LET OP!
Mijn nieuwe serie schrijfsels
Is uitsluitend hierzo te lees,
op mijn blog:
https://stukkiejee.blogspot.com/
Vanaf 10 januari 2025.
Tot dan.
Jos Mastwijk.
LET OP!
Mijn nieuwe serie schrijfsels
Is uitsluitend hierzo te lees,
op mijn blog:
https://stukkiejee.blogspot.com/
Vanaf 10 januari 2025.
Tot dan.
Jos Mastwijk.
Tweede kerstdag wordt voor mij een feestelijke dag. De hereniging, na bijna tien jaar scheiding van mijn gezin. M’n ex, Winny, heeft me uitgenodigd voor het kerstdiner. M’n zonen, kleinzonen en schoondochter zijn er ook. Het kerstdiner wordt bedacht en gemaakt door Freek, mijn oudste zoon en zijn vrouw Sarah. Ik ben gevraagd om een voorafje te maken. Dat doe ik natuurlijk graag. Ik ben tegenwoordig immers een zelfbenoemde keukenprins.
Lachebekje.
Ik werd zondag pas om 10 uur wakker. Ik was er al om half zeven uit geweest om te plassen. Ik dook daarna weer snel mijn bed in. Het was koud. De temperatuur bij mij thuis is constant 15 graden, tenzij de zon op de woonkamer staat, dan kan de temperatuur wel eens oplopen tot 20 graden.
Honden, vooral die kleine, aangelijnde hondjes, ter grootte van een Miele stofzuigertje, trippelen hier in de buurt regelmatig rond. Nutteloze dieren. Die grote honden, herders bijvoorbeeld, zijn nuttig voor ons. Die kunnen de politie helpen een moord op te lossen. Bij rampen kunnen ze er op uit gestuurd worden om te zoeken naar overlevenden of slachtoffers. Aan die herders, daar hebben we tenminste wat aan. Dat ze ook klimaatactivisten in hun kuiten bijten, moet ze heel snel afgeleerd worden.
Eens in de maand zie ik haar, Daisy. Een dame van ‘in de vijftig’. Ze is sociaal psychiatrisch verpleegkundige, in dienst bij de zorgorganisatie Antes. Zij zegt me wanneer ik bloed moet laten prikken en bekijkt de analyse. Dan kan ze zien of ik mijn medicijnen braaf inneem en mijn nieren, schildklier en cholesterol in orde zijn.
Ik kom net bij de tandarts vandaan. Nu weer mèt twee boventanden. Kronen natuurlijk. Ze heeft er heel wat werk aan. Ik kan mijn kiezen echt niet op elkaar houden, terwijl dat normaal een van mijn beste eigenschappen is. Na drie kwartier denk ik dat het wel genoeg is. Ik zeg haar dat het wel goed voelt. Maar ze gelooft me niet. Ze laat me bijten en klapperen op een papiertje. ‘Neehee, meneer Mastwijk. Je moet niet jokken tegen mij , hoor, want ik zie nog een heleboel blauw op dit papiertje en dat is niet goed’.
Als zij even later vindt dat de klus geklaard is, zeur ik dat de nieuwe kronen nog wel hinderlijk aanvoelen. Maar ... van mij hoeft ze er niks meer aan te doen. Ik moet nog even wennen. Dat woord ‘wennen’ hoort ze niet graag. Ik mag morgenochtend bij haar terugkomen, als ik dan nog steeds niet gewend ben. Dan gaat ze er nog wat aan sleutelen. Maar dat is niet nodig, want nu, vier uur later heb ik geen enkele last meer.