Ik had voor
hbs-A gekozen domweg omdat ik te stom was voor hbs-B. Voor hbs-B moest je vooral
goed zijn in wiskunde A en Wiskunde B, Scheikunde en Natuurkunde . Om op de
hbs-A goed mee te kunnen moest je aanleg hebben voor Boekhouden, Handelsrekenen,
Recht, Economie, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Frans, Duits, Engels,
Nederlands. Dat ik te stom was voor hbs-B betekende nog niet dat ik echt stom
was. Ik heb eindexamen hbs-A gedaan voor alle bovengenoemde vakken met een
gemiddelde van 7. Mijn beste cijfers waren voor Frans en Nederlands; voor alle twee
die vakken had ik een acht.
Het was op
de lagere school al zo: de beste resultaten haalde ik bij leuke,grappige
leraren. Zo zal ik de meester van de derde klas van lagere school nooit vergeten. Hij vertelde aan het eind van
elke ochtend een kwartiertje een deel van het verhaal van Fulco de Minstreel.
Een verhaal dat speelde in de riddertijd en dat ook heel spannend was omdat
Fulco verliefd geworden was op een meisje waar ridder Caspar ook verliefd op
was. Doodstil was het altijd dat laatste kwartiertje van de ochtend-les. Die
meester was ook altijd leuk met cijfers op rapporten geven. Ik deed altijd goed
mijn best en had altijd goede rapporten. Op een gegeven moment had ik een
rapport met allemaal achten en negens en één tien (voor katechismus) ….toen
schreef die meester (meester Lansbergen) op mijn rapport: ‘dat moet niet zo
doorgaan jongen, want anders kom ik punten te kort.
Op de hbs-A
had ik een hoog cijfer voor Frans, ook door een leuke leraar. Hij gaf heel leuk
les maar ik moet wel zeggen, hij stonk vreselijk uit zijn mond….. het was een
soort namaak-poeplucht. Maar het leuke van hem was dat hij voor zijn lessen de
teksten van Franstalige pophits gebruikte en …… hij nam zijn pick-up en
versterker mee en liet die liedjes ook aan ons horen. Zo heb ik kennis gemaakt
met Johnny Halliday (Pour moi la vie va commencer), Silvie Vartan (Hier),Francoise
Hardie (Tous les garcons et les filles de mon age), Claude Francois (Donna) en
nog vele andere leuke chansons van bekende chansonniers. Dat was echt tof van
die leraar. Je moest alleen nooit je vinger opsteken want dan kwam hij naar je
bankje toe om te luisteren naar je vraag en als hij dan antwoord ging geven
werd je strontmisselijk van zijn adem. Jammer was dat wel voor hem.
De leraar
Nederlands was grappig, maar hij had het alleen zelf niet door. Hij liep vrijwel
elke les met een rood hoofd te foeteren op schrijvers, die wij van de
schooldirectie wel voor ons eindexamen mochten lezen. Zo liep hij te schelden
op Jan Wolkers en Jan Cremer, die konden volgens hem uitsluitend over seks schrijven
en hij dreigde (met een nu paars
aangelopen kop)dat hij leerlingen met boeken van die schrijvers op hun
eindexamenlijst bij voorbaat een onvoldoende voor Nederlands zou geven. De hele
klas moest daar hard om lachen. Wij wisten dat hij dat nooit kon maken want er
waren naast de leraar altijd controleurs bij het mondeling eindexamen aanwezig,
die gaven ook hun oordeel over ons. Dus wij trokken ons niks aan van de mening
van onze paljas- leraar. We hadden veel lol om hem. Ik had de boeken van
Wolkers en Cremers gelezen voor mijn eindexamen en ik had voor Nederlands een 8
op mijn hbs-A eindlijst.