Ik kocht vroeg in de vanmiddag een king-size stroopwafel in die kraam op de Hoogstraat. Gulzig nam ik een grote hap. Te gulzig, want er brak een stuk stroopwafel af en dat viel op het trottoir. Een vrij groot stuk. Zonde om te laten liggen. Het viel pardoes in het (Hoog)straatvuil. Gatver. Ik zou wel heel erg aan zelfvernietiging doen als ik dat stuk stroopwafel zou oprapen, een beetje schoon zou vegen, in mijn mond zou stoppen, als altijd, goed zou kauwen en nog zou doorslikken ook. Toch ging ik dat allemmaal doodleuk doen. Met een zelfde gulzigheid griste ik het bevuilde stuk stroopwafel van het trottoir. Vlak voor de kwijlende grote, zwarte bek van een boxer, die er blijkbaar ook wel trek in had.
zondag 21 september 2025
WORD JE ZIEK VAN!
vrijdag 19 september 2025
HET KAN TOCH GEEN KWAAD?
Ze zijn nu meer dan 20 jaar
getrouwd. Een saai stel. Nou ja, eigenlijk is vooral 'hij' saai. Vriendelijk
maar saai. Er gaat vrijwel niks van die man uit. Werken, ontbijtje maken,
dammen, aardappelen schillen, tv kijken op de bank en afwassen. Dat is het wel
zo'n beetje. En omdat zij toch te veel naar zijn pijpen danst, denkt iedereen,
dat zij net zo saai is als hij maar dat is absoluut niet zo. Want als zij samen
met haar vriendinnen is, kan ze echt helemaal uit haar bol gaan: Beyoncé
imitaties, paaldansact en fatasierijke stripteases. Ja!
Ze werken allebei op het stadhuis. Hij bij beveiliging. Zij op burgerzaken.
Half negen moeten ze beginnen. Hij staat op om zeven uur. Dan wekt hij haar.
Hij maakt het ontbijt. Boterhammetje jam, honing, kopje thee. Voor allebei
precies hetzelfde. Voor ze de deur uitgaan doet hij nog even een poepje (want
buitenshuis poepen kan hij niet).
Bij het Stadhuis gaan ze ieder naar hun eigen werkplek. Ze kussen elkaar en hij geeft haar een schalks tikje op haar bibs. Altijd hetzelfde! Moet toch kunnen, vindt hij. Zij houdt er niet van. Zeker niet zo .kort bij haar werkplek.
Als ze na het werk thuis zijn maken ze samen wat te eten. Na het journaal wordt
de spelletjesdoos uit de kast gehaald. Vanavond kiest hij. Zij weet al precies
wat hij gaat kiezen: dammen. Ze zal hem
er maar geen pijn mee doen maar in haar gedachten schreeuwt ze het uit:’gàtverdàmme!’
Het maakt haar niet uit dat hij altijd wint maar hoe hij het speelt. Zijn
slappe peutervinger met rouwrandnageltje beweegt zich traag naar die damschijf
en schuift de steen dan aarzelend vooruit. De walging spuit uit haar
ogen. Hun avond is snel voorbij. Tien uur: het tandenpoetsmoment en
dan hupsakee het mandje in.
‘Wil jij nog iets bijzonders voor het slapen gaan, schat?’vraagt zij
‘Ja, ik zou wel weer eens lekker door je gepijpt willen worden. Een
lekkerder slaapmutsje dan dat kan ik me niet bedenken, lieve schat.'
‘Goed, ga er dan maar eens lekker voor liggen, knul. Je weet, we hebben
hier geen zeeën van tijd voor, hè? Morgen is het weer vroeg dag. Ontspan je maar.’
'Nou, was dat even lekker, zeg! Kan ik jóú misschien nog ergens mee verwennen, mijn honneponnetje?'
‘Nee hoor, dat is niet nodig. Ga maar lekker slapen, hoor. Ik help
mezelf zo wel, schat. Zoals gewoonlijk.
Welrusten.
Weltrusten.
Tja, zo gaat het nu eenmaal zijn gangetje bij hun. En bovendien: het kan toch allemaal geen kwaad?!
woensdag 17 september 2025
EEN MAKKIE.
De regen tikt tegen het keukenraam en laat zijn waterige vingers over de ruit glijden. Ik sta mijn ontbijtje klaar te maken. Vitaminepillen, boterhammetjes met jam en honing. Het is acht uur. Over een half uur, om half negen dus gaat de school aan de overkant pas open. Tot voor kort zat daar elke schooldag, klokslag acht uur, een mager kwetsbaar ogend knulletje van een jaar of tien op een bankje eindeloos buigende bewegingen te maken (‘bouncing’ noemen ze dat in de psychiatrie).
Tussen wat happen door, zeg maar tussen neus en lippen, werp
ik een blik naar buiten. Naar kinderen die naar school worden gebracht door
trouwe kinderbrengers. Opa’s, oma’s, vaders, moeders, tantes, ooms, grote boers
en zussen … noem maar op. De scholiertjes zitten achter op de fiets, in de
auto, in de scootmobiel en heel, heel soms lopen ze aan de hand van deze of gene.
De koffie is bruin. Ik neem desalniettemin een zwart bakkie, met twee
zoetjes en een keiharde kletskop.
Elke dag om vijf voor half negen arriveert Dabuk. Dat mag ik graag zien. Heel rustig komt hij aangefietst. Zijn dochters (10 en 7) fietsen achter hem aan. Halverwege het voetpad richting schoolplein stapt het drietal keurig af. De meiden lopen naar de fietsenstalling. Dabuk zwaait zijn dochters uit en keert om, gaat weer naar huis.
Leuke vent, Dabuk.
Ik mag hem graag. Was een leerling van me. Hij vluchtte uit Syrië. Woont
al vele jaren hier. Opeens wordt hij staande gehouden door twee vrolijk
lachende handhavers. Ze hebben hem zo te zien naar zijn papieren gevraagd. Dabuk ritst zijn jack open en steekt zijn hand in zijn binnenzak. Een van de handhavers pakt nogal ruw de halfgare fiets van Dabuk af en gooit die in de ambulance, die nog maar net is aan komen rijden. Ook Dabuk wordt de ambulance
in geduwd.
Een paar dagen terug schijnt hier vroeg in de ochtend, nog voor schooltijd, rond 8 uur, een jongen van tien jaar door een man lastig gevallen te zijn. Sindsdien ontbreekt elke spoor van het kind. Niet van de man.
Volgens getuigen is er een man met een sjofele fiets in de buurt van het kind gesignaleerd. De man was gekleed in een rood jack en een zwarte corduroybroek. Van Aziatische afkomst. Baarddragend.
Was dat even een makkie voor de politie. Dabuk, uit Syrië, baard, rood jack en een zwarte corduroybroek! Het klopte allemaal precies. Aanhouden en inrekenen dus die asielzoeker. Daders komen toch negen van de tien keer uit die hoek.
Zo willen minder frisse politici ons tenmiste heel graag laten geloven.
maandag 15 september 2025
GRUWELIJK
Boris, een Oekraïense vluchteling, verblijft nu, met zijn vrouw, dochter en kleinzoon anderhalf jaar in Nederland. Hun is drie jaar geleden iets gruwelijks overkomen. Boris vertelt het weerzinwekkende relaas.
Boris woonde met zijn vrouw, twee kinderen en twee kleinkinderen in een klein dorpje in Oekraïne. Alle dorpelingen (circa vijfhonderd) werden op een dag door een groep Russische soldaten het dorpsschooltje in gejaagd.Als sardientjes in een blikje zijn ze daar vijfentwintig dagen en nachten gevangen gehouden.
Tien mensen stierven daar van ellende. Tien mensen werden geëxecuteerd
door die ‘dappere’ Russische soldaten, die de heilboodschap van Rusland kwamen
brengen.
Boris, zat daar met zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen en dorpsgenoten, opeengepakt als haringen in een ton. Ze konden alleen zittend slapen. Hij beschrijft de gruwelijke omstandigheden van een slavenschip. Soms konden ze dagen lang niet naar buiten om hun ontlasting te doen.
Dagen zonder begin en zonder einde. Ze smoorden in het vocht en de stank van hun eigen uitwerpselen. Er was een uitbraak van waterpokken, mensen hadden koorts en ijlden.
De lichamen van degenen die stierven werden over de hoofden
heen naar buiten getild. Hun naam en overlijdensdatum werd op de muur
geschreven. Namen van mensen die Boris een leven lang kende. Ook zijn zoon
heeft het niet gered. Zijn hart begaf het.
Kinderen tekenden op de muren, in die kamer droop door een gebarsten afvoerpijp de stront van de Russen boven hen. Ze hadden een waterfles opengesneden en aan het plafond opgehangen om het zo goed mogelijk op te vangen.
Hoe moet je die onvoorstelbare smerigheid duidelijk maken? De honderden dicht op elkaar gepakte lichamen in de duisternis, op de aarden vloer, met vochtig karton erop. Lichamen ontdaan van waardigheid. Ontbreken van stromend water. De stank, de schimmel en het stof. De poepemmers. De lijken die soms dagenlang niet werden opgehaald.
Toen de Russen eindelijk door Oekraïense soldaten werden verdreven, stond er weinig meer overeind in het dorpje. Boris strompelde naar zijn huis, viel in slaap op een berg gras in zijn schuur en werd pas twee dagen later weer wakker.
In de weken die volgden stierven nog eens zeventien mensen aan de ontberingen van al dat gruwelijks. Boris kleindochter van acht, bezweek aan de gevolgen van een verwaarloosde bloedvergiftiging.
Boris vluchtte, met wat over was van zijn familie, naar Nederland.
Drie jaar geleden is het nu. Het voorpaginanieuws over dit concentratiekamp in de kelder van dat schoolgebouwtje is al lang overschreven door nieuwe Russische gruweldaden.
In de inmiddels nieuw gebouwde woningen in het dorp, schuilen de bewoners met hun nachtmerries. Ook Boris wil ondanks alles toch snel weer terug. Desnoods alleen.
zaterdag 13 september 2025
NIET HIER.
‘Speelweide‘ staat te lezen op het ene bord langs het gazon. Hier en daar een wipkip. Aan een overhellende tak van een oude boom hangt een dik touw, waaraan een autoband is bevestigd. Even verderop, langs datzelfde gazon, in datzelfde parkje staat in grote letters, op een aanwijzingsbord luid en duidelijk te lezen:‘Geen hondenuitlaatplek’. Om het helemaal duidelijk te maken is op dit laatste bord nòg een bord geplaatst: een rond bord met een dikke rode rand waarin de met een rood kruis doorgestreepte afbeelding van een zwarte schijtende hond. Kan het duidelijker? Honden, wegwezen hier! Hier moeten kinderen kunnen spelen zonder dat ze onder de kak komen te zitten.
donderdag 11 september 2025
NIET GEDACHT ..
Je zal het niet geloven.
Jullie zijn al weer zo lang dood, pa en ma. Er is sindsdien veel gebeurd. Te veel om op te noemen. Daar is hier geen ruimte voor. Ik wil jullie toch een paar dingen laten weten.
Jullie hadden vast niet gedacht dat Winny en ik uit elkaar zouden gaan. 45 jaar waren we getrouwd. Maar Win was niet gelukkig. Het leven werd zwaar voor haar met twee bipolaire mannen. Want zowel ik als onze oudste zoon kreeg die diagnose. Twee kon en wilde ze niet aan. Van onze oudste zoon wisten jullie het wel. Ik kreeg pas op mijn 50e die diagnose. Jullie waren toen al lang overleden.
Ik nam het bovendien niet zo nauw met de huwelijkse trouw, gaf te kwistig geld uit en deed op mijn werk niet meer zo mijn best, zodat ik ‘er uit gegooid werd’. Godzijdank vond ik meestal snel weer wat anders.
Bipolariteit is iets erfelijks maar ik zou bij god niet weten van wie ik (en mijn zoon ) dat mee gekregen hebben.
Na een LAT-relatie van 5 jaar woon ik inmiddels ook alweer 5 jaar alleen. Wat me uitstekend bevalt.
Het is nu te laat om het aan jullie te vragen. Ik dacht zelf
wel eens dat ik de genen had van jouw familie, ma. Jij zelf had niet de
symptomen maar je zus Bep, was geregeld zeer depressief. Zij is enkele keren
opgenomen geweest. Kreeg onder andere een slaapkuur van enkele maanden. Naar
een duidelijke link in mijn richting is nooit gezocht.
Van pa zijn kant heb ik alleen de ‘voetbal-gekte’ geërfd. Daar heb ik alleen maar heel veel plezier aan beleefd.
In dat verband kan ik je wel zeggen, pa, dat je lievelingsclubje Sparta, sinds je dood ruim twintig jaar geleden nog steeds een bescheiden middenmoter is in de eredivisie. Ze zijn wèl twee keer gedegradeerd. Toen moesten ze op maandagavond voetballen. Gruwelijker kan het niet. Toen ging ik nooit kijken. Ze hebben inmiddels wel een leuk stadionnetje, dat plaats bied aan 11.000 toeschouwers. Elke wedstrijd is tegenwoordig uitverkocht, zo goed gaat het dan weer wel. Een los kaartje kopen voor een willekeurige thuiswedstrijd is er helaas niet meer bij.
Nou, met jullie kleinzonen gaat het momenteel prima. Ze zijn allebei gezond, hebben goeie banen. De jongste heeft twee zonen. Jammer genoeg is hij een half jaar geleden gescheiden.
Naast zijn werk voor geld, noemt de jongste zich muzikant. Hij schrijft liedjes en maakt muziek onder de artiestennaam ‘Klinkt Goed’. In november heeft hij een paar optredens in Dordrecht. Daar ga ik natuurlijk heen!
Komen jullie ook?
dinsdag 9 september 2025
AFTAKELEN.
Ik takel behoorlijk af. Wanneer ik iets vertel gebeurt het nogal eens, dat ik niet op de meest eenvoudige woorden kan komen. Ik wil nu opsommen op welke woorden en namen ik allemaal niet kon komen vandaag. Natuurlijk heb ik dat nu niet paraat. Heel misschien, als ik een kleine pauze inlas, dat het me lukt, zo’n opsomming te produceren. Oké, ik pauzeer even.