Hoop dat zij er staat, op het perron. Haar grote donkere bril draagt ze niet altijd meer. Haar grappige lach is herkenbaar uit duizenden. Als ik met de metro ga, scan ik in een splitsecond het perron. Hoop dat zij er staat te wachten, dat we, bij lekker weer, samen kunnen reizen naar Hoek van Holland Strand …
Op de vrije plaats naast me wil ze niet zitten. Veel liever blijft ze staan.
Ben ik haar typje niet … niet knap genoeg? Hartjes op Facebook gaf ze foto’s van mijn gezicht
Hoopvol kijk ik naar de toegang van haar flat. Misschien komt ze naar buiten, zwaait ze naar me. Vraagt ze: ‘loop gezellig met me mee naar het Kralingse of Schollebos?’ Maar dat zal niet gebeuren. Ze is boos op mij. Nu misschien niet meer ... misschien heeft ze me vergeven?
Ik kreeg een ‘onder onsje’ op Facebook, van iemand zoals zij.
Dezelfde naam, het zelfde gezicht, diezelfde grote donkere bril … alleen met een ander
geboortedatum … precies vijfentwintig jaar jonger.
‘Wil je Facebook-vriend met me worden?’ ‘Ben jij het echt. Wil je echt weer vrienden met mij worden?’ ‘Ja,’ was het antwoord. Ik wantrouwde het en deed verder niks. Noch van de oude, noch van de jonge, meer wat vernomen.
Ze is ook ‘n What’s app-contact met foto zonder bril. Ook fraai.
Ze las altijd mijn column in Facebook. Ik schrijf nog steeds elke dag. Nu in mijn blog. Direct na publicatie wordt het stukje gelezen. Soms midden in de nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten