‘Speelweide‘ staat te lezen op het ene bord langs het gazon. Hier en daar een wipkip. Aan een overhellende tak van een oude boom hangt een dik touw, waaraan een autoband is bevestigd. Even verderop, langs datzelfde gazon, in datzelfde parkje staat in grote letters, op een aanwijzingsbord luid en duidelijk te lezen:‘Geen hondenuitlaatplek’. Om het helemaal duidelijk te maken is op dit laatste bord nòg een bord geplaatst: een rond bord met een dikke rode rand waarin de met een rood kruis doorgestreepte afbeelding van een zwarte schijtende hond. Kan het duidelijker? Honden, wegwezen hier! Hier moeten kinderen kunnen spelen zonder dat ze onder de kak komen te zitten.
zaterdag 13 september 2025
NIET HIER.
donderdag 11 september 2025
NIET GEDACHT ..
Je zal het niet geloven.
Jullie zijn al weer zo lang dood, pa en ma. Er is sindsdien veel gebeurd. Te veel om op te noemen. Daar is hier geen ruimte voor. Ik wil jullie toch een paar dingen laten weten.
Jullie hadden vast niet gedacht dat Winny en ik uit elkaar zouden gaan. 45 jaar waren we getrouwd. Maar Win was niet gelukkig. Het leven werd zwaar voor haar met twee bipolaire mannen. Want zowel ik als onze oudste zoon kreeg die diagnose. Twee kon en wilde ze niet aan. Van onze oudste zoon wisten jullie het wel. Ik kreeg pas op mijn 50e die diagnose. Jullie waren toen al lang overleden.
Ik nam het bovendien niet zo nauw met de huwelijkse trouw, gaf te kwistig geld uit en deed op mijn werk niet meer zo mijn best, zodat ik ‘er uit gegooid werd’. Godzijdank vond ik meestal snel weer wat anders.
Bipolariteit is iets erfelijks maar ik zou bij god niet weten van wie ik (en mijn zoon ) dat mee gekregen hebben.
Na een LAT-relatie van 5 jaar woon ik inmiddels ook alweer 5 jaar alleen. Wat me uitstekend bevalt.
Het is nu te laat om het aan jullie te vragen. Ik dacht zelf
wel eens dat ik de genen had van jouw familie, ma. Jij zelf had niet de
symptomen maar je zus Bep, was geregeld zeer depressief. Zij is enkele keren
opgenomen geweest. Kreeg onder andere een slaapkuur van enkele maanden. Naar
een duidelijke link in mijn richting is nooit gezocht.
Van pa zijn kant heb ik alleen de ‘voetbal-gekte’ geërfd. Daar heb ik alleen maar heel veel plezier aan beleefd.
In dat verband kan ik je wel zeggen, pa, dat je lievelingsclubje Sparta, sinds je dood ruim twintig jaar geleden nog steeds een bescheiden middenmoter is in de eredivisie. Ze zijn wèl twee keer gedegradeerd. Toen moesten ze op maandagavond voetballen. Gruwelijker kan het niet. Toen ging ik nooit kijken. Ze hebben inmiddels wel een leuk stadionnetje, dat plaats bied aan 11.000 toeschouwers. Elke wedstrijd is tegenwoordig uitverkocht, zo goed gaat het dan weer wel. Een los kaartje kopen voor een willekeurige thuiswedstrijd is er helaas niet meer bij.
Nou, met jullie kleinzonen gaat het momenteel prima. Ze zijn allebei gezond, hebben goeie banen. De jongste heeft twee zonen. Jammer genoeg is hij een half jaar geleden gescheiden.
Naast zijn werk voor geld, noemt de jongste zich muzikant. Hij schrijft liedjes en maakt muziek onder de artiestennaam ‘Klinkt Goed’. In november heeft hij een paar optredens in Dordrecht. Daar ga ik natuurlijk heen!
Komen jullie ook?
dinsdag 9 september 2025
AFTAKELEN.
Ik takel behoorlijk af. Wanneer ik iets vertel gebeurt het nogal eens, dat ik niet op de meest eenvoudige woorden kan komen. Ik wil nu opsommen op welke woorden en namen ik allemaal niet kon komen vandaag. Natuurlijk heb ik dat nu niet paraat. Heel misschien, als ik een kleine pauze inlas, dat het me lukt, zo’n opsomming te produceren. Oké, ik pauzeer even.
zondag 7 september 2025
EEN SCHERPE-ZURIGE LUCHT
Het is vroeg in de ochtend. Kwart voor zeven. Ik tik op mijn toetsenbord. Ben niet de enige die wakker is. Ik hoor de vuilcontainer. Ik woon in een bejaardenflat. Dus niemand hoeft hier naar zijn werk. Sommige ouwetjes gaan er toch wel op uit: wandelen (met de hond) of sporten. Het zwembad en de gym zijn om de hoek. Het mooie Kralingse Bos: twee keer vallen.
Heel naar eigenlijk: onlangs is in het Bos door een ondernemende herdershond een lijk opgegraven. Het was niet eens het lijk van een vermist persoon. Gewoon, zomaar een lijk. Hij had ook niks bijzonders aan zijn lijf of aan zijn kleding. Er waren geen aanknopingspunten te vinden voor nadere identificatie. Tot nu toe is alleen bekend dat het gaat om een circa 30 jarige man van kleur. Hij moet hier levend begraven zijn op 7 september 1895. Vandaag precies 130 jaar geleden dus. Misschien dat zijn DNA nog iets uit gaat wijzen. Het ligt voor de hand dat er nog verwanten van hem in leven zijn. Het kan dus nog wel even duren voor er meer klaarheid in deze zaak zal komen.
Samen met de leden van de scoutinggroep Kralingse Bos heeft de burgemeester hedenmiddag een krans gelegd bij de plek waar het slachtoffer dastijds gevonden is.
‘s Nachts wandel ik nog wel eens langs die plek. Ik heb dat nooit als bedreigend ervaren. Een beetje eng wel, ja. Vooral omdat het dan pikkedonker is. Ik vond wel dat er de laatste weken voor de vondst een scherpe-zurige lucht op die plek hing. Vlak bij dat bankje naast die kuil. Ik heb het nog bij de politiepost Kralingse Bos gemeld. Ik weet alleen niet mee aan wie. Een vrouw dacht ik. Op dat bankje vlak bij die plek, dat is algemeen bekend, wordt ook veel geketst. Dat kan ik vanzelf net zo goed geroken hebben. Bedorven sperma of zo.
Mijn benen voelen zwaar. Mijn rug doet pijn. Zin in koffie?
Neen! Geen koffie aub! Zoëven verorberde ik een takje van de druiventros. De
druiven had ik al op. Vlak voor het
nachtwandelen. Nu is mijn mond weer gortdroog. Wist ik maar hoezo?
Ook ‘s nachts blijven meeuwen krijsen en rijden auto’s af en
aan. Toch is, wat bij mij, na al die tijd nog het meest blijft hangen, die
scherpe-zurige lucht.
vrijdag 5 september 2025
VOETEN OP DE LEUNING.
Ik móést de nieuwe film van de weergaloze gebroeders Coen zien. ‘Honey don’t’ is de titel. Ik ben er klaar voor. Rij drie, stoel 5. Lekker de beste plaats. Er zijn nog drie andere belangstellenden in de zaal.. Oh, nee, … daar komt nummer vier aan. Net zo iemand als ik: kaal, grijs, wit, sik. Die gaat, bijna achter me zitten, op rij vier stoel 6. Legt zijn voeten, met alleen zijn sokken aan, vlak naast mijn hoofd op de rugleuning van die stoel naast mij. Stinksokken zijn het. Ik vraag hem zijn voeten daar weg te halen en zeg hem dat zijn sokken stinken als bunzingen en dat ie zijn schoenen weer aan moet trekken. Maar hij weigert. Althans … hij blijft gewoon stilzwijgend voor zich uit zitten kijken.
Waarom komt die kerel nu net daar zitten, gvd? Ik app de bioscooppolitie. Daar moet ik toch met mijn klacht terecht kunnen? Terwijl ik app, sta ik voor zijn neus, zodat hij niks van de film kan zien … ik ook niet, omdat ik app. Plotseling staat hij op.
‘Ik ga al naar achteren, gast,’ sist hij mij toe. 'Mijn
sokken kunnen niet stinken. Ik heb ze
vanmorgen vroeg uit de schone was gehaald. Ze ruiken lekker fris. Je stinkt
zelf vreselijk uit je straatje, homo. Denk je soms, dat het fijn is om vlak
achter je te moeten zitten?'
‘Het is al opgelost, hoor’ fluister ik haar toe.
Gewoon voor de aardigheid, vraag ik die dikke ouvreusemuts, naar de bekende weg of het geoorloofd is om je schoenen, met je voeten er nog in, op de stoelleuning voor je te zetten. Haar antwoord interesseert me niet. Want eerlijkgezegd doe ik dat toch wel.
Mijn Coen-filmmiddag is wel mooi verziekt zo door die stinkzwam.
Val ik ook nog es halverwege in slaap en word pas bij de aftiteling wakker. Ik
wil nog afrekenen met die knakker. Maar daar ben ik nu te laat voor. Hij duwt
net die loodzware zaaldeur open en verdwijnt in het Colosseum-trappenhuis. Ik
ga die film later nog maar eens zien.
woensdag 3 september 2025
GESTALKT!?
Op de bank bij een vriendin, vertel ik mijn verhaal:
'Ik wist niet wat ik zag zo halverwege de middag. Daar, honderd meter verderop, zie ik haar lopen. Ruim anderhalf jaar heb ik haar niet gezien. De vrouw die ‘allways on my mind’ is. Of ik wil of niet. Want ik haat haar evenveel als dat ik haar leuk vind. De fietsroute van mijn huis naar Rotterdam Centrum voert langs haar huis. Toch heb ik haar al die tijd niet gezien. Eens moet het toch gebeuren dat ze naar buiten komt. Daar hoopte ik alsmaar op. Gewoon een teken van leven. Meer niet. Of ze er nog net zo leuk uitziet als toen.
Af en toe, eigenlijk wel heel vaak, hoorde ik een stem in mijn hoofd: ‘Waar ben je nou mee bezig, man?! Ze is al heel lang heel boos op je! Hoe gaat een ontmoeting tussen Sonja en jou aflopen? Als ik daar even bij stil sta, realiseer ik me dat dat heel moeilijk zal worden. Mijn brein ziet uitsluitend een lief, vriendelijk dametje. Kijk: daar gaat ze op weg naar het winkelcentrum.
Meteen besluit ik ook naar het winkelcentrum te fietsen. Mijn fiets daar te parkeren en haar tegemoet te lopen. Eerst ben ik haar even kwijt. Ze weet (nog) niet dat ik hier ben. Ze kan me niet gezien hebben. Ik kijk wat rond, loop heen en weer en zie haar nu weer lopen. Alleen haar goeie kant. Zij herkent me nu ook. Ik loop in haar richting. Wil iets vriendelijks tegen haar zeggen maar ze heeft haar mobieltje gepakt. Ze maakt zich zo klein mogelijk.
Telefoneert met iemand. Ze is kennelijk bang voor me. Ik laat mijn voornemen om iets vriendelijks tegen haar te zeggen vallen. Ga nu in een grote boog om haar heen. Ik pak mijn fiets en ga snel naar huis.We moeten elkaar vandaag niet meer zien.’
‘Weet je wat je bent? Een klootzak!’ zegt die vriendin,’ je hebt Sonja gvd lopen stalken, lul!’
‘Stalken? Stalken? Ik? Stalken? Hoe kom je daar nou bij. Ik wou alleen maar zeggen: 'Hé Sonja, leuk je weer eens te zien'.
Wat is daar mis mee?
dinsdag 2 september 2025
OPENHARTELIJKHEID.
Vandaag een kort praatje met Halle 61), een vrind.
Waarom, Halle, vertoon je je nu eens als een net heertje en dan weer als een soort zwerver. Dat iele paardenstaartje bijvoorbeeld. Kort geleden liep je nog te koketteren met een slordige ‘krullenbol’. Nu ben je weer glad geschoren. Welnu Halle, reflecteer eens op je wisselende ‘haardracht’ .
Ja, ik kies steeds voor een andere haardracht; als je een kaal hoofd tenminste ook een ‘haardracht’ wilt noemen. Die kale kop kwam vrij impulsief tot stand. Het begon in 2001 in de TGV op weg naar Avignon. Ik stelde me voor hoe mijn hoofd er zonder haar uit zou zien. In mijn optimisme, zag ik er dan bijzonder kek uit. Beter dan met dat gemillimeterde, grijze kransje op mijn hoofd.
De hotelkamer in Lyon had een ruim ligbad. Precies wat ik nodig had. Ik onthaarde daar niet alleen mijn hoofd. Ook de rest van mijn lijf. De details zal ik je besparen.
Goed en toen was je helemaal kaal, Halle. Je stapt Lyon in en van alle kanten komen lieftallige Franse dames aangerend, roepend: ‘Oooooh, kijk daar nou toch eens: een allemachtig leuke kale man!’ Je moet het op een lopen zetten om niet door ze verpletterd te worden.
Proef ik hier enig sarcasme? Natuurlijk gebeurde dat niet, man! Heb jij wel eens gezien dat vrouwen in katzwijm raken van een kale vijftiger? Nee toch zeker? Maar ... ik léék toen overigens wel iets jonger.
En ... je naaste familie? Die kwam zeker niet meer bij van het lachen?
Mijn vrouw vond het wel vreemd om mij zonder schaamhaar te zien. Ik moest zelf ook wennen. Zij
vond het zonde van mijn weelderige krullen. Daar was ze destijds verliefd op
geworden.
We hebben tot nu toe alleen over uw kaalheid gesproken. Laten we eens wat afzakken naar uw kleurrijke schoeisel. Voor een vrouw niks bijzonders. Bij u lijkt het een schreeuw om aandacht.
Wat is daar er mis mee? In feite is hier precies hetzelfde aan de hand: voel ik me licht, zit ik lekker in mijn vel, dan pak ik mijn rooie schoenen. Op paars en zwart loop ik alleen als ik me zwaar kut voel. Wit draag ik alleen in de gym.
Ik ga het hierbij laten Halle. Hartelijk dank voor je openhartelijkheid.
.jpg)