Deze nacht drink ik om half een een glas rode wijn; lees nog wat in het boek ‘Deelder lacht’ van Jules Deelder en ga om één uur pitten. Vannacht moet ik drie keer mijn bed uit om te plassen. Gelijk daarna, ga ik, en steeds steeds op de automatische piloot, naar de koelkast om een paar ijskoude slokjes oer - Rotterdams leidingwater te drinken. Mijn extra pyjamajasje trek ik in de loop van de nacht uit. Dat deed ik aan, toen ik naar bed ging. Het was toen nogal kil in mijn slaapkamer. Later is het weer te warm om dat jasje aan te houden.
De wekker (op mijn mobiel) gaat om 07.00 uur af. Vijf
minuten zit ik verdwaasd op de rand van het bed. Ik doe mijn sportkleren aan.
De kleren voor na het sporten stop ik, samen met een handdoek en een flacon
shampoo in een plastic zak, die in mijn sporttas gaat. Mijn spinschoenen zitten
daar altijd al in. Behalve als ik spin natuurlijk. De lidmaatschapskaart van de
sportschool, de zalf tegen de spierpijn en het muntje voor het kluisje zitten
in het zijvak van mijn sporttas.
Scheren, scheren, altijd maar weer scheren. Elke ochtend
weer opnieuw. Scheren, het tragische noodlot van iedere man. Gelukkig kunnen mannen tegenwoordig kiezen uit een schier eindeloos
aanbod van goddelijke after shaves. Mijn keuze is de onweerstaanbare en
betaalbare Kruidvat After Shave Balm Sensitive.
Had ik dat maar eerder gespot.
Mijn weinige haar, dat nu nog in de ´net-uit-mijn-bed-stand´
staat, maak ik een beetje nat en wrijf er wat L’Oréal Silk en Gloss in. Een
hulpmiddeltje, dat het haar wat doet krullen en dan toch een wat slonzige
indruk maakt.
Eerst even een kop thee maken; water koken; zakje
sterrenmuntthee in het kopje; een plonsje heet water erbij; even laten trekken
en klaar is de thee.
Dan muesli. Voor straks als ik terug ben van de sportschool.
Lekkere warme muesli: geprakte banaan, handje muesli, handje rozijnen, scheutje
melk, drie minuten in de magnetron. Terwijl de muesli opgewarmd wordt, eet ik
een appel en ga de Volkskrant uit de brievenbus halen. Daartoe moet ik van de vierde
verdieping naar de begane grond hollen en weer terug.
De muesli is klaar als ik weer terug ben. Ik dek de pap nu
af met aluminiumfolie zodat graan en vruchten lekker kunnen wellen. Ik eet het
toch pas over een paar uur.
Op de fiets naar de sportschool.
Ik begroet spinjuf Daniëlle. Lieve ogen, zeker, maar flinke
wallen eronder. Brede heupen, kleine tietjes en een lange blonde paardenstaart
tot op haar billen. Ze is altijd zo ruim op tijd om alles in orde te maken voor
haar les. Vindt zij normaal.
‘Nou,’ zeg ik, ‘ik heb wel eens meegemaakt, dat een spinjuf
twee minuten voor haar allereerste les op de sportschool aankwam. Toen moest ze
er nog achter komen hoe de koeling, de muziekinstallatie en de lichtinstallatie
in de zaal werkten. Weg was toen mijn halve spinles! Nee, dan doe jij dat
beter, Daniëlle.’ Slijm, slijm. Ik weet
bij God niet waarom ik dat toch steeds weer doe, dat geslijm. Zou ik dan onbewust met haar naar bed willen?
Het lijkt wel een soort dwangneurose van mij, dat geslijm. Ik hoop dat het niet zo is, maar het zou best
wel eens kunnen.