Posts tonen met het label schurftig. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schurftig. Alle posts tonen

donderdag 4 december 2025

MELANOMEN.

Toen ik tien jaar geleden grote paarsrode vlekken kreeg op mijn hoofd (schedel en gezicht), vond ik dat lastig maar meer ook niet Een zalfje smeren en hupsakee, weg ermee. Mensen in mijn omgeving, familie, buren, die me er mee zagen lopen, reageerden echter zonder uitzondering zorgelijk. Die mensen wisten toen blijkbaar al meer dan ik.

De huidarts stelde de diagnose: ‘melanomen’ en dat was kanker, huidkanker. Toen begreep ik ook waarom mijn huidarts me probeerde gerust te stellen met de woorden ‘het is niet zo erg hoor, bij u’. 'Nou, dat valt dan weer mee,' dacht ik een paar dagen later. 'Kanker die wel mee valt, dat is nog eens een meevallertje. 

De huidarts gaf me tube mee naar huis met zalf die ik op die plekken moest smeren, vier weken lang.  Vervolgens liet ze me foto’s van mensenhoofden zien, die die zalf een, twee, drie en vier weken gebruikt hadden. Het was niet om aan te zien. Het waren stuk voor stuk en in toenemende mate schurftige korstenkoppen. Naast mensen met zulke koppen wil je niet zitten, liggen, lopen, zwemmen kortom niet gesignaleerd worden.

‘Maar’… zei de huidarts: ’na vier weken is het gedaan met het smeren. Dan vallen de korsten er af en is het foetsie met de jeuk en de branderigheid en wordt u langzamerhand weer de oude. Dat klopte ook. Het heelde allemaal keurig. 

Inmiddels zijn we tien jaar verder en ben ik alweer 14 dagen aan het smeren. De verschijnselen zijn precies het zelfde. Zowel de kwaal als de remedie. Ik loop nu weer met een misselijkmakende kop rond. Vergeleken met tien jaar terug is de malheur nog groter. Destijds liep ik constant met een gladde kale kop rond. Nu heb ik haar waaronder die aangetaste huid zit. Scheren durf ik die huid niet. Smeren moet daar natuurlijk wel twee keer per dag. Niet alleen de plekken worden plakkerig moddervetvet, ook die plukken haar. Twee keer per dag moeten ook de klitten weer uit mijn haar worden gekamd. Vette grijze dotten haar met mijn hand uit het kammetje schuiven en in het afvalbakje laten dwarrelen.

‘Waarom zet je geen pet op? vraagt een buurvrouw, alsof ze het tegen een vies beest heeft.

‘Mijn hoofd mag nooit bedekt worden, buurvrouw, behalve als de zon schijnt. U zult het een paar weken met dit onsmakelijke koppie moeten doen of een andere kant op moeten kijken.’

Gelukkig voel ik me niet zo terminaal als tien jaar terug. Ik had melanomen en dat was kanker. Okee. Weliswaar niet zo erg. Maar toch. Nu heeft dit alles helemaal niks meer met kanker te maken. Het zijn geen melanomen meer, het is geen huidkanker. Neen, het klinkt tegenwoordig een stuk vrolijker, het voelt ook iets beter. De huidarts gaf me diagnose 'zonneschade'!


zondag 11 december 2022

IN EEN VLOEK EN EEN ZUCHT.

Een ouwe man in een invalidenwagentje, Scheepsma,  zit onderaan een pittige heuvel en kijkt naar boven. Hij moet naar Ambachtsveen, hier drie kilometer vandaan.  De man moet naar een pedicure. In dat dorp aan de andere kant zit er een. Hij heeft last van zijn tenen. Hamertenen, vreest hij. Verdomd lastig, hamertenen. Het zijn maar drie tenen, de drie middelste tenen, die een beetje omhoog staan. Oppassen met schoenen kopen! Ze moeten bij de neus wat meer ruimte hebben. Klemmen moet voorkomen worden. Met blaren is hij nog verder van huis. Hij moet er niet aan denken. Hamertenen met blaren. Godzijdank heeft hij ze maar aan één voet. Moet ie een paar schoenen kopen voor één voet mèt en één voet zonder hamertenen. Dat zal nog niet meevallen, ja bij de orthopeed. Maar daar betaalt hij zich blauw.

Schimmelnagels heeft hij al jaren. Aan beide voeten. Doet nauwelijks pijn. Heeft wel een schurftige aanblik, die geel-groen-grijze nagels. Vooral die aan de grote tenen zijn zo dominant. Helemaal als je blootsvoets loopt of op sandalen zonder sokken aan. Nou ja. Het is een mooie dag vandaag. Desalniettemin heeft de invalide toch gewoon sokken aan in zijn sandalen. Hij schaamt zich voor die schimmelnagels. Jarenlang  dag in dag uit doet ie er al azijn op zonder resultaat. Pillen zijn beter, heeft hij gehoord.  Vandaar die pedicuur. Dat zit hij  te denken als hij daar, toch een tikkeltje wanhopig, onderaan die heuvel, naar boven zit te kijken. Als Scheepsma geweten had, dat hij deze heuvel op zou moeten, had hij wel een pedicure-aan-huis gegoogled.

Van boven de  behoorlijk steile heuvel komt iets zijn kant op. Helemaal duidelijk is het nog niet. Zijn ogen zijn ook niet meer wat het geweest is.  Ho, dit stukje gaat niet over ogen maar over tenen. Het lijkt wel een fiets. Jazeker, het is een fiets. Een gestalte op een fiets. Ja, heuveltje af, op een fiets, dat gaat razendsnel. Hier ook. In een vloek en een zucht zijn ze beneden. Ja! ‘Ze’. Want er zitten er twee op die fiets. Nee, het is geen tandem, het is een doodnormale fiets met een bagagedrager, twee wielen en een bel.  De een trapt niet, de ander zit achterop. De fietsers zijn luchtig gekleed. ’t Is lekker weer. Sportief. Korte broeken en hemdjes met blote armen.  Ze zien Scheepsma in zijn invalidenwagen staan. Minderen vaart.  De gehandicapte is machteloos, dat is meteen zonneklaar voor hen. De invalide krijgt hem zelf niet omhoog, die invalidenwagen. De fietsers bieden aan om hem de heuvel op te helpen. Daar heeft Scheepsma wel oren naar. Nu wil het toeval dat deze fietsers tevens de pedicuren zijn van Ambachtsveen. Toch heel bijzonder: zo’n pedicuur-stelletje. Bij hen is de gehandicapte aan het goeie adres: ’voor al uw hamertenen: pedicuur Van Rehnen’. De pedicuur heeft stevige kuiten en spierballen; nou niet echt noodzakelijk voor een pedicuur, maar goed. Hij stelt voor zelf de invalidenwagen naar boven te rijden. De invalide kan bij de vrouw achterop. Het duurt nog wel even voordat ze een gangetje hebben. In een mum van tijd hebben ze de invalidenwagen ingehaald. Scheepsma  kan tevreden zijn. Er wordt aan zijn problemen gewerkt. Nog even en ze zijn daar boven op die heuvel. Hij  houdt zich goed aan de pedicure  vast. Op zijn handen en zijn wang voelt hij haar warme huid.