Posts tonen met het label piepklein. Alle posts tonen
Posts tonen met het label piepklein. Alle posts tonen

woensdag 22 oktober 2025

LAUW.

 

Kwart voor zes al klaarwakker. Ik word wakker van mijn eigen stem: 

‘Gatverdamme! Lauw bier! Stond er godverdomme niks koud, trut?!’ 

Stilte.

‘Dit krijg ik niet door mijn keel. Zuip het zelf maar op. Pak aan die paardenzeik.’ 

Stilte.

Dan zie ik dat er geen lauwe bier is. Al helemaal geen 'trut', die laatste one-night-stand die ik had. , 

Dat heb ik liggen dromen. Heb ik wel meer de laatste tijd. Lig ik half te maffen en te kissebissen. Het eindigt er meestal mee dat ik te keer ga tegen iemand die in geen velden of wegen te bekennen is.

Echt wakker worden gaat vadaag niet meer lukken. Zuipen helpt misschien een handje. Ik ga naar de kroeg. Voor ijskoud bier. Ik loop  met gebogen hoofd maar mij ontgaat niets: twee veel te dikke mensen, ooooh ... besiassers. Een vrouw en een man, zij laten twee kuttemlikkertjes uit. Ieder één. Die dikkertjes weten niet dat ik ze in de gaten houd met die akelige poepertjes van ze aan de  lijn. 

Zou er nog één hondenbaasje of -vrouwtje in het land zijn dat een klein plastic zakje voor de stront meeneemt? Zij kijken schichtig in het rond. Heeft iemand het heeft zien gebeuren. Zo ja, dan gaan ze pakken. Ik ga ze niet verlinken. Die zielepieten. Een piepklein beetje bukken kunnen ze al niet.

Ik ga de kroeg in. Neem een koude kopstoot. Om te beginnen. In tien seconden knal ik die naar binnen. Om kwart over tien pas.

De barman kent me. Ik hem ook: Bert. Ik neem normaal altijd ’n espressootje. Alleen vandaag effe niet. Ik heb er de klere in, vandaar. Dacht Bert wel. Had hij goed gezien.

 Het is voornamelijk slaaptekort. Dat gaat me nog eens opbreken. Ik geeuw me nog eens de pleuris. Nu weer. Wel tien keer achter mekaar lange grote geeuwen. Na elke geeuw schreeuw ik het uit. 

'Gaat het verder wel goed met je?' 

‘Nee Bert. Zou ik hier effe een tukkie kunnen doen? Ik ben helemaal òp.'

Dat gaat niet gebeuren, jongen, dit is een café. Geen bed and breakfast, sorry..

Ja, daar kan ik wel in komen. Dan zoek ik mijn eigen bedje maar op.

Dat vond Bert een beter idee. 'Die kopstoot hebbie van mij', zegt hij. 

Ik geef je wel een gooi. 

Staat het bier koud?'

zondag 20 november 2022

BOERENKOOL

Gisteren was het echt weer voor boerenkool met worst en spekjes. Een simpele maaltijd, waar je je  geen buil aan kunt vallen. Op mijn bord blijkt het uiteindelijk een klein piepklein beetje  te zijn. Te weinig voor ons beiden. Ik heb vier ons boerenkool en een pond aardappelen gekookt en dat gestampt tot ‘pot’.  Gelukkig is het, aangevuld met een halve rookworst  en wat spekjes, toch vullend genoeg.

Aan het toetje hoef ik zowat niks te doen:  grapefruits. Helaas is een van de grapefruits keihard en zuur. Het lijkt wel een reuzencitroen. Ze perst hem als een citroen uit en drinkt de sap aangelengd met tonic op … ‘poeh’, doet ze met een zuur gezicht.  Zij is de pechvogel met die vieze grapefruit. Ik ben zo nobel om de helft van mijn verrukkelijk stuk fruit met haar te delen. Daarmee is de maaltijd gedaan.

Liza (zij woont twee deuren verder, we hebben een lat-relatie) ze steekt een shaggie op en praat ‘in trance’. Ondertussen ga ik rustig zitten pim-pam-petten:

-              ‘Ze zeggen dat, dat Aadje, die hier pas is komen wonen een meerdere malen veroordeelde pedofiel is. Actie willen ze om die pedo de buurt uit te krijgen onder het motto ‘hier geen asiel voor een pedofiel’ en ’Rot hier maar op Aadje, jij past niet in ons straatje’ …..  daar moet je bij mij niet mee aankomen: ’Aadje  is daarvoor veroordeeld. Hij heeft daarvoor een paar jaar in de bak gezeten en bovendien is hij ervoor behandeld dus voor mij hoeft dat niet zo’n actie. Dat gebeurt niet!’

En als zij het niet wil, dan komt er ook geen actie. Zo gaat dat hier. Ze kan heel diep wegzakken in haar trance. Zeer vermoeiend. Het pim-pam-petten helpt me er doorheen. 

-              ‘Sinterklaas is er weer  … ook zijn zwarte piet, die maakt mij bang. Laat die stoomboot maar wegblijven, geen geklop meer op de deur, ook niet zacht, helemaal niet! En die makkers moeten nu eindelijk hun geraas eens staken. Die zwarte zwarte piet liet me alsmaar schrikken. Wat ben ik blij dat die zwarte pieten verboden zijn.

-              ‘Voordelig thermo-ondergoed heb ik gezien bij Dirck. Lekker  voor je, als je straks in de kou met je wandelclubje op stap bent.’

Haar woordenstroom droogt langzaamaan op. Haar trance stopt aan het eind van haar shagje. Zou het door de nicotine komen? Ik ga de eettafel afruimen.

Ook vandáág heeft het pim-pam-petten me er lekker doorgesleept. Vogels met een ‘M’. Ja … mus … dat is een makkie … probeer er maar eens vijf te vinden … dat valt niet mee!

Eigenlijk is het niet mijn bedoeling dat Liza mee pim-pam-pet. Dit is geen moeilijke vraag voor haar. Meestal schrijft ze zo tien namen op.  Ze weet veel van vogels.  Ze heeft er nu pas drie: mus, meeuw, merel … nog maar twee. ‘Ik weet het, Liza: de maalscholver en de marekiet … die leggen in de meimaand niet.’