Het is een
tekortkoming. Met dansles vond ik het altijd het ergst. ‘Begin met rechts’ zei
de dansleraar en prompt stapte ik met mijn linkerbeen naar voren, soms bovenop het voetje van mijn danspartner. Ik heb nooit
leren stijldansen. Ik kon links en rechts nooit zo goed uit elkaar houden. Ook
kon ik met dansen, de passen niet onthouden. Op de stijldansvloer voelde ik me
een verwarde man. Iedereen om mij heen was vrolijk aan het zwieren en zwaaien
en ik, en natuurlijk mijn partner, maar vooral ik stond in verwarring stil
langs de kant.
Stijldansen
kon ik dus niet maar ik kon wel degelijk dansen: vrij dansen … dansen, zonder
regeltjes, op muziek van Pink Floyd of the Soft Machine. Dan maakte ik op de
dansvloer wilde bewegingen met mijn hoofd, mijn armen en mijn benen …..
springen deed ik ook en dan kreeg je het omgekeerde effect: de stijldansers
stonden langs de kant beteuterd naar mij te kijken, naar mij, die verwarde
persoon, die ineens wèl bleek te kunnen dansen …. alleen anders.
Behalve wild
dansen was er nog een soort dansen dat ik uitstekend beheerste. Dat was
‘slijpen’. Veel regeltjes waren daar niet aan gebonden. De belangrijkste
voorwaarde was de muziek. De groepen Moody Blues, Procul Harum maakten mooie slijpmuziek. De muziek moest in
een uiterst laag tempo zijn. En voor het goed slagen van het slijpen moest je het
doen met iemand, die ook heel graag met jou wilde dansen. Je ging zo dicht
mogelijk tegen je partner aan dansen, met je handen op haar billen en als het
goed is (en je bent niet te lang) dan slaat zij haar armen om je heen ….. en
naarmate het muzieknummer vordert, dansen jullie steeds dichter bij elkaar. Ook
jullie kruizen zijn dan inmiddels stevig tegen elkaar aangedrukt en er worden schurende
bewegingen gemaakt.
Wild dansen was
eigenlijk het allerleukst maar slijpen was het allerlekkerst op de dansvloer. En
het fijne was: links of rechts deed er helemaal niet toe.
Mijn
tekortkoming was enerzijds bijzonder hinderlijk toen ik op moest voor militaire
dienst, anderzijds kwam me dat wel goed uit, want ik wilde eigenlijk helemaal
niet in dienst.
Alle
soldaten wisten hoe dat moest met dat marcheren. Zo’n officier riep dan, veel
te hard, ‘Links, rechts’ en alle
soldaten wisten toen direct wat ze te doen stonden: links beginnen met lopen
….. maar ik begon met rechts. Ze stuurden me binnen een week al naar huis. Daar
was ik dan wel weer blij mee.