woensdag 6 november 2024

STEEDS RECHTSER.

In steeds meer landen kiezen mensen voor (ultra)rechtse politieke partijen. Vandaag krijg ik te horen, dat de kiesgerechtigden van de Verenigde Staten, een van de grootste wereldmachten, vrijwillig stemmen op de Republikeinse presidentskandidaat Trump. Een man die zich gedraagt als een potentiële dictator en zijn land in de tijd terug dreigt te werpen.

Hoe kunnen weldenkende mensen op zo iemand stemmen? Hij toont zich xenofoob, is tegen abortus, pro-Poetin, anti-NAVO, en anti-lhbti. Hij wil migranten deporteren en verzet zich tegen gendergelijkheid, vrouwenrechten en de rechten van trans- en homoseksuelen.

Hoezo weldenkend? Laten Amerikaanse kiezers zich wel leiden door weloverwogen keuzes? Zijn ze vergeten dat Trump, vier jaar geleden toen de Democraat Joe Biden de verkiezingen won, een staatsgreep probeerde te plegen, omdat hij de uitslag niet wenste te accepteren?

Niet alleen de Verenigde Staten, maar ook landen als Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Portugal, Spanje, Polen, Zweden, Italië, Oostenrijk, Georgië, Servië, Hongarije, Moldavië en Argentinië bewegen zich sterk naar (ultra-)rechts. Verontrustend.

Ik beschouw mezelf als sociaal, humaan. Ben lid van de SP. Ik vind het leven in Nederland moeilijk onder een regiem dat steeds minder kiest voor medemenselijkheid. De rechtsstaat wordt aangetast en het eigen volk komt bij deze regering altijd op de eerste plaats. Mededogen en hulp voor mensen in nood … in oorlog, bij hongersnood of klimaatrampen; het ìs er niet meer bij extreem-rechts.
De ultra-rechtse politici doen de kiezer allerlei beloftes om hun stemmen te winnen, maar ze komen die beloftes nooit na.
Ik hoop dat de kiezers die rechts gestemd hebben, de valse beloftes zullen doorzien en de ‘veel belovende’ politici uiteindelijk zullen afstraffen.

dinsdag 5 november 2024

WIE ANDERS?

Ik ben helemaal in de war als ik wakker word. Heb raar gedroomd. Waarover weet ik niet eens meer. Maar die paar haren van mij zijn drijfnat en … ik heb in mijn bed gepiest. Godverdomme. Alweer! Een paar maanden terug óók al. Toen was het nog een lekker temperatuurtje, half april. Ik had mijn hoeslaken, mijn dekbed en mijn dekbedovertrek onder gezeken. Godzijdank had ik er toen al een waterdicht laken onder liggen. Moest ik met dat dekbed naar de stomerij. Zeventien euro kostte dat grapje nog. Moet ook niet elke nacht gebeuren.


Deze keer is de schade beperkt gebleven. Ik had in mijn onderbroek liggen pitten. Alleen mijn onderbroek en het hoeslaken moeten dus gewassen worden. Die kan ik net zo goed in mijn eigen wasmachine proppen. Lekker zeg! Om zo oud te worden.

In het donker, met die natte troep op weg naar de wasmachine struikel ik in het halletje bij de douche ergens over. Het blijkt mijn bureaustoel te wezen. Die staat daar normaal op zijn vier pootjes. Ik val met mijn buik op een van die stoelpoten. Gelukkig dat ìk niet zwanger ben, denk ik. Wat is dat voor een stomme gedachte, zeg! Dat kàn toch ook helemaal niet, ik kàn toch als man helemaal niet zwanger worden. Maar … waar die associatie vandaan komt weet ik wel, hoor.

Mijn moeder was zeven maanden zwanger van mijn broertje. Toen viel ze met haar buik op een stoelpoot ... daarop kreeg ze een miskraam en dat broertje van me kwam toen geestelijk gestoord op de wereld. Door die stoelpoot natuurlijk.

Als ik het licht aan heb, kan ik mijn ogen haast niet geloven. Boeken zijn uit de kasten gerukt en over de woonkamervloer gegooid. Planten zijn omgegooid. Zelfs de grote stekelige christusdoorn. De toiletborstel ligt naast de vernielde borstelhouder op de wasmachine. Handdoeken zijn her en der in de badkamer neergekwakt. ’t Is een afschuwelijke puinhoop.

Mijn voeten doen pijn. Ze bloeden. Vooral mijn rechtervoet. Ik ben rechts. Mijn voeten zitten vol met van die gemene christusdoorn-naalden. Die plant heb ik waarschijnlijk zelf omgetrapt … misschien heb ik die héle rotzooi hier wel zelf aangericht in mijn slaap?

Ja, wie anders?

maandag 4 november 2024

VERRASSENDE WINNAAR.

Het was geen drie maal scheepsrecht voor Leo de Boer maar uiteindelijk leverde de vierde keer hem het gewenste succes op: heel verrassend greep hij de zege in de marathon van New York. Leo de Boer, de Nederlandse winnaar liep een droomtocht door New York.


Ogenschijnlijk komt Leo zo fris als een hoentje over de finish in Central Park: 2.07.39.De allereerste keer dat hij hier liep rekende hij zichzelf al tot de potentiële winnaars. Verder dan een derde plaats wist hij toen niet te komen.

Vaak zat het hem tegen, kramp, last van zijn hamstrings, maagklachten. Ook de stad New York vond Leo maar niks. Te druk, te veel lawaai. Maar eens moest het toch eens lukken. Een ton kon Leo, met tranen in zijn ogen, meenemen naar Nederland.

Een vreemde ervaring voor hem was de geringe publieke belangstelling in die eerste kilometers. Naar mate de loop vorderde nam dat snel toe. Het stijgingspercentage gaat langzamerhand omhoog; het gaat harder waaien. Alle favorieten blijven echter bij elkaar. Leo zorgt er wel voor dat hij voorop loopt.
Zo tegen de twaalfde kilometer, in de buurt van de Verrozzano-brug, demarreren enkele lopers, maar Leo haalt hoogstpersoonlijk de vluchters terug.

De marathon is halverwege: bij de Queensboro-brug. Daar wordt om raadselachtige redenen altijd wat harder gelopen. De vorige drie keer moest Leo hier afhaken. De kopgroep blijft intact. De Keniaan Evans Chebet probeert, tevergeefs, een gaatje te slaan.
Een hels lawaai klinkt op bij de entree van Manhattan. De atleten worden hier enthousiast aangemoedigd. Alléén gaat het Leo hier beslist niet lukken. Hij is aangewezen op andere lopers voor een goed resultaat. Hij zit in een groepje met Tola, Chebeten en zijn eigen teamgenoot Geoffrey Kamworor. Nog geen spoor van vermoeidheid zichtbaar op Leo’s gezicht. Een podiumplek lonkt nu.
Leo’s ervaring is dat hier in Manhattan, kort voor de finish, de beslissing valt. Rond kilometer 38 slokt het park de lopers op. Als hij tot kilometer 36 bij kan blijven, maakt Leo kans op de overwinning.
Hij eindigt als nummer één. Zó onwijs fris: ‘Het lijkt of Leo niet eens hoeft te ademen’.



Kort na het ter perse gaan van dit verslag maakt de organisatie van New York Marathon bekend dat Leo de Boer de schuilnaam is van de Nederlandse atleet: Abdi Nageeye. Ter wille van zijn veiligheid wilde de uiteindelijke winnaar niet te tracken zijn.

zondag 3 november 2024

SPAANS BENAUWD.

Ik bewonder de duizenden Spanjaarden, die naar het noodgebied in Spanje gaan om hun door de watersnood gedupeerde landgenoten te helpen. Gewapend met waterpompen, scheppen, bezems, trekkers, stoffers, blikken en weet ik veel wat nog meer gaan ze aan de slag.


Het klinkt wat minnetjes maar ik zie het ons, Nederlanders, niet zo gauw doen ... dat helpen. Sterker nog: wij gaan zoiets nóóit doen! Denk maar eens aan de overstroming van het mini-riviertje de Geul in Zuid Limburg een paar jaar terug. We … ja … ook ik, heb geen poot uitgestoken. Onderuitgezakt voor de tv, heb ik zitten kijken hoe die Limburgers radeloos stonden te gebaren en zich beklaagden over hun ellende. Al wèèr kregen ze een enorme waterzooi te verstouwen in en om hun woonomgeving.

Het is dus totaal niet bij me op gekomen om voor die lui een handje uit de mouwen te steken. Bij de gedachte alleen al, krijg ik het Spaans benauwd.

Echt schuldig voel ik me er ook weer niet over, want ik denk maar zo:

‘Ze zullen er vast wel voor verzekerd zijn.’

‘De overheid gaat daar vast wel met materieel en manschappen op inspringen.’

’Hoezo wordt daar nog steeds gewoond? Het water ligt immers constant dreigend op de loer’.


De overstromings-items op het NOS-journaal over die ramp gaan me al snel de keel uithangen. Langer dan een minuut houd ik dat gemekker niet vol. Dan schakel ik over naar iets komisch of zo op de commerciëlen, … ja, ik laat echt mijn avond niet bederven.

Hé, wat zien ik? Sensatie? Een extra journaal. De koning van Spanje bezoekt het rampgebied. Hij is alleen zo simpel geweest om zijn hulpgereedschap in zijn paleis te laten liggen. Niet gekomen om zijn handjes laten wapperen blijkbaar. Dus, logisch, wordt hij door gedupeerden gestenigd en beblubberd. Eigen schuld, dikke bult.

Om te voorkomen dat hij wordt doodgegooid, vormt de koning heel slim een knuffelbuffer met enkele gedupeerden.

zaterdag 2 november 2024

XENOFOBIE.

De laatste tijd wordt het er niet beter op in ons bejaardentehuis. Veel verhuizingen … en er komen steeds meer mensen met een ander kleurtje voor terug. Dat geeft nogal wat onrust. Het lijkt af en toe wel oorlog. Maar zo ver zal het echt niet komen. Zo optimistisch kijken we daar ook wel weer tegen aan. Voor ons gebied geldt immers nog steeds een permanente ‘lockdown’.


Het gaat zeker wel schelen als we hier een een fascistisch bestuur krijgen. Dan komt het hier weer vol met blanken ... minder criminaliteit ook ... en onze vrouwen gaan zich weer wat meer op hun gemak voelen. Dat bestuur zal dan ook een veilig, rustig, blank uitgaans- en winkelgebied voor ons ontwerpen en realiseren..

Overdreven?! Dit gaat gebeuren als de ultra-rechtsen bij de komende verkiezingen nog groter worden. Dan krijgen we een racistische toekomst. Mensen met een kleurtje moeten hier dan wegwezen. Zo krijgen wij blanken dan weer voldoende woningen voor ons eigen.
Mensen van kleur, die nog in ons gebied wonen, kunnen gratis gedeporteerd worden naar Zeeland alwaar ze gehuisvest worden in geïmproviseerde tentenkampen.

Het goede en nieuwe perspectief is de blanke dominantie, de rust, de veiligheid, de stabiliteit. We zijn dan weer met blanke mensen onder mekaar en dat geeft ons rust … niet alleen ons, ook voor de kleurrijke mens zelf, gloort die rust.

Straks zijn zij immers ook weer terug in hun eigen omgeving. Dat is voor hun toch stukken prettiger dan leven in Zuid-Holland. Daar worden ze toch alleen maar door iedereen met de nek aangekeken.

Inmiddels hebben we een projectorganisatie opgetuigd om ‘dat, wat gaat komen’ in goede banen te leiden: onze bestuursleden zijn: Geert Wilders en Thierry Baudet. Onze voorzitter wordt Marjolein Faber.

vrijdag 1 november 2024

OPGEZETTE VOGELS.

Het gaat best goed met Toon (78). ‘t Is stil bij hem thuis. Sinds zijn vrouw is overleden, slaapt hij alleen niet zo best. Hij valt meestal binnen een kwartier in slaap maar na anderhalf uur, midden in de nacht, ligt hij weer klaarwakker.


We lopen samen op in de richting van de markt.

Ook al schrikt hij midden in de nacht wakker, toch gaat hij er uit, zet een kopje thee en beluistert een cd. Maar slapen, lukt niet meer.

Het is wat ongewoon. Zo midden in de nacht. Meestal slààp ik dan ook nog. Anders zou ik (74) hem gewoon bij mij thuis uitnodigen voor een slaapmutsje. Why not?

't Is of hij mijn gedachten kan lezen ... hij vraagt mìj op de koffie. Op een christelijke tijd: vanavond om half acht. Hij gaat straks gelijk twee tompoezen kopen.

Toon woont op de achtste, dat weet ik zeker. Op welk nummer precies, weet ik niet meer. Was het 842 of 844? Op goed geluk bel ik aan op 842. Het duurt nogal lang voor er wordt open gedaan. Hier hebben ze vast niet op bezoek gerekend. Aarzelend gaat de deur open. Door het allerkleinste kiertje word ik bekeken. Ik word kennelijk vertrouwd. Zij doet glimlachend de deur verder open.

‘Dag mevrouw, Ik heb afgesproken met Toon’. Zij blijft glimlachen. ‘Toon: een lange man … een kop groter dan ik’, wijs ik aan met hand een stuk boven mijn hoofd.

Oh Jezus, zou ik dan op het verkeerde adres hebben aangebeld?
‘Toon heeft zo’n klein grijs sikje, net als ik,’ wijs ik weer. Ze blijft me vriendelijk aankijken en schudt van nee.
‘Toon woont in het huis hiernaast, op nummer 844’.

‘Oh, sorry, mevrouw, nogmaals sorry’.

‘Geeft niet, hoor meneer’.

Klokslag half acht sta ik bij Toon voor de deur. Ik word heel vriendelijk onthaald en krijg een rondleiding langs de grappige verzamelingen van hem en zijn overleden vrouw. Een verzameling marionetten. Dinky toys. Opgezette zangvogels, groot en klein, uit alle windstreken … in een iets te krappe vitrine. Met zo’n verzameling vogels in huis, zou ik, denk ik, ook niet zo lekker door kunnen slapen.

De tijd bij Toon gaat verrassend snel voorbij. Om tien over half acht zitten we al aan de tompoezen.

donderdag 31 oktober 2024

GOEDE OUDE TIJDEN.

De uitdrukking ’goede oude tijden’ geeft me een akelig gevoel. Alsof ik belazerd word.


Toen had ik nog respect. Ik was nog maar acht. Respect voor de politieagent, de onderwijzer de priester en de oude buurman.

De politieagent, die na een klacht van de laffe kruidenier/kinderhater, mijn bal afpikte en lek prikte.

De onderwijzer/sadist, die mij keer op keer te kakken zette. Ik was verlegen … kreeg een hoofd zo rood als een kreeft: ‘kijk Josje eens rood worden jongens, lachen!!’

De priester, die niet van mijn vriendje kon afblijven.

De oude buurman die me niet bedankte voor het vinden en terugbrengen van zijn portemonnee.

'Ze' konden de pot op met hun respect.

Geen goede oude tijden … oude kut-tijden.
Goede oude tijden? De armoede van het grote gezin waarin ik opgroeide in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Mijn vader werkte zich de tering maar verdiende geen klote. Mijn moeder had alleen het perspectief van het moederschap en het huishouden. Het kon eigenlijk niet maar toch moest ik doorleren van mijn moeder.

Op het gymnasium werd ik beschimpt door docenten. Met de nek aangekeken door mijn klasgenootjes, allemaal rijke-luis-kindjes.

Goede oude tijden? Zwarte mensen werden tot slaaf gemaakt. Vrouwen hadden alleen nog maar het aanrecht. Jonge kinderen moesten zware lichamelijke arbeid verrichten.

Kralingen-Pop was leuk, heel gedenkwaardig, maar nu, na ruim vijftig jaar is er lang genoeg over geouwehoerd. Nu hebben we het ‘Best Kept Secret Festival’. De hoogste tijd om daar eens goede nieuwe muziek te ontdekken.
Natuurlijk: Stones, Beatles, Prince en Doe Maar hebben hun juweeltjes. Maar ontdek ook de pareltjes van nu. Van het Rotterdamse Tramhaus bijvoorbeeld of Jungle by Night. (Google of YouTube maar es).

Neen, die oude tijd biedt mij weinig houvast. Ik ga liever voor 'goed en nieuw' nu mijn goede oude vrienden bijna allemaal de pijp uit zijn.
Juan uit Costa Rica, Luis (uit Portugal), Georgis (uit Syrië) en Ayoub (uit Irak) heb ik een beetje Nederlands leren praten. Daar ben ik een paar maanden terug mee gestopt. Die mannen zijn geen leerlingen meer van me. Ze zijn vrienden van mij geworden. Prima nieuwe tijden!