Posts tonen met het label ingetrokken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ingetrokken. Alle posts tonen

donderdag 13 februari 2025

TWEELINGBROERS.

Toevallig had iedereen in de metrowagon iets naast zich op zijn bankje neer gelegd. Ik was de enige met een vrije plek naast me. Hij was net ingestapt, bij Schenkel. De metro reed alweer en de man zocht al schommelend een zitplaatsje. Impulsief klop ik met mijn linkerhand op de vrije plek naast mij. Hem zo uitnodigend om naast mij te komen zitten.

 ‘Uw benen willen niet meer zo, hè?

’Nee, het is meer me evenwicht. Ik heb medicijnen voor mijn hoge bloeddruk en die zijn weer slecht voor mijn nieren en daar ga ik dus van slingeren. ’

‘Ik heb óók moeite met mijn balans. Bij mij komt het door slaappillen. Slik ze al bijna 25 jaar.  Kan niet meer  zonder.

Opeens kijkt hij me aan en vraagt hoe oud ik ben.  

’74,’ zeg ik. Daar kijkt hij duidelijk van op zijn neus.

‘Ik ben 73.’ Reageert hij een beetje teleurgesteld. Hij had vast gedacht de oudste van ons tweetjes te zijn.

Nu we hier  toch even tot elkaar veroordeeld zijn, vraag ik hem of hij, net als ik, alleen woont.

‘Neen, ik woon samen met mijn tweelingbroer.’

‘O, dat lijkt me nog eens leuk.

‘Ja, dat zou op zich best leuk kunnen zijn ….’ een miniem zenuwtrekje doet zijn hoofd dan twee maal kort achtereen ‘neen’ schudden …tegelijkertijd balt hij zijn rechterhand tot een krachtige vuist … ’Tsja… vòòr  die tijd woonde ik samen met onze moeder. Na haar dood werd dat huis wat te duur en te groot voor me. Toen ben ik bij mijn tweelingbroer, die altijd alleen heeft gewoond, ingetrokken. Vandaar natuurlijk ook’.

Ik laat het onderwerp maar rusten. Duidelijk te pijnlijk voor hem.

Als we station Blaak binnen rijden beklaagt hij zich er over dat ze  gekort werden op hun AOW toen ze bij elkaar introkken. Nu krijgen ze samen 2.400 euro AOW bruto per maand. Twee alleenstaanden krijgen 2.800,= euro. Dat zit hem lelijk dwars. Tot drie keer toe moet ik die AOW-riedel van hem nog aanhoren. Zeker omdat ik zijn verontwaardiging niet luid en duidelijk deel.

Nee, voor mij is dat niet meer als normaal. Toch? 

We waren inmiddels bij Beurs. Daar moest hij er uit. Geen idee waarom. Hoefde ik ook niet te weten. Zo te zien had ie niet echt iets nodig. Nou ja, geld misschien.

‘Het beste met uw balans!’

‘Hou u goed vast hè!’

vrijdag 5 augustus 2011

Liegbeest

Zonder overdrijving, mag ik de periode die ik nu doormaak, een dal noemen. Het woordje ‘diep’ laat ik achterwege. Nergens heb ik zin in. Niet alleen heb ik geen zìn in dingen doen. Ik zie ook huizenhoog op, tegen allerlei dingen van niks. Zoals het boren van een gaatje in een betonmuur. Voor een plugje. Voor een haakje.  Voor een schilderijtje. Huizenhoog ...  tegen z oiets lulligs. Nog niet eens een moeilijk klusje. Zo’n gaatje wordt nu  alleen maar groter. Ik kan zoiets beter metéén doen dan morgen. Pak ik dan mijn eigen boormachine? Of die Hilti van Fred van beneden? Uitstellen ... uitstellen ... uitstellen. Van al dat uitstellen komt alleen maar afstel. 
Het gaat natuurlijk niet alléén maar over het boren van gaatjes! Ik ben tenslotte geen tandarts. Neen, sociaal gezien loopt het ook allemaal niet zo lekkker. Nevernooit, last mee gehad. Nu kan ik nergens meer tegen. Klaverjassen, ballet, politiek, verjaardagsvisite. Alleen al bij het horen van die woorden krijg ik kokhalsneigingen.

In m'n uppie wandelen door een park: no problem. Ik hoop dan altijd maar dat ik geen bekenden tegenkom, die me vragen, hoe het met me is. Antwoorden naar waarheid doe ik sowieso nooit. Het is altijd zogeweest: 'top of flop'. 
Wat ik zoal vertel, zòù best eens waar kunnen zijn, daar niet van. Het klinkt uit mijn mond best aannemelijk. Alleen: er klopt geen hout van. Trots ben ik er niet op, maar het liegbeest in me laat zich het zwijgen niet opleggen.
Mijn vrouw heeft me verlaten. Ze is ingetrokken bij de student die beneden ons woont. Vijftien jaar jonger dan Rosa, godverdomme, de sloerie!

Tegen ex-buurvrouw Beb vertel ik, dat ik zo verdrietig ben omdat mijn vrouw me verlaten heeft. 
 Beb heeft met me te doen. Ze neemt me mee naar haar knusse tuinhuisje. We eten wat. Ze aait over mijn bolletje:'Blijf maar een paar daagjes bij me, jongen'. 

‘Graag Beb, maar ik vertel haar dat dat niet zal gaan. Ik heb met mijn moeder afgesproken. Vanavond maakt ze spinazie. Daarna  sjoelen we. Leuk. Ben ik goed in! Win altijd. Zo kom ik er weer boven op. Gelukkig maar.