woensdag 9 oktober 2024

DIE VLIEGER GAAT NIET OP.

Die vlieger ging niet op.

Bij Derck, mijn grote, kleine vriend uit Liverpool, was ik vanmiddag, 9 oktober, op bezoek. Het was een rare dag. Aan de ene kant leuk aan de andere kant vervelend.
Ik wil zo graag weer eens een keertje een wedstrijd van Sparta bezoeken. Op het Kasteel. Mèt mijn twee kleinzonen en hun vader, mijn zoon.

Op de website van Sparta staat al enkele weken vermeld, dat de verkoop voor de wedstrijd Sparta – AZ begint op 9 oktober om precies 11.00 uur. Dus ik leef daar als vanzelf helemaal naar toe. Zet de wekker, terwijl ik wat huishoudelijke klusjes doe, op vijf voor elf. Klokslag 11.00 uur sta ik in verbinding met www.spartakaartje.nl. Krijg ik godverdomme de mededeling dat er geen kaartjes meer te krijgen zijn … Die vlieger ging dus niet op. Als alle kaartjes tòch al naar de seizoenkaarthouders gaan, moeten ze niet op die site meedelen dat de verkoop begint op 9 oktober! Desondanks kan ik niet anders dan altijd maar weer laten ho-o- ren: S. P. A. R. T. A!

Heel leuk is het weerzien met Derck. Hij woont in het Oude Noorden, vlakbij de Zaagmolenbrug. Vlak langs de Rotte dus. We bellen elke woensdag met elkaar. Maar omdat ik hem twee keer achter mekaar voor lul naar me had laten bellen, voelde ik me verplicht om bij hem langs te gaan. Met een doos heerlijke Italiaanse koekjes. Derck wordt 30 oktober 77. En, ik val misschien in herhaling, hij is een groot fan van de voetbalclubs Liverpool èn Sparta.

Arne Slot is mijn idool. Ik vind het maar knap, dat hij als enige trainer van de in het geld verzuipende Engelse clubs, de verleiding heeft kunnen weerstaan om de transfermarkt op te gaan.(Veelste lange zin, sorry hiervoor.) Met wèl als prachtig resultaat dat Liverpool nu de koploper is van de Premier League.

Maar mijn Derck is nog allesbehalve lyrisch over Slot. De komende paar weken speelt Liverpool tegen de acht moeilijkst denkbare tegenstanders. Variërend van Manchester City tot Real Madrid. Als Liverpool zich daar, zonder grote kleerscheuren doorheen slaat, wordt Arne Slot pas een grote meneer in de visie van Derck.

Vreemd eigenlijk wel, dat ik er nu pas over begin, vind ik zelf. Maar vandaag, 9 oktober, is ook de verjaardag van mijn ex Winny, met wie ik godzijdank al weer enige tijd ‘on speaking terms’ ben. Winny en Derck kennen elkaar, van toen zij en ik nog samen waren.

Vlak voordat ik bij Derck binnenstap krijg ik het idee om samen met hem bij Winny op verjaardagsvisite te gaan. Ook deze vlieger gaat helaas niet op. Winny was niet thuis. Waarschijnlijk was ze met mijn zoon en de kleinzonen aan het spartelen in het een of andere zwemparadijs.

Ik wist namelijk dat mijn zoon gisteren nog gevraagd had aan Winny of ze nog ergens een badpak had leggen (o, sorry, ‘liggen’).

dinsdag 8 oktober 2024

JE MOEST EENS WETEN.

Ik was vanmiddag in het fotomuseum. Eigenlijk ging ik om de expositie: ‘Eregalerij van de Nederlandse fotografie’ nog eens te zien. Wat een grandioze foto’s. Maar om daar nou een stukkie over te schrijven, dat zie ik nou ook weer niet zitten. Toch kan ik het niet laten. Over één foto dan.


Een foto van een Amsterdams jongetje in de Hongerwinter 1944. Hij staat keurig op zijn beurt te wachten. In de rij. Voor de voedseldistributie. Maar op die foto staat hij moederziel alleen. Dikke jas aan over een broek, die te lang is voor een korte broek en te kort voor een lange broek. Zijn spillebeentjes worden geaccentueerd. In zijn handen houdt hij een grote pan tegen zijn borst gedrukt.
Ik voel hoe koud hij het moet hebben.

Als ik op het punt sta om het museum te verlaten, wordt mijn aandacht getrokken door: ‘Je moest eens weten’. Een tentoonstelling van fotograaf Cigdem Yuksel , over Turkse vrouwen, die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in groten getale naar Nederland kwamen. En … over hoe het hen is vergaan.

In deze expositie vertellen de dames middels video’s en foto’s hun verhalen, verwerven zo een plek in de Nederlandse geschiedenis.

‘Bir bilsen’… ‘Je moest eens weten’. Zo beginnen veel vrouwen hun verhaal. Maviye streed voor vrouwenrechten. Selvet, draaide drie diensten per 24 uur. Haar kinderen zag ze daardoor nauwelijks.

Interviews, foto’s uit familiealbums en nieuwe (video-)portretten leren mij de 22 vrouwen van tussen de zestig en de tachtig, wat beter kennen.

Ze vertellen over de pijn van migratie, heimwee, verdwaald raken en je weg vinden. Werken, zorgen voor de kinderen, de taal leren. Liefde en ongelukkige huwelijken. Beknot zijn als vrouw en emancipatie. Hun bijdrage aan de Nederlandse economie als fabrieksarbeider of schoonmaker, en hun strijd voor vrijheid en gelijke rechten. Hun verhalen zijn divers, gelaagd, dubbelzinnig, zoals elke menselijke ervaring is.

Je moest eens weten, hoe boeiend. Ik ga het nog eens zien.

maandag 7 oktober 2024

DE DRUPPEL ...

Het is vandaag, 7 oktober. Precies een jaar terug had je die terreuractie van Hamas. Twaalfhonderd Israëliërs werden vermoord. Het leed was niet te overzien.

Ik zit met mijn bord op schoot te kijken naar het NOS journaal van zes uur. Er worden beelden getoond van verschillende 7 oktober herdenkingen: in Tel-Aviv, Gaza, en Amsterdam op de Dam (pro Israël) en voor het Centraal Station (pro Palestina). Over de ruim veertigduizend Palestijnen die Israël daarna, als vergelding, gedood heeft, wordt in het journaal niet gerept.
Ik kijk ernaar, terwijl ik zit te smullen van een zelf ‘gebrouwen’ ovenschotel met rijst, paprika, prei, knoflook, ui en Italiaanse kruidenkaas. Ik had er nog een salade bij gemaakt van komkommer, tomaatjes, zilveruitjes, olijven (met piment) en ik strooide er wat peper en zout over.

Ik heb nog een hap of vijf van die ovenschotel op mijn bord liggen en ik schat dat ik nog zo’n drie kleine hapjes over heb van de salade.

Dan kondigt journaal-presentatrice Petter aan dat Johan Neeskens vandaag op 73-jarige leeftijd is overleden. Johan Neeskens één van de sterren van het Nederlands Elftal dat in 1974 op een haar na wereldkampioen voetbal werd. Neeskens was de motor op het middenveld van dat prachtige Oranje, dat ‘Totaalvoetbal’ speelde en over de hele wereld geliefd was.

Johan Neeskens speelde o.a. bij Ajax, Barcelona en natuurlijk in Oranje. Hij was hard, snel, onvermoeibaar, technisch, kopsterk, gemeen soms, ging altijd voorop in de strijd, nam overal waar hij speelde alle penalties en miste er nóóit één.

Het journaal liet kippenvelbeelden zien van harde, messcherpe slidings van Neeskens, van zijn enorme sprongkracht, en gave koptechniek, van een penalty, die hij onwaarschijnlijk hard, recht op de keeper af in het doel schoot. Die keeper sprong hals over kop opzij.

Vroeger, toen er nog op straat gevoetbald werd , gaven jongens zich namen van topspelers. ‘Ik ben Cruyff’ zei de één ... ‘en ik van Hanegem’ zei de ander … of ‘ik ben Pele’… Onze huidige bondscoach, Ronald Koeman, zei dat hij als jongetje altijd ‘Neeskens’ moest zijn. Als ik hem dat hoor zeggen krijg Ik een brok in mijn keel.

De weervrouw is aan zet. Ik heb mijn lepel nog stevig vast. Dan bedenk ik me, dat ik van dat bord op schoot geen hap meer genomen heb gedurende het Neeskens-item. Ik hoef niks meer ook. Dit is de druppel die de emmer doet overlopen.

Fuck 7 oktober.

zondag 6 oktober 2024

ZONDER WOORDEN.

Met Liesbeth, een vriendin van me, heb ik zaterdagavond lekker zitten eten bij ‘Soif’. Leuk restaurantje in Delfshaven. Met je Rotterdampas scoor je daar een driegangen diner voor de halve prijs. Super. En … een ‘Dame Blanche’ toe! Wow!


Maar ... om dat eten gaat het deze avond helemaal niet. We hebben kaartjes voor ‘aCORdo’. Straks om half acht treden vier Braziliaanse performers (dansers/acrobaten) op in de Krijn Boon zaal van het Theater Rotterdam. Hun act is: ‘aCORdo’ wat Portugees is voor ‘gescheiden op kleur’. Het viertal gaat ons het leven laten zien in de favella’s in Rio de Janeiro. Zonder theaterlicht, zonder geluidboxen en zonder rekwisieten (alhoewel, op het laatst toch wel met rekwisieten) verbeelden ze het leven in de favella’s in Brazilië. Zonder woorden ook.

Ze liggen op straat tegen een muur te slapen op, naast en tegen elkaar. Ze zijn lief, zorgen goed voor elkaar ... maar tegelijk zijn ze ook alert. Er wordt geflaneerd, versierd, gevrijd, lol gemaakt … en als het noodlot toeslaat, dragen ze zelf hun eigen makkers ten grave.

Er vallen nogal wat slachtoffers in die favella’s. De performers verbéélden dat niet alleen. Ze sleuren òns, kijkers, ook fysíék Rio in. We worden flink te grazen genomen. In de favella worden we beroofd van onze kostbaarheden: mobieltjes, gouden kettingen, armbanden, ringen, paspoorten, tasjes, horloges, hoedjes, parfums en nog veel meer. Als makke schapen laten we ons strippen.

Uiteindelijk kunnen we onze spullen toch weer komen terughalen. Hoe? Dat verklap ik niet! Pittig in ieder geval! Als je de kans krijgt om ‘aCORdo’ nog te gaan zien? Zeker doen!

De vriendin met wie ik daar was, verbaasde zich er over, dat er kijkers waren, die vonden dat er wat te lachen viel. Misschien had ze het niet gehoord: ik was één van die lachers. Háár focus lag duidelijk op de raciale, sociale en territoriale ongelijkheid. Dat had haar ook bijzonder geraakt. Natuurlijk dààr ging het ook om. Dat greep me ook aan. Daarnaast hebben ik en mijn medelachers enorm genoten van de virtuoze, vaak hilarische wijze waarop de dansers hun aanwezigheid in de sloppenwijk aan ons showden.

De voorstelling was kort en zeer krachtig, drie kwartier. We hadden nog een hele avond voor ons. Op weg naar de Beurs kwamen we langs ijssalon Capri. Liesbeth had daar nog een gratis-Rotterdampasijsje met twee bolletjes tegoed. Die kans liet ze niet voorbij gaan. Ze is zò gek op ijs! Ik niet. Maar neem net als zij een oubliehoorn met twee amorette-bolletjes. Ze ziet dat ik het goed binnen kan houden. Zonder woorden.

zaterdag 5 oktober 2024

VAN DE POT GEPLEURD.

De dochter van mijn buurvrouw, Neel (79), is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Sinds Neel aan het kwakkelen is, neemt Ria (56) haar moeder heel veel werk uit handen.


Persoonlijk ben ik ben blij dat Ria ergens in Capelle woont en niet naast me. Maar héél erg veel verschil maakt dat eigenlijk ook weer niet want ook vanuit haar woonplaats Capelle is ze in Prinsenland bijna woordelijk te volgen.

Ze neemt nooit een blad voor haar mond. Buurvrouw Neel, die nu bijna tachtig is, had kort voordat het wat minder met haar ging het idee opgevat om een glazenwasser in te huren voor … ja, natuurlijk voor de ramen te zemen, logisch. Dat kost haar 15 euro voor twee grote ramen: eentje aan de voorkant eentje aan de achterkant.

Op mijn balkon ben ik even bezig mijn planten water te geven. Het had al een tijd niet meer geregend dus de plantjes hebben wel trek.

Ria, zit ook op het balkon, pal naast het mijne. Ze zit een sjekkie te roken. Zware van de weduwe … heerlijk ruikt dat. Ze kan me van daaruit zien zitten op mijn simpele balkonstoeltje maar ze kijkt om de een of andere reden altijd star de andere kant op. Ik zit rielekst mijn krantje te lezen.

Neel komt op het andere balkonnetje met thee aanzetten ‘lekker weertje , hè Rie?’ en ze gaat gaat vertellen wat ze denkt te gaan doen met het ramen zemen.

‘BEN JE HELEMAAL BEGODVERREDOMD? GEEFT ME HET TELEFOONNUMMER VAN DIE PAARDENLUL, DAN BELT IK HEM GELIJK AF, MA.’

Resoneert het in de wijde omtrek.

‘DIE 15 EURO HEBBIE VEELSTE HARD GENOEG NODIG VOOR JE VRETEN. DIE RAMEN KEN IK TOCH VOOR JE DOEN. GODVERDOMME!! DAT WEET JE TOCH WEL. JE BENT TOCH NIET HELEMAAL VAN DE POT GEPLEURD, MA?!

Van schrik liet ik m’n krantje uit mijn handen vallen. Ik las net iets over oudermishandeling. Maar daarvan was in dit geval in de verste verte geen sprake.

Neel zou ik pas een paar dagen later weer zien. Zij vertoont zich uitsluitend bij lekker weer op haar balkon.
‘Wat ging je dochter van de week tegen je tegen keer, Neel! Zou ik tegen mijn moeder niet durven’.

‘Ach ja, zo is Ria nu eenmaal, Jos! Ze doet ook zò veel voor me. Heel lief. Gisteren zei ze nog:
’Ik doet het allemaal zo graag voor jòù, ma. Jij ben ook altijd zo goed voor òns geweest.’

vrijdag 4 oktober 2024

ELK HUISJE ...

Op de markt liep ik Pedro tegen het lijf. We hadden een jaar geen contact meer gehad. Vòòr die tijd zagen we elkaar wekelijks: Nederlandse les. Hij was daarmee gestopt omdat hij het niet meer kon combineren met de zorg voor zijn vrouw. Rosa was dementerend. Haar toestand ging met de dag achteruit.


Pedro is een Braziliaan, die al vele jaren in Nederland woont. Zijn vrouw, de Nederlandse Rosa, heeft hij tientallen jaren geleden in Brazilië leren kennen jaren. De liefde heeft hem naar Rotterdam gevoerd.

Hij schrok van mijn nogal luidruchtig begroeting:

Pedro!!

Van schrik liet hij zijn boodschappenkarretje uit zijn handen vallen.
Hij raapte dat ding niet eens eerst op

‘Jos!!’

We omhelsden elkaar. Het voelde echt blij om hem na zoveel tijd, weer te zien.

‘Gaat het goed met jou, Pedro?’

Ik wacht niet eens op zijn antwoord en vraag gelijk naar Rosa.

‘Ik jou eerder moet bellen, Jos. Maar steeds weer ik veel druk met Rosa. Met jou praten over Rosa, voor jij niet echt leuk.’

Ik geneer me dat ik in het afgelopen jaar niks van me heb laten horen. Heb wel een paar keer aan hem gedacht. Dat wel. Vooral aan Pedro eigenlijk. Niet eens aan Rosa. Een paar keer maar.

‘Rosa nu twee weken verpleeghuis. Ik thuis alleen. Twee keer … elke dag ik naar verpleeghuis gaan. Slecht daar. Zes vrouwen, één kamer. Niks doen, niks zeggen, kijken, huilen, drinken, eten, gillen, soms plassen. Misschien ik Rosa daar weghalen. Ik zelf betalen ander huis ... beter huis.’

Pedro vraagt hoe het met mij gaat.

‘Tsja, Pedro, de meeste dingen gaan wel goed. Ik ben gezond, heb genoeg centjes, ik zwem, ben lekker bezig in de sportschool, fiets met mooi weer. Gestopt ben ik met zingen, wandelen en Samenspraak.
Ik heb een stel fijne buren (vooral buurvrouwen). Éen van hen is zo langzamerhand zelfs, zeg maar, een soort van vriendin geworden. Heel fijn’.
Heel verdrietig is de echtscheiding van mijn jongste zoon. Toen hij het me kwam vertellen moesten we allebei huilen. Mijn ex, mijn zonen, mijn schoondochters en mijn kleinzonen (van 8 en 11) we zijn er allemaal kapot van.

‘Zo heeft elk huisje heeft zijn eigen kruisje, Pedro’.

'We hebben elkaar, zo hier op de markt, veelste veel te vertellen. Vast en zeker ook allerlei leuks’, bedenk ik me:
‘Laten we binnenkort afspreken, Pedro. Wat eten, drinken. Oké?’

donderdag 3 oktober 2024

HETZELFDE LIEDJE (maar dan iets anders).

Om elf uur krijg ik Georgis (60) op de koffie. Hij is een Syriër. Een half jaar terug kreeg hij een Nederlands paspoort. Als een kind zo blij was hij daar mee. Op les trakteerde hij gevulde koek. Acht jaar is hij nu hier. Drie jaar deed ik Samenspraak met hem: een uurtje per week Nederlands praten.


In Syrië was hij hoogleraar scheikunde. Een slimme jongen. Rete handig ook. Maar een talenknobbel? Nou nee! Toen ik 74 werd stopte ik met Samenspraak. Ik heb het vijftien jaar gedaan. Met heel veel plezier. Vond het op een gegeven moment wel mooi geweest. Met drie van mijn oud-leerlingen ben ik vrienden geworden. Een daarvan is Georgis.

Nog maar nauwelijks is hij één stap in huis of ik hoor … ‘ohhh …’ hij kijkt meewarig van mij naar mijn spiksplinternieuwe koel-vriescombinatie …’0hhh, jammer Jos … Beko’. Hij heeft duidelijk met me te doen. Geen idee waarom. Mij slaat gelijk de schrik om het hart. Heb ik een kat in de zak gekocht voor bijna viereneenhalfhonderd euro?

‘Waarom vind je het jammer, dat ik een Beko gekocht heb, Georgis? ‘
‘…Beko …Turks!’

Dàn moest het me zeker in een slag allemaal duidelijk wezen?!

‘Syrië-mensen koel-vriescombinatie wil … dríé jaar góéd, dàn Beko … willen koel-diepvriescombinatie tíén jaar goed …. Syrië-mensen kopen Bosch … jij begrijpen, Jos ? Ik thuis koelvriescombinatie Bosch’, zei hij met een veelbetekenend lachje. Even kon ik hem toen wel voor zijn muil slaan … maar goed …. Ik hield me in ... we zijn tenslotte vrienden … ‘Koffie, Georgis?

Op de salontafel staan twee vruchtengebakjes. Het water loopt me in de mond. Georgis gaat op m’n rode canapé zitten. Duikt dan in zijn rugzak een doos Panzerotti all ‘amarena op en flikkert die naast de gebakjes. Voor mij. Hij hoeft ze niet meer terug. De plopjes slagroom in zijn mondhoeken verraden dat hij zit te smullen.
‘Lekker, Jos’, zegt ie met een mond vol origineel Hollands gebak.


Aanvankelijk oriënteerde ik me, wat de aankoop van een koelvriescombinatie betreft, alleen op A-merken. Altijd een paar honderd duurder dan het B – merk Beko. Een vriendin van me, ja echt, een vriendin , zei me: ’Waarom zou je zo’n dure Bosch kopen? Hoe oud ben je nou? Vierenzeventig’, antwoordde ze zelf. ’Nou, dan hoef je toch geen apparaat te kopen dat twintig jaar meegaat. Als je over vijf jaar de pijp uitgaat is die Bosch geen reet meer waard. Staat die peperdure koelvriescombinatie naast de vuilcontainer te wachten tot ie opgehaald wordt als grof vuil’.

Ook met mijn zoon had ik het er nog over. ‘Waarom in Godsnaam een A-merk voor de C-merken die je er altijd in stopt. Tweedehands vind je vàst een geschikt afdankertje voor die biertjes van jou. Op zo’n kringloop-diepvriescombinatie bespaar je gelijk honderden euro’s. ’t Zal me niks verbazen als je daarmee nog een jaar of drie kan genietent van je koele zwerversbier: Dorst!!

Biertje Georgis?
Nee dank je, Jos.