Terrasje
Theater en het normale leven zijn gedurende het jaarlijkse
theaterfestival in Avignon soms
nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Ik zit op een terrasje. Vroeg in de
middag. Het is er net zo warm als hier vandaag. Er staat een bandje te spelen
.. ‘pour moi la vie va commencé’... Ik ben aan de cappuccino. Dat doe ik daar trouwens
nooit meer. Ze spuiten daar gewoon ijskoude slagroom op een espressobeetje
koffie, strooien er wat cacaopoeder overheen en
klaar is de cappuccino. Minder dan lauw en niet te zuipen. Maar dit even
terzijde. Met de slagroom nog op mijn
lippen word ik opgeschrikt door een dame, die, zoals opvallend veel Franse dames-alleen op een
terras, uitdagend mooi zit te zijn.
Ze zet haar zojuist leeg genipte
wijnglas tamelijk stevig op de tafel en valt opeens, als door een wesp
gestoken, uit naar een achter mij gezeten heer. Monsieur, het type verstrooide bankbediende,
dat zich onderhand al zorgen begint te maken over zijn pensioen. Hij doet net
alsof hij niks hoort en roert ogenschijnlijk geheel ontspannen in zijn ‘double
café’. De dame springt zowat uit haar
vel van woede: Ze stapt op hem af, pakt hem bij zijn revers, zwiept zijn hoed
van de bijna kale schedel en zegt woorden als ‘enfants’ (kinderen) en
'alimentation' (vrij vertaald: alimentatie)
waaruit ik begrijp, dat deze mensen ooit eens heel lief voor elkaar
geweest moeten zijn. Het lijkt uit de hand te lopen. Een handgemeen dreigt. Er
gaan zich mensen mee bemoeien; vooral de dame is door het dolle heen. Maar … uiteindelijk
wordt het ruziënde tweetal, aanvankelijk nog heftig tegenstribbelend, meegetroond
door leden van de band.