Posts tonen met het label pijpen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label pijpen. Alle posts tonen

vrijdag 19 september 2025

HET KAN TOCH GEEN KWAAD?

Ze zijn nu meer dan 20 jaar getrouwd. Een saai stel. Nou ja, eigenlijk is vooral 'hij' saai. Vriendelijk maar saai. Er gaat vrijwel niks van die man uit. Werken, ontbijtje maken, dammen, aardappelen schillen, tv kijken op de bank en afwassen. Dat is het wel zo'n beetje. En omdat zij toch te veel naar zijn pijpen danst, denkt iedereen, dat zij net zo saai is als hij maar dat is absoluut niet zo. Want als zij samen met haar vriendinnen is,  kan ze echt helemaal uit haar bol gaan: Beyoncé imitaties, paaldansact en fatasierijke stripteases. Ja!  

Ze werken allebei op het stadhuis. Hij bij beveiliging. Zij op burgerzaken. Half negen moeten ze beginnen. Hij staat op om zeven uur. Dan wekt hij haar. Hij maakt het ontbijt. Boterhammetje jam, honing, kopje thee. Voor allebei precies hetzelfde. Voor ze de deur uitgaan doet hij nog even een poepje (want buitenshuis poepen kan hij niet).

Bij het Stadhuis gaan ze ieder naar hun eigen werkplek. Ze kussen elkaar en hij geeft haar een schalks tikje op haar bibs. Altijd hetzelfde! Moet toch kunnen, vindt hij. Zij houdt er niet van. Zeker niet zo .kort bij haar werkplek.

Als ze na het werk thuis zijn maken ze samen wat te eten. Na het journaal wordt de spelletjesdoos uit de kast gehaald. Vanavond kiest hij. Zij weet al precies wat hij gaat kiezen: dammen.  Ze zal hem er maar geen pijn mee doen maar in haar gedachten schreeuwt ze het uit:’gàtverdàmme!’ Het maakt haar niet uit dat hij altijd wint maar hoe hij het speelt. Zijn slappe peutervinger met rouwrandnageltje beweegt zich traag naar die damschijf en schuift de steen dan aarzelend vooruit. De walging spuit uit haar ogen. Hun avond is snel voorbij. Tien uur: het tandenpoetsmoment en dan hupsakee het mandje in. 

‘Wil jij nog iets bijzonders voor het slapen gaan, schat?’vraagt zij

‘Ja, ik zou wel weer eens lekker door je gepijpt willen worden. Een lekkerder slaapmutsje dan dat kan ik me niet bedenken, lieve schat.' 

‘Goed, ga er dan maar eens lekker voor liggen,  knul. Je weet, we hebben hier geen zeeën van tijd voor, hè? Morgen is het weer vroeg dag. Ontspan je maar.’

'Nou, was dat even lekker, zeg! Kan ik jóú misschien nog ergens mee verwennen, mijn honneponnetje?'

‘Nee hoor, dat is niet nodig. Ga maar lekker slapen, hoor. Ik help mezelf zo wel, schat. Zoals gewoonlijk.

Welrusten.

Weltrusten.

Tja, zo gaat het nu eenmaal zijn gangetje bij hun. En bovendien: het kan toch allemaal geen kwaad?!


zondag 24 april 2022

FLUIMEN

Mannen spugen  veel, onnodig en overal. Vrouwen doen dat niet zo.  Vrouwen spugen eigenlijk alleen als het echt niet anders kan en dan vrijwel altijd binnenshuis, in een zakdoek of in de wasbak. Bijvoorbeeld bij ziekte of na het pijpen.

Thuis spugen mannen ‘netjes’: in hun eigen zakdoek, de wc of de wasbak. Een enkeling doet het minder netjes, in zijn eigen tuin. Of veel minder netjes, vanaf zijn balkon in de tuin van de buren. Vroeger was spugen alleen iets voor ‘oude mannetjes’. Die spuwen een pittige sloot zwarte spuug uit van gekauwd pruimtabak. Tot in de vijftiger jaren hangt er nog een verbodsbordje in de tram: ‘verboden te spuwen’. Natuurlijk houdt iedereen zich daar keurig aan. Er loopt dan nog een controleur met autoriteit in de tram.

Wat gebeurt er nou helemaal voor het spugen? Awel, er komt wat speeksel of slijm in de mond: dat moet daar snel  weg! De binnenkant van de wangen en de lippen worden naar binnen gezogen; de tong wordt tegen het gehemelte gedrukt; zo schuift het speeksel automatisch naar het puntje van de tong. Voor in de mond. Vlakbij de binnenkant van de lippen dus. Dan wordt diep ingeademd via de neus. De mond gaat een beetje open. Het speeksel schuift wat op. Tot tussen de lippen. Tenslotte  volgt dan een stevige ademstoot. Daarmee wordt de klodder, die zich nog tussen de lippen bevindt, met kracht uit de mond  gestoten.

Als fietser ben ik regelmatig fluimslachtoffer. De dader is een mede fietser. Hoe vaak er al niet een slijmerige groene klodder op mijn broek,  jas of mijn schoen gedumpt is……..Het aller, allersmerigste is het wanneer zo’n misselijk makend stuk snot (soms nog met voelbaar harde stukjes er in) bovenop mijn gezicht (wang, neus, mond, kin) gekwakt wordt. Natuurlijk, die andere fietser doet dat niet expres. Dat snap ik ook wel. Het is gewoon onuitstaanbare lompheid.

Die viezigheid komt meestal van de fietser, die zich alleen op de wereld waant. De wielrenner vaak. Hij is hij gewoon lekker een eindje aan het racen.  Passeert mij en hij voelt dan, ‘hopsa’ een kloddertje opkomen en ‘splash’ zonder op of om te kijken, blaast de snelle fietser zijn fluim uit zijn mond .… ‘flarp’: op mijn linkerwang net onder mijn oog. 'Dank je wel kloothommel. Kijk gvd toch uit man'. Hij hoort me geeneens, zo hard racet hij.

Jongelui vinden het de normaalste zaak van de wereld, de vloer van dancings en buurthuizen rijkelijk te befluimen. Pas geleden raakt in een dancing een zwaarlijvige beveiligingsmedewerker gewond  als hij er iets van zegt. Hij krijgt een zet van een discoganger . En nog een. En  nog een. Tot hij struikelt en omvalt. Een paar knullen duwen hem met zijn bolle, kale hoofd in een smerige fluimplark. De jongens dwingen hem de smurrie op te likken. Stijlloos. Meiden zullen zoiets nou nooit doen.