maandag 15 december 2025

NAGTEGAAL.

Ik loop nu al ruim anderhalf jaar niet meer mee met de wandelclub van Sonja. Ik denk daaraan, omdat ik vandaag, maandag, door het Kralingse Bos wandel. We wandelden hier vaak. Als ik het me nog goed herinner waren we met zijn tienen. De namen weet ik niet meer zo precies … o, ik ben tegenwoordig zo slecht in namen!!. Sonja natuurlijk, Rob, twee Carla’s, Trudie, Janny, Debby, Irene … nou zeg, laat mijn geheugen me nu al in de steek. Nu ik dit schrijf bedenk ik me: ‘Zouden ze allemaal nog leven? Ja, sorry, ik hoop natuurlijk van wel, maar voor het zelfde geld is er één, of zijn er meerderen tussenuit geknepen. We waren immers niet meer zo piep. Een end in de zeventig zeker. Mij zullen ze daarover niks laten weten. Da’s nogal logisch. Ik ben al zo'n tijd uit beeld. Met mij gaat het overigens goed, hoor. 

Ik loop langs het hertenkamp, met die lieve, kleine reetjes. Toen ik nog meewandelde gaf ik die hertjes altijd een lekker plukje groen van buiten hun weide. Dat vonden ze wel wat.

Het is circa half vier dat ik daar loop. Ik kan nauwelijks de verleiding weerstaan om de Nagtegaal binnen te wippen. Voor een lekker pilsje. Ik was in de wandelgroep de enige bierdrinker. De dames namen meestal koffie of thee. Meestal gingen we op het eind van de wandeling daar bij die Nagtegaal gezellig zitten drinken en praten over koetjes en kalfjes. Leuke fotootjes heb ik er nog van.

Neen, vandaag nog geen biertje. Ik ben deze maandagmiddag nog maar net aan het begin van mijn wandelingetje.

Misschien kom ik de wandelgroep straks wel tegen. Zou ik best grappig vinden … maar tegelijk ook wel een beetje spannend. Want zo leuk heb ik de groep destijds niet verlaten. Sonja wou me nog bij de politie aangeven … en ik weet bij god niet meer waarom.

Maar, alle gekheid op een stokje, ik zou het leuk vinden om de groep weer eens terug te zien. Hebben we niet jarenlang gezellig samen gewandeld en gebabbeld?!

 Nou dan! 

zondag 14 december 2025

STONESTONG

Oorspronkelijk zou ik gisteren naar Deventer zijn gegaan. Voor de Dickensdagen.  Dat moet immers zo leuk wezen.  Ik zou trouwens alleen maar zaterdag gaan, omdat ik de zondag weer wat anders had.

Maar om bij het begin te beginnen: door die ellende rond mijn ‘zonneschadekop’ had ik een lichaamstemperatuur van 32,1 met de bijbehorende koppijn en futloosheid. Ik zou met vriend B gaan, die heeft een auto. Ik moest hem afzeggen. Zaterdag om half negen zouden we naar Deventer rijden.  Ik zag mezelf niet twintig uur in een auto zitten en ook nog uren in de rij staan voor die Dickens gein.

Voor de gezelligheid nodig ik B. die zaterdagmiddag bij me thuis uit om wat te drinken. We hadden nu toch niks te doen. Vriendin M. had er ook graag bij gezeten maar dat zag ik helemaal niet zitten. Ze zit de laatste tijd al een beetje te veel naar me zin, met haar neus overal boven op …  en ook zònder M. kan het gezellig wezen, toch?

B. had twee bananenbiertjes meegenomen. Heel bijzonder, in België (Mechelen)gebrouwen bier met een iets te zoetig kunstmatig bananensmaakje.

B. is een smulpaap eerste klas. Dat is hem ook aan te zien met zijn pakweg 140 kilo. Als extraatje, om het Deventerleed een beetje te doen vergeten, had ik een lekker kippenbouillonnetje gemaakt, met stokbrood en kruidenboter. Daar zal hij niet veel van aankomen.

Zondag stond Undercover, een coverband van de Stones op het menu. Die speelde in Capelle, vlakbij me huis. Ik was nog steeds zo beroerd als een blind paard. Maar zo dicht bij huis, uurtje lopen, moest het lukken. Ik zou daar af kunnen haken als ik geen puf meer had.

M. was ook mee. Was al maanden terug afgesproken. Wist ik veel dat ik ondertussen kennis zou krijgen aan Martha. Via Klup. Ja, okee, Marha is 74 en M. 54 . So what?! Martha is nog best ‘een lekker wijf’ M. zal er best wel wat van gemerkt hebben. Er ontgaat haar niets. Dat tussen Martha en mij natuurlijk ook niet.                                                                        

Ik had  M. nog een groot plezier gedaan met een splinternieuw zwart-t-shirt met dat bekende Stoneslogo te geven. Ze was zo trots als een aapje met dat shirt. Een van de bezoekers zei tegen haar dat die tong op dat shirt hem bekend voorkwam. Nou, dat soort opmerkingen, daar lust M. wel pap van.

De Rolling Stones Undercover middag (2 tot 6) Was een heerlijk feest. Bij het intro van het laatste nummer: ‘Like a rolling stone’ kon ik het niet droog houden.

’Doe niet zo gek, joh!’ porde  M. me.

Toen moesten we nog zeker een uur naar huis lopen.

In het donker. De zon kon geen kwaad doen.



vrijdag 12 december 2025

DIEPGEVROREN KOUSENBAND.

Mijn Efudex, de kutzalf die mijn door zonneschade aangetaste hoofdhuid sloopt, om die vervolgens weer te helen, is bijna op. Ik moet nieuwe bestellen want ik moet nog tien dagen smeren.

De hele dag loop ik te rillen. Heb pijn en jeuk aan mijn kop. Het is 19 graden in huis en ik loop met een winterjas aan. Als ik dan op mijn splinternieuwe oorthermometer zie dat mijn lichaamstemperatuur gedaald is naar 32,4 graden, denk ik dat het geen gek idee is om mijn dermatoloog te bellen. Ik word razendsnel teruggebeld door de assistente en om vijf voor vijf vanmiddag mag ik 'al' even langs komen.  

De dokter is aan een uitlooptijd bezig van drie kwartier.  Ik ben precies op tijd dus ik zit zeker tot zo'n uur of zes in mijn tergend ongemak. 

Tegen zessen ben ik aan de beurt. De dokter ziet wat er aan de hand is. Smeren hoeft niet meer. Geen nieuw k-zalf tube meer nodig dus. De zalf heeft zijn vernietigende werk gedaan. Dat ik zo’n lage temperatuur heb verbaast de dokter niet. De zalf trekt alle   warmte naar mijn hoofd zodat mijn lijf afkoelt. Logisch. Ja, eigenlijk wel, nu hij het zo zegt. 

De arts, een mooie vriendelijke man, geeft me antibiotica ter herstel van de verwoestingen. Tegen de pijn en jeuk op mijn schedel raadt hij me aan om met een zak diepgevroren doperwten op mijn kop te gaan lopen (of gaan zitten mag van hem ook). 

Die avond eet ik bij buurvrouw, mss M. Had ik beter niet kunnen doen. Voel me klote. Eten was lekker: zalm en gegratineerde aardappels. Ik maak zelf een toetje. Ook goed binnen te houden (alleen weinig).   Smoothy met framboos, druif, aardbei en kwark. Mss M. heeft helaas geen diep gevroren erwten in een zak maar wel bevroren, klein gesneden kousenband. Dat doet het op mijn schedel net zo goed. 

Ondanks de fijne muziek die mss M. speciaal voor mij in een ‘playlist’ had gezet en afspeelt kom ik maar niet in mijn  gewone doen. Om half tien houd ik het voor gezien. Ga naar me eigen huis. Douchen. Zó lekker, dat spetterende water op die jeukende kop! 

Ik schrijf nog even een verhaaltje af. Duik mijn bed in en val vervolgens niet in slaap De hele nacht niet. Ook niet met slaappillen. 

Shit!

woensdag 10 december 2025

KOUWE KOORTS.

‘Schrijft die gast nou alweer over die ‘zonneschade’? 

Ja dus, want ik kan domweg nergens anders aan denken. Ik voel een pijnlijke branderigheid op mijn korstenkop. Ik slaap er niet van. Vannacht om half vier lag ik nog wakker. Ik droomde dat ik stierf van de jeuk en dat ik met mijn kussen met turbo snelheid ruw over mijn schedel rausde. Het hielp. Ik bleef in slaap. Toen ik om acht uur wakker werd zag ik bloedsporen op mijn kussen .

Geen mens die op zo'n verhaal zit te wachten natuurlijk. Ja, mijn een na oudste zus misschien of mss E. die me altijd stiekem zit te lezen. Maar ik kan domweg niks anders verzinnen. 

Ik voel dat ik koorts heb. Kouwe koorts. De rillingen lopen constant over mijn rug. Ik weet het alleen niet zeker van die koorts. Ik heb geen thermometer.

Altijd, altijd, altijd heb ik paracetamol in huis en juist vandaag … ik app buurvrouw mss M. ... pas na vijf minuten reageert ze .... mevrouw stond te douchen ... ik 'ken' die pillen bij haar op komen halen. Ze verzachten de pijn wat. Godzijdank.

Als mss M's kindertjes koorts hadden gebruikte ze haar lippen als thermometer. Die zette ze  dan zachtjes over hun halsslagadertje. Feilloos nauwkeurig, altijd. Ik bewoog mijn hals wat naar haar lippen maar dat negeerde ze. (Dat ik  in deze toestand nog lollig kon wezen, daar kan ik niet bij!). 

Ik sleep me naar Kruidvat voor een oorthermometer. 26 euro. Ik heb 34,8 graden koorts. Nog net geen euro per graad! De rillingen blijven. Maar dat komt misschien ook omdat ik de balkondeur heb openstaan en de thermostaat in huis op 15 staat. Die zet ik nu meteen op 19.

Op weg van Kruidvat liep ik Ina van het smartlappenkoor tegen het lijf. De originele Crooswijkse keek me aan en spreekt de voor mij onvergetelijke woorden: 

‘Zo Jos! Jij gebruikt zeker die nucleaire teringzalf! Ja dat spul kent ik goed, want een paar jaar terug had ik van die zonnevlekken op me tieten. Die zagen er toen met die kutzalf net zo schurfterig uit als die kop van jou. Sterkte d'r mee, jongen!'.'


maandag 8 december 2025

NAAR DE KAPPER

In het komend weekend wil ik chili con carne gaan maken. Ik verklap geen geheim als ik hier opsom dat je voor die maaltijd minimaal wat boter of olie, gehakt, uien, paprika’s, tomaten, bruine bonen en Spaanse pepers nodig hebt. Alle ingrediënten voor dat gerecht heb ik inmiddels bij de Turkse groentekraam op de markt gekocht. Alleen die Spaanse pepers, (de ‘chili’ in de naam van het gerecht) heb ik nog niet gescoord. Die Turk had alleen maar Turkse pepers. Heel lekker. Ik ga er alleen scheermesjes van schijten.  Koop een toch half pondje. Voor de zekerheid.

Ik ga nu naar een Hollandse groentekraam. Ik koop daar altijd fruit, van prima kwaliteit. Alleen veel te duur. Maar dat ligt ook aan mezelf, want ik ben altijd vroeg en op de markt is het: hoe vroeger hoe duurder. Vorige week kocht ik om kwart voor vier een kilo aardbeien voor 1,50 euro. Vandaag betaal ik  daar om half tien vijf euro voor.   

Naast mij staat een dame van naar schatting 73 jaar haar zojuist gekochte mandarijnen in haar al veel te volle tasje te proppen. Dat tasje hangt aan het stuur van het wandelwagentje, waar haar bejaarde Jack Russel zit te bibberen alsof zijn laatste uurtje geslagen heeft. 

'Aanstelleritis!' zegt zijn vrouwtje.

Ik vraag nog aan haar of ie niet koud kan hebben, want het vachtje van de Jack Russels met die kleine dunne haartjes, geeft toch niet echt veel warmte.

'Rudolf is gewoon een aansteller! Hier op de markt brengt hij zijn diep meelij wekkende biberitis-show. Zodra we straks thuis zijn is hij ineens weer de grote meneer die mijn lieve kleine cypertje alle hoeken van de kamer laat zien. 

'Klaar Rudolf!! Ik ben helemaal klaar met je!

Rudolf kruipt gedwee onder het afdekzeiltje van de wandelwagen. 

'Zohoo, je mag onderhand wel eens naar de kapper gaan'. 

Wij voelen ons alle twee aangesproken door een achter langs passerende kerel. Na zijn woorden beende hij strak door. 

De dame naast me is verbolgen. Waar bemoeit die lul zich mee? 'Ik bepaal zelf wel òf en wanneer ik naar de kapper ga'. 

De man die de kapper-uitspraak deed is Cas, mijn buurman. Hij vindt het leuk om verwarring te stichten maar ik weet: hij doelde op mij en mijn iets te lange grijze lokken.

zaterdag 6 december 2025

IK MAG DAAR BIJNA ALLES ... ... ...

Er gaan jaren voorbij dat ze me daar niet zien. Maar deze dagen ben ik er weer kind aan huis. Het IJsselland-ziekenhuis. Waarom? Zonneschade!

Ik ga het nu niet hebben over de medische behandeling. Dat deed ik eergisteren al. Nee, mij gaat het nu om de ultieme tolerantie van het IJsselland jegens de patiënt..

    Ik mag mijn fiets, om te beginnen in de fietsenstalling plaatsen.

-        Ik mag mijn identiteitsbewijs in de afsprakenautomaat deponeren.

-        Ik mag plaats nemen in de wachtkamer.

-        Ik mag, als ik een seintje krijg de behandelkamer in.

-        Ik mag de deur van de behandelkamer achter me dicht doen.

Ik mag (geheel onverwachts) al mijn kleren uit doen behalve mijn onderbroek. Als ik geweten had dat dat moest, dan had ik een lekker luchie op gedaan en schone sokken aangetrokken,. Die ik moet uittrekken stinken een uur in de wind. Ik ben meteen zò de kluts kwijt dat ik toch, mijn ook niet bepaald okselfrisse onderbroek uittrek. Dan komt de dokter binnen. Zij schrikt zich een hoedje van mijn algehele blootheid.

-        Ik mag van haar mijn onderbroek weer aandoen.

-        Ik mag dan plaats nemen op de behandeltafel.

-        Ik mag de komende vier weken een zalfje smeren.

-        Ik mag over vier maanden terugkomen.

-        Ik mag me weer gaan aankleden.

-        Ik mag de deur achter me dichtdoen als weg ga.

-        Ik mag weer op mijn fiets stappen.

-        Ik mag bij de apotheek mijn zalf ophalen.

 

Het is een hele verademing die dat tolerante. Het is alleen zo in tegenspraak met hoe het bij mij thuis gaat. Zodra ik een voet in mijn huis zet moet ik van alles. Mijn innerlijke stem zet mij daartoe aan. 

               Doe de afwas

               Was de ramen.

               Zuig de kamer,

               Ga nu dweilen

-                   Snoei de planten

-                   Schil de aardappels.

               Zet het afval buiten.

               Maak je bed op.

-                   Was je sokken

               Ga je douchen

 

Hier in mijn eigen omgeving heb ik geen keus. Mij wordt afgebeuld en opgejaagd in de schaarse tijd die resteert na mijn arbeidsintensieve hobby’s.

Neen, wat een warm bad, is daarmee vergeleken het tolerante gedogen in mijn IJsselland.

donderdag 4 december 2025

MELANOMEN.

Toen ik tien jaar geleden grote paarsrode vlekken kreeg op mijn hoofd (schedel en gezicht), vond ik dat lastig maar meer ook niet Een zalfje smeren en hupsakee, weg ermee. Mensen in mijn omgeving, familie, buren, die me er mee zagen lopen, reageerden echter zonder uitzondering zorgelijk. Die mensen wisten toen blijkbaar al meer dan ik.

De huidarts stelde de diagnose: ‘melanomen’ en dat was kanker, huidkanker. Toen begreep ik ook waarom mijn huidarts me probeerde gerust te stellen met de woorden ‘het is niet zo erg hoor, bij u’. 'Nou, dat valt dan weer mee,' dacht ik een paar dagen later. 'Kanker die wel mee valt, dat is nog eens een meevallertje. 

De huidarts gaf me tube mee naar huis met zalf die ik op die plekken moest smeren, vier weken lang.  Vervolgens liet ze me foto’s van mensenhoofden zien, die die zalf een, twee, drie en vier weken gebruikt hadden. Het was niet om aan te zien. Het waren stuk voor stuk en in toenemende mate schurftige korstenkoppen. Naast mensen met zulke koppen wil je niet zitten, liggen, lopen, zwemmen kortom niet gesignaleerd worden.

‘Maar’… zei de huidarts: ’na vier weken is het gedaan met het smeren. Dan vallen de korsten er af en is het foetsie met de jeuk en de branderigheid en wordt u langzamerhand weer de oude. Dat klopte ook. Het heelde allemaal keurig. 

Inmiddels zijn we tien jaar verder en ben ik alweer 14 dagen aan het smeren. De verschijnselen zijn precies het zelfde. Zowel de kwaal als de remedie. Ik loop nu weer met een misselijkmakende kop rond. Vergeleken met tien jaar terug is de malheur nog groter. Destijds liep ik constant met een gladde kale kop rond. Nu heb ik haar waaronder die aangetaste huid zit. Scheren durf ik die huid niet. Smeren moet daar natuurlijk wel twee keer per dag. Niet alleen de plekken worden plakkerig moddervetvet, ook die plukken haar. Twee keer per dag moeten ook de klitten weer uit mijn haar worden gekamd. Vette grijze dotten haar met mijn hand uit het kammetje schuiven en in het afvalbakje laten dwarrelen.

‘Waarom zet je geen pet op? vraagt een buurvrouw, alsof ze het tegen een vies beest heeft.

‘Mijn hoofd mag nooit bedekt worden, buurvrouw, behalve als de zon schijnt. U zult het een paar weken met dit onsmakelijke koppie moeten doen of een andere kant op moeten kijken.’

Gelukkig voel ik me niet zo terminaal als tien jaar terug. Ik had melanomen en dat was kanker. Okee. Weliswaar niet zo erg. Maar toch. Nu heeft dit alles helemaal niks meer met kanker te maken. Het zijn geen melanomen meer, het is geen huidkanker. Neen, het klinkt tegenwoordig een stuk vrolijker, het voelt ook iets beter. De huidarts gaf me diagnose 'zonneschade'!