maandag 4 november 2024

VERRASSENDE WINNAAR.

Het was geen drie maal scheepsrecht voor Leo de Boer maar uiteindelijk leverde de vierde keer hem het gewenste succes op: heel verrassend greep hij de zege in de marathon van New York. Leo de Boer, de Nederlandse winnaar liep een droomtocht door New York.


Ogenschijnlijk komt Leo zo fris als een hoentje over de finish in Central Park: 2.07.39.De allereerste keer dat hij hier liep rekende hij zichzelf al tot de potentiële winnaars. Verder dan een derde plaats wist hij toen niet te komen.

Vaak zat het hem tegen, kramp, last van zijn hamstrings, maagklachten. Ook de stad New York vond Leo maar niks. Te druk, te veel lawaai. Maar eens moest het toch eens lukken. Een ton kon Leo, met tranen in zijn ogen, meenemen naar Nederland.

Een vreemde ervaring voor hem was de geringe publieke belangstelling in die eerste kilometers. Naar mate de loop vorderde nam dat snel toe. Het stijgingspercentage gaat langzamerhand omhoog; het gaat harder waaien. Alle favorieten blijven echter bij elkaar. Leo zorgt er wel voor dat hij voorop loopt.
Zo tegen de twaalfde kilometer, in de buurt van de Verrozzano-brug, demarreren enkele lopers, maar Leo haalt hoogstpersoonlijk de vluchters terug.

De marathon is halverwege: bij de Queensboro-brug. Daar wordt om raadselachtige redenen altijd wat harder gelopen. De vorige drie keer moest Leo hier afhaken. De kopgroep blijft intact. De Keniaan Evans Chebet probeert, tevergeefs, een gaatje te slaan.
Een hels lawaai klinkt op bij de entree van Manhattan. De atleten worden hier enthousiast aangemoedigd. Alléén gaat het Leo hier beslist niet lukken. Hij is aangewezen op andere lopers voor een goed resultaat. Hij zit in een groepje met Tola, Chebeten en zijn eigen teamgenoot Geoffrey Kamworor. Nog geen spoor van vermoeidheid zichtbaar op Leo’s gezicht. Een podiumplek lonkt nu.
Leo’s ervaring is dat hier in Manhattan, kort voor de finish, de beslissing valt. Rond kilometer 38 slokt het park de lopers op. Als hij tot kilometer 36 bij kan blijven, maakt Leo kans op de overwinning.
Hij eindigt als nummer één. Zó onwijs fris: ‘Het lijkt of Leo niet eens hoeft te ademen’.



Kort na het ter perse gaan van dit verslag maakt de organisatie van New York Marathon bekend dat Leo de Boer de schuilnaam is van de Nederlandse atleet: Abdi Nageeye. Ter wille van zijn veiligheid wilde de uiteindelijke winnaar niet te tracken zijn.

zondag 3 november 2024

SPAANS BENAUWD.

Ik bewonder de duizenden Spanjaarden, die naar het noodgebied in Spanje gaan om hun door de watersnood gedupeerde landgenoten te helpen. Gewapend met waterpompen, scheppen, bezems, trekkers, stoffers, blikken en weet ik veel wat nog meer gaan ze aan de slag.


Het klinkt wat minnetjes maar ik zie het ons, Nederlanders, niet zo gauw doen ... dat helpen. Sterker nog: wij gaan zoiets nóóit doen! Denk maar eens aan de overstroming van het mini-riviertje de Geul in Zuid Limburg een paar jaar terug. We … ja … ook ik, heb geen poot uitgestoken. Onderuitgezakt voor de tv, heb ik zitten kijken hoe die Limburgers radeloos stonden te gebaren en zich beklaagden over hun ellende. Al wèèr kregen ze een enorme waterzooi te verstouwen in en om hun woonomgeving.

Het is dus totaal niet bij me op gekomen om voor die lui een handje uit de mouwen te steken. Bij de gedachte alleen al, krijg ik het Spaans benauwd.

Echt schuldig voel ik me er ook weer niet over, want ik denk maar zo:

‘Ze zullen er vast wel voor verzekerd zijn.’

‘De overheid gaat daar vast wel met materieel en manschappen op inspringen.’

’Hoezo wordt daar nog steeds gewoond? Het water ligt immers constant dreigend op de loer’.


De overstromings-items op het NOS-journaal over die ramp gaan me al snel de keel uithangen. Langer dan een minuut houd ik dat gemekker niet vol. Dan schakel ik over naar iets komisch of zo op de commerciëlen, … ja, ik laat echt mijn avond niet bederven.

Hé, wat zien ik? Sensatie? Een extra journaal. De koning van Spanje bezoekt het rampgebied. Hij is alleen zo simpel geweest om zijn hulpgereedschap in zijn paleis te laten liggen. Niet gekomen om zijn handjes laten wapperen blijkbaar. Dus, logisch, wordt hij door gedupeerden gestenigd en beblubberd. Eigen schuld, dikke bult.

Om te voorkomen dat hij wordt doodgegooid, vormt de koning heel slim een knuffelbuffer met enkele gedupeerden.

zaterdag 2 november 2024

XENOFOBIE.

De laatste tijd wordt het er niet beter op in ons bejaardentehuis. Veel verhuizingen … en er komen steeds meer mensen met een ander kleurtje voor terug. Dat geeft nogal wat onrust. Het lijkt af en toe wel oorlog. Maar zo ver zal het echt niet komen. Zo optimistisch kijken we daar ook wel weer tegen aan. Voor ons gebied geldt immers nog steeds een permanente ‘lockdown’.


Het gaat zeker wel schelen als we hier een een fascistisch bestuur krijgen. Dan komt het hier weer vol met blanken ... minder criminaliteit ook ... en onze vrouwen gaan zich weer wat meer op hun gemak voelen. Dat bestuur zal dan ook een veilig, rustig, blank uitgaans- en winkelgebied voor ons ontwerpen en realiseren..

Overdreven?! Dit gaat gebeuren als de ultra-rechtsen bij de komende verkiezingen nog groter worden. Dan krijgen we een racistische toekomst. Mensen met een kleurtje moeten hier dan wegwezen. Zo krijgen wij blanken dan weer voldoende woningen voor ons eigen.
Mensen van kleur, die nog in ons gebied wonen, kunnen gratis gedeporteerd worden naar Zeeland alwaar ze gehuisvest worden in geïmproviseerde tentenkampen.

Het goede en nieuwe perspectief is de blanke dominantie, de rust, de veiligheid, de stabiliteit. We zijn dan weer met blanke mensen onder mekaar en dat geeft ons rust … niet alleen ons, ook voor de kleurrijke mens zelf, gloort die rust.

Straks zijn zij immers ook weer terug in hun eigen omgeving. Dat is voor hun toch stukken prettiger dan leven in Zuid-Holland. Daar worden ze toch alleen maar door iedereen met de nek aangekeken.

Inmiddels hebben we een projectorganisatie opgetuigd om ‘dat, wat gaat komen’ in goede banen te leiden: onze bestuursleden zijn: Geert Wilders en Thierry Baudet. Onze voorzitter wordt Marjolein Faber.

vrijdag 1 november 2024

OPGEZETTE VOGELS.

Het gaat best goed met Toon (78). ‘t Is stil bij hem thuis. Sinds zijn vrouw is overleden, slaapt hij alleen niet zo best. Hij valt meestal binnen een kwartier in slaap maar na anderhalf uur, midden in de nacht, ligt hij weer klaarwakker.


We lopen samen op in de richting van de markt.

Ook al schrikt hij midden in de nacht wakker, toch gaat hij er uit, zet een kopje thee en beluistert een cd. Maar slapen, lukt niet meer.

Het is wat ongewoon. Zo midden in de nacht. Meestal slààp ik dan ook nog. Anders zou ik (74) hem gewoon bij mij thuis uitnodigen voor een slaapmutsje. Why not?

't Is of hij mijn gedachten kan lezen ... hij vraagt mìj op de koffie. Op een christelijke tijd: vanavond om half acht. Hij gaat straks gelijk twee tompoezen kopen.

Toon woont op de achtste, dat weet ik zeker. Op welk nummer precies, weet ik niet meer. Was het 842 of 844? Op goed geluk bel ik aan op 842. Het duurt nogal lang voor er wordt open gedaan. Hier hebben ze vast niet op bezoek gerekend. Aarzelend gaat de deur open. Door het allerkleinste kiertje word ik bekeken. Ik word kennelijk vertrouwd. Zij doet glimlachend de deur verder open.

‘Dag mevrouw, Ik heb afgesproken met Toon’. Zij blijft glimlachen. ‘Toon: een lange man … een kop groter dan ik’, wijs ik aan met hand een stuk boven mijn hoofd.

Oh Jezus, zou ik dan op het verkeerde adres hebben aangebeld?
‘Toon heeft zo’n klein grijs sikje, net als ik,’ wijs ik weer. Ze blijft me vriendelijk aankijken en schudt van nee.
‘Toon woont in het huis hiernaast, op nummer 844’.

‘Oh, sorry, mevrouw, nogmaals sorry’.

‘Geeft niet, hoor meneer’.

Klokslag half acht sta ik bij Toon voor de deur. Ik word heel vriendelijk onthaald en krijg een rondleiding langs de grappige verzamelingen van hem en zijn overleden vrouw. Een verzameling marionetten. Dinky toys. Opgezette zangvogels, groot en klein, uit alle windstreken … in een iets te krappe vitrine. Met zo’n verzameling vogels in huis, zou ik, denk ik, ook niet zo lekker door kunnen slapen.

De tijd bij Toon gaat verrassend snel voorbij. Om tien over half acht zitten we al aan de tompoezen.

donderdag 31 oktober 2024

GOEDE OUDE TIJDEN.

De uitdrukking ’goede oude tijden’ geeft me een akelig gevoel. Alsof ik belazerd word.


Toen had ik nog respect. Ik was nog maar acht. Respect voor de politieagent, de onderwijzer de priester en de oude buurman.

De politieagent, die na een klacht van de laffe kruidenier/kinderhater, mijn bal afpikte en lek prikte.

De onderwijzer/sadist, die mij keer op keer te kakken zette. Ik was verlegen … kreeg een hoofd zo rood als een kreeft: ‘kijk Josje eens rood worden jongens, lachen!!’

De priester, die niet van mijn vriendje kon afblijven.

De oude buurman die me niet bedankte voor het vinden en terugbrengen van zijn portemonnee.

'Ze' konden de pot op met hun respect.

Geen goede oude tijden … oude kut-tijden.
Goede oude tijden? De armoede van het grote gezin waarin ik opgroeide in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Mijn vader werkte zich de tering maar verdiende geen klote. Mijn moeder had alleen het perspectief van het moederschap en het huishouden. Het kon eigenlijk niet maar toch moest ik doorleren van mijn moeder.

Op het gymnasium werd ik beschimpt door docenten. Met de nek aangekeken door mijn klasgenootjes, allemaal rijke-luis-kindjes.

Goede oude tijden? Zwarte mensen werden tot slaaf gemaakt. Vrouwen hadden alleen nog maar het aanrecht. Jonge kinderen moesten zware lichamelijke arbeid verrichten.

Kralingen-Pop was leuk, heel gedenkwaardig, maar nu, na ruim vijftig jaar is er lang genoeg over geouwehoerd. Nu hebben we het ‘Best Kept Secret Festival’. De hoogste tijd om daar eens goede nieuwe muziek te ontdekken.
Natuurlijk: Stones, Beatles, Prince en Doe Maar hebben hun juweeltjes. Maar ontdek ook de pareltjes van nu. Van het Rotterdamse Tramhaus bijvoorbeeld of Jungle by Night. (Google of YouTube maar es).

Neen, die oude tijd biedt mij weinig houvast. Ik ga liever voor 'goed en nieuw' nu mijn goede oude vrienden bijna allemaal de pijp uit zijn.
Juan uit Costa Rica, Luis (uit Portugal), Georgis (uit Syrië) en Ayoub (uit Irak) heb ik een beetje Nederlands leren praten. Daar ben ik een paar maanden terug mee gestopt. Die mannen zijn geen leerlingen meer van me. Ze zijn vrienden van mij geworden. Prima nieuwe tijden!

woensdag 30 oktober 2024

FATBIKE.

Ik heb een enorme rothekel aan Dolf, een neef van me. De enige zoon van mijn oudste zus. Hij is een blaaskaak van dertien, die al twee jaar zware shag rookt en nu al loopt te pronken met tatoeages op zijn nog amper volgroeide spierballetjes en … hij is nu al héél rechts. Hij spaart plaatjes van Hitler, Mussolini en Wilders als pubers. Van de 14 jarige Marjolein Faber, heeft hij een naaktfoto boven zijn bed hangen. Niet te geloven!


Met zijn bivakmuts op probeerde hij op 26 oktober jl., met een moker, glazen deuren in te slaan van de Media Markt. Hij dacht zó aan goedkope videogames te komen. Het is op tv en al geweest. Heel Nederland heeft hem daar als een dolle zien beuken.

Het is dat zijn ouders zichzelf liever volvreten, tv kijken en dure spullen voor in hun huis kopen, anders had neef Dolf al lang met een fatbike Rotterdam onveilig gemaakt. Van de week zei Annechien Steenhuizen van het NOS-journaal nog dat veel jonge fatbike berijders in het ziekenhuis terecht komen. Ze zijn te jong, te dom en te roekeloos. Ik kreeg toen een duivels ideetje: ik verblijd neef Dolf met een Chinese kut-fatbike (weet hij veel). Stevig opgevoerd. Vijftig kilometer per uur moet hij er mee kunnen. De klap moet flink hard aankomen. Hoe harder hoe beter. Geen helm dus! Van zijn eigen ouders hoeft een helm al helemaal niet. Zij hebben zich nooit om die jongen bekommerd. Altijd maar werken, eten, kopen, werken, tv-kijken. Dolf is van jongs af aan een sleutelkind geweest. Zijn ouders vonden het wel best dat ik met die fatbike kwam aanzetten. Kwam hij nog eens buiten.

Om een kort verhaal lang te maken: mijn idee werkte … maar slechts ten dele! Dolf knalt op een dag met een rotvaart door rood bovenop een Ford Transit. Fatbike total-loss. Heel even is ie buiten westen. Botbreuken, geperforeerde ingewanden, schedelbasisfractuur. Die schedel van Dolf zag er niet uit. Het leek wel een bietenschotel met blokjes spek. Aandoenlijk zijn gekerm en gekreun. Ach, het hoort allemaal bij dat fatbike-gedoe. Als ik ziekenbroeder was geweest, had ik geen hand naar hem uitgestoken … had ik hem lekker laten stikken in zijn eigen kots.

Maar goed, àls Dolf er bovenop komt, zal hij het tot zijn dood met een scootmobiel moeten doen.

dinsdag 29 oktober 2024

APPELTAART.

Met mijn splinternieuwe inductieoven moet ik toch ook eens een iets anders doen dan alleen maar eitjes bakken. Dus heb ik voor het eerst van mijn leven een appeltaart gebakken. Ik kocht een vrolijk gekleurd pak Koopman’s appeltaartmix met op die verpakking de bereidingswijze ‘appeltaart voor dummies’.


Het begint al niet goed. Het bakblik dat ik voor de taart gebruik is groot. Met als diameter 25 centimeter. Ruimschoots te groot voor dat beetje Koopmans meel in dat kartonnen pak. Wel is er weer genoeg meel voor de taartbodem en de taartrand maar niet voor het leuke glanzende rasterwerkje over de zachte smeuïge appelstukjes heen. Erg rampzalig blijkt dat ook niet. Want bodem en taartrand waren smakelijk genoeg en geven voldoende stevigheid aan de appelige inhoud..

Zo’n grote taart is moeilijk alléén op te peuzelen dus ben ik hem gaan verdelen onder enkelen van mijn dierbaren. Ik had acht grote taartpunten. Er gaan er vier naar mijn lieve buurvrouwen. Een naar mijn (vandaag jarige, hiep, hiep, hoera) Liverpool vriend in het Oude Noorden, één naar mijn ex en de twee overige punten heb ik zelf naar binnen geschrokt. Mijn verdiende loon: het eerste en het laatste stukje van de taart.

De reacties zijn overwegend positief. Wat de appels betreft: ik had fifty-fifty Elstars en Goudreinetten gebruikt. Beter is het om alléén Goudreinetten gebruiken, kreeg ik te horen. Die zijn wat smeuïger en zuursiger. De een vond de taart wat te zoet, een ander had er liever wat meer suiker in gehad. Van rozijnen hadden er meer gemogen, net als kaneel. Zelf vond ik ook dat er wat meer kaneel in had gekund. Deze keer deed ik er drie theelepeltjes in. (Ik heb heel bangelijk de bereidingswijze van Koopman gevolgd.) Volgende keer doe ik er gewoon (mijn eigen zin) vier theelepeltjes kaneel in. De één vond dus dit en de nader weer dat. Maar over het algemeen had men (ook ik) gesmuld.

Wat ik voor mijn volgende appeltaart zeker zal veranderen is de grootte van het bakblik. Dat wordt kleiner: 24 inch. Kan ik ook eens zo’n glanzend rastertje construeren. En de toe te voegen kaneel dus. En heel misschien laat ik stiekem de suiker helemaal achterwege. (Als Koopman het maar niet merkt.)