maandag 8 januari 2024

HINKELDEPINKEL.

Mijn vriend Deef heeft een zusje van veertien Frieda. Ze is vier jaar jonger dan ik en beeldschoon. Lief koppie, lang  blond haar, leuke tietjes en rete-brutaal. Het enige dat ze niet mee heeft, is haar rechter been. Dat is een dun, mank, kort poliobeentje. We hebben twee weken ‘met elkaar gelopen’,  gezeten, gevreeën, gezoend. Het gaat me al gauw vervelen dat gehinkelepink naast me, hoe leuk ze ook is. Eerlijk gezegd schaam ik me voor haar. Voel me een beetje voor lul lopen met haar. Hoewel … nooit heb ik er iemand over gehoord. Na die twee weken maak ik het uit. Vanaf die dag, tot op de dag van vandaag, vijfenvijftig jaar later, schaam ik me voor mijn gedrag van destijds. Ik zeg tegen het kind, dat Frieda in feite nog is, dat ik het uitmaak. Zij haalt haar schouders op, zegt: ’Goed dan.’ Draait zich om en loopt bij me vandaan in de richting van haar huis. Ik kan eigenlijk niets beters krijgen dan Frieda, dus misschien is ze wel allang blij dat ze van me af is. Ben dan nou niet bepaald ‘moeders mooiste’.

Ik heb er verder nooit ellende mee gehad. Niemand heeft me ooit verweten dat ik Frieda heb laten stikken. Ik verweet het alleen mijzelf heel erg. Van Deef en haar ouders en zussen heb ik er nooit een kwaad woord over gehoord. Toen ik het mijn vriend vertelde, wist hij nog van niks (of hij deed alsof). Ze heeft er dus haar mond over gehouden thuis. Daar ben ik wel blij om. Want zelf heb ik die twee weken omgang met Frieda  al die jaren beschouwd als misbruik van een minderjarig gehandicapt, meisje. Ik was tenslotte al meerderjarig. ‘Even ge-(mis)bruikt en dan gedumpt, zo heb ik het al die jaren gevoeld. Beneden alle peil.

Jaren later loop Frieda, gearmd met een lange, magere man , me tegemoet in de Zwartjanstraat. Ze is moddervet en nog net zo klein als toen ze veertien was. Hinkeldepinkelde natuurlijk nog net zo. Naast haar loopt een leuk jochie van een jaar of vijf te trekkebenen. Met zijn linker beentje. Ze heeft het dus aan hem doorgegeven. Hij loopt met een voetbal onder zijn arm. Zou hij werkelijk kunnen voetballen? ‘Alles kan, behalve het puntje van je neus bijten,’ zei mijn moeder altijd.

Ondertussen klopt mijn hart  heftig in mijn keel. Ik wil hard terug lopen maar het is al te laat. Zij doet net of ze me niet ziet als we langs elkaar heen lopen … ik sta voor de étalage van Van Haren te kijken … nergens naar.

Deef en Frieda heb ik nooit meer gezien. Via via heb ik gehoord dat Deef op 21 jarige leeftijd aan longkanker is overleden. Ik was toen inmiddels 35 en vijftien jaar getrouwd met een beeldschone vrouw, knap gezichtje, lang blond haar, een lekkere kont, slim en super creatief.

zondag 7 januari 2024

MIJN TYPE.

‘Hebben jullie wat met elkaar?’

‘Hoe kòm je daar bij?

‘Zie jullie steeds samen …’

‘Gewoon aantrekkingskracht misschien.’ We hebben het best gezellig: beetje praten, lachen, zingen. Maar een relatie met haar: ’Nee, dank je’. Vriendschap  is voor mij de limit.

Ze woont alleen met haar hondje Fikkie in een appartementencomplex. Vertelt me over haar buren. Sinds kort heeft ze een Chinees echtpaar boven haar wonen. Asielzoekers. De man lijkt wel zo’n Sumo worstelaar. Hij is de rust en vriendelijkheid zelve. Maar… totaal niet haar type. Ze komt hem vaak in de lift tegen.

Ze denkt zeker dat ik een relatie met haar wil. Ik zou haar leuk vinden … is het gerucht. Midden in de nacht belt ze me uit mijn bed om me te zeggen dat ik er goed uit zie ... voor mijn leeftijd dan, hè (75).(Ze had me die nacht eens moeten zien liggen). Maar goed … een relatie met mij … ze moet er niet aan denken.

Ze glimlacht, uit beleefdheid naar de Chinees: ’Goedemorgen’. Hij brabbelt iets onverstaanbaars terug. Spreekt geen woord Nederlands. Zo’n tien keer per dag, gaat hij naar buiten. Een sigaretje roken. Is zijn sigaretje op, dan loopt ie nog wat rond in de buurt.

Dzjiesus Christ! Dàt komt me even rauw op mijn dak vallen!. Mijn wereld stort in. Geestelijk raak ik  helemaal in de knoop … wat een desillusie … wèèr alleen. Volslagen kut…. Nee, nee, sorry hoor, ik zit te liegen. Het interesseert me werkelijk geen reet.  Ze is qua uiterlijk mijn type helemaal niet … Ik vind haar wel leuk, grappig en slim maar dat is allemaal qua innerlijk, hè. Belangrijk! Natuurlijk, maar het gezicht wil ook wat, toch?   

Het is een mistige dag in november, kwart voor acht in de ochtend. Ze laat Fikkie uit. Ze is een kwartiertje onderweg. ’t Is nog goed donker.  Opeens herkent ze de gestalte van de Sumo-buurman. Ze schrikt.  ‘Waarom is hij nu precies hier, waar ik ook ben? Hij stalkt me.’ Het beangstigt haar. In paniek gaat ze met grote stappen naar huis. Een verbijsterde Fikkie trekt ze achter haar aan.

Ze is 60. Ook als ze (veel) jonger zou zijn, zou ik het bij vriendschap laten. Overkomt me zelf ook vaak genoeg, dat ik iemands type niet ben. En dan vinden ze me óók nog eens  niet leuk, niet grappig en niet slim. Tsja, dan kan ik vríéndschap wel helemààl vergeten.

Als ze bij de ingang van het appartementencomplex is aangekomen kijkt ze schichtig om zich heen. De ’stalkende Chinees’ in geen velden of wegen te bekennen … maar … daar staat hij al, in de hal, bij de lift, bezweet. Zo te zien is hij wezen trainen. Hij wenkt haar … houdt de liftdeuren open voor haar en haar hondje.

Het licht jankende beestje likt zijn wonden. Zij tilt Fikkie op, drukt hem tegen haar aan: ‘Jaaa. Rustig maar, rustig schatje. Vrouwtje heeft zich weer eens voor niks gek laten maken’.

‘Kom … lekker tegen me aan. Rustig maar. Mmmmmm, jaaa, je bent mijn lieve kleine schattekindje’. Ze gaan ze samen als eerste de lift in. Dan stapt de Chinese buurman rustig glimlachend in. Terwijl de liftdeuren sluiten aait hij Fikkie voorzichtig over zijn rugje.  

zaterdag 6 januari 2024

VERSLAAFD.

Al meer dan twintig jaar slik ik slaappillen. Lorazepam. In de volksmond temesta. Als ik ze niet inneem lig ik een hele nacht wakker. Althans, daar ben ik bang voor. Ik probeer het wel eens zonder. Als ik dan om pakweg tien over vier in de nacht nog wakker lig, ga ik er uit, kijk vijf minuten naar ‘De slimste mens’ (uitzending gemist)en slik een paar pillen. Binnen een kwartier ben ik dan weg en om een uur of tien weer klaarwakker. Eigenlijk te weinig geslapen. Heb toch minstens zeven uur nodig. 

Ruim 20 jaar terug was ik drie dagen en nachten achter elkaar wakker. Toen had je het Riagg nog, een soort GGZ. Daar ging ik naar toe. Werd gelijk volgegooid met slaapmedicatie. Drie milligram temesta per nacht. Pas als de warme prak al klaar stond werd ik wakker. Langzamerhand is die drie milligram afgebouwd tot één. Een paar keer heb ik geprobeerd het af te bouwen tot nul maar dat heeft steeds weer lange wakkere perioden tot gevolg. Doe ik niet meer.

Wat ik me overigens nauwelijks kan voorstellen is dat die pillen nog echt werken. Mijn lichaam moet toch onderhand gewend zijn aan dat ene pilletje. Toch vraagt het nooit om meer lorazepam. Zeven uur per nacht slaap ik. Ergens tussen twaalf en negen. Meestal van twee tot negen.

Zònder dat spul kan ik dus niet. Ik ben panisch voor slapeloze nachten. Die drie nachten van jaren terug ervaar ik nog steeds als traumatisch. Dàt nóóit meer! Na de eerste nacht was ik duf, brak, na de tweede nacht duf, brak en wankel en na de derde nacht duf, brak, wankel, paranoia  en kots- misselijk. Die derde nacht dommelden demonen mij in een soort halfslaap, een roesje. Die wilden me doen geloven dat ik kon zweefvliegen … ‘kom maar ... kom … ‘ ik werd naar het balkon gevoerd … ‘toe maar … spring maar … zweef … ’  Ik woonde op de zestiende verdieping van een woontoren langs de Maas. Ik ontwaakte daar buiten uit de roes. Maakte wilde boksbewegingen, in het luchtledige, bleek toen. Het angstzweet was me uitgebroken, samen met de kilte van de nacht deed het me huiveren.

Ik had Bea, mijn vriendin, uit haar slaap gehaald, ‘wakker geschreeuwd’ zei ze. Van die luide rauw keelkreten. Doofstomme mensen uiten precies zulke geluiden. ‘Maar wat doe je hier, op je blote voeten. Je vat kou, man. Kom naar binnen. Wat sta je te beven.’ Ik ben met stomheid geslagen.

Vele dagen later, als ik, dankzij medicatie, uren slaap ingehaald heb, herhaalde zich het gebeuren in een in een soort nachtmerrie. Een satanische balkonscène. Pas daarna was ik in staat Bea te vertellen wat zich die avond afspeelde.

Nooit meer slapeloze nachten … geen demonen meer … alleen een beetje verslaafd.

vrijdag 5 januari 2024

IDEALE MAN.

Het schiet Henk ineens te binnen, dat Sis, zijn prettig gestoorde vriendin, vanavond naar Porto vliegt. Dan is ie impulsief. Gaat ie naar Katendrecht haar een supertoffe vakantie wensen. Raar? Beetje wel, ja. Ze is dan natuurlijk razend druk met pakken .. of het bijwerken van haar bikinilijn … alles altijd last minute bij haar. Net als die vliegreis zelf.  Maar … zéker niet raar, bij Sis is hij altijd welkom.

Ze is alleen. Dochter ’t huis uit. Gescheiden. Pittige meid … radicaal, uitdagend. Ja, daar houdt ie van. Zo is tie zelf ook eigenlijk wel. 

Zegt ie tegen haar: ‘Zit je haar leuk, Sis! Hebbie het zelf geknipt?’  Kan ze goed hebben, hoor.  Ze is alleen allergisch voor opmerkingen ( vooral van hem) over haar gewicht: ‘Ben je nou ineens zo dik geworden, Sis’. Ja, daar is hij heel direct in, misschien wel tè ... dan moet ie even uit haar buurt blijven. Jammer wel. Maar zien ze elkaar later weer dan is ze toch een paar pondjes kwijt. Dat dan weer wel.

Sis is wel blij met zijn gezelschap. Ruim twintig jaar jonger is ze. Maak niet uit. Ze komt ook bij hem over de vloer. Onverwachts meestal. Bellen doet ze nooit. Ze tikt op zijn keukenraam. Is tie er niet, dan gaat ze naar d’r moeder een paar deuren verder.

Sis is een pestkop. Henk wisselt nog al eens van stemming. Nu eens is hij ‘himmelhoch jauchzend’ dan weer ‘zum tode betrübt’. Vandaag is hij somber … voelt hij zich alleen. Zelden gaat Sis daarin mee. Met een sarcastisch lachje zegt ze: ’Hou toch op Henk, een schizofreen  is nooit alleen!’ Sta tie haast weer te lachen als ze dat zegt. Gek eigenlijk wel, toch?

Sis heeft in plaats van een partner een gezellige hond, Bobbie. Die sleept ze overal mee naar toe. Leuk beest . Henk wordt gek van zijn geblaf. Die kloterige teef van zijn buren gaat dan een paar octaven hoger mee lopen keffen. Zet Henk zijn  versterkers  wat harder.

Laatst komen ze elkaar tegen in het Kralingse Bos. Sis en Henk. Liep ze met haar fiets aan haar ene hand en die grote Bobbie aan haar andere hand. Fietsen in het bos wilde ze. Maar nadat ‘haar schatje’ haar omver getrokken had, was ze verder maar gaan lopen.

Sis heeft liever een hond dan een vent. Bobbie rookt niet, drinkt niet, hoeft geen foebele te kijken, houdt van wandelen … bijna alles wat ze samen kunnen doen, vindt hij leuk … en ’s nachts kruipt hij bij haar in bed … komt ie ‘lepeltje liggen. Ideaal’   

‘Aan dat geblaf van Bobbie wen je wel Henk, als je hem straks tien dagen in huis hebt.’

‘Tien dagen bij mij in huis?’

‘Ja, als ik in Porto zit, kan hij toch wel even bij jou, schat? Het is zo’n scheet!

donderdag 4 januari 2024

ONDERWEG.

 Onderweg.

Om 11.40 uur ga ik naar de fysio. 12.00 uur moet ik er zijn. ‘t Is twintig minuten lopen. Het miezert. Mijn zwarte herfstjas is gelukkig waterproof.  Ik trek de capuchon over mijn pet. Pas op! Een úítstekende trottoirtegel. Ben er al eens over gestruikeld. Nu extra opletten met die  nieuwe schouder. Als ik val is die naar de gallemiezen.

Buren Herman en Patricia stappen in hun auto. Ze zwaaien naar mij. We mogen elkaar. We zijn alle drie voor Sparta. Grote herfstplassen op de rijweg. Bladeren stremmen de afvloei van het hemelwater.

De zolen van mijn gloednieuwe Nikes zijn poreus. Na drie minuten lopen zijn mijn sokken en voeten nat en koud. Over de schoenfabrikant maak ik me kwaad. Waterdichte schoenzolen … dat lijkt tegenwoordig te veel gevraagd. Kom op, Jos! Laat je niet gek maken door die lullige zolen.

Hé! Daar staat Gerda, zeventig al weer. In haar portiek. Achter glas. Ze is net zo hoog als ze breed is. We weten nog hoe we heten. Ze lacht me gedag. Ik liplees: ‘Ha Jos!’.

Ik steek schuin over. Daar wordt een verhuisdoos klein gescheurd. Het karton moet in de papierbak passen. Een ander staat zo’n doos plat te springen. Denk aan je adem, Jos.  Op de weg letten ook. Het wegdek hier is schots en scheef. Verziekt door bijna twee jaar bouwverkeer. Aan weerskanten van de straat is de bouw bijna klaar: een kleine tweehonderd woningen. Huren van 800 tot 1200 euro … allemaal onbetaalbaar dus voor de minima. ‘Maak je niet boos Jos, dat leidt alleen maar af’.

Daar komt een pitbull. Ben ik bang voor. Die hond loopt op de stoep in plaats van in de blubberzooi. Ik word door dat beest naar de drukke autoweg gedwongen.  Heb echt geen keus.

Een bedrijfswagen van ‘Al uw Electro’ stagneert de vrije doortocht van mij en de dame die in haar scootmobiel als een dolle op me af komt. Die aso van ‘Al uw Elektro’ heeft zijn kar half op de stoep geparkeerd. Ik kan hier gewoon oversteken. Die dame niet. Zij loopt vast in de blub als ze doorsjeest.

‘Zal ik u even naar de overkant loodsen, mevrouw?’

 ‘Ja, doe maar,’ … als ogen konden doden ...’ Maar waarom??  I really don’t know!

Ga naar de rotonde. Bijna op het zebrapad staan drie Felix-scooters lelijk in de weg.  Een moeder met een Hauck Atlantic Twin kan niet verder. Impulsief spring ik op en trap die scooters in één keer omver.  Zo … opgelost … die moeder kan  door met haar tweeling.

Op het bankje ligt de deelgemeentekampioen bierdrinken in een deuk: ‘Zo, lekker bezig, Jos!’ Hij slurpt zijn blikje leeg. Opent een nieuw biertje en geeft mij er ook een. Ik breng een proost uit op de fysio: ‘Die kan het wel schudden.’

woensdag 3 januari 2024

WINDJE TEGEN.

 Windje tegen.

Vanmiddag heb ik meel gekocht. In Vlaardingen. In molen Aeolus. Het meeste brood dat ik eet, bak ik zelf. Heel af en toe eet ik eens een krentenbol van de supermarkt of een sneetje Allison van de ‘warme’ bakker maar dat zijn uitzonderingen. Ik vind het brood dat in de handel is, zo vreselijk slap … niet te vreten. Daarom maak ik het zelf … met dat meel … heerlijk stevig zuurdesembrood.

Zo eens in de twee maanden heb ik meel nodig. Ik fiets dan in een uurtje naar die molen. Koop daar niet alleen meel maar ook zemelen, pompoenpitten, zonnepitten, sesamzaad … gaat allemaal in dat brood.

Het personeel in de molen is vriendelijk ... beetje paranoia wel. Op hun hoede. ’t Is net of daar pas  een roofoverval is gepleegd. Als ik binnenkom, zoek ik meteen wat ik nodig heb. Elke stap die ik zet wordt door drie personeelsleden met Argus-ogen bekeken.  Kom daar al vijf jaar en betaal toch altijd netjes. Rond de tien euro meestal. Eet ik acht weken van.

Op de terugweg rijd ik langs het flatgebouw waar een oude vriendin van me woont. ’t Is nu bijna veertig jaar geleden, dat we wat met elkaar hadden. Ik was 22 … Sonja net 17 … eigenlijk mochten we het nog helemaal niet met elkaar doen …  althans: ik niet met haar.

Het lijkt wel of ik haar daar zie. Op dat grasveld voor die flat. Een leuke, kleine vrouw ... rood haar. Ze laat twee drukke honden uit. Haar rode haar … kan me haast niet voorstellen, dat ze nog haar eigen kleur heeft … maar àls ze inmiddels grijs geworden is …  jaaa … dat kàn toch haast niet anders … dan heeft ze het nu in precies in haar eigen jeugdige kleurtje geverfd.  Ze loopt zo ongeveer 100 meter voor me  … nog precies datzelfde loopje …. dezelfde houding.

‘Sonja!’ roep ik, vanaf mijn fiets, zó hard … ze moet me wel horen … ik zwaai. Met een ruk draait ze zich naar me om. Herkent ze me? Of zwaait ze zo maar terug?  Lacht ze? Uit de verte zie ik haar tanden blinken in het zonnetje dat toevallig even schijnt. Dan loopt ze weer door naar haar flat ... zonder verder op of om te kijken. Ze trekt haar hondjes naar binnen. Verdwijnt uit mijn zicht.

Ik heb niet de illusie dat ze mij herkend heeft. Tóén had ik contactlenzen en een mooie bos donkerblonde krullen ... nu loop ik met een bril en een kale kop.

Kan ook best zijn dat ze me herkend heeft … en dat ze het verleden liever laat rusten.

Zes keer per jaar fiets ik langs Sonja’s flat … heel even is zij dan terug in mijn gedachten. Aangename gedachten vandaag … ik heb nu niet eens gemerkt, dat ik al een paar kilometer ‘windje tegen’ had.

WINDJE TEGEN.


Vanmiddag heb ik meel gekocht. In Vlaardingen. In molen Aeolus. Het meeste brood dat ik eet, bak ik zelf. Heel af en toe eet ik eens een krentenbol van de supermarkt of een snee Allison van de ‘warme’ bakker maar dat zijn uitzonderingen. Ik vind het brood dat in de handel is, zo vreselijk slap … niet te vreten. Daarom maak ik het zelf … met dat meel … heerlijk stevig zuurdesembrood.

Zo eens in de twee maanden heb ik meel nodig. Ik fiets dan in een uurtje naar die molen. Ik koop daar niet alleen meel maar ook zemelen, pompoenpitten, zonnepitten, sesamzaad … doe ik allemaal in dat brood.

Het personeel in de molen is vriendelijk. Alleen een beetje paranoia. Op hun hoede. ’t Is net of daar pas  een roofoverval is gepleegd. Als ik binnenkom, zoek ik meteen wat ik nodig heb. Elke stap die ik zet wordt door drie personeelsleden met Argus-ogen bekeken.  Kom daar al vijf jaar en betaal toch altijd netjes. Rond de tien euro meestal. Eet ik acht weken van.

Op de terugweg rijd ik langs het flatgebouw waar een oude vriendin van me woont. ’t Is nu bijna veertig jaar geleden, dat we wat met elkaar hadden. Ik was 22 … Sonja net 17 … eigenlijk mochten we het nog helemaal niet met elkaar doen …  althans: ik niet met haar.

Het lijkt wel of ik haar daar zie. Op dat grasveld voor die flat. Een leuke, kleine vrouw met rood haar. Ze laat twee drukke honden uit. Haar rode haar … kan me haast niet voorstellen, dat ze nog haar eigen kleur heeft … maar àls ze inmiddels grijs geworden is …  jaaa … dat kàn haast niet anders … dan heeft ze het nu in precies in haar eigen jeugdige kleurtje geverfd.  Ze loopt zo ongeveer 100 meter voor me  … nog precies datzelfde loopje …. dezelfde gestalte.

‘Sonja!’ roep ik, vanaf mijn fiets, zó hard … ze moet me wel horen … ik zwaai. Met een ruk draait ze zich naar me om. Herkent ze me? Of zwaait ze zo maar terug?  Lacht ze? Uit de verte zie ik haar tanden blinken in het zonnetje dat toevallig even schijnt. Dan loopt ze weer door naar haar flat ... zonder verder op of om te kijken. Ze trekt haar hondjes naar binnen. Verdwijnt uit mijn zicht.

Ik heb niet de illusie dat ze mij herkend heeft. Tóén had ik contactlenzen en een mooie bos donkerblonde krullen ... nu loop ik met een bril en een kale kop.

Kan ook best zijn dat ze me herkend heeft … dat ze het verleden liever laat rusten.

Zes keer per jaar fiets ik langs Sonja’s flat … heel even is zij dan in mijn gedachten. Aangename gedachten vandaag … ik heb nu niet eens gemerkt, dat ik al een paar kilometer ‘windje tegen’ had.


dinsdag 2 januari 2024

JANKERD.

Een vrouw, die zich eens per ongeluk ‘mijn vriendin’ noemde, corrigeerde zich haastig door daar haastig aan toe te voegen: ‘oh neen, ik ben niet zijn vriendin, hoor, maar zomaar ‘n vriendin. Eva, want zo heet ze, bedacht voor mij een bijnaam: Jos de Jankerd. Ik kende haar nog maar enkele dagen en daarvan had ze bij elkaar misschien tien uren in mijn gezelschap doorgebracht. We leerden elkaar kennen ergens tussen Spijkenisse en Rhoon tijdens een wandeling, georganiseerd door Klup, een vijftig-plus-single club. Zoals gewoonlijk, wanneer ik iemand op zo’n manier  leer kennen, praat ik honderd uit over mijn heden, verleden en (nabije) toekomst.

Eva had wel gelijk. Mijn wederwaardigheden zijn verpletterend door hun jankerigheid. Zo was daar de faalangst. De angst om afgewezen te worden, wanneer ik een leuk meissie vroeg  of ze met me wilde lopen. En als dat dan, op m’n dertiende, eindelijk lukte, liep ik zomaar ineens ‘met een lekker grietje’  te showen (Katinka bijvoorbeeld (ook 13)). Zij was klein, koket en een beetje verlegen misschien. Ik was erg op mijn hoede voor andere jongens in de buurt. Zelfs voor mijn beste vrienden. Ze zouden dat kleine kokette meissie wel eens van me af kunnen troggelen. O,o,o, wat was ik jaloers. Zeker als mijn beste vriend Ben grapjes maakte met haar en zij uitbundig om hem lachte.  

Zelf ben ik nooit een grapjas geweest ... dus ik dacht, toen al, ze vindt Ben leuker als mij. Katinka vond Ben wel grappig maar ik was volgens haar liever(en knapper!). We waren twee jaar op elkaar tot 3 Atheneum. Toen kwam ze met het verhaal dat ze met Reinier gezoend had. Die goser  zat op het gymnasium in het eindexamenjaar. Hij woonde in Kralingen. Rijke ouders. Zijn vader was patholoog-anatoom. Ik wist niet eens wat dat was. Mijn vader maakte tramrails schoon. Katinka gaf de voorkeur dat rijke milieu. Ik was zo boos, dat ik wel een meter of iets meer in de lucht sprong. Extreem hard en meedogenloos landde ik weer op de stoep.  Beide hielen gebroken. Alleen rust kan mijn hielen genezen. Een halfjaar in een rolstoel. Dat 2e jaar Atheneum moest ik doubleren. Tussen Reinier en Katinka was het na drie maanden al uit.

Vele jaren later werd ik verrast: mijn zus kwam uit de kast. Katinka presenteerde ze als haar nieuwe vriendin. In de betekenis van partner dan.  Ik pleurde haast van mijn stoel. Maar toegegeven, die twee hebben het uitstekend met elkaar getroffen. Ze zijn nu al bijna dertig jaar samen. Getrouwd zelfs. Tussen Katinka en mij ontbreekt elke klik. Eigenaardig wel.

Kan me nog goed herinneren dat, wanneer ik thuis foeballe of een spannende serie zat te kijken, Katinka graag met mijn zus op haar kamer ging spelen.        

TWINTIG JAAR ONBESCHOFT.

Nederland dreigt in de richting van een dictatuur te slaapwandelen. Een antidemocraat als Wilders gaat zodra hij aan de macht is de democratie ontmantelen. Hij doet wel mild maar dat is een schijnbeweging.

Democratisch Nederland moet Wilders buiten de macht houden. Al twintig jaar lang laat Wilders zien dat hij een antidemocraat is. Rechters, minderheden, of politieke tegenstanders, niemand is veilig voor zijn beledigende en anti-rechtsstatelijke scheldpartijen. Rechters zijn ‘laf’ en ‘gestoord’, journalisten ‘tuig van de richel’, Marokkaanse Nederlanders ‘rovende straatterroristen’, politieke tegenstanders ‘vals’ en de Tweede Kamer is een ‘nepparlement’. De Hoge Raad veroordeelde hem voor groepsbelediging voor zijn ‘minder Marokkanen-uitspraak’ … die veroordeling noemde hij een ‘schandvlek voor de rechtsstaat’. Hij weigerde die uitspraak van de rechters te erkennen … trok zich er niets van aan.

Alleenheersers drukken gewoon door wat ze wat ze van plan zijn. Zodra ze de macht hebben gaan ze op de dictatoriale toer. Kijk maar eens naar Wilders politieke vrienden en voorbeelden: Vladimir Poetin in Rusland en Victor Orbán in Hongarije.

Pertinent weigert Wilders om ook maar één beledigende uitspraak terug te nemen, ondanks grote druk van medeparlementariërs.

Erg zorgwekkend is het, dat andere democratische partijen met Wilders willen praten over de vorming van een regering. Daarmee aanvaarden ze zijn extreme en antidemocratische geblaat. Daar wordt tegen in gebracht dat dat wel moet, omdat hij zoveel stemmen heeft gekregen.

‘We laten Wilders trouw aan de Grondwet zweren,’ dan houden we hem wel in het gareel. Naïef! Vrijwel elk democratisch afglijden gaat langs democratische weg. Hitler is ook langs democratische weg aan de macht gekomen. Op zijn top trok hij 37% van de stemmers. Nooit hoefde hij de Grondwet buitenspel te zetten. Ook nu gebruiken de Poetins en Orbáns van deze wereld, democratische procedures om vrijheden te beperken.

Democratie is kwetsbaar. Zeker als democraten gelegenheids-verbindingen aangaan met antidemocraten. Zoals bijvoorbeeld met een ‘overlappend probleem’ als migratie. Zo krijgen antidemocraten toegang tot de macht … en dan gaat het snel! Zo worden wetten aangepast om de vrijheid van meningsuiting en andersdenkenden te beknotten. Denk aan de PIS-regering in Polen. Die stelt via het parlement ‘lhbti-vrije zones’ in. Bezuinigt kritische kranten en omroepen weg. Intimideert rechters, ontslaat ze en benoemt nieuwe PIS-gezinde rechters.

Als daartegen geprotesteerd wordt, wordt  de rechtsstaat gebruikt om dat protest te onderdrukken. Eerst de tegenstanders in een kwaad daglicht stellen. Dan criminaliseren en ze tenslotte door partijdige  rechters laten veroordelen.

‘Democratische ’ rechters zullen een ongrondwettelijk moskee-verbod tegenhouden. Met Wilders aan het bewind zullen die worden gekleineerd en/of ontslagen.  In de lijn met een lange reeks uitspraken van Wilders en andere PVV’ers.

Al twintig jaar lang horen we van Wilders en de zijnen racistische, opruiende, discriminerende en antidemocratische uitingen. Dat komt ook echt uit hun hart! Dat kan niet anders! Een mildere toon? Radicale programmapunten in de koelkast zetten? Het zijn allemaal voorwendsels om de weg naar de macht te plaveien.

Dat kan maar op één manier gestopt worden: antidemocraten uitsluiten van de macht. Of ze nou twee of twee miljoen stemmen krijgen. Ze horen niet thuis in het centrum van de democratische macht.

Stop het slaapwandelen in de richting van een dictatuur! Dit is geen tijd voor compromissen maar voor principiële rechtlijnigheid.

 

 

Naschrift: In Polen is sinds kort een nieuwe democratisch gekozen  premier (Tusk) aan het bewind. Hij is gelijk begonnen met de antidemocratische PIS-besluiten terug te draaien.

zondag 31 december 2023

WENS VOOR 2024.

Beste, lieve lezers,

Op mijn blog: 'stukkiejee.blogspot.com’ zijn eerder door mij geschreven columns (vanaf 2010) te lezen. Door op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken kan je nog weer een aantal (oudere) columns lezen. 

Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij de meest recente column of het meest recente verhaal.

En ... bedenk: 'Van alle verhalen, is verreweg het meeste echt gebeurd.'


Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een column.

Ik wens de lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.


Jos M. 

zaterdag 30 december 2023

WENS VOOR 2024.

 Beste, lieve lezers,

Op mijn blog: 'stukkiejee.blogspot.com’ zijn eerder door mij geschreven columns (vanaf 2010) te lezen. Door op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken kan je nog weer een aantal (oudere) columns lezen. 

Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij de meest recente column of het meest recente verhaal.

En ... bedenk: 'Van alle verhalen, is verreweg het meeste echt gebeurd.'


Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een column.

Ik wens de lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.


Jos M.

vrijdag 29 december 2023

WENS VOOR 2024

 Beste, lieve lezers,

Op mijn blog: 'stukkiejee.blogspot.com’ zijn eerder door mij geschreven columns (vanaf 2010) te lezen. Door op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken kan je nog weer een aantal (oudere) columns lezen. 

Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij de meest recente column of het meest recente verhaal.

En ... bedenk: 'Van alle verhalen, is verreweg het meeste echt gebeurd.'


Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een column.

Ik wens de lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.


Jos M.

donderdag 28 december 2023

WENS VOOR 2024

Beste, lieve lezers,

Op mijn blog: 'stukkiejee.blogspot.com’ zijn eerder door mij geschreven columns (vanaf 2010) te lezen. Door op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken kan je nog weer een aantal (oudere) columns lezen. 

Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij de meest recente column of het meest recente verhaal.

En ... bedenk: 'Van alle verhalen, is verreweg het meeste echt gebeurd.'


Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een column.

Ik wens de lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.


Jos M.

woensdag 27 december 2023

WENS VOOR 2024

 Beste, lieve lezers,

Op mijn blog: 'stukkiejee.blogspot.com’ zijn eerder door mij geschreven columns (vanaf 2010) te lezen. Door op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken kan je nog weer een aantal (oudere) columns lezen. 

Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij de meest recente column of het meest recente verhaal.

En ... bedenk: 'Van alle verhalen, is verreweg het meeste echt gebeurd.'


Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een column.

Ik wens de lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.


Jos M.

WENS VOOR 2024

 Beste, lieve lezers,

Op mijn blog: 'stukkiejee.blogspot.com’ zijn eerder door mij geschreven columns (vanaf 2010) te lezen. Door op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken kan je nog weer een aantal (oudere) columns lezen. 

Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij de meest recente column of het meest recente verhaal.

En ... bedenk: 'Van alle verhalen, is verreweg het meeste echt gebeurd.'


Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een column.

Ik wens de lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.


Jos M.

maandag 25 december 2023

WENS VOOR 2024.

Beste, lieve lezers,

Op mijn blog: 'stukkiejee.blogspot.com’ zijn eerder door mij geschreven columns (vanaf 2010) te lezen. Door op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken kan je nog weer een aantal (oudere) columns lezen. 

Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij de meest recente column of het meest recente verhaal.

En ... bedenk: 'Van alle verhalen, is verreweg het meeste echt gebeurd.'


Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een column.

Ik wens de lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.


Jos M.

WENS VOOR 2024

 Beste, lieve lezers,

Op mijn blog: 'stukkiejee.blogspot.com’ zijn eerder door mij geschreven columns (vanaf 2010) te lezen. Door op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken kan je nog weer een aantal (oudere) columns lezen. 

Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij de meest recente column of het meest recente verhaal.

En ... bedenk: 'Van alle verhalen, is verreweg het meeste echt gebeurd.'


Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een column.

Ik wens de lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.


Jos M.

zaterdag 23 december 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 50. ALS EEN KLUIZENAAR. (SLOT)

 

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden. Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien. Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 50. Als een kluizenaar. (Slot)

Wat hier aan voorafging.

Maria’s zoon Kareltje brult iedereen wakker èn … hij ligt niet in zijn bedje. Waar is hij?

Maria’s vriend Joop rijdt haar naar haar moeder in Brabant.  Er wordt geroddeld over Joop. Hij zou pedofiel zijn. Joop kent de roddel.

Maria’s moeder herinnert zich ‘verplaatsingen’ van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er nu met Kareltje gebeurt. Maria is altijd dichtbij. Hij ligt alwèèr niet in zijn bedje. Heeft die verkrachting er wat mee te maken?

Maria gaat naar de huisarts… ze slaapwandelt. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater. 

Joop wordt mishandeld.  Buurman Klaas getuigt: het zijn de gebroeders van Ooijen. De misbruikte  jongens doen aangifte ... getuigen mogen ze echter nog niet ... want: ze zijn minderjarig. 

Joop wordt vrijgesproken. Maria vertrouwt hem. Haar woonwens kan nu verwezenlijkt worden. Joop wil met Maria gaan samenwonen.

Hun huis moet opgeknapt.  Maria verwent de hulpploeg. Te véél, volgens een jaloerse Joop.

Maria is zwanger. Tot de 6e maand is de zwangerschap voor Maria fijn. Ze praat veel  met Engeltje, haar ongeboren kindje. Die 6e maand eindigt in een drama.

Maria en Joop krijgen 4 dochters. Het is oorlog; Jodenvervolging en laffe Rooms-Katholieken. Karel en Joop zijn als water en vuur. Joop zet hem uit huis.

Joop treft het met de Arbeidseinsatz in Duitsland. Hij logeert bij een Joods muzikantengezin. De Joden in de Wattstraat in Schiedam zijn rücksichtslos uit hun huis gesleurd.

De familie gaat shoppen. Een Arbeidseinsatz-medewerker  fluistert Joop wat in. Joop wordt lijkbleek. Hij moet komen praten.

Joop misdraagt zich. Zijn stiefzoon Karel pleegt zelfmoord.

Er is een roofmoord gepleegd op de Joodse muzikale familie. Joop is verdachte. 50.000 D.M. is zoek. Hij geeft toe dat hij 10.000 D.M. gestolen heeft. Twee jaar cel krijgt hij. Voor de trouwdag van zijn dochter Els krijgt hij een dag verlof. Maria haalt hem op. Het bruidspaar is prachtig. Joop en Maria zijn op de bruiloft. Aanvankelijk is Joop kopschuw maar later danst hij mee.

Wien zit in ’t klooster. Maria heeft veel last van haar benen … (en ook van Joop). Maria is jarig: eten, drinken en spelletjes doen.

Opa Joop leert kleinzoon Siem verven. Dat gaat fout. Anna, Siem’s moeder,  breekt met haar vader.

Anna’s neefje Bob is ook misbruikt door Joop. Samen met zus Hennie, Bob’s moeder, rekent Anna af met Joop.

Joop blijft vrij rondlopen:  geen volwassen getuige. Hij is gevaarlijk, want hij weet van de prins geen kwaad. In het klooster krijgt zus Wien het te stellen met gesar en geweld van haar mede-nonnen.

Als Wien (zuster Ephraïm) betrokken raakt bij een gezin in Oss, dat net de moeder verloren heeft, lijkt voor haar het ergste kloosterleed geleden.

Maria gaat zowel geestelijk als lichamelijk snel achteruit, Wien redt het niet meer haar goed te verzorgen. Wien’s echtgenoot Tienus en haar stiefkinderen helpen bij het huishouden.

Els spreekt op Maria’s begrafenis. Ze zwijgt over ‘het ergste‘ van Joop. Na verloop van tijd gaat Joop met schoonzoon Tienus de bloemetjes buiten zetten.

Joop gaat proef-wonen met Ina. Kleindochter Nadien helpt hem met verhuizen. Wien betrapt hem als hij zich aan het tienjarig meisje dreigt te vergrijpen.

50. Als een kluizenaar.(Slot)

Wien stapt de woonkamer van haar vader binnen, ze slaat hem hard  in zijn gezicht: ‘Ik word toch wel zo kots- en kotsmisselijk van je! Hoe haal je het in je hoofd om zo’n jong kwetsbaar meisje zoiets aan te doen?!’ Voorlopig vertoont Wien zich niet meer in de nabijheid van haar vader. Joop moet zelf maar zien hoe hij al zijn spulletjes zijn huis uit krijgt. Ondanks alles lukt hem wel, zodat zijn leventje met Ina een aanvang kan nemen.

Voor de buren en de familie maken Joop en Ina een gelukkige indruk. Bij lekker weer ontbijten ze in de tuin. Ze maken af en toe een ommetje in het centrum van Oss. Drinken samen gezellig een borreltje en geregeld koken ze samen wat lekkers. Allemaal positieve uiterlijkheden, waardoor de buitenwereld de indruk krijgt dat het wel snor zit tussen die twee. Dat Joop bij Ina in bed slaapt is voor de buitenwereld vanzelfsprekend onzichtbaar. Hooguit is dat hoorbaar voor hun naaste buren of voor toevallige passanten van Ina’s woning. Ze schamen zich absoluut niet voor de seks in hun leven. Als ze van hun oude lichamen genieten, schateren  van plezier. Wat ze zeker niet doen is zich  inhouden voor de buren. Zeker eens per week is het wel raak bij Ina en Joop (en dat is voor zeventigers een tamelijk hoog moyenne). De eerste paar weken is het elke week raak. Maar allengs treedt er, met name aan de kant van Ina een zekere verzadiging op. Wat Joop betreft kan hun wekelijkse seks tot in eeuwige dagen doorgaan. Hoe minder behoefte Ina toont voor seks, hoe meer, hoe nadrukkelijker Joop er bij haar op aandringt. Dat doet Joop niet zo zeer met woorden maar meer door  misplaatste verleidingspogingen:  Joop streelt haar buik, borsten en billen, terwijl hij weet, dat ze er niet meer opgewonden van raakt.  Soms, ten langen leste, geeft Ina zich aan Joop over, laat ze hem maar begaan, met de onvermijdelijke pijn als gevolg.  De volharding waarmee Joop nacht-in nacht-uit blijft proberen Ina te verleiden, maakt Ina ziek. Slaaptekort maakt haar somber. De eens zo vrolijke Ina vertoont zich niet meer. Ze ligt tot in de voormiddag in haar bed, maakt geen wandelingen meer. Verwaarloost haar kleine parkiete-kindje.

En Joop? Hij drinkt zijn dagelijkse borreltje met zijn inmiddels werkloze schoonzoon Tienus, in zijn favoriete kroeg ‘Lazarus’ en ’s avonds verleidt hij Ina, althans dat probeert hij.

Op een dag gaat Ina, ten einde raad, langs bij Joops dochter Wien. Ina vertelt haar, dat het niet langer gaat tussen haar en Joop en hoe dat zo komt.   Voor Wien is het gelijk volkomen duidelijk … zij zorgt dat Ina geen last meer heeft van Joop, door nog op diezelfde dag vervangende huisvesting voor Joop te regelen in Schiedam.

Joop  is wel overrompeld, dat hij hals over kop moet vertrekken bij Ina. Maar hij is wel zo reëel om in te zien, dat er gezien de problemen, die Ina met hem heeft, geen toekomst meer in hun relatie zit. Joop kan per direct (maar wel voorlopig) bij zijn dochter Els terecht. Zij heeft een kamertje over omdat haar oudste dochter op kamers is gaan wonen in Groningen. Dolgelukkig is Ina. Ze is er zelf van overtuigd dat ze wel weer zou opkrabbelen, als Joop maar uit haar buurt bleef.

Voor Joop is er binnen twee weken al een verzorgingsflatje in Oss geregeld. Hij heeft wat ‘kringloopspul’ in zijn woning laten zetten. Behangen, witten en vloerbedekking heeft Joop laten zitten, dat hoef niet zo nodig  meer voor hem. Hij voelt kennelijk heel goed aan dat hij op weinig hulp van zijn familie of naaste omgeving hoeft te rekenen. Drie jaar zit hij in dat flatje, voor hij overlijdt. Hij leidt zijn laatste jaren het leven van een kluizenaar. Heel sporadisch krijgt hij bezoek van zijn schoonzoon Tienus, die uiteindelijk als enige bij Joop's begrafenis aanwezig is.

Einde.

 

 

Vanaf 2 januari 2024 schrijf ik dagelijks weer een  column.

Ik wens mijn lezers voor 2024 een goede gezondheid en veel leesplezier.

vrijdag 22 december 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 49. HELPEN VERHUIZEN.

 


Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden. Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien. Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 49. Helpen verhuizen.

Wat hier aan voorafging.

Maria’s zoon Kareltje brult iedereen wakker èn … hij ligt niet in zijn bedje. Waar is hij?

Maria’s vriend Joop rijdt haar naar haar moeder in Brabant.  Er wordt geroddeld over hem. Hij zou pedofiel zijn. Joop kent de roddel.

Maria’s moeder herinnert zich ‘verplaatsingen’ van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er nu met Kareltje gebeurt. Maria is altijd dichtbij. Hij ligt alwèèr niet in zijn bedje. Heeft die verkrachting er wat mee te maken?

Maria gaat naar de huisarts… ze slaapwandelt. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater.  

Joop wordt mishandeld.  Buurman Klaas getuigt: het zijn de gebroeders van Ooijen. De misbruikte  jongens doen aangifte ... getuigen mogen ze echter nog niet ... want: ze zijn minderjarig. 

Joop wordt vrijgesproken. Maria vertrouwt hem. Haar woonwens kan nu verwezenlijkt worden. Joop wil met Maria gaan samenwonen.

Hun huis moet opgeknapt.  Maria verwent de hulpploeg. Te véél, volgens een jaloerse Joop.

Maria is zwanger. Tot de 6e maand is de zwangerschap voor Maria fijn. Ze praat veel  met Engeltje, haar ongeboren kindje. Die 6e maand eindigt in een drama.

Maria en Joop krijgen 4 dochters. Het is oorlog; Jodenvervolging en laffe Rooms-Katholieken. Karel en Joop zijn als water en vuur. Joop zet hem uit huis.

Joop treft het met de Arbeidseinsatz in Duitsland. Hij logeert bij een Joods muzikantengezin. De Joden in de Wattstraat in Schiedam zijn rücksichtslos uit hun huis gesleurd.

De familie gaat shoppen. Een Arbeidseinsatz-medewerker  fluistert Joop wat in. Joop wordt lijkbleek. Hij moet komen praten.

Joop misdraagt zich. Zijn stiefzoon Karel pleegt zelfmoord.

Er is een roofmoord gepleegd op de Joodse muzikale familie. Joop is verdachte. 50.000 D.M. is zoek. Hij geeft toe dat hij 10.000 D.M. gestolen heeft. Twee jaar cel krijgt hij. Voor de trouwdag van zijn dochter Els krijgt hij een dag verlof. Maria haalt hem op. Het bruidspaar is prachtig. Joop en Maria zijn op de bruiloft. Aanvankelijk is Joop kopschuw maar later danst hij mee.

Wien zit in ’t klooster. Maria heeft veel last van haar benen … (en ook van Joop). Maria is jarig: eten, drinken en spelletjes doen.

Opa Joop leert kleinzoon Siem verven. Dat gaat fout. Anna, Siem’s moeder,  breekt met haar vader.

Anna’s neefje Bob is ook misbruikt door Joop. Samen met zus Hennie, Bob’s moeder, rekent Anna af met Joop.

Joop blijft vrij rondlopen:  geen volwassen getuige. Hij is gevaarlijk, want hij weet van de prins geen kwaad. In het klooster krijgt zus Wien het te stellen met gesar en geweld van haar mede-nonnen.

Als Wien (zuster Ephraïm) betrokken raakt bij een gezin in Oss, dat net de moeder verloren heeft, lijkt voor haar het ergste kloosterleed geleden.

Maria gaat zowel geestelijk als lichamelijk snel achteruit, Wien redt het niet meer haar goed te verzorgen. Wien’s echtgenoot Tienus en haar stiefkinderen helpen bij het huishouden.

Els spreekt op Maria’s begrafenis. Ze zwijgt over ‘het ergste‘ van Joop. Na verloop van tijd gaat Joop met schoonzoon Tienus de bloemetjes buiten zetten.

 

49. Helpen verhuizen.

In het wekelijks verschijnende stadsblaadje ‘de Os’ heeft Wien een kleine advertentie geplaatst:

 

Weduwnaar, 70 jaar, het alleen zijn moe 

zoekt een vrouw van om en nabij de 70 jaar,

 die graag mannelijk gezelschap wil.

Oss en omgeving.

 

Twaalf reacties komen er binnen, waarvan er zes boven de 75 zijn, vier tussen de 70 en 75 en twee van onder de zeventig: één van 68 en een van 65. Wien heeft het er met Joop over gehad om die advertentie te plaatsen dus Joop maakt zelf uit met wie hij een date wil. Het is  niet moeilijk te raden: hij kiest de dame van 65. Op de meegestuurde foto maakt ze een behoorlijk chagrijnige indruk. Uit het gesprek met haar blijkt dat ze eigenlijk iemand zoekt voor het huishoudelijk werk, tuinieren en het verzorgen van haar dieren (een papegaai en een Afghaanse windhond). De kleine advertentie was daar niet duidelijk over maar Joop is absoluut geen huisman en wil voornamelijk zèlf lekker vertroeteld worden.

De 69 jarige dame staat nummer twee op Joops lijstje. Ze ziet ze er op de foto een stuk ouder uit dan in werkelijkheid maar haar ogen stralen vrolijkheid uit. Ina, want zo heet ze, heeft het goed geregeld: ze heeft 6 uur per week huishoudelijke hulp en een tuinman, die eens per week een ochtendje langskomt. Ze heeft een ontzettend druk parkietje in huis, waar Joop geen omkijken naar zal hebben, want Ina verzorgt het vogeltje zelf: ‘ik ben nou eenmaal gek op dat besie!’. Koken is niet Ina’s grootste liefhebberij, dus als Joop t.z.t. bij haar wil intrekken, moet hij wel drie maal per week koken.

Joop reageert laaiend enthousiast. Hij kan haast niet geloven dat ze 69 is. Zo weinig rimpeltjes in haar gezicht …  zo soepel als ze zich beweegt … zo’n mooi figuurtje … en zulke jeugdige kleurrijke kleding.

‘Ja,‘ zegt Wien, ‘je kan Ina nou eenmaal niet vergelijken met ma. Zij was een stuk ouder dan Ina  en vergeet niet pa, dat ma’s leven niet altijd over rozen is gegaan.’

Ina en Joop zijn na de eerste kennismaking, allebei even enthousiast. Ina valt vooral op Joop zijn gevoel voor humor en zijn guitige ogen. Ze spreken af om gedurende zes weken, drie dagen per week bij elkaar te zijn en met elkaar te eten, om na die periode te beslissen of ze gaan samenwonen. Het makkelijkst zou zijn om te gaan wonen in het huis van Ina. Zij heeft een koophuis. Joop kan dan zijn huurhuis opzeggen, dan spaart hij een paar honderd gulden per maand uit. Er zit wel een risico aan voor Joop: lukt het samenwonen niet, dan heeft hij geen dak meer boven zijn hoofd. In dat geval, zo redeneert Joop, zal een van zijn dochters best bereid zijn hem in huis te nemen. Hoe dan ook: na zes ‘happy weeks’ gaan Joop en Ina samenwonen.

De stiefkinderen van Wien helpen hun opa zo af en toe bij het opruimen van zijn huis. In de navolgende week al zou Joop definitief bij Ina intrekken. Er moet nog een hoop ingepakt worden. Nadien, de tien jarige dochter van Wien, helpt opa vandaag. Ze is bezig met het in kranten te verpakken van glaswerk en dat in een doos te zetten. Dat doet ze tot opa’s grote tevredenheid. Hij streelt haar over haar smalle ruggetje en neemt haar bij de hand naar zijn slaapkamer. Voor de vitrinekast met tientallen souvenirs blijft hij stil staan.

‘Kijk Nadien, hier staan ook nog heel wat spulletjes om in te pakken voor opa,’ zegt hij.

Nadien staat vòòr Joop; hij streelt haar buik …  apathisch laat ze haar opa begaan … alsof ze op slot zit. Joop ritste met zijn vrije hand zijn gulp open … bukt zich … doet haar rokje wat omhoog, pakt met duim en wijsvinger het elastiek van slipje  …….

‘Waar ben jij godverdomme mee bezig, man?!’ klinkt een woedende Wien. ‘Kom gauw hier meisje.’ Nadien slaat haar armen om haar moeders middel, duwt haar gezichtje in haar buik en zet het op een brullen. Ook Wien zelf houdt het niet droog.  Joop doet zijn gulp schielings dicht en druipt schuldbewust af naar de woonkamer.

 

Morgen het laatste deel:  50. Als een kluizenaar.

donderdag 21 december 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 48 MARIA'S UITVAART.

 

Serie:’Opa  & Oma’.   

Deel  48: Maria’s uitvaart.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden. Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien. Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 48. Maria’s uitvaart.             Wat hier aan voorafging.

Maria is zwanger na een verkrachting. Ze baart Kareltje en gaat bij rijke mensen (fam. in ’t Hout) wonen en werken. Dat bevalt haar. Ze leert daar Joop kennen.

Kareltje brult iedereen wakker èn … hij ligt niet in zijn bedje. Waar is hij?

Joop rijdt Maria naar haar moeder in Brabant.  Er wordt geroddeld over Joop. Hij zou pedofiel zijn. Joop kent de roddel.

Maria’s moeder herinnert zich ‘verplaatsingen’ van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er nu met Kareltje gebeurt. Maria is altijd dichtbij. Hij ligt alwèèr niet in zijn bedje. Heeft die verkrachting er wat mee te maken?

Maria gaat naar de huisarts… ze slaapwandelt. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater. Maria reageert goed op de medicatie. Ze wordt actief … wil gaan samenwonen.

Joop wordt mishandeld.  Buurman Klaas getuigt: het zijn de gebroeders van Ooijen. ‘Volgende keer ga je er aan’, roepen ze. De misbruikte  jongens doen aangifte ... getuigen mogen ze echter nog niet ... want: minderjarig. 

Joop wordt vrijgesproken. Maria vertrouwt hem. Haar woonwens kan nu verwezenlijkt worden. Joop wil met Maria gaan samenwonen.

Hun huis moet opgeknapt.  Maria verwent de hulpploeg. Te véél, volgens een jaloerse Joop.

Maria is zwanger. Tot de 6e maand is de zwangerschap voor Maria fijn. Ze praat veel  met Engeltje, haar ongeboren kindje. Die 6e maand eindigt in een drama.

Maria en Joop krijgen 4 dochters. Het is oorlog; Jodenvervolging en laffe Rooms-Katholieken. Karel en Joop zijn als water en vuur. Joop zet hem uit huis.

Joop treft het met de Arbeidseinsatz in Duitsland. Hij logeert bij een Joods muzikantengezin. De Joden in de Wattstraat in Schiedam zijn rücksichtslos uit hun huis gesleurd.

De familie gaat shoppen. Een Arbeidseinsatz-medewerker  fluistert Joop wat in. Joop wordt lijkbleek. Hij moet komen praten.

Joop misdraagt zich. Zijn stiefzoon Karel pleegt zelfmoord.

Er is een roofmoord gepleegd op de Joodse muzikale familie. Joop is verdachte. 50.000 D.M. is zoek. Hij geeft toe dat hij 10.000 D.M. gestolen heeft. Twee jaar cel krijgt hij. Voor de trouwdag van zijn dochter Els krijgt hij een dag verlof. Maria haalt hem op. Het bruidspaar is prachtig. Joop en Maria zijn op de bruiloft. Aanvankelijk is Joop kopschuw maar later danst hij mee.

Wien zit in ’t klooster. Maria heeft veel last van haar benen … (en ook van Joop). Maria is jarig: eten, drinken en spelletjes doen.

Opa Joop leert kleinzoon Siem verven. Dat gaat fout. Anna, Siem’s moeder,  breekt met haar vader.

Anna’s neefje Bob is ook misbruikt door Joop. Samen met zus Hennie, Bob’s moeder, rekent Anna af met Joop.

Joop blijft vrij rondlopen:  geen volwassen getuige. Hij is gevaarlijk, want hij weet van de prins geen kwaad. In het klooster krijgt zus Wien het te stellen met gesar en geweld van haar mede-nonnen.

Als Wien (zuster Ephraïm) betrokken raakt bij een gezin in Oss, dat net de moeder verloren heeft, lijkt voor haar het ergste kloosterleed geleden.

Opa en oma wonen nu in Oss. Wien kan hier goed voor Maria zorgen, Tienus doet ’t huishouden en zijn dochters doen de boodschappen. Aan de  oudste stiefdochter heeft Wien haar handen vol. Maria is zo langzamerhand verworden tot een kasplantje.

Maria gaat zowel geestelijk als lichamelijk snel achteruit, Wien redt het niet meer haar goed te verzorgen. Wien’s echtgenoot Tienus en haar stiefkinderen helpen bij het huishouden.

 

48. Maria’s uitvaart.

Het overlijden van Maria komt niet onverwachts. Bij de requiemmis  in de Sint Jodocuskerk en ook bij haar begrafenis op de Rooms Katholieke begraafplaats van Heesch, zijn alle familieleden bijeen gekomen om afscheid de nemen van Maria, hun dierbare.

Els, de oudste dochter van Maria, spreekt vòòr de ter aarde bestelling van haar moeder enige woorden. Ze herinnerde de aanwezigen kort aan enkele markante momenten in moeders leven:

de geboorte èn het overlijden van haar zoon Karel;

de geboorte van haar prachtige dochters en haar zeven mooie kleinkinderen;

de oorlog: vijf jaar lang kon Joop niet de echtgenoot zijn, die hij graag had willen zijn en ook kon hij toen niet de vader zijn, die zijn dochters zo nodig hadden: hij werd gedwongen om in Duitsland te werken.

Gedurende haar laatste levensjaren was ze chronisch ziek. Het levenseinde was haar zeer welkom. Ze heeft er voor gebeden tot de Heilige Maagd. Nu weten we dat haar gebed is verhoord.

Els heeft mooi gesproken. Ze is verre van volledig geweest. Met name over de strapatsen van haar vader, zou nog wel het een en ander te vertellen zijn geweest maar daar kiest Els niet voor.

Joop staat voor de kuil waarin de doodbidders de kist met het lichaam van Maria zouden laten  afdalen. Met zijn hele lichaam staat Joop net iets te overdreven te huilen. Wien, die met enige tegenzin een arm om hem heen slaat, geeft hem een schone zakdoek.

Alle aanwezigen krijgen de gelegenheid om wat aarde op de inmiddels afgedaalde kist te gooien, waarna tot slot van de plechtigheid koffie met cake genuttigd kan worden in de aula van de begraafplaats.

 

Het leven als weduwnaar valt Joop niet mee. Hij prijst zich gelukkig, dat Wien nog drie keer in de week langs komt om hem te helpen met zijn huishouden. Ze doet alleen niet zo veel meer als toen ma er nog was. ‘Jij moet nu zelf ook je handen uit je mouwen steken, pa, dat kan je best!’

Joop gaat door de weeks regelmatig ’s middags een potje biljarten in café ‘Lazarus’. Een heel toepasselijk naam voor een café. Ook Joop drinkt daar zo af en toe wel eens een origineel Schiedams borreltje te veel.

Zondags gaat Joop met z’n schoonzoon Tienus biljarten in café ‘De korte Keu’. Na de acquitstoot worden er door Tienus en Joop meer kopstoten gedronken dan dat er biljartballen getoucheerd worden. Voor Wien is het elke zondag weer een martelgang: Tienus nodigt Joop ‘na het biljarten’ altijd uit om mee te eten. Tegen zessen komt het duo dan  ladderzat bij Wien aan zwalken. Doorgaans zijn zij goed geluimd. Ze zingen vrolijke liedjes (o.a. en datteme toffe jongens zijn ….) die hen blijkbaar nog op de been houden. Triest voor Wien, zeker. Ze kan er op wachten om de dronkenmanstroep op te ruimen, terwijl Tienus en Joop liggen te ronken.

Gon en Ben, de oudste kinderen van Tienus en Wien,  zorgen er gewoon voor dat ze zondags om etenstijd pleite zijn.  Maar voor de jongere kinderen, Nadien en Hannie is het iedere zondag weer een misselijk makend tafereel. Dat wil je, als moeder, zulke jonge kinderen het liefst besparen.

Volgens Wien mist Joop een vriendin. Daarom drinkt hij zo veel. Daar moet toch wel iets op te verzinnen zijn? En haar eigen Tienus, dan? Komt hij wat te kort? Als Wien heel eerlijk is dan heeft ze in alle drukte van de laatste tijd Tienus ook wel een beetje verwaarloosd. Dus daar kan ze zelf iets aan doen.

 

Morgen: deel 49. Helpen verhuizen.