Posts tonen met het label Rotterdampas. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rotterdampas. Alle posts tonen

zondag 27 juli 2025

LIEGEN

 Misschien best leuk om es naar Blijdorp te gaan. Kost geen drol met de Rotterdampas.Ik ga niet alleen. Met Dea, denk ik. Al een tijdje niks met haar gedaan. Ze is dol op dieren. Of ze een Rotterdampas heeft weet ik niet. Wordt wel een dure grap als ze die niet heeft. Betaalt ze de hoofdprijs. Begint ze niet aan. Zo breed heeft ze nou ook weer niet. Ik ga haar bellen.

Ze heeft die pas niet. Bovendien vindt ze ‘dat hele Blijdorp’ zwaar kut. Al die gefrustreerde beesten in kooien en bezopen lullige buitenruimtes. Neen, dan gaat ze veel liever ‘op safari’ in de Beekse Bergen: met een auto langs de loslopende  dieren rijden. 

Dát vind ik juist eng! Fijn in Blijdorp, die afstand tot de dieren door prikkeldraad, hekwerk, agressief groen,  een brede sloot of zoals bij die haaien in dat superaquarium,  door dat dikke glaswerk.

Maar, ze heeft er gewoon geen zin in. Dat merk ik al gelijk aan haar reactie. Nee, het is niet Blijdorp of safari. Ze heeft er absoluut geen zin in om met mij, waar dan ook maar naar toe te gaan.

’t Wordt uiteindelijk brunchen op de Witte de With. Op zich lekker en gezellig. Vond ik. Maar op een gegeven moment norst Dea: ’Ken je nou niet es even ophouwen met  dat gezeik over die exen van je?!' 

Daar heeft ze wel een punt. Ik draafde maar door. Mijn eerste ex had ik zoëven tè lang en tè hoog, op zitten hemelen: ‘Ze was zó goed in tekenen, in schilderen, in zingen en in viool spelen ... echt héél goed in alles.

Over mijn tweede ex heb ik eigenlijk alleen maar verteld hoe ongelooflijk ze kon liegen. Ze kon liegen alsof het gedrukt stond. Na een best wel gezellig potje neuken vroeg ik haar, een beetje lomp, dat geef ik grif toe, wat voor kleur schaamhaar ze had, toen ze nog een jonge meid was. Nu grijs, dat zag ik zo wel naturlijk.

‘Dat weet ik echt niet meer, hoor’, loog ze. Jaren later onder de douche versprak ze zich. Met enige trots, of  was het ijdelheid (?), wees ze: ‘Daar had ik vroeger een flinke bos zwart schaamhaar.’ Maar vervolgens toegeven, dat ze eerst had zitten liegen tegen me?  Welnee!! Zoiets vergeet je toch zeker niet: de kleur van je schaamhaar?! Dat maak je mij niet wijs.

Het heeft gesmaakt. Ik vraag de rekening en één cappuccino. Dea  zit vol.

‘Oké  Dea. Geen woord meer over mijn exen. Van de drie vrouwen in mijn leven ben jij veruit het lekkerst in bed … maar, eh, ja eh, het maakt op zich natuurlijk helemaal niks uit en …..ik durf het je ook bijna niet te vragen maar eh … wie heeft jou eigenlijk ontmaagd?’

Ik vermoed, dat Dea mij daarom al een tijdje op afstand houdt.

 

dinsdag 25 juli 2023

MIJN SLEUTELBOS.

 

Die aansteker, die cigaretten, daar gaat het niet om. Veel verontrustender is het dat mijn sléútelbos, úit het gat in mijn broekzak, via de Erasmusbrug, de Maas in is gevallen ……tenminste …..die zou de  Maas in gevallen zijn, als er niet toevallig een bootje voer op de plek Ik hoop niet dat iemand die sleutels op zijn kop gekregen heeft want dan is tie nog niet jarig … en ik ook niet trouwens  … hoewel ik er eigenlijk niks aan kon doen. Misschien kan ik t.z.t. een beroep doen op mijn WA-verzekering.

Ik weet me geen raad nu. Ga ik het redden om op tijd bij de aanlegplaats van het bootje te zijn? Die sleutels móé ik echt hebben. Het is de enige sleutelbos die ik heb. Ik heb niemand een reservebos gegeven. Niet uit wantrouwen ... ik heb er nooit bij stil gestaan.

Ik houd mijn blik gericht op het bootje en zet het op een rennen, de Zwaan af in de richting van het Centrum. Als ik nou een huurhuis had, zou de huisbaas wel reservesleutels voor me hebben; weinig kans nu. Ik breek m’n nek bijna over een Cola-blikkie … met zwiepende armen houd ik me nog net staande. Af en toe werp ik een blik naar links; ik zie het bootje langzaam naar de kade varen. Eer het bootje kan aanleggen, zijn we alweer een half uurtje verder. Er ligt namelijk een aantal rondvaartboten in de weg, waar omheen gevaren moet worden. Ik heb minimaal een half uur nodig; als het een beetje meezit kom ik gelijk met het bootje aan. Ik hoor een ambulance naderen … even houd ik mijn vaart in. Hij rijdt door tot aan de eerste vrije aanlegplaats langs de Kade. Met zwaailichten blijft de ambulance langs het water staan. Ik ben ondertussen weer gaan rennen ….. ben behoorlijk moe …….. het zweet gutst van mijn hele lichaam. Het is de hele dag al stikbenauwd.

Onderaan de brug ga ik links, over het Willemsplein, naar de ambulance. Ik moet  langs de Spidoboten en de talloze toeristen die Rotterdam komen bewonderen: ‘Effe weg wezen, nou!!’ Hard lopen hier kan haast niet. Keer op keer staat een Rotterdampas-figuur in de weg …. die gratis een heel half uur lang wil meevaren met de Spido. ‘Opzij! Opzij! Opzij!’

Het bootje vaart nu naar de kant. Ik ben er bijna, de mensen op het bootje zwaaien licht paniekerig richting ambulancepersoneel, dat staat te popelen om het bootje op te springen … eerst afmeren. Ik kom aangehold; ben er bijna. 

Onrustig gebarend roepen passagiers van het bootje: ‘Hierheen, vlug, kom gauw, schiet op.’ De ambulancebroeders gaan aan boord, daar ligt een man met een bloedende hoofdwond … maar wàt zie ik achter die man in de boot liggen?? Mijn sleutelbos! Ik spring ijlings op de boot, pak mijn sleutels en ren de Erasmusbrug  weer op.  

In alle drukte vergeet ik helemaal om me om het slachtoffer te bekommeren. Maar ach, wat is het nou alles bij elkaar? Een beetje bloed. Valt toch best mee?! Had slechter kunnen aflopen. Het belangrijkste is toch dat ik mijn sleutelbos weer terug heb, nietwaar?