maandag 19 februari 2024

DRUILERIGHEID.

Dit lijkt onderhand wel een dagboek. Het moet niet gekker worden. Toch moet ik het echt even kwijt: ik ben vanmorgen voor het eerst met mijn nieuwe schouder gaan zwemmen. In het ondiepe warmwaterbad voor bejaarden en gehandicapten, bij mij om de hoek. De bejaarde vrouwen, ik ben daar de enige man, zijn eindeloos aan het babbelzwemmen. Het lijkt wel alsof er spraakwater in het zwemwater is geloosd.

Schoolslag zwemmen gaat bij mij alleen met links. De dames amuseren zich om mij. Hulpelozig draai ik in het ondiepe badje rond. LOPEND met de schoolslag gaat het een stuk beter.

Heb ik vandaag ook nog ‘wandelen met Sonja’. In Nesselande. Het regent niet. Zoals altijd komt buurman Rob me ophalen. Bijna zijn we bij het metrostation of ik mis de ov-chipcard in mijn broekzak. Als een speer terug naar huis.

Als ik mèt mijn chip-card het metrostation op loop, staat daar moederziel alleen: mijn lieve vriend Rob. Alle andere wandelaars zijn daar twee minuten eerder in de metro gestapt en vertrokken naar Nesselande. Hij wacht daar in alle rust op mij. Grote Klasse!

Op Nesselande onderbreken de wandelaars hun gemoedelijke gekeuvel, wanneer één van hen, meestal Ans, naar de roltrap wijst, waarop Rob en ik. Allemaal blij. We zijn compleet! En ook zo snel al! We starten met de wandeling. In de richting van de Zevenhuizenplas. Er staat een flink windje, er is wat druilerigheid. De eerste paraplu’s moeten open … ze zullen het moeilijk krijgen.

We lopen langs het strandje. Het strandje waar bewoners van de peperdure woningen in Nesselande, bij goed weer, zo’n hinder ondervinden van jongelui, die zich daar feestelijk, luidruchtig en onbeschaamd vermaken. Diep triest voor die arme bewoners daar.

Nog veel dieper triest natuurlijk, ik geef het toe, het heeft helemaal niks met wandelen te maken maar ik moet het toch even kwijt. Ik moest er hard om huilen toen het gebeurde. Vrijdag 16 februari is Aleksej Navalny vermoord door Poetin, crimineel en president van Rusland. Navalny is mijn held. Hij durft iets wat ik zelf nooit zou durven: het in zijn eentje opnemen tegen de macht en daarbij alles op het spel zetten. Zelfs zijn leven. Dat deed hij.

En dan lopen we verdorie nog verkeerd ook! De dader ligt natuurlijk weer op het kerkhof. Deze weg loopt dood. Moeten we toch zeker honderd meter mèèr lopen. Lekker zeg! Ja … gezeik is er ook bij ‘Wandelen met Sonja’ maar van mij zal je geen namen horen. Van Carla evenmin.

Godzijdank hebben we de koffie nog. Altijd, maar zeker met dat miezerige, het onbetwiste hoogtepunt. Het is in deze tent genieten geblazen. Het wordt helemaal dolle pret als Sonja en Jos op hun mobiles, hun bewerkte portretjes tonen. Vibeke (vooral) en Debbie moeten er hartelijk om lachen. Zo zien ze Sonja als (stoere maar ook slimme) Viking en Jos als lelijk pin-up-eendje.
Iedereen zou zoiets kunnen maken op: ‘gagdonkey.net’. Doen. En laten zien, hè!

Het laatste loodje weegt het zwaarst. Wandelen van de koffietent naar station Hesseplaats. De overvolle metro brengt ons terug naar Prinsenlaan. We zijn weer thuis.

zondag 18 februari 2024

RAINY DAY WOMEN.

Regenachtiger als deze zondag kan het haast niet. Achteraf ben ik blij dat ik met niemand heb afgesproken om te gaan fietsen of wandelen of zo. Meestal doe ik dat wel op zondag. Niet zomaar fietsen of wandelen maar met een doel: een museum, de diergaarde, de bios, het theater of een nette prostituee. Wandelen doe ik meestal met Rob, fietsen vrijwel altijd in m’n uppie. Ik heb er een pesthekel aan om me op de fiets te moeten aanpassen aan de snelheid van een ander.


Ik ben net heel even naar buiten geweest om mijn oud-papier, glas en gft-afval te dumpen in die containers bij mijn huis. Zeiknat kwam ik weer thuis. Niet te geloven.

Hoop dat het maandag beter is. Maandag is mijn vaste wandelmiddag. Ik loop dan met Rob, Sonja en een hele rits andere dames ‘het maakt niet uit waar naar toe’. Het is in ieder geval altijd gezellig, net als het pauzedrankje en de foto’s. De weersvoorspellingen voor deze maandag zijn helaas niet zo best. Regen, regen, regen allemaal in de middag.

Toen ik zondagochtend om vijf over zes wakker werd, dacht ik dat het maandag was. Maandag zou ik voor het eerst met mijn nieuwe schouder gaan zwemmen. Dat zag ik ineens helemaal niet zitten. Dus dook ik mijn bed weer in. Om half negen wist ik dat het zondag was. Niet zwemmen maar schoonmaken. Altijd op zondag. Zowel ik, als mijn huis krijgen dan een grote beurt. Scheren, poetsen, poedelen, knippen, stoffen, stofzuigen, dweilen, snoeien, wasje draaien, ophangen en klaar is Jos.

Een voor mij belangrijk onderdeel van die schoonmaakoperatie is muziek. Onder het douchen en stofzuigen doe ik mijn oortjes niet in … ik zou het geluid veel harder moeten zetten dan goed is voor me is. Muziek bij die andere klussen gaat prima.

Als ik wil opschieten, ik heb bijvoorbeeld een afspraakje, dan kies ik voor the Pointer Sisters (I’m so excited!) ... heb ik tijd genoeg, ga ik lopen filosoferen op een tekst van Bob Dylan (For ever young) en als ik de planten eens grondig wil aanpakken, luister ik naar de inspirerende klanken van Pink Floyd (Set control for the sun). Ben ik (een beetje) verliefd ‘draai’ ik Joe Jackson (Will you be my nr 2?).

Zo is het ongemerkt alweer half vijf. Weet helemaal niks van het voetballen van vanmiddag. Ajax? Feyenoord? Van Sparta weet ik het toevallig wèl. Die hebben gisteren weer eens een keertje gewonnen ... van Excelsior … maar toch! Ik kwam uit ‘Theater Mooi Weer’ en zat bij veel blije, nette Spartanen in de metro op weg naar huis.

Moet nu gauw aan het eten beginnen. (Spruitjes …grrr … arbeidsintensief!). Wil straks om zeven uur graag met mijn bord op schoot voor Studio Voetbal zitten. Met die ‘analyserende’ Léanne in dat programma moeten ze trouwens onmiddellijk stoppen. Ze voegt helemaal niks toe. Tot die tijd gaat bij mij het geluid uit als zij aan het woord is.

zaterdag 17 februari 2024

GEVOELSTEMPERATUUR.

Het was een bijzonder ijzige woensdag. Oorspronkelijk was ik van plan te gaan lopen. Alléén. Maar ik vond de wind toch te koud. Kou deert wandelaars niet, want …. : ‘Op kou kan je je kleden.’ En gelijk hebben ze. Maar … ik ben geen wandelaar pur sang.  Is het buiten koud, zoals die gure woensdag, dan is het bij mij binnen ook koud en is het juist lekker om thuis te wezen.

Tegenwoordig weet het KNMI behoorlijk nauwkeurig te voorspellen hoeveel graden het de volgende dag zal zijn. Wordt het maximaal drie graden dan weet ik: in huis zal het morgen maximaal vijftien zijn. Heerlijk temperatuurtje om thuis te blijven. Kan ik me ook goed op kleden. In verschillende laagjes. Maar eerst koud douchen. De omgeving lijkt daarna gelijk weer een stuk warmer. Dan doe ik een thermoshirt en -broek aan, twee paar geitenwollen sokken, een corduroy broek, dikke warme sloffen, een fleece trui en daaroverheen een warm vest (met capuchon). In verband met mijn kale hoofd moet ik ook een stevige acrylmuts op.

Een bakje muesli, met boerenkarnemelk, als ontbijt en een kopje koffie om goed wakker te worden. Even de krant doorbladeren. In de gauwigheid lees ik: ‘Israëlische precisieaanval doodt belangrijke tientallen kinderen en Hamas-leider’ en ‘een smakelijk recept met kippenhartjes, port en dille’ ... zal best …

Vanuit mijn appartement zie ik een  mooie grote zwarte man. Hij is zeker 2.06 m. Schaars gekleed: Nikes, een rood sportbroekje en een sporthemd. Al kaatsend met zijn basketbal gaat hij in de richting van de sporthal. Hij maakt een reuzenstap, van bijna twee meter, kaatst de bal, buigt vervolgens door een knie, maakt dan weer een stap van twee meter, kaatst de bal weer, buigt door zijn andere knie en zo gaat hij ie maar door.  Beet je onnodige , uitsloverige ‘John Cleese-imitatie’. Loop gewoon, zwarte man, denk ik, en trek wat warms aan, dalijk vat je nog kou!

Voor mijn gevoel is het hier binnen inmiddels veertien graden; buiten is het vier. Als ik nu nog even wat oude kranten tussen de kieren van de voordeur stop en de plaid over mijn benen wikkel is mijn gevoelstemperatuur binnen de kortste tijd twee graden hoger.

Lekker leestemperatuurtje zestien graden. Lezen nu. Ik ben bezig in een boek van Suzanne Vermeer: met de toepasselijke titel: ‘IJskoud’. Alleen het omslaan van de bladzijden gaat niet zo makkelijk met handschoenen aan.

vrijdag 16 februari 2024

GLASFIBER.

Ik heb mijn gemak er maar eens van genomen. Half acht word ik wakker, moet plassen en ga daarna weer terug naar bed. Het is negen uur als ik besluit er uit te gaan. Vanochtend geen muesli maar een lekker ontbijtje van zelfgebakken zuurdesemboterhammen … met aardbeienjam (halva) en lindebloesemhoning (plakko) met een pittige bakkie pleur.

Nauwelijks heb ik een boterham door mijn keel of er wordt bij me gebeld. Het is dan pakweg kwart voor tien. Twee in het zwart geklede jonge mannen. Één boomlange met een muts en één kleine met een baardje. Bij die kleine zit een papegaai op zijn schouder. Nog vòòr een van de mannen iets kan zeggen, krast het beest: ‘Goedemorgen samen!!’. ‘Heeft ie het tegen mij?’ vroeg ik me af, want ik ben ik hier toch duidelijk alleen. Dit is wel het laatste wat ik verwacht deze ochtend. Het zijn duidelijk geen Nederlanders die mannen. Maakt mij geen flikker uit. De papagaai komt trouwens wel uit ons land. Uit Limburg of Brabant, zo te horen aan zijn zachte ‘g’.

Ze komen de glasfiber controleren. ‘Volgens mij heb ik die niet eens. Wat valt er dan te controleren, heren?’ De papegaai wipt ‘un peu nerveux’ heen en weer van de schouder van de lange naar die van de korte. ‘Glasfiber, glasfiber, glasfiber’ krast de vogel met die grappige zachte ‘g’.  

‘Kunnen jullie je legitimeren?’ vraag ik. Want iedereen kan wel met zo’n glasfiberverhaal aan de deur komen. Dan blijkt dat van dit drietal alleen de papegaai zich kan legitimeren. Uit de rugzak van die lange, vist de vogel zijn paspoort. Hij komt inderdaad uit Zuid-Limburg. Ik besluit dit drietal nu mijn vertrouwen te geven. Met een flamboyant gebaar heet ik ze welkom in mijn woning. Die lange, die rakelings langs mij heen schuift, mompelt in zijn inburgerings-Nederlands: ’Crimineel niet, zijn wij.’

Ze wisten precies waar ze moesten wezen: in de hoek van de woonkamer waar alle beeld- en geluidstekkers aangesloten zijn. Er staat een plant voor. De papegaai vliegt als haantje de voorste op de plant af. De vogel wordt ‘ingepakt’ door mijn (valse) christusdoorn met zijn grote pijnlijk stekende stekels. Het beest schreeuwt moord en brand.  

Hoe dan ook die lange en die kleine moeten door. Ze zoeken nog tevergeefs naar glasfiber in die hoek. Ze doen nog één een ultieme poging. Met een speciale detector treffen ze uiteindelijk een piepklein stukje glasfiber aan in het naaimandje van mijn ex.  Hoe dat daar gekomen is een groot raadsel. De twee mannen moeten het hierbij laten. Ze moeten er weer vandoor. Hun collega papegaai laten ze gewoon bij mij achter. Lekker makkelijk! Die laten ze met de christusdoorn vechten voor zijn leven. Gelukkig weet ik toevallig dat mijn plant loslaat als ie besproeit wordt met een mengsel van 25 ml boerenkarnemelk en 25 ml van mijn ochtend-urine.

Zo zal die vogel met de schrik vrij komen.          

donderdag 15 februari 2024

RAMMELAARS.

Ik denk dat ik zo rond de Pasen weer naar Portugal ga. Dit keer ga ik niet alleen. Met Freya denk ik. Zij heeft connecties daar. Dàt vond ik toen ook zo leuk bij mijn laatste vakantie: Miguel, een vriend van me, was tegelijk met mij in zijn geboortestad Porto op familiebezoek. Ik was er in september vorig jaar. Nu ga ik er rond de 31e maart heen: paastijd dus. Ik had me destijds best wel vermaakt ook zonder Miguel, daar niet van, alleen had ik dan waarschijnlijk veel meer geld uitgegeven aan alcohol, drugs en hoeren.

Freya heeft een nicht wonen in de buurt van Porto. Sinds kort heeft ze weer contact met die nicht. Het is een alleenstaande vrouw, met overgewicht. Ze woont met vier jonge kinderen en drie Rottweilers in een groot huis. Met Freya en haar nicht zou het ‘op zich’ook voor mij gezellig logeren kunnen worden. Ware het niet dat Freya een ‘paas-obsessie’ heeft. Ze gaat alleen in dat huis logeren als  iedereen met de pasen gaat lopen zoeken naar de door haar verstopte chocolade-eitjes. Is dat niet hééééél apart?! Tsja, dat doen we nu wel in Nederland zo. Maar dat hoeven ze in Portugal toch nog niet zo te doen. De Portugese nicht moest er met heel haar rijke obesitaslijf hartelijk om lachen.  Van haar hoorden we, dat in Portugal,  in felle kleuren gespoten mannetjeshazen (rammelaars) op een kunstgrasvoetbalveld worden losgelaten … door Rottweilers gevangen en … gecastreerd worden door jonge maagden. De rammelaarsballetjes worden gefrituurd en als lekkernij opgediend. Niet echt een kinderbezigheid. Freya haakt ter plekke af. Ze blijft thuis bij Wodan, haar Duitse Herder ... hoeft ie ook niet naar het pension.   

Ik ga desnoods alleen naar Portugal. Goeie ervaring mee. Mijn onvergetelijkste  ervaring in Portugal was mijn bezoek aan Fatima. In dat dorp verscheen de heilige maagd Maria tussen mei en oktober 1917 zes keer aan drie kinderen: Lucia, Jacinta en Francisco. 

Duizenden mensen krioelden in de grot als mieren langs elkaar. Levendig werden flessen wijwater, wierook en rozenkransen verhandeld.

Ondraaglijk, uitzichtloos, niet te bevatten leed daar in het kleine Fatima. Zieken, jong en oud, groot en klein, van alle rangen en standen,  van alle rassen, die de maagd smeken om een wonder.  Onder de smekenden mongolen  mensen met het syndroom van down, drugsverslaafden  en verwarde mensen bipolairen … allen vol hoop en hoge verwachtingen ook.

woensdag 14 februari 2024

MINI-MUSICAL.

 Mini-musical.

Ik ben graag in het theater. Ik hou van cabaret, toneel, stand-up comedian, acrobatiek. Als kijker dan hè. De tijd dat ik zelf actief was is al weer lang voorbij.  Afgelopen zaterdag was ik met André en Gerard in het Isala Theater in Capelle. Isala heeft elk jaar een leuke aanbieding: vijf voorstellingen van  beginnen de cabaretiers voor héél goedkoop, in dit geval voor zestig euro. De ene keer is het ‘great’  de andere keer ‘shit’. Deze zaterdagavond was het ‘great!’.

Andries Tunlu en Stefan Hendrikx traden op. Een heerlijk dynamisch duo, dat nog voor het publiek de zaal inkomt al op het podium staat te swingen. Terwijl we binnenkomen vragen ze ons tekeningen te maken. Op tekenvellen die onder onze stoeltjes klaarliggen. Als onderwerpen krijgen we op: de engste, leukste en belangrijkste gebeurtenis uit ons leven. Vouw een vliegtuigje of maak een prop van dat papier en zorg dat het op het podium terecht komt.

Andries en Stefan hebben niets ingestudeerd voor dit optreden. Ze rapen vier tekeningen op, die de basis vormen voor deze voorstelling. Ze gaan improviseren op de gegevens  ‘bril afgewaaid op de achtbaan’, ’oppas radeloos bij slapeloos kind’, ‘pitbull bedreigt inspectrice kinderbescherming’ en ‘vogel vliegt zich dood tegen auto’.   Het worden vier mini-musicals. Bijzonder knap hoe ze acts weten te maken met goed lopende, rijmende liedjes.

De cabaretiers maakten het zich tot slot nog eens extra moeilijk door van die vier verschillende acts, één geheel te maken. Een mini-musical. In die hele voorstelling schoten Andries en Stefan moeiteloos in diverse rollen: van bijna dood vogeltje, onwillige peuter, valse pitbull tot blinde achtbaantoerist. Knap en leuk. Ga dat zien.

Tegenwoordig is het in veel theaters bij de toegangsprijs inbegrepen: een drankje achteraf. Dat staat dan na de voorstelling op diverse tafels  in de foyer klaar. Lekker en makkelijk.  Scheelt lang in de rij staan. 

Na afloop van de voorstelling kwamen de artiesten nog even naar de foyer om een praatje te maken met ons,  met het publiek. Mijn vriend André, met wie ik daar dus was, sprak Stefan meteen aan: André had hem herkend als finalist van ‘de slimste mens’ en gelijk zei hij er achteraan dat hij Maarten van Rossem ook altijd zo leuk vond en dat het heel jammer is dat Maarten er mee gaat stoppen. Ik vond het vreselijk gênant van André om daar met Stefan Hendrikx zo vlak na dat grandioze optreden over te beginnen. Had hem wel voor zijn bek kunnen slaan. Ik nam het maar gelijk van hem over door te zeggen, dat ik van hun voorstelling genoten had en dat ik het heel gedurfd vond van hem en  Andries Tunlu, om zo onvoorbereid, op de ‘bühne’ te gaan staan.

Andries Tunru zei dat hij het soms moeilijker vond om een ingestudeerde voorstelling te spelen, want als je daarin per ongeluk iets vergeet dan zou het hele stuk wel eens de verdommenis in kunnen gaan. Met die improvisaties kan je meteen, als er wat stagneert,  met z’n tweeën snel nieuwe oplossingen bedenken en misschien samen een hele nieuwe weg in slaan, want niks ligt immers vast.  

 

 

dinsdag 13 februari 2024

VALENTIJNSDAG 2024.

Het zit me al een aantal jaren flink dwars: het ‘Valentijnsprobleem’.  Wat is nou precies voor mij, als man zijnde, de bedoeling van deze veertiende februari? Een bloem , een kaart, een roos geven aan je vrouw, je vriendin. Of aan een leuke meid. Maar is het wel zo zeker dat zij mij dan ook zo leuk vindt? Misschien vindt ze me wel een grote lul. Ja, dat zou toch ook best kunnen … zelfs op valentijnsdag! Ook dacht ik wel eens aan wat te geven aan een leuk collegaatje, maar in negen van die tien gevallen krijgen die al wat van hun eigen relatie.

Ook dit jaar benauwt het me weer. Ik zou zo dolgraag wat geven aan iemand maar ik zou niet weten aan wie. Want ik vind dat er een heleboel vrouwen zijn die zo’n berichtje verdienen. Die ik het ook zo van harte zou gunnen! Nu ik er wat langer over nadenk zijn dat eigenlijk wel de meeste vrouwen waar ik in het dagelijks leven zo mee te maken heb. Maar … ik heb inmiddels wel begrepen, dat het niet de bedoeling is om naar een aantal vrouwen tegelijk valentijnskaartjes of zo  te sturen.

Terwijl ik zo zit te peinzen komen er wèl een stel namen bij me op van vrouwen met wie ik absoluut, nooit en nimmer, iets met valentijn hoef te doen. Neen, die namen ga ik natuurlijk niet noemen maar …. dat zijn er niet zo veel als de namen van de vrouwen met wie ik wel graag wat zou ‘valentijnen’.

Wat ik ook denk te weten is welke vrouwen géén behoefte hebben om iets van mij te krijgen. Als ik er per ongeluk toch naar enkelen van hen kaarten zou sturen, zouden ze die denk ik meteen, met een vies gezicht nog wel, onmiddellijk  verscheuren. En enkelen van hen zullen schamper lachen bij het lezen van mijn wens en mijn naam. Anderen zullen mij weer een ‘hopeloze pleaser’ noemen.

Mijn valentijnslijst is lang maar ik mag maar één kaart of één roos  aan één vrouw geven. Dat ga ik mooi niet doen. Mijn vrouwen, alle vrouwen van mijn lijst zijn me even lief en dat weten ze, dat voelen ze allemaal intens. Ook zonder kaartje, roos of wens.

 Vanaf deze plek achter mijn laptop voor jullie allemaal:

‘EEN DIKKE KNUFFEL OMDAT JULLIE HET VERDIENEN.’

Naschrift:

Eerlijkheidshalve moet ik toch wel  vermelden dat één vrouw op mijn Valentijnslijst met kop en schouders boven de anderen uit steekt. Haar naam ga ik hier niet noemen … maar jij weet wel wie ik bedoel, hè?!