zaterdag 7 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 18: Gespikkelde beer.

Zoals gewoonlijk liggen ze onderuitgezakt op hun stoeltjes met hun poten over de leuning van de stoel voor ze. Er waren al snoep- en chipsverpakkingen de zaal in gemikt. Nu zitten ze om beurten flesjes cola flink te schudden, met de duim op de opening. Als ze hun duim weggehalen wordt de halve inhoud van zo’n flesje de zaal in gespoten. Dolle pret!


Die ‘lol’ is de druppel die de emmer doet overlopen voor een van de ‘normale’ bioscoopbezoekers. De man, die enkele rijen meer naar voren zit, staat op. Hij maakt de jongens duidelijk dat ze moeten kappen. De rotzooitrappers lachen hem midden in zijn gezicht uit. De man loopt naar ze toe … nog voordat hij wat kan zeggen vraagt een van de herrieschoppers:

’Weet je wat een gespikkelde beer is?’

Op zijn antwoord wordt niet gewacht. De relschopper spuugt hem een hoeveelheid fijngekauwde pinda’s in zijn gezicht. De klootzakkies gaan helemaal uit hun dak. Woedend gaat de man de spuger te lijf maar die gast wordt geholpen door zijn vriendjes.

Dan blijkt die 'normale' bioscoopbezoeker niet alleen te zijn. Een vijftal van zijn maten in de zaal komt hem te hulp. Voordat de pestapen kunnen worden opgepakt, rennen ze laf de bioscoop uit ... achtervolgd door zes agenten in burger. Die achtervolging hoefde niet zo lang te duren. De lastpakken waren onder invloed. Niet de allersnelsten dus.

De agenten hebben zich op een nabijgelegen donker parkeerterreintje flink uitgeleefd op die vervelende mannetjes.

Sindsdien waren de zaterdagavonden weer gezellig in Lumière.


Morgen: Deel 19. Goed nieuws.

vrijdag 6 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60's & 70's Deel 17: Rotzooitrappers.

’Drie maal balkon hier voor die mevrouw met die rode gebreide muts en die heer met dat grappige zwarte petje?

’Twee maal stalles alstublieft.’ Koos scheurt dan ook tegelijk de controlestroken af. In de winter had hij van die handschoenen aan waarvan de vingers waren afgeknipt.

Als een voorstelling uitverkocht is dan bast hij dat ook: ‘
‘Zaal uitverkocht; dames en heren, zaal Lumière uitverkocht!' Het is een keer gebeurd dat tegelijk met deze mededeling zijn kunstgebit uit zijn mond floepte en verdween in de menigte wachtenden:
‘Hé, kom es effe méé zoeken naar me kunstgebit,’ baste hij dan tegen z'n collega's. Voor Koos had iedereen dat graag over:
‘Personeel! Mogen we er even bij!! Kijk goed uit waar u gaat staan, anders is Koos zijn gebitje naar de maan!’

Ondanks Koos’ indrukwekkende gestalte, zeker als hij op zijn kissie staat, is er elke zaterdagavond stront aan de knikker. Het is maar een klein groepje rotzooitrappers dat altijd weer in staat is om de zaterdagavond te verzieken. Het zijn altijd dezelfden. Ze moeten wel onder invloed van drank of drugs zijn geweest.

Het begon al in de rij voor de kaartjes: niet netjes in de rij gaan staan. Beurt afwachten? Neen, gelijk voorpiepen. Eenmaal binnen schreeuwerig, druk doen. Stoeien. ‘Per ongeluk, expres’ andere, bedaarde, argeloze bioscoopbezoekers omverduwen. In de zaal óók weer te keer gaan en de zojuist gekochte popcorn de zaal in pieken. Het is elke zaterdagavond hetzelfde liedje. De ouvreuses kunnen deze etterbakken gewoon niet aan.

Maar … vanavond gaat het anders aflopen dan voorheen. Deze avond zal het publiek niet de dupe worden van die klootzakkies. Koos heeft enkele van zijn maatjes, Rotterdamse (ex)-politieagenten, gevraagd om in burger aanwezig te zijn bij de eerste avondvoorstelling. Indien nodig komen ze in actie tegen die dronken, gedrogeerde droppies.

donderdag 5 september 2024

Serie: Rotterdamse bios in de 60's & 70's. Deel 16. Kleine Koos.

Het is nu half zes. Over drie kwartier start de verkoop voor de eerste avondvoorstelling. Tijd genoeg dus om nog even een beetje te sporten in de filmzaal. Petra gaat met Marja op de ruimte vlak voor het filmdoek badmintonnen. Martin en Gerrit trappen een balletje in de gang tussen twee stoelenrijen. Nu kon dat nog, dat sporten in de bios. Na de geplande renovatie, als er meerdere filmzalen zullen worden gerealiseerd in dit pand, zal er geen ruimte meer voor zijn.


Lenie en de geile tweeling kiezen ervoor nog even wat te roken en uit te buiken in de personeelsruimte.

De eerste avondvoorstelling van Saturday night fever is zowat uitverkocht. Op de altijd rumoerige zaterdagavond wordt, voor de zekerheid altijd een beveiligingsmannetje ingehuurd. Dat is Koos. Hij is gehuld in een imposant uniform. Het is echt ‘een mannetje’. Hooguit een meter vijfenzestig groot en bijna even breed als hij lang is. Hij oogt zo sterk als een gorilla. Een aardige vent, hoor, nooit te beroerd om bij gebrek aan een portier te helpen bij de kaartverkoop. Dan vraagt hij aan de wachtenden of ze gereserveerd hebben, hoeveel plaatsbewijzen ze willen en dat geeft hij al zingend op populaire of zelf verzonnen melodietjes door aan de kassière. Hij heeft zo’n mooie basstem! Hij is een zangcarrière misgelopen.

Zingend vraagt hij iedereen met gepast geld te betalen. Daarbij staat hij op een groentekist, die hij, toen hij met dit werk begon, zelf van huis mee had genomen. In de winter zet hij voor zijn groentekistje een straalkacheltje neer om de ijspegels die steevast onder zijn neus hangen te laten ontdooien.
Op dat groentekistje ziet iedereen in de rij die kleine Koos tenminste ook staan.


Morgen Deel 17: Kleine Koos (2)

woensdag 4 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 15: Portefeuille gevonden.

Om kwart voor zeven zal de eerste avondvoorstelling beginnen. Het was gezellig in de Eend. Er was duidelijk ook iets te veel gezopen. Martin stond op de terugweg naar Lumière tegen een boom te piesen. Toen kreeg hij van Petra, voor de gein, een duw in zijn rug. Zeiknat natuurlijk: zijn broek, zijn schoenen. Lachen dus! De stemming was ronduit jolig te noemen toen ze weer op hun werkplek aankwamen. Het stelde ze gerust dat Duusjo er nog niet was, want die had gegarandeerd opmerkingen gemaakt over hun iets tè uitbundige gedrag.


Bij Lumière aangekomen stond een man voor de gesloten deur te wachten. Toen hij zag dat Petra en de anderen aanstalten maakten om naar binnen te gaan, zei de man met een Brabants accent, dat hij zijn portefeuille kwijt was geraakt … waarschijnlijk tijdens de middagvoorstelling hier.

´Waar zat u dan.´ vroeg Petra.

´Ja, ik weet niet meer precies welke rij maar het was tamelijk achteraan, derde of vierde rij van achteren en dan zo’n beetje in het midden.´

´Komt u maar mee, we hebben uw portefeuille waarschijnlijk gevonden … hoeveel zat er ongeveer in?´

´Ongeveer driehonderd gulden.´

´Klopt’, zegt Petra´

´O, geweldig!´

´Als u even hier in de foyer wilt wachten dan komt mijn collega zo met uw portefeuille.´

Marja, de enige met een kluissleutel haalt de portefeuille op en geeft die aan de man, die er resoluut een briefje van honderd uit trekt en dat aan Marja geeft: ‘doe maar in jullie fooienpot, die hebben jullie toch wel, hè?’

‘Zooo, is dat niet een beetje veel?’.

‘Welnee, daar hebben jullie gewoon recht op’, vind ik. 'Houdoe. Hartstikke bedankt nog´.

dinsdag 3 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 14: Neuzen bij de Slegte.

Met bittere, verbeten koppen staan (vooral) de mannen de bewegingen van het balletje te volgen. Alsof hun leven er vanaf hangt … en misschien is dat in sommige gevallen ook wel zo.

Duusjo laat het erbij. Hij loopt naar de kassa, wisselt zijn fiches in en incasseert voor zijn honderd dertien fiches vijfhonderd vijfenzeventig gulden. Als hij daar zijn inleg van honderd gulden van af trekt, is zijn winst vierhonderd vijfenzeventig gulden. Mooi en netjes op tijd gestopt deze keer. Hij stopt vijf briefjes van honderd apart in zijn broekzak. De rest gaat in zijn portefeuille.

Met dezelfde gehaaste tred als waarmee hij zijn pauze begon, gaat hij nu weer in de richting van Lumière. De anderen zitten te eten. Waarschijnlijk, zoals gewoonlijk, in de Eend, waar een lekkere, voordelige maaltijd wordt geserveerd … voor één gulden heb je er ook al een parmantig wijntje.

Het is nu half vijf. Ze zullen nog wel even wegblijven, schat Duusjo zo in. Hij spoedt zich naar het buffet … haalt zijn zojuist gewonnen vijf briefjes van honderd uit zijn broekzak en legt ze onder een stapeltje schone theedoeken. Hij laat één honderdje een klein stukje onder het stapeltje uitsteken … zodat de eerste die een schone theedoek pakt meteen móét zien dat daar iets ligt wat er niet thuis hoort.

Duusjo maakt nu snel dat hij weer bij Lumière weg komt. Hij zet zijn pauze voort op de Coolsingel. Hij gaat even wat neuzen bij de ramsj van de Slegte. Je kan daar voor een prikkie de mooiste boeken kopen. Tegen de tijd dat de kaartverkoop voor de avondvoorstelling loopt, zal hij bij Lumière zijn neus weer laten zien. Misschien is tegen die tijd het vijftal honderdjes ook al ontdekt.


Morgen: deel 15: Portefeuille gevonden.

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. 13. Duusjoo pauzeert (2).

 Duusjo speelt altijd de dertien, met één fiche tegelijk. Dertien, zijn geluksgetal. Althans dat maakt hij zichzelf wijs. Hij verspeelt zijn eerste zes fiches … zal het dan eindelijk bij de zevende keer raak zijn?


‘Rien ne va plus’ zegt de chef-croupier. Het balletje aarzelt ... wordt het zes ... wordt het zevenentwintig of wordt het elf? Neen, het wordt:
‘Treize…..dertien’ … mooi!! Vijfendertig keer vijf is honderdvijfenzeventig gulden min de inzet van honderd: dat is vijfenzeventig winst. Met een uitermate zuur gezicht schuift de croupier de vijfendertig fiches in de richting van Duusjo, die zondigt tegen de regel, dat van elke volle winst (een op vijfendertig) één fiche fooi gegeven wordt aan de casinomedewerkers. Duusjo is alleen maar met zichzelf bezig …. Een tip geven komt geen moment bij hem op. Hij besluit van vanaf nu drie fiches per ronde te gaan spelen dit keer zet hij steeds in op 7. Hij heeft nu achtendertig fiches waarmee hij nog 12 rondes kan mee spelen. Duusjo wordt bijna gek, als vlak na zijn winst op de dertien het balletje nogmaals in de dertien valt. Zo'n herhaling komt maar heel zelden voor. Het wordt echt spannend. Een struise dame met een wulps oker jurkje, aan de andere kant van de tafel, loopt ineens binnen: ze had tien fiches op de dertien gezet. Het leek wel of ze spontaan klaarkwam. Zulk soort geluiden stootte ze tenminste uit, toen het balletje weer op de dertien tot stilstand kwam. Maar goed, ik kan me er wel wat bij voorstellen, als je in een klap zeventienhonderdvijftig guldens rijker wordt. Leef je maar lekker uit dame! Vanzelfsprekend brengt het hosanna-moment van die dame in het oker, geen spoor van vreugde op de tronies van de andere, voornamelijk heren-gokkers, teweeg. Roulette is een spel dat weinig tot geen spelvreugde kent.

Morgen: Deel 14: Neuzen bij de Slegte.

zondag 1 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. 12. Duusjo pauzeert (1).

Duusjo lijkt er nog het minste last van te hebben: van dat Duits-Nederlandse taalmengelmoesje

‘Ha, da ist der Martin. Doe weet sicher wohl das antwort: Es ist gruun oend es heeft zwei braune streipen? … Nou, doe weist es nicht?’

Wat krijgen we nou? Maakt die Duusjo zomaar een grapje of hoe zit het?

‘Het zal wel iets met poep te maken hebben, … die bruine strepen … of niet soms?’ zegt Martin.

‘Ach nein,’ zegt Duusjo, ‘zal ik es noer sagen? Gruun mit zwei weisse streifen? Das ist doch ein komkommer miet bretels!! … hahahaha!!!.’ Zoals gewoonlijk moet Duusjo het hardst lachen om zijn eigen grapje. De dames vinden het gezien hun glimlach wel grappig maar toch ook weer geen dijenkletser.

‘Goet, meine damen und hern, mondecken hooch, ja, jullie gaan jetzt ein biesjen essen und ein biesjen das verlies von das viele geld vergessen, ja? Ich sehe ihr wieder um sechs Uhr voor dem erste abendvorsjtelloeng’.

Hij gaat als eerste pauzeren deze Duusjo. Een zelfs voor Rotterdamse begrippen vreemde snoeshaan. De Lumière-baas gaat om maar wat te noemen gekleed in een Beiers jagerstenue: bergschoenen, groene pofbroek, dito jasje en hoedje met de onontbeerlijke veer er in.

Hij zet er flink de pas in richting Coolsingel. Maar dat blijkt zijn doel niet te zijn. Hij kijkt wat schichtig achterom. En schiet dan, nog op de Kruiskade, het Hilton Hotel in. Daar zit op de begane grond het Holland Casino. Na de gebruikelijke plichtplegingen, paspoortje controleren, jasje en hoedje in de garderobe (op nummer 23), een plasje doen, pakt hij alvast twee briefjes van vijfentwintig uit zijn portefeuille. Hij overhandigt dat geld aan de casinomedewerker en hij krijgt er een wit bakje gevuld met vijftig losse guldens voor terug. Linea recta begeeft hij zich naar de afdeling gokautomaten de 'one-armed bandits'. Vijf rijen van twintig automaten. Alles is bezet. Ongeduldig loopt Duusjo door de gangen tussen de automaten.
Er wordt hier veel gerookt.
Vogels van allerlei pluimage pogen, geheel in trance, miljonair te worden. De verbetenheid straalt er vanaf. Opaatjes, omaatjes, deftige tantetjes, studenten, keurige heren in kostuum, mannen in spijkerbroek en modderlaarzen. Allemaal hopen ze, vaak tegen beter weten in, op de hoofdprijs. De meesten zouden toch al lang moeten weten dat die hoofdprijs alleen maar is weggelegd voor de directeur van het Casino.

Morgen deel 13: Dusjoo pauzeert (2)