, blenderen en bevriezen.

Cas weet niet dat er bij mij een lief diertje, bewusteloos op de keukenvloer ligt. Dat hoef hij ook niet te weten en dat kan hij ook niet weten. Het is mijn kleine hamsterpoppetje. Helemaal gedachteloos zet ik de emmer, half vol met water op haar broze lichaampje: een schril, paniekerig piepje. Geschrokken til ik de emmer vlug op … daar ligt ze dan. Ik realiseer me dan nog niets van de ernst van de situatie. Ze was blijkbaar uit haar kooitje ontsnapt. Mijn eigen stomme schuld, want ik had het dakdeurtje van haar kooitje open laten staan. Ze is buiten bewustzijn maar ... ze gaat het wel redden, denk ik, hoop ik.

Ik ga dan aan de slag met ramen zemen, brood kneden, stofzuigen en de wc schoonmaken. Dat laatste moet zeker gebeuren, want ik heb het idee, dat niet iedereen, die bij mij thuis komt, graag van mijn wc gebruik maakt. De een ziet nu eenmaal meer viezigheid en vunzigheid dan de ander. Ik maak die wc elke week één keer goed schoon met Dasty van de Wibra, waarvan ik iedereen hier in de buurt hoor zeggen, dat het alle vieze vettigheid grondig wegwerkt. Daar vertrouw ik dan maar op.

Mijn gedachten dwalen toch steeds weer af naar dat kleine kwetsbare schatje van me. Als ik klaar ben met mijn huishoudelijke werk zie ik weer iets bewegen aan haar. Ze voelt ook weer wat warmer aan. Dan breng ik haar snuitje dicht bij mijn mond en blaas er heel zachtjes wat lucht tegen aan ... en wonder, boven wonder komt die kleine schattebout weer tot leven. Heel voorzichtig leg ik haar in haar eigen hoekje op haar strootjes. Mijn lieve schatje gaat het redden! Daar ben ik helemaal niet bang voor.

vrijdag 8 november 2024

VIES RUIKEN.

’t Was al meer dan een jaar geleden dat ik Annemarie(58) gezien had. We liepen elkaar tegen het lijf voor de ingang van het bejaardenhuis waar ik woon.


‘Hoi, Jos woon jij ook hier? Ik heb je hier nog nooit gezien. Een vriendin van me woont hier. Eens in de zoveel tijd gaan we bij elkaar op de koffie’.

‘Bij wie?’ vraag ik. Brutaal.

‘Ga je niks aan,’ zegt ze. ‘Nee hoor, geintje: bij Tiny, op de vijfde. Ik ken haar van de tennis en van de honden. We zien elkaar vaak bij de hondenuitlaat.’

Annemarie is een mooie verschijning. Leuke (voornamelijk zwarte) kleding en jeugdig, lang (geblondeerd) haar. Een enkele keer als we elkaar in het winkelcentrum zien, praten we wat. Over haar zoon (24), die het goed maakt. Hij is in de leer bij een slager in Chicago. Vervolgens gaat het gesprek onwillekeurig over haar ex. Tsja, het wordt nu bijna tien jaar. Hij is 49 als hij besluit weer bij zijn oude moeder te gaan wonen. Twee portieken verder, nota bene … en never, never contact!! Hoezo?? ‘Omdat hij niet om kan gaan met haar overgang.‘ Welke man heeft er nu last van de overgang? Neen, er moet meer gespeeld hebben.

Ik kom haar tegenwoordig, heel af en toe wel eens tegen als ze haar hond, Narda, uitlaat. Narda is een rustige zwarte Retriever. Ver van huis gaat Annemarie nooit. Ze loopt hooguit een rondje van een kilometer rondom haar huis. Narda wordt ook een dagje ouder. ‘Met het klimmen der jaren wordt ze logischerwijs trager, dikker en ook gaat ze steeds meer ‘vies ruiken’, aldus Annemarie. Hetzelfde had haar man ook wel eens over Annemarie gezegd, in een kwaaie bui.

Vandaag loop ik met mijn boodschappenkarretje vol ‘zaterdagboodschappen’ van de Jumbo naar buiten. Hoor ik opeens: ’Jos, Jos, oehoe, Jos, is dat van jou?’ ’t Is Annemarie, die wijst naar een groot pak wc-papier, dat op straat uit elkaar gevallen is. ‘Is dat van jou, Jos?’ Mijn twaalf rollen pleepapier tolden over straat. Ik raap ze zo vlug mogelijk op. Godzijdank had Annemarie nog een leeg plastic Jumbotasje bij zich. Anders had ik daar zeker vijf rollen moeten achterlaten. Fijn dat ze me even helpt met oprapen.

Voordat Annemarie ‘Tot ziens, Jos’ zegt en wegstapt , fluistert ze in mijn oor dat ze Narda moest laten inslapen en dat ze nu helemaal alleen is.

donderdag 7 november 2024

VERKNOCHT.

Hij tekende een auto op een stuk papier, zoals een kind van een jaar of zes dat zou doen. Gezien van opzij, met twee wielen, een uitlaat. Het hoofd met hoed van de chauffeur ‘en profile’. ‘De chauffeur, die man met die grote baard was ik’, had Teun gezegd, toen hij nog sprak, ‘dan hoefde ik tenminste het stuur niet te tekenen’. Een oude zwarte Citroën, moest het voorstellen geen ‘Lelijk eendje’ maar zo’n dure zwarte moest het voorstellen.


Teun heeft nooit een baard en ook nooit zo’n dure Citroën gehad. Hij had er best wel het geld voor maar er was eigenlijk nooit interesse bij hem geweest voor auto’s. En dat is toch wel het minste wat er moet wezen: een klein beetje affiniteit tussen de man en zijn auto. Hoe die auto er ook uit ziet. Hij heeft het er nooit met zoveel woorden over gehad, hoor, maar misschien waren zijn kinderlijke autotekeningen toch een soort zoektocht naar die verbinding. Tientallen tekeningen bleek hij gemaakt te hebben, van diverse Franse automerken: Renault, Citroën, Simca en Peugeot. En van die merken dan de duurdere modellen.

Hij was altijd dol geweest op tweewielers. Zijn allereerste stepje, (dat was nou toevallig net een driewieler) zo’n ongemakkelijk houten onding … nou, daar heeft Teun als kleuter wat op afgeracet ... op de stoep voor de deur … tussen de kruidenier op de ene hoek en het boekwinkeltje op de andere. Later kreeg hij die rode step op luchtbanden waarmee hij heen en weer naar school ging.

Vanaf zijn tiende deed hij alles op de fiets. Naar school, naar de voetbalclub, z’n krantenwijk en de boodschappen voor zijn moeder en z’n tante Lenie.

Hij was tweeëntwintig toen hij begon over ‘rijlessen’. Niet over een bepaald soort auto, neen, alleen maar over leren rijden. Eerst de theorie natuurlijk en dan: het verkeer in. En het ging hem ‘voor de wind’ met dat rijden. Hij nam lessen bij een rijschool die uitsluitend met ‘Lelijke Eendjes’ leste. Typisch, hè? Hij slaagde in een keer. Na 15 lessen.

En nadien: geen kilometer meer gereden. Noch in een auto van zichzelf noch die van een ander. Over het waarom deed hij het zwijgen toe … en tekenen deed hij helaas ook nooit meer, anders had hij zich zó nog kunnen uiten.

Aan fietsen is Teun tot op het laatst verknocht geweest.

woensdag 6 november 2024

STEEDS RECHTSER.

In steeds meer landen kiezen mensen voor (ultra)rechtse politieke partijen. Vandaag krijg ik te horen, dat de kiesgerechtigden van de Verenigde Staten, een van de grootste wereldmachten, vrijwillig stemmen op de Republikeinse presidentskandidaat Trump. Een man die zich gedraagt als een potentiële dictator en zijn land in de tijd terug dreigt te werpen.

Hoe kunnen weldenkende mensen op zo iemand stemmen? Hij toont zich xenofoob, is tegen abortus, pro-Poetin, anti-NAVO, en anti-lhbti. Hij wil migranten deporteren en verzet zich tegen gendergelijkheid, vrouwenrechten en de rechten van trans- en homoseksuelen.

Hoezo weldenkend? Laten Amerikaanse kiezers zich wel leiden door weloverwogen keuzes? Zijn ze vergeten dat Trump, vier jaar geleden toen de Democraat Joe Biden de verkiezingen won, een staatsgreep probeerde te plegen, omdat hij de uitslag niet wenste te accepteren?

Niet alleen de Verenigde Staten, maar ook landen als Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Portugal, Spanje, Polen, Zweden, Italië, Oostenrijk, Georgië, Servië, Hongarije, Moldavië en Argentinië bewegen zich sterk naar (ultra-)rechts. Verontrustend.

Ik beschouw mezelf als sociaal, humaan. Ben lid van de SP. Ik vind het leven in Nederland moeilijk onder een regiem dat steeds minder kiest voor medemenselijkheid. De rechtsstaat wordt aangetast en het eigen volk komt bij deze regering altijd op de eerste plaats. Mededogen en hulp voor mensen in nood … in oorlog, bij hongersnood of klimaatrampen; het ìs er niet meer bij extreem-rechts.
De ultra-rechtse politici doen de kiezer allerlei beloftes om hun stemmen te winnen, maar ze komen die beloftes nooit na.
Ik hoop dat de kiezers die rechts gestemd hebben, de valse beloftes zullen doorzien en de ‘veel belovende’ politici uiteindelijk zullen afstraffen.

dinsdag 5 november 2024

WIE ANDERS?

Ik ben helemaal in de war als ik wakker word. Heb raar gedroomd. Waarover weet ik niet eens meer. Maar die paar haren van mij zijn drijfnat en … ik heb in mijn bed gepiest. Godverdomme. Alweer! Een paar maanden terug óók al. Toen was het nog een lekker temperatuurtje, half april. Ik had mijn hoeslaken, mijn dekbed en mijn dekbedovertrek onder gezeken. Godzijdank had ik er toen al een waterdicht laken onder liggen. Moest ik met dat dekbed naar de stomerij. Zeventien euro kostte dat grapje nog. Moet ook niet elke nacht gebeuren.


Deze keer is de schade beperkt gebleven. Ik had in mijn onderbroek liggen pitten. Alleen mijn onderbroek en het hoeslaken moeten dus gewassen worden. Die kan ik net zo goed in mijn eigen wasmachine proppen. Lekker zeg! Om zo oud te worden.

In het donker, met die natte troep op weg naar de wasmachine struikel ik in het halletje bij de douche ergens over. Het blijkt mijn bureaustoel te wezen. Die staat daar normaal op zijn vier pootjes. Ik val met mijn buik op een van die stoelpoten. Gelukkig dat ìk niet zwanger ben, denk ik. Wat is dat voor een stomme gedachte, zeg! Dat kàn toch ook helemaal niet, ik kàn toch als man helemaal niet zwanger worden. Maar … waar die associatie vandaan komt weet ik wel, hoor.

Mijn moeder was zeven maanden zwanger van mijn broertje. Toen viel ze met haar buik op een stoelpoot ... daarop kreeg ze een miskraam en dat broertje van me kwam toen geestelijk gestoord op de wereld. Door die stoelpoot natuurlijk.

Als ik het licht aan heb, kan ik mijn ogen haast niet geloven. Boeken zijn uit de kasten gerukt en over de woonkamervloer gegooid. Planten zijn omgegooid. Zelfs de grote stekelige christusdoorn. De toiletborstel ligt naast de vernielde borstelhouder op de wasmachine. Handdoeken zijn her en der in de badkamer neergekwakt. ’t Is een afschuwelijke puinhoop.

Mijn voeten doen pijn. Ze bloeden. Vooral mijn rechtervoet. Ik ben rechts. Mijn voeten zitten vol met van die gemene christusdoorn-naalden. Die plant heb ik waarschijnlijk zelf omgetrapt … misschien heb ik die héle rotzooi hier wel zelf aangericht in mijn slaap?

Ja, wie anders?

maandag 4 november 2024

VERRASSENDE WINNAAR.

Het was geen drie maal scheepsrecht voor Leo de Boer maar uiteindelijk leverde de vierde keer hem het gewenste succes op: heel verrassend greep hij de zege in de marathon van New York. Leo de Boer, de Nederlandse winnaar liep een droomtocht door New York.


Ogenschijnlijk komt Leo zo fris als een hoentje over de finish in Central Park: 2.07.39.De allereerste keer dat hij hier liep rekende hij zichzelf al tot de potentiële winnaars. Verder dan een derde plaats wist hij toen niet te komen.

Vaak zat het hem tegen, kramp, last van zijn hamstrings, maagklachten. Ook de stad New York vond Leo maar niks. Te druk, te veel lawaai. Maar eens moest het toch eens lukken. Een ton kon Leo, met tranen in zijn ogen, meenemen naar Nederland.

Een vreemde ervaring voor hem was de geringe publieke belangstelling in die eerste kilometers. Naar mate de loop vorderde nam dat snel toe. Het stijgingspercentage gaat langzamerhand omhoog; het gaat harder waaien. Alle favorieten blijven echter bij elkaar. Leo zorgt er wel voor dat hij voorop loopt.
Zo tegen de twaalfde kilometer, in de buurt van de Verrozzano-brug, demarreren enkele lopers, maar Leo haalt hoogstpersoonlijk de vluchters terug.

De marathon is halverwege: bij de Queensboro-brug. Daar wordt om raadselachtige redenen altijd wat harder gelopen. De vorige drie keer moest Leo hier afhaken. De kopgroep blijft intact. De Keniaan Evans Chebet probeert, tevergeefs, een gaatje te slaan.
Een hels lawaai klinkt op bij de entree van Manhattan. De atleten worden hier enthousiast aangemoedigd. Alléén gaat het Leo hier beslist niet lukken. Hij is aangewezen op andere lopers voor een goed resultaat. Hij zit in een groepje met Tola, Chebeten en zijn eigen teamgenoot Geoffrey Kamworor. Nog geen spoor van vermoeidheid zichtbaar op Leo’s gezicht. Een podiumplek lonkt nu.
Leo’s ervaring is dat hier in Manhattan, kort voor de finish, de beslissing valt. Rond kilometer 38 slokt het park de lopers op. Als hij tot kilometer 36 bij kan blijven, maakt Leo kans op de overwinning.
Hij eindigt als nummer één. Zó onwijs fris: ‘Het lijkt of Leo niet eens hoeft te ademen’.



Kort na het ter perse gaan van dit verslag maakt de organisatie van New York Marathon bekend dat Leo de Boer de schuilnaam is van de Nederlandse atleet: Abdi Nageeye. Ter wille van zijn veiligheid wilde de uiteindelijke winnaar niet te tracken zijn.

zondag 3 november 2024

SPAANS BENAUWD.

Ik bewonder de duizenden Spanjaarden, die naar het noodgebied in Spanje gaan om hun door de watersnood gedupeerde landgenoten te helpen. Gewapend met waterpompen, scheppen, bezems, trekkers, stoffers, blikken en weet ik veel wat nog meer gaan ze aan de slag.


Het klinkt wat minnetjes maar ik zie het ons, Nederlanders, niet zo gauw doen ... dat helpen. Sterker nog: wij gaan zoiets nóóit doen! Denk maar eens aan de overstroming van het mini-riviertje de Geul in Zuid Limburg een paar jaar terug. We … ja … ook ik, heb geen poot uitgestoken. Onderuitgezakt voor de tv, heb ik zitten kijken hoe die Limburgers radeloos stonden te gebaren en zich beklaagden over hun ellende. Al wèèr kregen ze een enorme waterzooi te verstouwen in en om hun woonomgeving.

Het is dus totaal niet bij me op gekomen om voor die lui een handje uit de mouwen te steken. Bij de gedachte alleen al, krijg ik het Spaans benauwd.

Echt schuldig voel ik me er ook weer niet over, want ik denk maar zo:

‘Ze zullen er vast wel voor verzekerd zijn.’

‘De overheid gaat daar vast wel met materieel en manschappen op inspringen.’

’Hoezo wordt daar nog steeds gewoond? Het water ligt immers constant dreigend op de loer’.


De overstromings-items op het NOS-journaal over die ramp gaan me al snel de keel uithangen. Langer dan een minuut houd ik dat gemekker niet vol. Dan schakel ik over naar iets komisch of zo op de commerciëlen, … ja, ik laat echt mijn avond niet bederven.

Hé, wat zien ik? Sensatie? Een extra journaal. De koning van Spanje bezoekt het rampgebied. Hij is alleen zo simpel geweest om zijn hulpgereedschap in zijn paleis te laten liggen. Niet gekomen om zijn handjes laten wapperen blijkbaar. Dus, logisch, wordt hij door gedupeerden gestenigd en beblubberd. Eigen schuld, dikke bult.

Om te voorkomen dat hij wordt doodgegooid, vormt de koning heel slim een knuffelbuffer met enkele gedupeerden.