Posts tonen met het label vertikt. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vertikt. Alle posts tonen

woensdag 15 november 2023

SERIE: 'OPA & OMA' DEEL 12. EEN ROTKLUS.

 Deel 12. Een rotklus.

Eerdere delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

Deel 12. Een rotklus.

Wat daaraan vooraf ging:

Oma Maria loopt alsmaar slechter. Opa overschrijdt grenzen met zijn kleinkinderen.

Maria is, na verkracht te zijn, zwanger. In Den Bosch, haar woonplaats, is abortus taboe.  Ze wordt ‘opgeborgen’ in een nonnenklooster. Na de bevalling  is er werk voor haar bij rijkelui.

Maria verlangt naar haar baby. Ze breit zelf kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Ze verdient zo wat centjes voor de wol. Maria moet de  leugenachtige Wijnaldia, die haar brutaal aanrandt, ontvluchten.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm, is behulpzaam. Ze ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen gaan ze op zoek naar babykleertjes.

Maria baart Kareltje. Ephraïm, regelt woonruimte en werk bij een familie in Schiedam. De familie is goed voor Maria. Met dochter Lidwien, heeft Maria een klik. Kareltje helpt schoonmaken; dat gaat niet altijd goed.

Als meneer in ’t Hout in haar buurt komt  … voelt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk brengen. Mevrouw houdt Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel dat haar beroert.  Boos op zichzelf is ze,  om wat ze mevrouw in ’t Hout ‘toewenst’.

Maria verzwijgt haar huisarts dat ze zichzelf toegetakeld heeft. Ze blijft verliefd. In een nare droom worden haar gevoelens vergoeilijkt. Ze eindigt bij meneer en  mevrouw in ’t Hout in bed.

Maria droomt, slaapt diep. Kareltje ligt midden in de nacht te brullen. Maria hoort niks. De in ’t Houts worden uit hun slaap gehaald. Kareltje ligt niet in zijn ledikantje. ‘Dit is eens maar nooit weer’, dreigt meneer in ‘t Hout. Maria’s verliefdheid ebt dan snel weg.

Raadselachtige verplaatsingen maar dan van dieren, deden zich thuis, bij Maria als meisje al voor.

Ze heeft leuke herinneringen aan haar jeugdvriendje Joep.

 

Deel 12. Een rotklus

Er  komt een hels getoeter van buiten. Het is Joop, zwaaiend en toeterend, vanuit de bestelwagen van Moerlandt Drukkerij. Maria kijkt naar buiten. Ze was op het lawaai afgekomen.

‘Daar heb ik toch zo’n hekel aan, dat onnodige getoeter. Zou het nou werkelijk teveel moeite zijn om even die kar uit te komen en gewoon aan te bellen? Irritant!’ Maria moppert, doet net alsof ze niks gezien of gehoord heeft en gaat samen met Kareltje weer verder met hun balspelletje.

’Ik ben toch blij, dat je ook in staat bent om op een bel te drukken,’ zegt Maria als ze de voordeur voor Joop open doet.

‘Ah, ik zie dat je weer wat drukwerk voor meneer hebt, jongen. Daar zal hij wel blij mee zijn. Dan wijst ze naar een lege plek onder de trap: ‘Zet daar maar neer …. en eh… Joop doe me een plezier en stop met dat irritante getoeter.’

 ‘O, Joop, doe deze brief even voor me op de post. Hij moet naar mijn moeder in Den Bosch. Binnenkort moeten we daar eens op bezoek.  Ik vraag mijn moeder wanneer we op bezoek kunnen komen in Brabant. Ik begrijp eigenlijk niet waarom ik je dit allemaal vertel…. O ja,  Joop, nog even over zondag … zullen we om half elf afspreken … bij mij … en eh … als het lekker weer is, wandelen we naar het Sterrenbos, goed? Nou, tot zondag dan maar en bedankt alvast, hè ….. voor het posten die brief.’

Maria moet die middag nog een rotklus doen: het kloppen van de traploper en het poetsen van de roetjes. Gelukkig vangt Lidwien die middag Kareltje op, want anders was Maria niet eens aan de klus toegekomen. Karel vindt het leuk speelgoed: die traploper, die Maria ‘om er vanaf te wezen’ even in  een prop op haar kamer heeft gegooid; leuk om op en  in te  klimmen en onderdoor te kruipen. Lidwien houdt Karel wel een beetje in de gaten. Gooien met roetjes vindt ie ook erg leuk. Maar dat vindt Lidwien te gevaarlijk. Hij moet er van Lidwien mee stoppen maar zo klein als hij is, vertikt hij het gewoon. Eén boze blik van Maria èn haar vermanende woorden: ‘Kàrel … en nou is het afgelopen, hè,’ zijn voldoende om hem te laten ophouden met klieren.

Na het vegen  en dweilen van de trap vindt Maria het genoeg voor deze dag. Het kloppen en het poetsen komt morgen wel. Nu is het tijd voor het eten. Lidwien helpt mee. Ze eet ook mee; doet ze wel meer. Dat vindt Kareltje zo leuk. Hij eet dan ook beter. Vandaag staat op het menu: witlof, aardappelen, een balletje gehakt en als toetje een kommetje yoghurt met ranja. Lekker. Na het eten brengt Lidwien Kareltje naar bed. Ze leest nog een verhaaltje voor uit ‘Beertje Bollebof en de bange krokodil’. Zij valt zelf haast nog eerder in slaap als kleine Karel.

’s Ochtends vroeg, het is nog donker, vindt Maria zich terug op de ‘prop’  tapijtloper in haar kamer. Ze weet absoluut zeker dat ze gisteravond in haar  bed is gestapt. Haar bed is ook duidelijk beslapen. Maar hoe komt ze dan in Godsnaam  hier op die ‘prop’ te liggen? En Kareltje? … die zal toch wel in zijn ledikantje liggen?  Hals over kop vliegt ze naar zijn bedje …. nééééé geen Kareltje! In paniek zoekt Maria haar hele kamer af; natuurlijk ook in en onder die traploper …daar onder die traploper beweegt iets … ja hoor, daar is Maria’s mannetje, onder een stuk loper. Ze slaakt een zucht van verlichting en Karel kreunt een echt Karel-kreuntje.

 

‘O, mannetje, ik ben zo blij dat je er bent maar wat heb je me vreselijk aan het schrikken gemaakt. Doe dat alsjeblieft nòòit meer.’

 

Morgen: Deel 13. De Roddel.