maandag 20 juni 2022

BEACH VALLEY

 

Ik ga zelf een verpleeghuis beginnen en ik noem het Euthanazia. Speciaal bedoeld voor zowel ouderen als jongeren die zèlf wel willen bepalen wanneer ze hun leven beëindigen. Die genoeg van het leven hebben. Nog enkele leuke dagen willen beleven. Maximaal twee weken. Dat is de limit. Dagelijks een keuzemenu. Gezellige uitstapjes. Bezoek ontvangen van en op bezoek gaan bij favoriete personen of groepen. En dan is het afgelopen. De uiterste overlijdensdatum is de ingangsdatum van de AOW van die persoon.  

De kosten (3.500.= euro per week all-in), zijn betaalbaar gehouden. Voor mensen met een kleine beurs heeft de overheid de zogenaamde ‘Euthanasietoelage’ in het leven geroepen. Informeer u hierover bij de Dienst Belastingen in uw woonplaats. Ter informatie kunnen wij u van onze kant mededelen dat de overheid deze toelage beschikbaar kan stellen omdat er mede dankzij de werkwijze van Euthanazia, veel minder aan AOW hoeft te worden uitbetaald.

 

Euthanazia stelt zich ook ten doel de alsmaar stijgende zorgkosten een halt toe te roepen. Waarom blijven tobben en keer op keer naar de psychiater lopen? Huisartsen, medisch specialisten, hebben er veel belang bij hun patiënten zo lang mogelijk in leven te houden, zelfs als die patiënten dat helemaal niet willen. Euthanazia biedt in dezen een verrassend nieuwe, heldere, kostenbesparende oplossing.

 

Speciaal voor onze bewoners organiseert Euthanazia, tegen een billijke vergoeding, diverse creatieve workshops: boetseren, macramé, schilderen, poëzie, proza: onder het motto: ‘Laat me.’

 

Een deelnemer aan de workshop ‘Proza’ schreef het volgende:

 

Morgen zal ik iedereen weer zien. Niemand in het bijzonder heb ik uitgenodigd maar ik ben er van overtuigd dat ze allemaal zullen komen om mij uit te zwaaien. Familie, kennissen en buren en waarschijnlijk ook de pastoor. Jammer dat mijn lieve Harrie en mijn oudere broers en zusters dat niet meer mogen meemaken. Morgen ben ik AOW-gerechtigd en iedereen weet wat dat betekent. Dat is de dag die de mooiste moet worden in mijn leven, waar ik jaren voor gespaard heb. Mijn wensenlijstje heb ik twintig jaar geleden al eens opgesteld en hoewel dit lijstje elke vijf jaar mag worden bijgesteld heb ik daar nooit aanleiding toe gezien.

 

De dag moet beginnen in Beach Valley; waar dag in dag uit het fraaiste strandweer gesimuleerd wordt. Met volop (fris)dranken lekkere hapjes, aangereikt door opgewekte, vriendelijke en behulpzame serveersters. Met  twee fraai gebouwde jongemannen begeef ik me naar het zwembassin, alwaar de jongens mij helpen drijven op het verwarmde water. Daarna zullen de boys mij, als ik dat wil,  een ontspanningsmassage geven.

Samen met de anderen, die voor deze plek hebben gekozen, gebruik ik de lunch, een buffet met in ieder geval, op mijn  verzoek volop zeevruchten uit mijn geboortedorp Volendam.

De middag wordt gevuld met films en artiesten uit  mijn jeugd. Ik wilde graag de film Midnight Cowboy zien en een optreden van André van Duin en de Beatles. Ook wil ik nog de journaalopnamen terugzien van de cafébrand op oudejaarsavond van het jaar 2000 in mijn dorp waar zo veel jongelui omkwamen  en waar ik zelf zo vreselijk door verminkt ben geraakt aan mijn bovenlijf en gezicht.

 

Volop eten en drinken is er  tijdens de films en optredens. 

Voor het diner is er een gesprek met mijn lievelingsschrijver Ronald Giphart die mijn  ervaringen zal verwerken in zijn eerstvolgende roman. Als Ronald Giphart dan onverhoopt niet meer mocht leven tegen die tijd, dan mag het ook Herman Koch of Arnon Grünberg zijn.

Samen met allen, die óók vandaag AOW-gerechtigd zijn geworden ga ik genieten van mijn laatste avondmaal.

zondag 19 juni 2022

BIERBLIKJE

 Het is bijna half acht ‘s ochtends. Ik ben aan het hardlopen. Trainen voor de marathon. Mijn aandacht wordt getrokken door zo’n groen Heineken blikje onder een bankje langs de Maas. Vannacht heeft natuurlijk iemand op dat bankje relaxed een biertje zitten drinken.  Hij moet zijn handen even vrij hebben … om een sjekkie te draaien of te piesen … ik verzin maar wat … dus zet ie het blikje weg … onder het bankje. Ik moet nog ruim een uur … nu eerst die steile brug hier.

 

Hij heeft vannacht  heel wat biertjes op. De afvalbak naast het bankje zit vol met blikkies. Opeens ziet hij aan de overkant van de Maas, vaag een vrouwspersoon wenken en  wuiven.  Pardoes duikt hij, zonder acht te slaan op de sterke stroming, de rivier in. Hij moet er daar, met zijn kleren aan, zijn ingedoken. Alleen dat blikje Heineken staat daar nog onder die bank. Recht naar de overkant zwemmen kan nooit door die stroming. Hij wordt minstens vijfhonderd meter richting zee gesleurd, voordat hij op de kant kan klauteren …  Het is koud: 5 graden.Celsius. Als hij het redt, is het de alcohol die het hem doet. De vrouw is nog ver weg  … van hem gescheiden door de scheepswerf en een haven. Onvermoeibaar zwaait ze naar hem.

Zijn energie is op. Het koude water werkt verlammend op zijn spieren Hij voelt zich dizzy. Veel erger wordt het niet … de andere oever is bereikt. Hij heeft nu snel hulp nodig. Vlakbij de rivier staan huizen. Het is al  ochtend, tegen acht uur. Hij belt aan bij het eerste hoekhuis. Een grote hond  gaat als een dolle te keer. Boven hem uit het raam vraagt een slaperig mannenhoofd ‘wat of hij mot’. Maar de man uit het raam wil helemaal niet weten ‘wat hij mot’. ‘Oprotten en gauw een beetje of  ik bel ik de politie’. Bij een volgend huis, krijgt hij niet eens de kans om aan te bellen: met een bijl in zijn hand staat de bewoner in de deuropening al klaar om op hem in te hakken.

Bij het zesde huis heeft hij succes. Voor hem staat ‘de wuivende vrouw’; een jaar of vijfendertig, schat hij. Ze heeft een licht doorschijnende, roze nachtpon aan. Haar steile blonde haren reiken net tot op haar schouders. Op haar linkerarm zit een cyperse kat.

   “Wat is er met jou aan de hand?”

   “Ik zit aan de overkant van de rivier, drink een paar biertjes … dan zie ik jou aan de andere kant van de Maas me wenken en naar me zwaaien. Impulsief duik ik de Maas in … en hier ben ik dan. ”

‘Jij bent me een mafkees! Nou eh …  kom dan maar even binnen …  doe die natte kleren gauw uit … dan zal ik een warm bad voor je maken.’

 

Ik ben nog aan het trainen; een half uurtje hooguit.

Dit is nog eens een aangenaam einde van dit ‘bierblikje’ verhaal … althans vanuit het perspectief van die zwemmer. Voor hetzelfde geld verzuipt die man en ligt hij over paar dagen levenloos op het strand … en niet in het minst: wat zou hem nog te wachten staan na dat warme bad? Geen idee.

 

Voor mij zou dit verhaal best eens slecht kunnen aflopen. Die blonde vrouw is toevallig mijn vrouw …  Ik wou dat ik dat bierblikje nooit gezien had. Dan had onder de training dit rare verhaal tenminste niet in mijn hoofd gezeten.

zaterdag 18 juni 2022

VADERDAG

 Hallo pa,

Vandaag is het vaderdag.  De dag om die foto van jou bij mij op de kast eens goed te bekijken. … je kijkt alsof je gedwongen wordt een hap spruitjes naar binnen te werken  … een misprijzende  maar ook wat peinzende blik heb je daarop. Zo keek je vaak. Dat snap ik wel.  Er was zat ellende in je leven. Maar daar ga ik het niet over hebben.  Wat komt er zo wel in me op?

Om te beginnen: eind 1949 leer je,  ma kennen. Jullie verwekken mij en trouwen nog net voordat ik, ‘het moetje’, geboren wordt. Tot en met 1970 zetten jullie nog  eens 9 kinderen (3 meisjes en 6 jongens) op de wereld. 

Varen op cruiseschepen, is je lust en je leven. Je hebt heel wat wereldreizen gemaakt op de s.s. Rotterdam. Je doet daar en eigenlijk overal waar je werkt, je stinkende best om zo veel mogelijk centjes te verdienen voor ons. 

Bij van Driel en Krastmann, een van je bazen, maken ze ijzeren veren. De vraag naar die veren is zo groot dat jij er thuis bij moet gaan werken. In onze bijkeuken wordt een apparaat geïnstalleerd waarop jij  in je vrije tijd ‘veren kan trekken’ … niet alleen jij zit veren te trekken (vaak tot na middernacht). Ieder gezinslid dat daar al groot genoeg voor is, en het ook wil, zit zoveel mogelijk mee te trekken. Zo verdienen we er met z’n allen een behoorlijk centje bij.

Als ik 8 ben vind ik het leuk om van je werk te gaan halen. Je werkt dan bij Thomson’s Havenbedrijf.  Dan loop Ik naar dat politiebureautje op het Marconiplein. In de verte zie ik je aankomen met je lege broodtrommeltje onder je arm.  Ik zwaai naar je zodra ik je zie. Jij terugzwaaien ….  Dan lopen we samen de van Lennepstraat in, langs de patatboer naar nummer 8b waar we lange tijd wonen.

Vòòr de scheiding tussen ma en jou, heb je ons heel  veel spelletjes geleerd: eenendertigen, eenentwintigen, patience, dammen, monopoly, mens erger je niet, schaken, klaverjassen … hebben we allemaal ook vaak gespeeld. Je grootste hobby is kijken naar sporten op tv, eigenlijk houd je wel van alle sporten.. Voetbal kijken in het stadion doe je ook graag. Tot op de dag van vandaag hebben al je kinderen daar ook nog steeds lol in.

Roken is iets wat je altijd graag doet. Je sjekkie houd je altijd tussen je lippen geklemd, ook als je praat. Niet iedereen heeft dat roken van je overgenomen en zeker niet je eigenaardigheden daarbij  In een oude shagverpakking bewaar je uit zuinigheidsoverwegingen, je nat gesabbelde peukjes. Als er voldoende opgedroogde peukjes zijn, pel je de vloeitjes van je peukjes af ...en je bewaart de shag, die overblijft weer in een ander leeg shagzakje. Als je zo voldoende shagrestjes verzameld hebt , draai je daar vrolijk weer nieuwe sjekkies van en rookt ze met smaak op.

Doordat je kunstgebit niet zo  goed past, maak je als je praat, klepperende geluiden. Wiie dat verzonnen heeft weet ik niet.  Maar op den duur heeft iedereen in het gezin er lol in om jou ‘Olt Kleppertent’ te noemen. Zelf vind je dat ook wel grappig.

Nou, pa, Old Clappertand … een mooie vaderdag verder, daar in de eeuwigheid.

vrijdag 17 juni 2022

Terrasje

 Terrasje

Theater en het normale leven zijn gedurende het jaarlijkse theaterfestival  in Avignon soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Ik zit op een terrasje. Vroeg in de middag. Het is er net zo warm als hier vandaag. Er staat een bandje te spelen .. ‘pour moi la vie va commencé’... Ik ben aan de cappuccino. Dat doe ik daar trouwens nooit meer. Ze spuiten daar gewoon ijskoude slagroom op een espressobeetje koffie, strooien er wat cacaopoeder overheen en  klaar is de cappuccino. Minder dan lauw en niet te zuipen. Maar dit even terzijde. Met de slagroom nog op mijn  lippen word ik opgeschrikt door een dame, die, zoals  opvallend veel Franse dames-alleen op een terras, uitdagend  mooi zit te zijn. Ze  zet haar zojuist leeg genipte wijnglas tamelijk stevig op de tafel en valt opeens, als door een wesp gestoken, uit naar een achter mij gezeten heer. Monsieur, het type verstrooide bankbediende, dat zich onderhand al zorgen begint te maken over zijn pensioen. Hij doet net alsof hij niks hoort en roert ogenschijnlijk geheel ontspannen in zijn ‘double café’.  De dame springt zowat uit haar vel van woede: Ze stapt op hem af, pakt hem bij zijn revers, zwiept zijn hoed van de bijna kale schedel en zegt woorden als ‘enfants’ (kinderen) en 'alimentation' (vrij vertaald: alimentatie)  waaruit ik begrijp, dat deze mensen ooit eens heel lief voor elkaar geweest moeten zijn. Het lijkt uit de hand te lopen. Een handgemeen dreigt. Er gaan zich mensen mee bemoeien; vooral de dame is door het dolle heen. Maar … uiteindelijk wordt het ruziënde tweetal, aanvankelijk nog heftig tegenstribbelend, meegetroond door leden van de band.

Monsieur krijgt een viool in zijn handen gedrukt. De Dame een klarinet en ze spelen al snel hun partijtje mee in de band, die een theatergroep blijkt te zijn. Vrolijk musicerend loopt de groep richting het volgende terras ... ‘sur le pont de Avignon …’’ De verbouwereerde terrasgangers krijgen flyers in hun handen gedrukt. Een oproep om vanmiddag te komen kijken naar het toneelstuk dat de theatergroep vanmiddag speelt

donderdag 16 juni 2022

TREVVEL

 ‘… ik sta nu al een half uur vast op de Zwartjanstraat ... het staat hier muurvast ... die vuilniswagen houdt alle verkeer op ... ik red het echt niet om die hele lijst met mensen op te halen ... ja, die vier dames van de bingoclub ophalen, dat lukt me misschien net, dat kan ik wel proberen ...  die andere twee adressen …….dat gaat echt niet, hoor … ‘, liegt hij.

Want hij rijdt helemaal niet op de Zwartjanstraat, dat is in Noord. Hij rijdt met zijn aftandse Trevvel-busje op de Mathenesserweg in West. Het is daar helemaal niet druk. Hij wil gewoon een bakkie koffie doen met die dames van de bingoclub.

Bijna 40 jaar lang heeft ie op de markt gestaan. Groente en fruit.Van ’s ochtends zes tot ’s avonds zes; soms tot acht. Dan stopt zijn baas er zomaar ineens mee en valt ie terug van 1500 euro per maand naar een uitkering van 800 … en na 5 jaar gaat daar nog eens 200 vanaf. Hij is dan pas 54 en moet dus nog heel wat jaartjes mee voor hij toe is aan zijn AOW. Van die 600, die hij nou krijgt, kan hij niet leven. Dus besluit hij maar  bij Trevvel achter het stuur te gaan zitten voor z’n laatste werkzame periode. Levert hem 1250 op.

Zijn hele leven woont hij al bij zijn moeder… betaalt haar 350 kost en inwoning … goed te doen. Houdt voldoende over voor zijn natje en zijn droogje.

Naar de markt kan ie echt niet meer terug: kapotte knieën..

Alsof hij kisten sinasappels en aardappelen  in- en uitlaadt, zo werkt hij de vier bingo-dames de Trevvel-bus in en uit. De praatjes die hij jarenlang in zijn kraam op de markt maakt, maakt hij nu met zijn Trevvel-klantjes. Hij móét nu eenmaal onder de mensen zijn.

 

 

woensdag 15 juni 2022

TOMPOES

 

Ruim vijf jaar voordat Carola pertinent zeker weet dat ze van me wil scheiden, denk ìk er wel eens over om van háár af te gaan. Ik heb het er dan nog nooit met haar over gehad maar het s-woord ligt dan al enige tijd op het puntje van mijn tong. Waarom moet je zo nodig gaan scheiden, na een huwelijk van veertig jaar? Bijna àlle stellen, die we kennen zijn inmiddels uit elkaar, dood of half dood. 

Af en toe bekruipt mij de gedachte:  waarom scheid ik óók niet voordat ik daar überhaupt te oud, te krakkemikkig voor ben. Want als krakkemik kan je maar beter niet aan scheiden beginnen! Je komt nooit meer aan de vrouw. Geef de dames maar eens ongelijk!

Volgens de statistieken leven vrouwen gemiddeld  langer dan mannen. Een slimme oude vrouw weet donders goed, dat zo'n gezellige sportieve ouwe vent razendsnel een zorgbehoevende krakkemik kan worden.  Heel erg leuk dus zo’n fit oud mannetje in de buurt maar niet àl te dichtbij.

Na een eventuele aanstaande  echtbreuk, zo denk ik nu,  ga ik toch wel weer het liefst met  een vrouw samenwonen.  Niet dat ik al iemand op het oog heb; dat allerminst. Ik ben nu alleen nog maar een beetje aan het filosoferen over het leven na Carola. Nu heb ik nog een prima conditie … lichamelijk althans. Het is dus: nu of nooit!

 Carola is een sterke vrouw. Vele malen sterker dan ik. Emotioneel dan. Praten over onze echtscheiding: geen probleem voor haar. Dat weet ik wel zeker. Ze heeft in de loop der jaren al zo veel met me te stellen gehad.  Wel ergere dingen dan zoiets simpels als een echtscheiding: verkeersongelukken,  vergokt vakantiegeld, verdwenen poezen, uitslaande branden, geplette hamster, gesmolten ijstaarten, vreemdgaan,  opnames psychiatrie.

Kortom, ze is  wel wat van me gewend … maar het  was natuurlijk in al die al die veertig jaren niet alléén maar kommer en kwel. Onze twee prachtige zonen bijvoorbeeld! En de lol die we best wel gehad hebben samen.  

 Om het praten over onze echtscheiding wat te veraangenamen heb ik voor bij de koffie een paar tompoezen gekocht. Carola is daar dol op:

 ‘Het lijkt mij een goed idee om binnenkort uit elkaar te gaan, Carola,' zeg ik, ' veertig jaar samen:   dat is toch mooi......dat is toch heel mooi geweest. Nu plagen we elkaar steeds. Ik  plaag jou,  met je vele snoepjes en koekjes, je dikke lijf, je nicotine-, koop- en tv-verslaving. Dan plaag jij mij weer met mijn gok- , alcohol-  en voetbalverslaving, mijn toupetjes, mijn kikkervisjes en mijn bijna ziekelijke geilheid.

Ik zal dan, als het eenmaal zo ver is, een klein huisje  hier in de buurt gaan huren.  Dan krijg jij ook eindelijk eens wat rust, Carola  en als jij hulp nodig mocht hebben voor het een of ander, dan ben ik altijd in de buurt, toch?'

 Carola heeft al die tijd niets gezegd. Haar gezicht, dat meestal boekdelen spreekt, kan ik nu even niet zo goed zien, omdat ze zojuist haar tompoes over mijn gezicht heeft uitgewreven.

 ‘Ik ga even mijn fiets in de berging zetten. Die andere tompoes eet ik straks wel op!'

 


dinsdag 14 juni 2022

Balkonnetje

 

Het is het hele jaar door leuk op mijn balkon, met al die vogels en die mekkerende kater.

Het balkonnetje is hooguit vier vierkante meter. Er kunnen niet meer dan twee tuinstoelen naast elkaar staan. De overige ruimte op het balkon is bezet door plantenbakken met kleurrijke eenjarige planten. Op het aan de balkonreling bevestigde tafeltje, is ruimte voor eten, drinken, rookwaar en leesvoer.

Het balkonnetje biedt uitzicht op het binnenterrein. Op het binnenterrein staan wat fraaie bomen, struiken, wat banken en enkele speelwerktuigen. Ook aankomende softdrugsgebruikers voelen zich op ons binnenterrein als vissen in het water en gaan ongestoord hun gang onder het genot van opzwepende techno-beats.

De speelwerktuigen moeten volgens het buurtopbouwwerk, door de jeugd zelf worden gekozen. De opbouwwerker heeft uit een catalogus drie foto’s van speelobjecten geknipt. De jeugd mag daar een keuze uit maken. Het wordt een levensgrote giraf, die door de jeugd meer gemold dan bespeeld wordt.

Maar niet alleen de kinderen doen raar. Het binnenterrein is verboden voor honden. Logisch, want wie is er nou dol op een speelterrein met hondenpoep? Eén bewoner doet ’s ochtends in alle vroegte haar tuinhekje open en laat oogluikend toe dat haar Duitse herder een kwartiertje zijn poten strekt, een plas doet en poept. Als ze daarop wordt aangesproken vraagt ze met een quasi verontwaardigde blik:

‘Is die dondersteen dan potverdikkeme alweer weggelopen?’

Een ander, een corpulente veertiger met een vlassig baardje en een paardenstaart tot tussen zijn billen,  is net zo’n asociaal, die laat daar zijn teckel drie keer per dag uit. Buren die er wat van zeggen lacht of scheldt hij uit. 

Ook ‘s winters is het leuk op mijn balkon. De plantenbakken heb ik dan leeg gemaakt en in de kelder gezet. Uit de bakken heb ik de verwelkte plantjes verwijderd. Op de overgebleven aarde leg ik stukjes brood en zaadjes voor hongerige vogels. Vooral duiven en merels komen hierop af.  Vanaf november staat mijn afgedankte kunstkerstboom op het balkon. Die hang ik dan vol met vetballen en zakjes noten en zaden. Koolmeesjes en roodborstjes wippen rond het middaguur van tak naar tak in die kerstboom. Druk kwetterend en smullend van het lekkers.

De spreeuwen komen in grote getale langs op de dag nadat ik zuurkool of boerenkool gegeten hebben. In die stamppotten doe ik spekjes; het uitgebakken vet daarvan gaat het balkon op voor de spreeuwen. Wat een etterbakken die spreeuwen! Elkaar om de haverklap wegduwen, in de kop pikken en maar schreeuwen. Ze gunnen elkaar het licht niet in de ogen. Het zijn net mensen.

Kater Thijs ontwikkelt zich als een groot vogelliefhebber. Zeer geconcentreerd volgt hij de duif, die over de balkonrand waggelt, de spreeuwen die elkaar de tent uitvechten en het druk-druk-druk gedoe van de koolmeesjes. Ademloos luistert hij naar het kwetter-, koer-, en tsjilpconcert, waaraan Thijs zelf ook meedoet met zijn krakerig gemekker. Met name  de duif bekoort hem zeer. Door begeerte gedreven springt Thijs naar de duif.  Helaas ontbreekt bij hem het besef van de aanwezigheid van een glazen deur tussen hem en zijn gevederde vriendin.  Duif is weg en Thijs even groggy.   

Tsja, 't is echt leuk op mijn balkon  met die kwetterende vogels en die domme mekkerende Thijs.