Twee pestapies uit de smalle, duistere Brederodestraat in Spangen: de broertjes Sjakie en Ferdinand. Sjakie is twee jaar ouder dan ik. Ik ben 11.Hij is sterk en heeft een argwanende oogopslag. Eerlijk gezegd heb ik nog nooit last met hem gehad. Ik ben namelijk zo hypocriet om hem altijd zijn zin te geven, omdat ik bang ben om ruzie met hem te krijgen. Wil tie mijn bal, dan krijgt ie mijn bal, wil tie mijn step, dan krijg tie mijn step, wil tie geld van me, dan geef ik hem geld. Daar staat tegenover dat hij me altijd helpt als het nodig is. Ik ben niet zo’n krachtpatser. Zo gaat Peter van der Tol, die al 14 is, er op een dag zo maar ineens op mijn fiets vandoor. Als ik dat zie gebeuren ren ik met veel kabaal achter hem aan. Ik moet mijn fiets terug! Gelukkig is Sjakie dan in de buurt . Die hoeft alleen Peter maar even aan te kijken of hij komt met de staart tussen zijn benen mijn fietsje terugbrengen.
Sjakie doet eigenlijk
nooit zo veel met de anderen jongens in de straat. Hij heeft wel een paar vriendinnetjes: Rietje, Thea en Dini. Daar speelt
hij wèl mee. Zo af en toe, als zijn
moeder aan het werk is, opent Sjaak zijn
huisdeur en wipt hij vlug naar binnen met een van die meisjes. Zijn broertje
weet dan dat hij moet opletten of de kust veilig blijft.
Sjaak kijkt meestal de kat uit de boom. Ferdinand, die precies
weet hoe sterk zijn broer is, is een ordinair lefgozertje. Een ondeugende mannetje. Een wat
oudere buurvrouw, zwarte Lenie (ze heeft zwart haar) weet daar alles van. Steevast
als Ferdinand uit school komt, gaat hij hard op haar deur staan rammen en
schreeuwt: ‘Dikke tieten, dikke kont, dikke tieten, dikke kont!’ om vervolgens
op zijn dooie akkertje naar zijn eigen huisdeur te lopen, zo’n twintig meter
verderop. D ie vrouw wordt dat dagelijkse geziek spuugzat. Ze komt furieus naar
buiten stormen … waarschijnlijk weet ze het zelf niet maar ze loopt in haar
blootje . Haar billen en borsten zijn inderdaad behoorlijk groot. Spiernaakt gaat
ze achter Ferdinand aan …. Maar die is razendsnel …. hij zit op atletiek … loopt de 100 meter in 14 seconden … een toptijd. De vrouw heeft geen enkele kans. Ze geeft het al snel op … en loopt terug
naar haar huis. Zo veel als mogelijk bedekt ze haar edele delen … ze
moppert en scheldt op dat rotjoch, dat haar steeds weer treitert. Haar buren,
van wie sommigen naar buiten zijn gekomen en
enkelen uit raam hangen, lachen besmuikt. Haar ontgaat alles nu, zo is ze met zichzelf
bezig. Ze heeft niet in de gaten dat Ferdinand
bij zijn voordeur staat. Haar deur staat nog open. Ze stapt naar binnen
en gooit met smak de deur dicht.
Ik heb medelijden met die vrouw. Ik vind het ook helemaal
niet leuk wat Ferdinand doet. Die vrouw is maar alleen … een makkelijk
slachtoffer. Ik wou dat ik tegen Ferdinand durfde te zeggen, dat hij daarmee
moet ophouden maar dan wordt hij vast boos op mij, haalt hij Skakie erbij en dan
ben ìk straks de lul. Laf hoor.