woensdag 4 december 2024

BLOEDLINK.

Over schapen lees ik dat ze hier te lande momenteel wellustig doodgebeten worden door wolven. Voor de dorst . Hun bloed wordt gedronken. Met de schapenvacht kunnen wolven klaarblijkelijk niks. Als oud vuil wordt het rest-schaap achter gelaten in het weiland.


Wolven moeten weggehouden worden bij ons. Mensen zijn te kwetsbaar voor die beesten. Ze mogen er van mij wel zijn. Dat wel. In een soort kooi als in de dierentuin of half in het wild, vind ik ook prima. Hoge stevige hekken, waar ze niet over kunnen klauteren. Met een stroomstootje. Precies genoeg om ze te laten schrikken. Ik was geregeld te vinden in bosrijke gebieden in Brabant of op de Veluwe. Maar zoals het nu is ga ik daar niet meer voor mijn lol wandelingen maken. Ja, je weet maar nooit.

In ons Kralingse bosje hoef ik niet bang te zijn voor boze wolven. Hier zijn ze gewoon niet. Maar waar het hier wel van het sterft is: van de muizen. Ga eens rustig een uurtje op een bankje zitten, tussen twee willekeurige afvalbakken in dan zie je muizen uit alle windrichtingen rennen naar hun voedsel in de afvalbakken. Maar gevaarlijk? Welneen! Van geen kanten. Het heeft aan de ene kant wat engs en aan de andere kant ook weer wat koddigs.

In het Kralingse Bos komt het gevaar niet van de wolf maar van mensen zelf. Mij word als fietser soms het bloed onder de nagels vandaan gehaald. Alle fietspaden slippen dicht met mensen, die lopen met kinderwagens en bakfietsen. Met babbelende en telefonerende wandelaars. Met joggers (soms zelfs wel met tientallen tegelijk). Met snelwandelaars. Met baasjes die hun hond uitlaten of andersom.

Bel ik op mijn fietsbel; krijg ik geen reactie.

Roep ik ‘Hallo!! Dit is een fietspad, hoor!!’
Dan krijg ik als weerwoord: ‘Waar moet ik anders heen?’ of héél respectloos: ‘Kom es van je fiets, lul, dan kan je een beuk krijgen.’

Soms is er voor mij als fietsers werkelijk geen doorkomen aan. Gevaarlijke situaties levert het op. Bloedlink.

Dat heeft de gemeenteraad doen besluiten tot een proef met hoge hekken langs de fietspaden en voetgangersroosters aan het begin en eind van elk fietspad. Het gaat voorlopig om een proef van maximaal één jaar, tot zolang als de wolf zich hier nog niet vertoont.

dinsdag 3 december 2024

NIET BIJTEN.

Een hap van mijn net gebakken volkorenboterham wordt mijn snijtand-kroon fataal. Enkele secondes wentelt de kroon zich in mijn mond tussen brood, boter, marmite en oude kaas. In samenwerking met mijn lippen, duwt mijn tong het afgebroken stukje kroon mijn mond uit. Op mijn handpalm.


Ogenblikkelijk pak ik m’n mobiel om een afspraak te maken met m’n tandarts. Ik kan gelukkig snel terecht. Kijk niet eens in de spiegel. Hoe ik er uit zie, als ik mezelf toelach, kan ik wel raden: belachelijk.

Vanmorgen om half tien. Bij mij in de straat, staat een drietal studenten, van die nieuwe vmbo, met elkaar te praten. Ze versperren mij de weg. Maar, ze zien me aankomen en doen een stap opzij.

‘Goedemorgen meneer. Alles goed?’
‘Niet alles, kijk maar,’ ik lach ze vriendelijk toe,’ ben op weg naar de tandarts’
‘Oh, nou eh … sterkte, meneer.’

De tandarts weet in eerste instantie geen raad met mijn probleem. Op wat over is van die afgebroken tand kan geen nieuwe kroon gezet worden. Ze maakt er een foto van en gaat overleggen met haar collega.

Het gaat een wortelpuntbehandeling worden. Het woord ‘wortelpuntbehandeling’ doet me nog altijd huiveren, hoewel het de laatste keer alleszins meeviel. Het was ook deze tandarts die destijds mijn wortel puntte. Ze gaat twee snijtand-kronen zetten (twee in één, naast elkaar). Een op de plek van de oude kroon en één over mijn nog goede snijtand. ‘Voor de stevigheid’, zegt ze. En dat gaat allemaal over veertien dagen al gebeuren. Daar ben ik een hele ochtend zoet mee.

Vóór de kerst zou ik dus weer ongegeneerd moeten kunnen lachen. Dat komt goed uit, want ik ben uitgenodigd kerst te komen vieren bij het gezin, zoals dat bestond vòòr m’n ex Winny en ik, bijna tien jaar geleden uit elkaar gingen.

‘Voor die komende veertien dagen ga ik uw oude kroon weer terug zetten. U moet wel héél goed opletten met wat en hoe u heet. De kroon kan maar heel weinig hebben. Niet bijten in een appel dus maar in kleine stukjes snijden en opeten’.

In de salade die ik maak zit tomaat, komkommer, olijven, zilveruitjes en radijs. Ik gooi een grote radijs in mijn mond en hup, de kroon is brutaal aan het zwerven in mijn mond.

maandag 2 december 2024

AARDIGE MAN.

Bij Metrostation Prinsenlaan botst een vrouw, slank, lang blond haar, tegen me op. Ze laat een propvolle boodschappentas vallen. Die raap ik op. Ze bedankt me en begint te huilen: ‘Die taxichauffeur was onbeschoft! Die klojo was expres omgereden. Ik moest hem 157 euro betalen. Cash! Dat had ik niet. Om te pinnen heb ik te weinig banktegoed. Belt die taxichauffeur de politie. Die heeft me uit die taxi getrokken.’


Zou ze dronken zijn? Ze lóópt wèl alsof. Lallen doet ze niet. Ze huilt. Is setup.

‘Moet je nog ver?’

‘ … hier vlakbij … de Heukelomstraat’.

Ik bied aan om met haar mee te lopen. Ze knikt. Ik neem die loeizware boodschappentas.

Zomaar uit het niets, zegt ze: ’Ik hou zó van wandelen, hè … die gezonde lucht, die geur van bomen, bladeren en bloemen … de vierdaagse staat op mijn bucketlist … mijn stiefvader heeft hem al vier keer gelopen … wandelt u ook graag?

Ze haalt een bos sleutels uit haar schoudertas en pakt dan tot drie keer toe de verkeerde sleutel.

‘Ja, ik heb één keer de vierdaagse gelopen. En ik weet zeker: dat gaat u ook doen! U bent nog zo jong!’

‘Jong?? Helemaal niet … 47!

O, grappig, ik ben 74, net andersom …

‘dat geeft toch niks, da’s juist leuk,.’ zegt ze. ’Ik verkloot echt alles in mijn leven. Ik heb gymnasium, ben advocaat …’

‘Zo … meester in de rechten?’

‘Neen, universiteit, propedeuse … m’n kinderen krijg ik de laatste tijd ook al niet meer te zien.’

Ze pakt haar mobiel. Belt met een vriend of misschien wel haar stiefvader. Het ‘taxi verhaal’ … ze huilt weer … ja, ze is door zo’n aardige man naar huis gebracht. Ze breekt het telefoongesprek af.
De deur naar het trappenhuis is open.

‘U bent zó’n aardige man’ … en dan komt ze met haar gezicht heel dicht bij mijn gezicht. Ze fluistert drie keer achter elkaar haar email adres. Haar naam, Annelies, zit daar in. Ik geef haar die zware tas aan. Ze gaat het trappenhuis in.

Hoop dat ze wat kalmeert. Ik ga naar huis. Nog geen vijf minuten hier vandaan.

De volgende dag mail ik haar. Wil weten hoe het met haar is.

‘Ik was onrustig, hè? 't Gaat een stuk beter nu. Rustig.

Nog héél erg bedankt, lieve oude man.

Annelies.’

zondag 1 december 2024

STONES SESSIONS.

Wat ik nooit doe: op mijn telefoon ‘zitten’ in de metro. Maar zaterdagmiddag dus wel. Ik ga op de Klup-app kijken of er vanavond bekenden zijn bij dat concert van de ‘Stones Sessions’ die undercoverband van de Stones in het Isala-theater. Maar voordat ik ook maar iets zie van die app zit ik gvd in Metrostation Slotlaan. In Capelle dus. Ben ik in de metro naar De Terp gestapt, terwijl ik naar Prinsenlaan moet. Scheelt zeker een halfuur: … wachten op de Slotlaan ... terug naar Capelsebrug … daar wèèr wachten en dan pas naar Prinsenland. Nou ja, goeie les, zeg ik maar. ‘Hands off’ in de metro.


Thuis zie ik dat we met zijn tienen zijn in Isala. Tien kluppers. Ik ken er drie. Gretha, Cecilia en Rob. Die laatste ontmoette ik ruim een jaar terug in het Oude Luxor bij een optreden van een coverband van Pink Floyd. Vond hij maar niks. Hij was helemaal gek van de Stones en niet vreemd natuurlijk dat hij vanavond van de partij is. Hij zit toevallig nog naast me ook: we hebben rij 2 stoel 1 en 2. Hij kent songteksten uit zijn hoofd. Ook de onbekende nummers die vanavond gespeeld worden (uit de Brian Jones periode) playbackt hij overtuigend mee. Ik kan mijn ogen niet van hem afhouden. Hij playbackt en speelt luchtgitaar. In de pauze verklapt hij me dat dat maar show was: ‘dat gitaar spelen, want daar kan ik geen hout van’.

15 december, een zondagmiddag, treedt in Capslock in Capelle ‘Undercover’ op, ook een Stones-undercoverband. Daar ga ik heen met een broer van me en mijn ex (!). Zie ik Rob ook weer.


Gisteravond was ik ook al in Isala bij de stand-up comedy avond. Gretha was daar ook. Een heel gezellige, volumineuze dame, gekleed in een prachtig lange paarse jurk. Kleedt mooi af die jurk. Zeg ik maar niks over. Ze is voor het eerst bij zo’n comedy optreden en niet voor het laatst want ze is zonder meer het lachebekje van de avond. Vanavond bij de Stones Sessions heb ik haar wel gezien maar niet gesproken. We hebben even gezwaaid.

Stones Sessions heeft het goed gedaan. Krijgt een uitbundig applaus. Voldaan schuifelen de Stones-addicts, overwegend oud, dik, grijs en kaal, Isala uit, terug naar hun bejaardentehuis.

zaterdag 30 november 2024

SCHWALBE

 Mijn zoon Ralf, die pas gescheiden is, haalt me op van het station. Ik ga kijken naar een voetbalwedstrijdje van Bent (10), mijn oudste kleinzoon. Om lollig te doen, althans dat vermoed ik, schreeuwt Ralf opeens: ‘Doe je veiligheidsriem om opa Jos! Dan kunnen we gaan rijden’.


‘Nou ja, lamaar hangen’, denk ik, ’t valt allemaal niet mee natuurlijk, voor die jongen’.

‘En … red je het wel?’

‘Rare tijd … alles gaat ongeregeld ... ben gauw moe … zorg niet goed voor mezelf … eet niet gezond … het valt niet mee om alles in je eentje te moeten ‘handlen’ met twee van die super-energieke gassies …’

‘Tsja … en je werk?’

‘Ja, daar krijg ik zelfs energie van! Leidt me ook af van de pijn’.

Ik zou hem nu het liefst een hugh willen geven, maar ten eerste is hij niet zo aaibaar en ten tweede, zit hij achter het stuur, om Bent en Makkie, zijn zonen thuis op te halen, voor naar het voetbalveld.

Ik vraag mijn kleinzoon Bent of hij ‘in vorm’ is.
‘Ooo, kweet niet.’

‘Als ik je es ergens mee kan helpen, Ralf?’
‘Neen, je hebt al genoeg voor me gedaan, uit eten, gekookt, geluisterd, me met de poen geholpen, gelachen …’

Zo bijzonder vind ik dat nou ook weer niet. Met de kinderen zou ik hem misschien kunnen helpen. 'Na schoolse opvang- opa' bijvoorbeeld. Maar Bent en Makkie kennen hun opa (Jos) nog niet zo goed. Dat idee slik ik dus maar even in.

‘Maar ... Ralf … bel me. Ik maak graag tijd vrij voor jou en je kids’.

Makkie (7), die dus niet voetbalt, maakt vòòr de wedstrijd een ‘schwalbe’ waardoor hij languit op zijn rug op het kunstgrasveld komt te liggen. ‘Zwaar geblesseerd’. Makkie krijgt daarmee de lachers op zijn hand. Zijn manier van scoren.

Het team van Bent (acht jongens) speelt een matige eerste helft tegen een team van vier jongens en vier meisjes. Met de rust staan de jongens met 2 -1 voor. In de tweede helft gaat het snel. Het staat ineens 4 -1 door twee doelpunten van Bent. Drie spelertjes van de tegenpartij geven het dan letterlijk op: ze gaan op het veld zitten. Voor hen is de wedstrijd klaar. Met de grootst mogelijke moeite lukt het hun teamleider ze weer aan het foebele te krijgen.

Het team van Bent wint uiteindelijk met 7 – 1. Drie doelpunten van Bent!

Ralf brengt me naar het station. Eerst zet hij Makkie
en Bent af bij hun moeder. Ze zijn dit weekend bij haar. Ik vergeet helemaal om ze gedag te zeggen.

Ach ja, wij zijn allemaal een beetje in de war.

Zoiets als dit heeft toch nooit iemand gewild.

vrijdag 29 november 2024

OUWE IDIOOT.

 Eens in de veertien dagen, op vrijdag, gaan mijn vriend Luis en ik bier zuipen in café Het Loo. Veel meer dan twee liter hebben we (samen) op zo'n dag nog niet kunnen wegklokken. Vandaag ben ik uitermate traag. Luis bestelt zijn tweede halve liter al terwijl ik pas op de helft mijn eerste ben. Dat kòmt waarschijnlijk omdat ik, vòòr ik naar de kroeg ga, veel geblenderd vruchtensap heb gedronken. Er is nu dus niet zo veel plek in mijn buik.


Luis liet me schrikken: ‘Ik was bijna dood’, zei hij lachend. Luis heeft dat wel meer zo’n lachje, maar dan weet ik inmiddels wel dat er helemaal niks te lachen valt. Hij voelde zich niet goed. Was afgelopen maandag bij zijn huisarts. Die belt vrijwel meteen een ambulance. Zijn hart. Angina pectoris hoort Luis de hartspecialist mompelen. Niet best. Luis (59), de fervente roker en drinker moet daarmee meteen stoppen anders … tsja, anders, dan kan hij het wel schudden.

Stoppen met drinken zal hem nog wel lukken, denkt hij, maar stoppen met roken is een 'crime'. Hij heeft nog één sigaret, die bewaart hij tot straks na het avondeten. ‘Ik ben zo gefrustreerd, Jos,’ zegt hij, ‘ik ben nú al meer aan het eten en snoepen dan goed voor me is’.

Ik zeg het niet, maar zie het wel. Luis heeft duidelijk een bolle kop gekregen. Ik wist niet zo, één, twee, drie, hoe ik hem kon helpen.

Moet ik dat stuk appeltaart, dat ik voor hem heb meegenomen zelf opeten? Ik geef het hem toch maar. Hij griste het in aluminiumfolie verpakte stukje appeltaart gewoon uit mijn hand, alsof tie een paar dagen niet te eten heeft gekregen.

Luis is niet gauw te verleiden tot een verzetje. Laat ik het toch eens proberen, dacht ik. Ik vertelde hem over Klup, mijn lezers kennen die onderhand wel. Vanavond en morgen heb ik twee leuke activiteiten in het Isala-theater die hij misschien ook leuk vindt. Vanavond heb ik een stand-up comedy avond georganiseerd voor Klup. Voor morgen heb ik een optreden van een coverband van de Rolling Stones. Voordat ik hem kan vragen of hij zin heeft om met me mee te gaan, zegt hij:

‘Jij bent een ouwe idioot!!’

Okay, dank je hartelijks Luis.

donderdag 28 november 2024

EEN BAKKIE DOEN.

Vandaag komt Georgis een bakkie doen. Ik heb appeltaart gebakken. We hebben om half elf afgesproken maar omdat hij er dan nog niet is kijk ik even naar beneden vanaf de galerij. Daar zie ik hem in gesprek met buurman Ruijter. Hij doet de deur voor Georgis open. Hij weet niet op welk nummer ik woon. Hij belt me, maar mijn mobiel staat op ‘stil’. Niet zo slim Die buurman, die hem binnen laat, kent mij en zegt Georgis op welk nummer ik woon. Ruijter is pas nog tv bij me wezen kijken, Champions League foebele. Hij heeft zelf geen Ziggo en hij vond het wel zo gezellig ook, omdat hij anders maar alleen zat, want zijn vrouw was ruim een week eerder plotseling overleden.


Zitten Georgis en ik nog net voor elven aan de koffie met veel lekkers, want behalve mijn appeltaart is er ook Syrische ‘custart-chocolade taart’, die Georgis zelf gemaakt heeft. Ik appte hem nog dat ik zelf voor iets lekkers bij de koffie zou zorgen maar dat heeft hij kennelijk niet begrepen. Kan gebeuren. Toch?

Nog voordat we aan de koffie beginnen, wappert hij met een formulier dat ingevuld moet worden. Een formulier waarmee Rotterdamse minima 120 euro kunnen aanvragen. Ik zeg: ‘Ja! Dat doen we zo wel, eerst even koffie’. Ik schrik zelf van mijn harde toon. Zo hard bedoel ik het niet.

Georgis knijpt zijn ogen dicht. De zon schijnt precies in zijn gezicht. Maar voor hem hoef ik de zonwering niet omlaag te doen. Daar ben ik wel blij om. Het is bijna december en het is hier in huis, alleen door de zon, 23,5 graad. Heerlijk en goedkoop.

We spreken af om volgende week maandag te gaan ‘zwemmen’. Hij kan wel niet zwemmen maar dat maakt mij niks uit. Gaan we gewoon samen in het warme water van het doelgroepenbad heen en weer ‘baantjes lopen’. Dat is ook prima voor de spieren.

Binnenkort gaat hij ook op zwemles speciaal voor zestigplussers. Heel voordelig: 2 euro per week. Jammer genoeg is er een lange wachtlijst.

Hij moet om half twaalf al weer weg. Afspraak bij de opticiën. Hebben we helaas geen tijd meer voor dat 120-euro-formulier. Hij kent nog wel iemand. Als hij de woonkamer uitstapt wijst hij naar een geschilderd portret:

’Mooi! Vincent van Gogh?’

‘Neen. Ik.’