dinsdag 24 juni 2025

BIER DRINKEN.

Meestal is het niet omdat ik zo’n dorst heb, maar zo af en toe ga ik toch naar Het Loo mijn vaste kroeg. Òf ik schiet willekeurig een cafeetje in. Voor een pilsje en de sociale contacten.

In Het Loo ga ik meestal met mijn vrienden zitten zuipen. Niet met allemaal tegelijk. Nu eens met Louis, dan weer met Jan, Joep, George of Loe. Dat ‘zuipen’ klinkt nogal ruig, maar meer dan een liter pils per middag krijg ik niet weg. Die anderen ook niet trouwens. Financieel gezien is mijn limit: 14 euro voor een liter bijpraten!

Ik ga zo naar de bios maar eerst drink ik even wat in het KINO-Café . Groot lokaal. Muziek van The Band op de achtergrond. Uitvergrote foto’s van Prince en Adèle, zie ik in de gauwigheid. Uit mijn rechter ooghoek, zie ik een vrij tafeltje. Daarnaast staat een tafel met twee laptops erop.

Ga daar eerst even rustig zitten. ‘De kat uit de boom kijken’.

‘Oooooh!! Verzucht de jonge dame aan het tafeltje schuin links voor me. Drie studentikoze types zitten daar te ‘mens erger je nieten’… en bier te drinken.

Aan veel tafeltjes hier zitten mensen met boeken of laptops, te werken, studeren.

Er is hier ook een keuken. Fris en gezond ogende broodjes (sla, tomaat, ei) worden daar verkocht. Ik krijg trek. Ga een broodje kopen. Neem een Westmalle Tripel mee, veel te duur eigenlijk (5,50 euro) maar voor één keertje zo lekker ….

Als ik terug kom met mijn brood en bier, zit aan het tafeltje naast me een jongedame op een laptop te tikken. Ze is geheel in het zwart gekleed. Net als ik. Het verschil is dat zij haar hoofd ook bedekt heeft. Het enige dat ik van haar zie is haar vriendelijke en oogverblindend mooie gezichtje. Ik ga niet te dicht bij haar zitten met mijn biertje en mijn broodje.

‘Ik ben hier met mijn zus’, zegt ze spontaan in foutloos, enigszins bekakt Nederlands, ‘ze is nu even shoppen’

‘Ga je zo ook naar de film? vraag ik.

‘Nee, ik ben hier aan het studeren. Ben met mijn scriptie bezig’.

‘HBO of Universiteit?’

'Universiteit’

 ‘Kan je je hier wel goed focussen? Het is best wel druk’.

 ‘Moeilijk soms. Maar samen met mijn zus gaat het altijd perfect. ’

 ‘Waar gaat je werkstuk over?’

 ‘Over ‘de ideale werkplek,’ lacht ze.

 ‘Succes!’

 ‘Naar welke film ga je?’

 'Perla’.

 ‘Nou, veel plezier!’

 ‘Dank je’

 Ik heb mijn biertje nog niet op. Dat neem ik mee de bios in. 

maandag 23 juni 2025

NIET TOEVALLIG?

Vanavond ben ik op de Parade. Het jaarlijkse vrolijke theaterfeestje op het Museumplein in Rotterdam. Het is nog tot en met 29 juni en dan verhuist de Parade naar Den Haag.

Wanneer ik aan iemand vertel, dat  ik naar theater ga, krijg ik daarop onmiddellijk de vraag: ‘Met wie ga je dan?’ Meestal zeg ik dan: ‘ met Jantje, Pietje of Marietje’. Maar ik ga ook vaak alleen. Ik zeg er dan meteen achteraan, dat er daar genoeg andere mensen zijn om te leren kennen. Òf ik loop daar een bekende tegen het lijf òf een bekende mij. 

Dat laatste gebeurt toevallig vanavond. Nou ja, het is eigenlijk niet eens toevallig meer te noemen. Bij culturele evenementen kom ik de laatste tijd steeds Loes tegen. Bij dans, theater, museum en nu dus bij de Parade.  Als ik ergens aankom sta ik als het ware al om me heen te kijken of Loes er ook is. Vanavond dus weer. Ik ken haar van Academie voor Expressie. Ze zat een klas lager dan ik. Ze was net met een groepje vriendinnen in de gekmakende draaimolen geweest. Dol in d’r hoofd is ze er nog van. Ik was op weg naar de wc als ze me roept. We maken even kort een praatje want ik moet erg plassen.

Loes en haar vriendinnen gaan net als ik naar Elfie Tromp, die een ‘Adèle Bloemendaal’-act  (Wat heb je gedaan Daan? etc)opvoert. Heel hilarisch. Het was maar een half uurtje. Elfie Tromp komt in september met een show van anderhalf uur. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Loes ook trouwens.

 Na Elfie Tromp bied ik Loes wat te drinken aan. Daar heeft ze wel zin in. Ze neemt afscheid van haar groepje en we gaan op het terrasje nabij Elfie Tromp’s theatertent zitten.

Gelijk bij onze ontmoeting zie ik al aan Loes d’r ogen, dat ze verrukt is om me te zien. Ik moet ook toegeven: ik zie er prima uit! Onderweg al, van huis naar de Parade, krijg ik complimentjes. Ik ben zoals altijd gekleed in het zwart. Maar het bijzondere van vanavond is: een sjiek colbertje en een toffe hoed. Beide in het zwart natuurlijk.

Met mij alles goed hoor! Dat je lekker in je vel zit, daar gaat het om. Dat ziet iedereen in één oogopslag. Loes dus ook We drinken gezellig een biertje en maken er verder een gezellige avond van. 

zondag 22 juni 2025

KWIJT.

Zaterdag was een heel relaxte dag. Het was snikheet maar ik had er geen moment last van. De dikke Volkskrant zitten lezen. Gedoucht. Uitgebreid geluncht voor ik naar Den Haag ging. Daar schreef ik gisteren al wat over.

Ik was er halverwege de middag. Ik wilde namelijk precies weten waar dat theater was. Ik kan er niet tegen, als ik, vlak voor de voorstelling begint, nog moet gaan  lopen zoeken naar waar ik moet wezen. Dat wist ik dus al  om vier uur en die voorstelling begint pas om half acht. Ik ben toen naar het Malieveld gewandeld. Heb daar een prachtige grote oude boom uitgezocht, die mij heerlijk verkoeling bood. Ik vond het verbazingwekkend dat er maar zo weinig mensen in dat prachtige hogebomenpark de schaduw op kwamen zoeken. Ik bleef daar tot het tijd was om naar de schouwburg te gaan. Een kwartiertje lopen is het. ‘Only the lonely’ begint om half acht. 

Ik lees even in het boek ‘Lente’ van mijn favoriete Noorse schrijver Ove Lars Knausgärd. Ga nog heel even op mijn rug liggen en beantwoord nog wat appjes. Toen was het al zowat bij zevenen. Tijd om naar het theater te gaan. Mijn oog viel op een tientallen meters lange rij mensen voor een bestelbus. Dichterbij gekomen lees ik ‘Soepbus’. Kennelijk een voorziening van de Gemeente Den Haag, voor hen die het nodig hebben.

Dat 'Only the lonely' prachtig was heb ik gisteren al geschreven.

Ik was laat in Rotterdam. Moest nog wat schrijven. Eer ik in bed lag was het half drie.  Erg lang had ik nog niet geslapen of ‘nature called’: Ik moest plassen. Ga mijn bed uit, en …  hóé ik ook zoek, Ik kan mijn eigen wc niet vinden. Ik herken een kastje, de eettafel, het behang op de  muur, de voordeur, planten, een kiepraampje. Ik verlies nu urine en ben mijn wc nog steeds kwijt.  Voordat ik het helemaal niet meer kan houden, pak ik een dikke Volkskrant en loop daar helemaal op leeg. Ik gooi mijn natte pyjamabroek in de wasbak. De zeiknatte krant gaat in de vuilnisbak en ik schiet gauw in mijn blote kont m’n bed weer in en slaap verder.

Dit lijkt het begin van het eind.

Als ik zondagochtend om negen uur wakker word, moet ik zoals gewoonlijk gelijk naar de wc. Die weet ik dan probleemloos te vinden.

zaterdag 21 juni 2025

ONLY THE LONELY

Vandaag ben ik voor de tweede keer deze week in Den Haag. Zondag demonstreerde ik met 150.000 anderen tegen het genocidale Israel. Daar schreef ik al over. Vandaag kom ik daar voor theater.

Het stuk heet ‘only the lonely’ met in de hoofdrol een kolossaal al jaren leegstaand kantoorgebouw tegenover het Binnenhof. Voor de avonden dat dit stuk speelt wordt dit gebouw het Lonely Hearts.Hotel genoemd.

De bezoekers checken in en maken vervolgens in kleine groepen, in twee uur een wonderlijke reis,

door een droomlandschap waarin het thema eenzaamheid centraal staat.

Het eigenaardige hotelpersoneel wil ons graag van onze eenzaamheid afhelpen door middel van deze gezamenlijke ervaring, met aansluitend een eenvoudige maaltijd. Only the Lonely is een ambitieus project, dankzij de vele scènes, spelers (waaronder een koor) en vooral  de ontiegelijke grootte van het unheimisch lege kantoorgebouw en ook door de vele en prachtige decorstukken.

In zo'n caleidoscopische voorstelling zijn er altijd elementen die beter werken dan andere. Sommige scènes zijn wat voorspelbaar. Zoals  een gesprek met een stugge Chatbox over gevoelens en een oppervlakkig monoloogje van een ruimtevaarder in een ruimtestation.

Maar hoe absurdistischer hoe beter. Er dwaalt een man met een konijnenhoofd door het pand, zonder uitleg over wat of wie hij is.

Een schoonmaker voert intieme ’healings’ uit achter glazen muren. Een hotelmanager duikt op onverwachte momenten op om haar eigen eenzaamheid te verbeelden in vervreemdende performances of met elektropop liedjes.

Een vanzelfsprekende hoofdrol is weggelegd voor het gebouw zelf, dat fenomenaal is aangekleed. De vergaderzitjes, achterkamertjes, en opslaghokken, zijn stuk voor stuk kamers van eenzaamheid geworden. Zodat de reis tussen alle scènes door minstens even theatraal is Het is moeilijk geworden om onberoerd te blijven in deze schaduwwereld.

 Soms eenzaam maar nooit alleen.




 

vrijdag 20 juni 2025

PRIJZEN.

Dolly Parton heeft een Amerikaanse prijs, een award gewonnen, Het zal wel iets te maken hebben met de omvang van haar borsten, nietwaar? Waarmee anders?

 Peter, een medewerker van ons buurthuis heeft van de koning een lintje gekregen. Een flink aantal actieve buurbewoners heeft de koning een brief geschreven waarin hij op de hoogte werd gesteld van hoe’n fijn mens de Peter wel niet is.

Toevallig loop ik Peter dezer dagen tegen het lijf. Ik moet die man feliciteren met zijn lintje. Ja, het is toch geen kattenpis als de koning je zo waardeert. Als het de koning  behaagt, zoals het vaak gezegd wordt.

Peter was in zijn nopjes met mijn welgemeende proficiat. Hij vertrouwde mij toe dat alles en iedereen in zijn omgeving gezwegen had over het  koninklijk eerbetoon. Hij was met een smoesje naar zijn werkplek gelokt: zijn broer zou in ondertrouw gaan. Kostelijk. Hoe kom je d’r op. Zijn broer van 59. Dat was natuurlijk helemaal niet waar. Peter was totaal verrast. Blij verrast.

Aan alles was te zien dat Peter door de hele lintjesregen een blijer mens was geworden. Lange tijd oogde hij niet happy. Hij was zwaar ziek geweest. Dat maakte hem wat neerslachtig.

Maar de Peter van nu, laat ik hem de ‘lintjes Peter’ noemen, die is vele malen gelukkiger, vrolijker, energieker. Eerlijk gezegd is dat een grote zegen voor onze hele buurt. De Peter van nu is zomaar een regelrechte verbinder tussen het buurtleven en het buurthuiswezen. Wat willen we dan nog meer? Dan hebben we niks meer te wensen, toch?

Persoonlijk heb ik nog nooit een prijs mogen ontvangen … en …dat maakt me geen mallemoer uit. De dingen die ik doe, doe ik niet voor prijsjes.

Als ik de ‘Lees-toch-trofee’ zou winnen voor mijn grappige stukjes, zou ik zeggen: ‘stop hem maar in je reet’. Ik kan daar niks mee. Zelfs als er een groot bedrag aan de prijs vastzit:  bedankt! Ik schrijf puur voor mijn eigen lol.

Die Lieke Marsman, een jonge gedichten schrijfster, heeft een prijs gekregen voor haar hele oeuvre. Ze is pas in de dertig en nu al een prijs voor haar hele oeuvre. Ik weet wel waarom. Omdat ze kanker heeft en niet meer zo lang zal leven. Dan heeft ze die prijs alvast. Daar kan ik wel inkomen.

Het heeft verder helemaal niks met haar kanker te maken maar Ik wil wel even kwijt dat ik geen jota begrijp van wat ze schrijft, geen ene moer … en als mensen zeggen dat het prachtig is, dan liegen ze! Want Lieke’s werk is onbegrijpelijk. Lees maar:

 

Angst zonder gedachten, de geest
loopt als een pakezel
de verschroeide aarde op – niets
valt er te overpeinzen nu.
Voldongen feiten om ons heen.

Hoop is een alchemist: de dichtste steen
ontzegelt het. Als uit een ei: klein
verenpakketje, bebloed nog, onooglijk.
Het eerste verzet wordt het luidste protest.
Er is een nieuwe wereld mogelijk.

Snappie?

En van mij mag die Lieke een lintje krijgen, hoor. Al is het alleen maar omdat ze zoveel mensen laat ja-knikken boven haar abacadabra. Maar mij niet! Hartelijk dank.

donderdag 19 juni 2025

BEVOOROORDEELD

Bij de spoorbomen van metrostation Prinsenlaan zitten drie agenten gehurkt bij een mens? Een dier? Vanaf het perron richting centrum, kan ik het niet zien. 

Het zou mij niet verbazen als het een man was. Een verwarde man. Want er hangt al een tijdje zo iemand rond bij mijn metrostation. Ik noem Prinsenlaan ‘mijn’ metrostation, omdat al mijn uitstapjes en reisjes beginnen op dàt station. Tenzij ik ga fietsen of lopen natuurlijk.

Het is nogal lekker bevooroordeeld om te denken dat het die verwarde is die daar bij die spoorbomen zit. Maar goed, het zou me niet verbazen.

Een jaar terug was hij ook al op onze perrons maar toen was hij nog niet zo verward als de laatste paar maanden. Toen kwam hij nog gedwee op reizigers af en vroeg (bedelde) om een paar muntjes, om zijn slaapgelegenheid te kunnen betalen. Van mij kreeg hij nooit  wat want ik had nooit cash op zak. Hij kon toen nog goed luisteren naar èn een beetje lachen om mijn suggestie een pinapparaat aan te schaffen. Destijds bedelde hij ook niet constant. Hij kon minutenlang sjekkies zitten draaien en roken. Ook ging hij zo af en toe nog de metrowagons in om zijn hand op te houden.

Onverzorgd heeft hij er altijd uitgezien. Lange vette zwarte haren, ongeschoren, vuil, tot op de draad versleten kleding, veelal spijkerstof. Alleen het timide, het gedweeë is hij kwijt. De blik in zijn ogen is razend. Hij kan in mijn woonbuurt rondlopen alsof hij op weg is iemand een pak slaag te geven. Niet dat ik hem dat ooit heb zien doen of gehoord heb dat hij  zoiets gedaan heeft. Dat niet. En soms, terwijl hij zo getergd rondloopt begint hij woorden, zinnen te schreeuwen, die door merg en been gaan. Terwijl hij vloekt, schreeuwt en scheldt blijft hij als door de duivel bezeten door de wijk denderen. Hij heeft het tegen niemand persoonlijk. Hij kijkt niemand aan. Het is wel schrikken als je hem zo bezig hoort en hij komt je tegemoet of loopt langs je heen. Hij ziet je niet eens.

Het is een klein kereltje. Net een verdwaalde, eenzame, verlaten en vervuilde, wanhopig, schreeuwende kleuter. Al maanden nu is hij de weg kwijt. Schreeuwen blijft doen hij tot hij er dood bij neervalt.

Maar hij was het niet, daar bij die slagbomen. Het bleken ganzen te zijn. Een dood. Een gewond. Jammer. Maar daar hebben we d’r al genoeg van. Toch?

woensdag 18 juni 2025

WONDERKUSSEN.

 

Een wonderkussen heb ik besteld via de web-shop Derila. Dit kussen belooft mij een diepe langdurige en vooral snurkloze slaap. Zonder gesnurk word ik niet wakker van een droge mond. Voor de prijs hoef ik het niet te laten. Vijftig euro. Binnen twee weken in huis.

Een dag nadat ik dat kussen bestelde, biedt Derila mij een speciaal voor dat wonderkussen vervaardigde wonderkussensloop. Deze sloop zou het kussen het koel doen aanvoelen. Een tientje voor die wondersloop. Maar daar beginnen we nog maar niet aan. Nòg niet althans. Eerst maar ff kijken wat het kussen doet.

Tja en, ongelogen, wèèr een dag later, maakt Derila me attent op weer een ander artikel: de anti-snurk-pleister. Niet voor op de bovenarm of op de rug. Neen, gewoon op de mond. Die pleisters bedekken de gehele mond zodat via de mond geen snurkgeluid naar buiten kan. Zo’n pleister moet daar ook de hele nacht blijven zitten. Ik vraag me af of ik dat kan hebben en, eerder nog: hoe krijg ik die pleister vastgeplakt, want ik zit natuurlijk al met die snor en dat baardje m mijn mond. Of moeten die er van Derila allebei af? Allemaal vragen. Weg er mee!

Eerst maar eens dat mirakelse kussen ervaren. En dat gaat vanavond gebeuren. Want vanmiddag is het bezorgd.

Ik zit, rond een uur of half vier, op een heerlijk beschaduwd plekje in het Kralingse Bos te lezen, als ik hoor dat ik een mailtje heb. De pakketbezorger heeft het pakket voor mijn deur neergezet. Dan kan iedereen die langs loopt het dus grateloos meenemen. Dat wonderkussen ter waarde van vijf tientjes.

Dat kan een pakketbezorger toch niet maken, hè?! Zo’n pakje onbeheerd voor een deur zetten. Ik natuurlijk gelijk naar huis. Het is maar een kwartiertje met de fiets. Kom ik bij mijn huis: geen pakket!  Ik hoop stiekem dat één van mijn buren het pakket voor mijn deur heeft weggehaald. Dan komen ze straks bij wel mij bellen. Zo ging het ook. Rond half acht belde buurvrouw An bij mij aan met het pakketje onder haar arm. Ze had mijn pakketje veilig gesteld.

Vannacht ga ik het dus uitproberen dat wonderkussen..

Bij die pakketdienst ga ik een klacht indienen.