dinsdag 28 maart 2023

DE KORTROKS 3. MOEDERS WIL IS WET.

 Wij zijn het gezin Kortrok. In 1957 bestaat die uit mam, pap, twee jongens (Onno en Bob) en drie meisjes (Anna, Ada en Beb). In 1970 is de familie bijna uitgegroeid tot  een klein kindertehuis. Dan bestaan wij  uit pap,  mam, vijf meisjes en acht jongens.

Het bijzondere van dit grote gezin is dat er nauwelijks centjes worden ingebracht door pap, de kostwinner … niet omdat pap dat niet wil … of omdat pap het geld verbrast maar … omdat pap domweg te weinig kennis, te weinig diploma’s en te weinig flair in huis heeft om een goed betaalde baan te krijgen.  Desondanks is hij, op zijn zachtst gezegd, zo onnadenkend om mijn moeder onophoudelijk ‘vol met jong te stoppen’. Als verzachtende omstandigheid geldt voor hem, dat mam in dergelijke zaken wel heel erg dominant is … als mam ‘n kind wil dan komt dat er gewoon … pap kan dan op zijn kop gaan staan … maar dan gaat het gezegde op: ’moeders wil is wet’ … mam heeft me wel eens verklapt, dat ze ontzettend blij is met haar zwangerschap, als excuus om pap negen maanden bij haar uit de buurt te houden … (nou ja, zoiets zeg je toch niet tegen je zoon,  een jongen van dertien, nota bene?!). Mam is overigens altijd best positief. Ze ziet er niet tegenop een mondje meer te moeten voeden:  ‘komt tijd, komt raad’,  zegt ze altijd … raad die overigens verdomd weinig buikjes voedt.

Ik vind het belachelijk, hoor. Met zo'n hongerloontje als dat van pap moet je niet meer dan twee kinderen nemen. Zelfs dan zal het nog niet meevallen om rond te komen. Jaar in jaar uit liggen we aan de geeuwhonger maar eerlijk is eerlijk: dood gaan we er ook weer niet van. Dat dan ook weer niet.

Jezus Christus nog an toe!  Wat is dìt nu weer?! Zit ik net een beetje lekker te schrijven … Gaat die klote buurman Kok, van hier beneden op een radiator staan te beuken, terwijl ik hier rustig (maar toch diep) in mijn geheugen zit te graven over mijn in en in zielige leven in de vorige eeuw. Die tering-alcoholist. Tachtig keer is hij al opgenomen in de Hannah-kliniek, de plaatselijke  afkickkliniek voor verslavingszorg. Meneer loopt daar doodleuk weg en is vervolgens zijn buren wekenlang tot hemeltergende overlast. Reken er maar niet op dat die lamzakken van de Hannah hem weer als de donder komen oppakken. Het lijkt haast wel of ze daar blij zijn dat ie is opgerot. Zondagochtend om half elf staat Kok, weer eens  volkomen lam, met zijn gore onderbroek op zijn knieën, voor mijn deur.

’Ik heb toch een dorst, Onno’, (dat ben ik) ‘heb je misschien wat voor me liggen?’ De klootzak. Hij bedoelt natuurlijk te zeggen dat ie smacht naar een neut. Wat hij van mij kan krijgen en dat moet hij nu toch onder hand wel weten,  is een emmer koud water in zijn smoel en als hij met dit soort ‘grappen’ bij me blijft aan komen, dan krijgt hij een emmer kokend heet water over zijn kop. Die lul! Dan kan hij op het brandwondencentrum een paar weken afkicken. Weglopen is dan onmogelijk zolang de brandblaren voor zijn ogen zitten. Zo!!

maandag 27 maart 2023

DE KORTROKS 2. OP DE POF.

 Eén hele auto staat te glimmen in onze straat. Voor de deur van de winkel.  Daar staat de witte Peugeot (net een racecar) van de krenterige kristelijke kruimelkrimineel, tevens kruidenier  Henk de Porte. Potlood achter zijn oor; vetknobbel op zijn kin, vlakbij zijn oor. De vrouw van onze kruidenier is een wandelende vetknobbel, net als haar dochter Tanja.    Geen wonder, want moeder en Tanja stoppen met veel te grote regelmaat, etenswaren uit hun eigen winkel in het gapende gat onder hun neus. ’Mááááááá, mag ik wat pakken?’ zingt Tanja. Bij  menig klant van de Porte staat die vraag in het geheugen gegrift, met name de lijzige, lamlendige en tegelijk dwingende wijze waarop Tanja de vraag stelt.

Wij (Kortrok) moeten poffen bij de Porte. Poffen? Ja, poffen! Nú kopen en (veel) later betalen. Ik sta in die winkel. De Porte tilt zijn hoofd met een kort knikje iets omhoog … kijkt me vuil aan … zegt niets … wat hij, zonder woorden vraagt  is:

‘Wat mot je, jong, je zal wel weer geen geld bij je hebben? ’

‘Mijn moeder vraagt of u mij een kilo suiker en een pak koffie wilt meegeven … en … eh … wilt u het in het boekje opschrijven? 't Is voor Kortrok, meneer.’

'Kortrok’. De  Porte draait zich om. Zegt verder niks. Weegt de suiker af en pakt de koffie. ‘Zeg maar tegen je moeder, dat ik deze zaterdag een betaling van haar verwacht.’

Ik krimp ineen en zeg: ‘Ja, meneer, ik zal het tegen me moeder zeggen’.

Bij het afrekenen, drie maanden later overigens pas, blijkt de kilo suiker in het boekje van meneer de Porte anderhalve kilo te zijn geworden. Dat ene, destijds meegenomen pak koffie zijn er zomaar ineens  twee geworden. De fijn-katholieke meneer de Porte, lid van het kerkbestuur, heeft in de kerk blijkbaar ook een beetje leren toveren … tsja … ga drie maanden nadien nog maar eens twisten over een beetje suiker en wat koffie … bovendien kunnen we verder poffen bij hem dan wel schudden.  Zo  is die de Porte dan ook wel weer.

Tanja, is de vriendin van mijn  magere sprietzus Anna. Mam wil niet hebben dat ik Anna ‘magere spriet’ noem. Ze wil ook niet dat ik Anna ‘pissebed’ noem, hoewel ze toch wel mooi elke nacht haar bed nat zeikt.  Maar  het is niet alleen mijn magere spriet-pissebedzus Anna; ook mijn stoere zussie Ada … zo  ... die kan me ook flink in d'r nest zeiken, hoor,  on-ge-lo-fe-lijk. Als ze daarmee wat had kunnen winnen, was ze nou mooi binnen geweest.  En … gotte gotte God, wat stinkt het bij ons in huis. Met dank aan de zeikende zusters Kortrok, die zich overigens, geloof het of niet, hebben ontwikkeld tot de mooiste meiden van de straat! Tsja … het kan raar lopen. 

O ja, ik moet eigenlijk nog even uitleggen wie wij (de Kortroks) zijn; dat doe ik volgende keer dan wel.

Wordt vervolgd.

zondag 26 maart 2023

DE KORTROKS (1) EEN FOTO UIT 1958.

 Ik kijk naar een foto uit 1958. Het is Hemelvaartsdag. Dubbel feest vandaag bij de Kortrokjes:  Jezus is opgestegen ten hemel en mijn lieve, oudste zusje Anna, doet haar eerste heilige Communie. 

Ze heeft net  een knikker gepiekt in de richting van de pot. Het weer is zacht, hoogstwaarschijnlijk warm. Ik sta in mijn korte broek en wit overhemmetje gebogen over de pot om te zien of de knikker er echt in zit.  En inderdaad: hij is. Zij wint het potje. Ik speel even buiten met Anna.  Ik ben acht, zij is zes.

Het is dus feest vandaag. Anna is gekleed in het wit … een soort witte fee … een wit engeltje. Zij heeft vandaag haar eerste communie gedaan. De eerste communie, een belangrijk moment voor een katholiek meisje. De pastoor legt een hostie, een stukje slap brood, op de tong van het communicantje. Het stukje brood is door toverspreuken van de pastoor veranderd in een stukje lichaam van Christus. Het is op zes- a zevenjarige leeftijd, dat katholiek gedoopte kinderen voor het eerst in hun leven zo’n stukje lichaam van Christus mogen ontvangen. Een chique moment en daar horen chique kleren bij. Dresscode voor jongens: donker kostuum (korte broek mag); wit overhemd, vlinderstrik of stropdas. Dresscode meisjes: geheel in het wit.

Jongens hebben zonder uitzondering een stemmig (blauw/grijs) kostuumpje aan (met een korte broek; het is immers lente); verder een wit overhemd en een flikkerstrikje.

De jurkjes mogen kort of lang; als ze maar wit zijn. Anna ziet er prachtig uit! Ze draagt een schitterend wit jurkje, tot op de knie. Een petticoat eronder, waardoor de jurk een beetje wijduit staat. Grappig. Bijzonder zijn de grote witte tule strik in haar haar en de handschoentjes die tot haar ellebogen reiken.

Tegen de pui staan de fietsen, van onze visite. De voordeur staat open. De visite hoeft dan niet aan de bel te trekken en kan zo doorlopen naar boven. Veel visite op een dag als deze. Bijna alle katholieke familieleden  komen feliciteren, gebak eten, zuipen. Alle zussen en zwagers van ma en hun kinderen. Ma heeft ook wel een broer, Guus, maar die had zich al van kant gemaakt voor ik geboren werd.  Niet echt een Guus Geluk. Ik geloof dat het er mee te maken had dat hij homo was en zijn vader (mijn opa dus) had een stronthekel aan homo’s dus treiterde hij Guus  daar altijd mee.  Vreselijk … als het allemaal waar is … het fijne weet ik er ook niet van.  Opa en oma van mamma komen niet. Nooit! Oma kan haast niet lopen met in haar benen die grote wonden (grote gaten, noemt ma ze altijd). Opa komt niet, want  die vindt dat mijn vader een grote klootzak is, onder andere omdat hij zijn lagere school niet wil afmaken. Dus die màg van mijn moeder niet eens komen, want ze houdt niet van ruzie. Vandaag had opa trouwens best kunnen komen want pa is er toch niet, die zit nu voor zijn werk in Marseille; hij werkt op een cruiseboot.

De ooms en tantes en opa en oma van mijn vaders kant (de Kortrok-kant) zijn niet gelovig; ze snappen niet wat er zo feestelijk is aan het communiefeest. Dus blijven ze weg. Dat spaart weer drank en gebak. 

Wordt vervolgd

 

zaterdag 25 maart 2023

MAKKELIJK ETEN.

 Vandaag doe ik eens makkelijk: gebruik alleen maar ingrediënten, die al in huis zijn. In de groentebak liggen drie stronken witlof, die bijna verpieteren maar nog wel goed zijn. De witlof ruikt neutraal; zo hoort het ook. Wordt de witlof ruikbaar, dan is het de hoogste tijd om de stronk in de compostbak te gooien. 

Vorige week donderdag kocht ik zes slavinken; een aanbieding (1,99 euro) bijDirck (en dus niet bij DE Dirck).  Awel, ik had er vorige week maar twee nodig. Ik had er natuurlijk  vier, vijf  of misschien ook wel zes kunnen bakken maar dat deed ik dus niet. Het is niet eens in me opgekomen. Trouwens als ik wèl al die slavinken had opgegeten, dan had ik het voordeel van de gunstige aanbieding van Dirck gelijk weer teniet gedaan. Ik was misschien wel misselijk geworden van zes slavinken ... nou ja ... Neen, ik gebruikte er twee en stopte er vier in de vriezer. Voor een volgende keer dus. Wie wat bewaart heeft wat.

Om nu te voorkomen dat de vier slavinken aan elkaar vast zouden vriezen, besloot ik om twee plastic boterhamzakjes te pakken en in elk zakje twee slavinken te doen. Twee aan twee mogen ze van mij aan elkaar vriezen ... maar wel in twee aparte zakjes. Wel jammer van de verspilling van die twee boterhamzakjes. Ja, daar zit toch wel wat in, letterlijk en figuurlijk. Sinds ik niet meer dagelijks met een lunchpakket naar mijn werk ga, liggen die zakjes ook maar een beetje te verpieteren. Goed, dan  gebruik ik ze af en toe als diepvrieszakje ... nou ja, gewoon? ... het klinkt misschien raar maar het lijkt alsof de boterhamzakjes dat niet accepteren; alsof ze niet gebruikt willen worden als diepvrieszakjes.

Hoe kom ik daar eigenlijk bij?

Vijf van zeven zakjes gaan kapot als ik ze van de rol afscheur voor die vier slavinken; het lijkt potdorie wel of ze dat niet binnen willen hebben.

Maar goed, om een kort verhaal lang te maken: vandaag eet ik slavink nummer drie en vier. Wanneer de slavinken vijf en zes aan de beurt zijn om verorberd te worden, kan ik  nu nog niet zeggen.

Witlof, slavinkjes en aarzel, aarzel,aarzel ... ik wil het vandaag zo makkelijk mogelijk doen dus  ... ja, ik weet het al! Er staat nog een doos met zilveren zakjes Knorr aardappelpuree in de voorraadkast. Beetje jus erbij is wel nodig anders wordt het wat te droog.

‘Ho, ho, maak je het jezelf dan niet een beetje moeilijk?’

‘Dat neem ik op de koop toe; dan moet het gemak maar onder het lekkere lijden!’

Er is een toetje. En wat voor een. Een fruittoetje. Een heerlijk fruittoetje. Gemakkelijk! Want: gisteren gemaakt ... stoofpeertjes, mede door de veenbessen prachtig rood van kleur, heerlijk zoet met een vleugje kaneel. Straks koel geserveerd ... ik zit nú al te watertanden.

Jus: verhit boter, doe er een gesnipperd uitje en een teentje knoflook bij; dan een scheutje bier, gevolgd door een hels gespetter; scheutje Japanse soja (zoute), wat water ... en zet tenslotte het kookplaatje op de laagste stand. Oogt, ruikt en smaakt lekker die jus! 

Aardappelpuree is in drie minuten klaar.’ Tweehonderdvijftig milliliter water koken’, zo luidt het advies van Knorr; ‘de pureepoeder erbij, flink roeren en klaar is de puree’….maar er deugt niks van Knorr's advies. Wat aardappelpuree had moeten zijn, ziet er uit als  waterige blanke vla; puree, die je kan gorgelen dus. Misschien wel makkelijk maar niet de bedoeling. Ik verhit de puree in de hoop dat er nog wat verdampt voor ik aan tafel ga. 

Met slavinkjes 3 en 4  gaat het naar wens, ze zijn ontdooid, en liggen, gebruind, na een korte periode van grote hitte, nu op een lage temperatuur, wat te  sudderen in de koekenpan. 

‘De jus kan zal ook wel lekker smaken over de ‘vinkjes’,’ denk ik hardop.

Van sufgekookte witlof houd ik niet.  Ik eet witlof, hetzij rauw, hetzij knapperig. Met rauwe witlof hoef je natuurlijk helemaal niks te doen na het snijden. Knapperige witlof moet ongeveer acht minuten in de stoomkoker.

Ondanks wat tegenslag heb ik het in een half uurtje voor elkaar. Makkelijk dus en wat veel belangrijker is: het is lekker. Ik geef mezelf een dikke acht.

Lekker:

1.         slavinken drie en vier; niet te hard/niet te zacht gebakken; net goed

2.         witlof drie stronken; heerlijk knapperige groente

3.         jus; creatieve combinatie

4.         stoofpeertjes

5.         stoofpeertjes sap

 

Niet lekker: 

1.         Aardappelpuree  (gorgelbaar).

 

De einduitslag van deze maaltijd is 5 – 1.

vrijdag 24 maart 2023

KLEINE MANNEN (2).

Zijdelings heeft Professor Wubbels, na intercollegiaal overleg met zijn Hongaarse confrère , Treeg Sredliw, professor in de thermofysische geografie, vastgesteld dat hij, in tegenstelling tot één van de conclusies in een Russisch onderzoek, geen verband heeft kunnen leggen tussen ‘het steeds hinderlijker wordende gedrag' van kleine volwassen mannen en de opwarming van de aarde. Waarvan acte. Dáárachter kan de kleine man zich nu niet meer verschuilen.

Ik krijg, vooral uit de hoek van de kleine volwassen mannen, nogal eens het verwijt naar mijn hoofd geslingerd, dat ik gemakkelijk praten heb met mijn 1.98m en dat die lange mannen  óók niet allemaal de makkelijksten zijn. Een ongeluk zit natuurlijk niet altijd en niet alleen in het kleine mannenhoekje.

Inderdaad, dat klopt, doch getalsmatig is de overlast van de langere man te verwaarlozen. Het bezig zijn met dit vraagstuk wordt voor mij persoonlijk een klein drama. Ik heb namelijk twee kleine inmiddels volwassen kleinkinderen, een tweeling van  1.67m. Kleinzerig ben ik allerminst maar toch doet het me pijn. Ik ben dan wel bijna twee meter lang: maar ik heb maar een klein hartje. Ook mijn kleinkinderen zullen straks onder het nieuwe keiharde kleine mannen-regiem vallen ... en tsja ... ook hier geldt:  de goeden moeten onder de kwaden lijden.

Het probleem is acuut en moet met spoed worden aangepakt. De wil is aanwezig. De regering, de Tweede Kamer en ook het Openbaar Ministerie lijken bereid rücksichtslos op te treden met betrekking tot dit vraagstuk. Tot in de kleine uurtjes wordt overlegd over een actiepakket  ‘te nemen maatregelen’.

Het motto van de actie is: 'We krijgen ze wel klein.'

Her en der zijn al wat actiepunten genoemd.

-     meldplicht voor alle volwassen mannen onder de 1.68m. Alle media berichten hierover.

-     vorderen van een kleine honderd sporthallen, verspreid over het hele land en alle grotere voetbalstadions in Nederland. Hier wordt deze mannen tijdelijk geïnterneerd, geregistreerd, geïnventariseerd en wellicht ook nog gevaporiseerd (niet alle stadions zijn op dit laatste ingericht).

-     onder streng toezicht huisvesten in semipermanente woningen van jonge gezonde kleine volwassen  mannen; deze mannen worden ingezet voor het project: ‘Moderne Slavernij’. Het gaat hier voornamelijk om kleinschalige projecten, ten eerste het faciliteren van het GD-projekt' (zie later), ten tweede van de 'Zorg' en ten derde van het 'Milieu'. Na een korte scholing moeten die sterkere  mannen daar kunnen worden ingezet.

-    Voorbereiden en implementeren van het project 'Gedwongen Doneren'.

De minder gezonde kleine man valt, indien bruikbaar, onder het project: ‘Gedwongen Doneren’ (GD-project). Onze ziekenhuizen, nooit voor een kleintje vervaard,   staan voor een gigantische klus. Niet alleen het uitnemen van de organen van de kleine man maar ook het plaatsen daarvan bij patiënten voor wie ze zomaar van levensbelang kunnen zijn.

Toch staan veel langere patiënten sceptisch tegenover de ontvangst van 'zo'n orgaan'. In de brochure 'klein maar fijn' probeert het ziekenhuis de twijfels die er zijn weg te nemen.

-     Zorgdragen voor een zinvolle bestemming van de  zwaar verminkte of overleden kleine man. De verwachting is immers, dat na de gedwongen donatiefase, het restlichaam van het mannetje niet levensvatbaar meer zal zijn.

Een zinvol einde van de kleine man.

Het project 'zinvol einde,’ levert voorstellen voor het zo effectief mogelijk benutten van de lichamelijke overschotjes. (hierna volgen enkele mogelijkheden.) 

-     Aanbieden van rest-lichaampjes aan stammen menseneters in Afrika en Nieuw-Guinea. Ook in Klein-Azië wordt nog naar een zinvolle bestemming gezocht.(Voor koeling wordt zorggedragen.)

-     Aanschrijven van dierentuinen en safariparken. Deze instellingen kunnen nog in min of meer goede conditie verkerende mannetjes inzetten als ‘op te jagen wild'. In goede conditie verkerende krokodillen, leeuwen, tijgers en wie weet nog andere roofdieren, misschien ook wel roofvogels, zullen deze kleine dwingelandjes met liefde opjagen en verorberen.

-    Ze voeren aan aaseters, waaronder hyena's en gieren. Mochten onverhoopt deze aaseters ontevreden zijn over het gebodene dan kan ze voorgehouden worden:  'wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.'

 -   LevenIoze mannetjes in zee dumpen boven haairijke gebieden.

 -   Ze cremeren als een ander zinvol einde niet meer haalbaar is.

Nog wat aanbevelingen:

-     Voor het werkelijk welslagen van deze operatie is het noodzakelijk dat hier de grenzen gesloten worden voor de allochtone volwassen kleine man en zijn zonen. Het hoeft allemaal niet halsoverkop; het kan ook in kleine stapjes.

-     Alle kleine vrouwen en hun dochters zullen gesteriliseerd moeten worden.

Naar schatting zal Nederland, in een kleine vier jaar, 'kleine mannen vrij' zijn. Het wordt hier dan ongetwijfeld een stuk prettiger toeven. Het klinkt misschien allemaal wat hardvochtig, gewelddadig, wreed en dat is ook goed! Deze zaak is absoluut geen klein bier! 

donderdag 23 maart 2023

KLEINE MANNEN (1).

Om nu te zeggen dat het in Nederland slecht toeven is: ‘Nee, dàt beslist niet!’ Over het algemeen gezegd, hebben we het hier wel goed. Minder bedeelden uit andere landen komen niet voor niets zo graag deze kant op. Dat zouden ze beslist niet doen als het hier armoe troef zou zijn. Kortom: er komen talloze instromers, die een graantje van onze welvaart meepikken. Onder die vele instromers van diverse pluimage zit, volgens professor Okkie Wubbels, etno-geograaf aan de Universiteit van Groningen ook een groep kleine volwassen mannen (mannen onder de 1.68 m.) niet zijnde chondroblasten (dwergen, lilliputters).

De laatst jaren worden, met name uit de grote steden, geluiden opgevangen van bewoners over kleine ergernissen, die steeds vaker uitgroeien tot gevoelens van boosheid over misdragingen van deze kleine volwassen man, ongeacht of deze nu autochtoon of allochtoon is.

Om misverstanden te voorkomen wil professor Wubbels hier nog uitdrukkelijk vermeld hebben, dat de groep kleine vrouwen (onder de 1,68m)nog nooit voor enige overlast heeft gezorgd. 

Waarom is tegen deze groep kleine mannen tot op heden nog zo niks ondernomen?

De minister van Binnenlandse Zaken, die tegenwoordig net als iedereen op de kleintjes moet letten,  heeft Professor O. Wubbels de opdracht verstrekt eerst eens een low budget onderzoek te doen naar de aard van deze overlast, alvorens tot maatregelen over te gaan. Het resultaat is schokkend te noemen: de kleine man (KM) wordt door deelnemers aan het onderzoek genoemd als: 

Streber, valsspeler, druktemaker, vechtersbaas, oproerkraaier, machtswellusteling, dwingeland, bluffer, elleboogwerker, haantje de voorste,  gewelddadig.

Van de ‘onderzoeksgroep’ blijkt 80% autochtoon en 20% allochtoon te zijn, wat overeenkomt met de hier te lande normale verdeling autochtoon - allochtoon. Geen sprake is er derhalve van een allochtonenprobleem. Heel opvallend is een van de uitkomsten van dit onderzoek, dat deze kleinen vrijwel altijd alleen opereren. De overlast die ze veroorzaken is omgekeerd evenredig met hun lengte.  Vele kleinen maken één grote geldt ook binnen dit vraagstuk.

De bezettingsgraad van onze ziekenhuizen in de onderzochte gebieden lag vijf jaar geleden, voordat het KM-vraagstuk zich aandiende, 13% lager.  In psychiatrische verpleeghuizen is de uitkomst veel schrikbarender: daar was de bezettingsgraad 20% lager! Ook het ziekteverzuim in de bedrijven is ten gevolge hiervan gestegen. Het ziekteverzuim was 5,4% nu, vijf jaar later 9,1%. In alle voornoemde gevallen is er een duidelijk verband geconstateerd met de toename van het aantal KM’ers in woonbuurten en bedrijven.

Het is, zo mag uit het onderzoek van professor O. Wubbels wel worden geconcludeerd: het is niet zomaar een kleine groep in onze samenleving. We hebben het hier over ruim één miljoen volwassen mannen, kleiner dan 1.68 m. , die voor geen kleintje vervaard zijn en waar onderhand ruim 90%  van de Nederlandse bevolking al eens meer of minder last mee heeft gehad. Zowel geestelijk als lichamelijk.

 

(wordt vervolgd) 

woensdag 22 maart 2023

KLEURRIJK (2).

Ik kan het niet nalaten om nog even een kijkje te nemen bij het stadhuis.

Niet iedereen is meegegaan naar de trouwzaal. Als ik  me goed herinner kunnen er ook niet zo veel mensen in die zaal. De eerste bruiloftgangers komen trouwens  al weer naar buiten. Dat is niet eens zo raar want we zijn inmiddels een half uurtje verder.

Naast de ingang van stadhuis zie ik die zonderlinge man van zoëven de trap oplopen … zijn lange regenjas heeft hij niet meer aan … het regent ook niet meer. 

Blanke man, grijze baard: opvallend hier tussen de overwegend donkere mensen hier. Ook qua kleding is hij duidelijk een dissonant. De kleding van deze man is in vele opzichten paradoxaal te noemen. Van boven: wit overhemd, stropdas, colbert en een hoofddoekje. Van onderen: rode Nikes, geitenwollen sokken en een opvallend kleurrijke slobberbroek, iets te kort voor een lange, iets te lang voor een korte broek.  Onder het hoofddoekje pluizen warrig  grijze haren. Met zijn baard zou hij model kunnen staan voor Kapitein Iglo.

Het zojuist getrouwde paar treedt breed lachend kinderen tegemoet, die op het bordes  rijstkorrels en confetti op het stel laten neerdalen. De musici spelen ’Daar komt de bruid’ en hun kennissen ‘tatatatatataën’ dit lied uit volle borst mee.

De baardman bukt zich over zijn tas en rommelt er wat ik. Met in zijn hand een donker voorwerp,  staat hij in twee grote stappen, voor het kersverse echtpaar. Van dichtbij nu vuurt de baardman grote rode verfklodders af op het geshockeerde stelletje. Verfklodders  uit een paintballwapen! Vervolgens besmeurt hij zichzelf met het laatste beetje rode verf.  Surveillerende politieagenten en door het bruidspaar ingehuurde veiligheidsfunctionarissen, arresteren hem en voeren hem af naar het nabijgelegen politiebureau.

Op de pc van de baardman valt weinig te ontdekken. Veel onnozele schrijfsels en veel paintball - exercities. Allemaal op zijn zolder. Video-opnamen vertonen hem druk in de weer met  ‘paintballen’. Onder het slaken van oerwoudkreten beschiet hij posters van sterren, doorgaans zwarte sterren, als Opprah Winfrey, Aretha Franklin, Eddy Murphy en Denzel Washington. De enige uitzondering daarop is de witte Vader Abraham, die hij de laatste drie weken regelmatig onder ‘onder vuur’ heeft genomen op zijn zolder.

Mensen schrik aanjagen is  duidelijk een obsessie van de baardman.

Tegen de man en vrouw, die vandaag trouwden, verklaart de baardman geen enkele rancune te koesteren. Het stel is  gewoon op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats. In de Antilliaanse gemeenschap, heerst, geheel begrijpelijk, grote verontwaardiging over deze actie; de gemeenschap ziet in deze actie:

‘het zoveelste bewijs van de verregaande minachting jegens een voormalige groep landgenoten, die  tot op de dag van vandaag in onbeveiligde toestand heen en weer geslingerd blijft worden tussen hoop en vrees; onophoudelijk en onacceptabel!’ Aldus citaat uit het dagblad ‘De Hollandse Antilliaan’.

Door die krant te lezen weet ik nu ook waarom  er zoveel bekijks was bij die huwelijksvoltrekking in het Rotterdamse Stadhuis?

Het zijn twee grote Antilliaanse tv-persoonlijkheden die vandaag trouwen. Sidney Salditch en Amanda Virtensin.  In Nederland  zijn ze nauwelijks bekend. In de Antillen vormen ze het  razend-populaire  presentatie-duo van de Antilliaanse variant van ‘Opsporing Verzocht’. Vandaar ook dat ze zo vaak in Nederland te vinden zijn.

Hoe vergaat het de baardman? De man heeft er flink voor moeten boeten. Hij staat na de schadeloosstelling van 25.000 euro voor dat bruidspaar flink in het rood.  Naast het levenslange paintball-verbod, kreeg hij nog een werkstraf opgelegd: twee weken graffiti verwijderen bij Pro Rail. Daarna krijgt hij meteen ‘levenslang’ sociaal asiel in een Benedictijnenklooster  in Rochefort du Gard in Zuid-Frankrijk.