Posts tonen met het label sloot. Alle posts tonen
Posts tonen met het label sloot. Alle posts tonen

zaterdag 15 november 2025

FEUILLETON.

Wordt dit blog niet zo langzamerhand een soort feuilleton over een beetje bij beetje dementerende stukjesschrijver? De inkt van mijn laatste verhaaltje was nog niet eens opgedroogd. Ik was daarin op zoek naar het urinoir van de bioscoop waar ik kind aan huis ben. Het spoor raakte ik volledig bijster en ik veroorzaakte overlast voor tientallen filmkijkers. Nog geen dag later overkwam me wederom iets ontregelends. 

Ik ben op weg naar vriendin Tonia, die ongeveer vijftien minuten lopen bij me vandaan woont. Het is een leuk gevarieerd wandelingetje. Met boompjes, grasperkjes, boompjes en slootjes. Het zit er vol met waterkippen. Onderweg realiseer ik me dat ik haar huisnummer niet heb. Ik  ga vandaag voor het eerst bij haar op bezoek. Ik bel haar ff. Terwijl ik haar nummer intik, struikel ik over een ongelijk liggende stoeptegel.

Ik zie dat mijn bril een paar meter voorwaarts gekatapulteerd wordt en mijn mobieltje uit mijn hand vliegt. Ik kom hard op mijn borstkast terecht. Mijn handen en knieën voorkómen dat ik met mijn kop op het trottoir knal. Godzijdank zijn bril en mobieltje niet in de sloot naast het voetpad geplonsd.

Ik sleep me naar mijn bril en mobiel. Overeind komen lukt niet. Geen kip hier  … hoewel, nu gelukkig wel. ’t Is geen kip maar een lieve Surinaamse jongeman. Hij kijkt me verbaasd aan en vraagt dan wat er is.

‘Ik ben gevallen en ik kom niet overeind.' zeg ik. 'Wil je me een handje helpen?’

Dat doet hij.

‘Nog een fijne dag verder’, zei hij en vervolgt zijn weg.

Ik sta daar nu wel langs die sloot, maar of ik kan lopen? Geen idee.

Met bloedende handen, vingers, knieën, protesterende knieën en ribben, moet ik toch Tonia  bellen voor haar huisnummer. Ik bereid haar er alvast op voor in wat voor toestand, bijna strompelend, ik straks bij haar aanbel. 

Ze staat me, om voor mij nog steeds onduidelijke redenen, lachend bij huis op nummer 49 op te wachten. Misschien heeft het er mee te maken, en daar weet ik niks van,  dat zij EHBO’ster is en dat ze het fijn vindt om me te helpen. Hoe dan ook, Tonia kwijt zich uitstekend van haar taak. (Schaaf)wonden worden ontsmet, pleisters geplakt en gaasjes gelegd. Heel toegewijd en zorgzaam doet ze dat.

Aan het eind van mij bezoek, wil ze me ook nog eens naar huis brengen met haar auto (3 minuten rijden). Dat vind ik overdreven. Dat kleine stukje kan ik, weliswaar strompelend, wel lopen.

zondag 27 juli 2025

LIEGEN

 Misschien best leuk om es naar Blijdorp te gaan. Kost geen drol met de Rotterdampas.Ik ga niet alleen. Met Dea, denk ik. Al een tijdje niks met haar gedaan. Ze is dol op dieren. Of ze een Rotterdampas heeft weet ik niet. Wordt wel een dure grap als ze die niet heeft. Betaalt ze de hoofdprijs. Begint ze niet aan. Zo breed heeft ze nou ook weer niet. Ik ga haar bellen.

Ze heeft die pas niet. Bovendien vindt ze ‘dat hele Blijdorp’ zwaar kut. Al die gefrustreerde beesten in kooien en bezopen lullige buitenruimtes. Neen, dan gaat ze veel liever ‘op safari’ in de Beekse Bergen: met een auto langs de loslopende  dieren rijden. 

Dát vind ik juist eng! Fijn in Blijdorp, die afstand tot de dieren door prikkeldraad, hekwerk, agressief groen,  een brede sloot of zoals bij die haaien in dat superaquarium,  door dat dikke glaswerk.

Maar, ze heeft er gewoon geen zin in. Dat merk ik al gelijk aan haar reactie. Nee, het is niet Blijdorp of safari. Ze heeft er absoluut geen zin in om met mij, waar dan ook maar naar toe te gaan.

’t Wordt uiteindelijk brunchen op de Witte de With. Op zich lekker en gezellig. Vond ik. Maar op een gegeven moment norst Dea: ’Ken je nou niet es even ophouwen met  dat gezeik over die exen van je?!' 

Daar heeft ze wel een punt. Ik draafde maar door. Mijn eerste ex had ik zoëven tè lang en tè hoog, op zitten hemelen: ‘Ze was zó goed in tekenen, in schilderen, in zingen en in viool spelen ... echt héél goed in alles.

Over mijn tweede ex heb ik eigenlijk alleen maar verteld hoe ongelooflijk ze kon liegen. Ze kon liegen alsof het gedrukt stond. Na een best wel gezellig potje neuken vroeg ik haar, een beetje lomp, dat geef ik grif toe, wat voor kleur schaamhaar ze had, toen ze nog een jonge meid was. Nu grijs, dat zag ik zo wel naturlijk.

‘Dat weet ik echt niet meer, hoor’, loog ze. Jaren later onder de douche versprak ze zich. Met enige trots, of  was het ijdelheid (?), wees ze: ‘Daar had ik vroeger een flinke bos zwart schaamhaar.’ Maar vervolgens toegeven, dat ze eerst had zitten liegen tegen me?  Welnee!! Zoiets vergeet je toch zeker niet: de kleur van je schaamhaar?! Dat maak je mij niet wijs.

Het heeft gesmaakt. Ik vraag de rekening en één cappuccino. Dea  zit vol.

‘Oké  Dea. Geen woord meer over mijn exen. Van de drie vrouwen in mijn leven ben jij veruit het lekkerst in bed … maar, eh, ja eh, het maakt op zich natuurlijk helemaal niks uit en …..ik durf het je ook bijna niet te vragen maar eh … wie heeft jou eigenlijk ontmaagd?’

Ik vermoed, dat Dea mij daarom al een tijdje op afstand houdt.