Posts tonen met het label chillen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label chillen. Alle posts tonen

dinsdag 18 februari 2025

EEN VRIEND.

Deze week wordt het zestien graden, hoorde ik van mijn buurvrouw. Ik kwam net terug van zwemmen en stond daarvan nog te bibberen van de kou. De buurvrouw stond bij de flatdeur om haar logeetje, het kleine hondje Dory, terug te geven aan haar kleinzoon Brian. Hij moest  in het weekend gaan chillen met zijn vrienden dus had hij mijn buurvrouw, gevraagd om Dory het weekend te nemen. Ze zwaaide hond en kleinzoon uit, liet de liftdeur dichtklappen en verzuchtte: ‘Zo opgeruimd staat netjes.’

Ze ziet er wel weer wat beter uit, mijn buurvrouw, Tanja. Het was de laatste tijd de ene keer  zorgen over haar bloeddruk, dan weer over bloedarmoe, dan moest ze bloedtransfusies krijgen. Heel onheilspellend was het, dat volgens de specialist, haar lever niet goed functioneerde.

Met een andere buurvrouw, Nel, gaat het helemaal niet goed. Ze is al vanaf voor de kerst opgenomen in een psychiatrische ziekenhuis. Van terug naar huis gaan is voorlopig nog geen sprake. Ze is depressief en suïcidaal. Ik mis haar behoorlijk. Voor mij is ze een van de leukere buurvrouwen. Van dag één dat ik hier kwam wonen. Ik weet nog goed dat ik, die eerste dag, boodschappen had gedaan bij de Jumbo. Ik liep mijn straat in, richting flat. Op de fiets komt een dame aangefietst. Ze belt een paar keer en roept naar me: ‘Halloooo meneertje!!’ Toen riep ze lachend: ’Je weet niet wie ik ben, hè?’ Dat vond ze blijkbaar lollig. Ze zei verder niks. Pas toen ik haar een paar dagen later op de galerij tegenkwam stelde ze zich aan me voor als buurvrouw Nel.

 Kort nadat haar man overleed had ik wat doortastender moeten optreden, dan waren Nel en ik nu zeker  vrienden geweest. Ik heb toen een koffieafspraak laten verwateren en we hadden afgesproken eens naar de bios te gaan, daar is ook niks van gekomen.  Toen kreeg ze een vriend waar ze veel mee ging sporten. Ik gunde haar die vriend wel. Maar zij zei uitdrukkelijk tegen me dat hij niet ’haar vriend’ maar ‘een vriend’ was. Dat moet ze natuurlijk zelf weten. Ik weet wel dat ze blij mag zijn met die vriend. Ik heb een paar keer met hem gesport op de gym en daar maakt hij een heel gezellige en behulpzame indruk op mij.

De zon staat op mijn woonkamer. Daar is het om 13.09 uur 19 graden. Buiten is het +2.   

zaterdag 27 mei 2023

GELUK IS.

 Blij werd ik van haar ontspanning. Ik dacht wat bij te dragen aan haar geluk. Misschien werkt dat wel zo. Wie weet, een beetje. Wat zou er meer nodig zijn? Samen een beetje lachen, leuke dingen doen, spelletjes, creatief zijn, chillen voor de tv en af en toe een beetje vrijen . Samen, knus, thuis. De rotzooi van de wereld  buitengesloten. Ons geluk was binnen.

Een belangrijke afspraak tussen mij en mijn vrouw was dat wij beiden fifty-fifty het  huishouden zouden doen en zouden gaan werken voor de poen. Voor ieder van ons betekende dat  minstens twee en een halve dag werken en drie en een halve huishouddag. Zo rond 1980 kwam daar het verzorgen en opvoeden van twee zonen bij; dat viel natuurlijk onder de huishouddagen.

Als kind, heb ik mijn vader, die zeeman was,  nauwelijks gekend. Zeker in mijn allerjongste jaren heb ik hem gemist. Voor mij was het een waar feest, dat ik mijn zonen wèl een vader kon bieden. Ik gaf ze de fles, verschoonde hun luiers, deed ze in bad en bracht ze naar bed, duwde ze, met lekker weer, in de wandelwagen naar het Kralingse Bos, bracht ze naar en haalde ze weer van school, organiseerde verjaardagspartijtjes, las voor, ravotte, ging mee naar de voetbalclub en gitaarles, sportte, danste en kookte met ze en ga zo maar door.

En toch was ik niet altijd zo blij, als ik verwacht had. Het leek wel alsof ik elke dag opnieuw een betere vader wilde zijn, dan mijn eigen pa … een soort wedstrijd maakte ik er van ... een wedstrijd, die ik nooit kon winnen.

Ik ging  (en ga nog steeds) graag naar theater. Daar hebben onze zonen ook vast wel lol in, dacht ik in mijn enthousiasme. Dus ik sleepte ze vrijwel elke zondag mee naar leuk jeugdtheater. Op den duur smeerden ze hem al vroeg op zondagochtend, als ik nog in mijn bed lag. Ik had geen flauw idee waar ze uithingen.  Zat ik daar in het jeugdtheater bij voorstellingen van Jozef van den Berg of Frank Groothof met naast mij twee lege stoelen.

Ik was een wat tè fanatieke vader, die in zijn enthousiasme soms te veel doordraafde en daardoor het tegendeel oogstte van wat hij beoogde.  Ik had het goddelijke idee dat ik mijn zonen werkelijk gelukkig kon maken. De tijdelijke blijdschap, die ik soms in hun ogen meende te zien, zag ik aan voor een soort duurzaam geluk en ik had het waanidee dat ik daar ook gelukkig van zou worden. Blijheid werkt zo, geluk niet. Blijheid is altijd weer zo gauw verdwenen.

Net als onze jongens wilde ik ook mijn vrouw graag plezieren, in alle opzichten, je kan het zo gek niet bedenken. Regelmatig waren we ‘happy together’. Geluk zochten we misschien wat te ver. Onlangs ontnam mijn vrouw mij wreed een illusie: zij kon zich niet herinneren dat ik òòit geprobeerd had haar te behagen. ‘Maar dat neem ik je niet kwalijk, hoor jongen, ik zorg wel voor mijn éígen geluk,’ voegde ze er monter aan toe. ‘Bij iets duurzaams en alomvattends als geluk, is de rol van de ander uitgespeeld. Doe als ik: koester je eigen geluk. Je hoeft er niet eens naar te zoeken want: geluk is.