Serie:’Opa & Oma’.
Deel 48: Maria’s uitvaart.
Voorgaande
delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt
ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’. Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel
1 nog eens gelezen worden. Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te
drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien. Ook
eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer
terug bij het meest recente verhaal.
Deel 48. Maria’s uitvaart. Wat hier aan voorafging.
Maria is zwanger na een
verkrachting. Ze baart Kareltje en gaat bij rijke mensen (fam. in ’t Hout)
wonen en werken. Dat bevalt haar. Ze leert daar Joop kennen.
Kareltje brult iedereen
wakker èn … hij ligt niet in zijn bedje. Waar is hij?
Joop rijdt Maria naar haar
moeder in Brabant. Er wordt geroddeld
over Joop. Hij zou pedofiel zijn. Joop kent de roddel.
Maria’s moeder herinnert
zich ‘verplaatsingen’ van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er nu met
Kareltje gebeurt. Maria is altijd dichtbij. Hij ligt alwèèr niet in zijn bedje.
Heeft die verkrachting er wat mee te maken?
Maria gaat naar de
huisarts… ze slaapwandelt. Ze krijgt medicijnen en een verwijsbriefje voor de psychiater. Maria
reageert goed op de medicatie. Ze wordt actief … wil gaan samenwonen.
Joop wordt
mishandeld. Buurman Klaas getuigt: het
zijn de gebroeders van Ooijen. ‘Volgende keer ga je er aan’, roepen ze. De
misbruikte jongens doen aangifte ...
getuigen mogen ze echter nog niet ... want: minderjarig.
Joop wordt vrijgesproken.
Maria vertrouwt hem. Haar woonwens kan nu verwezenlijkt worden. Joop wil met
Maria gaan samenwonen.
Hun huis moet
opgeknapt. Maria verwent de hulpploeg.
Te véél, volgens een jaloerse Joop.
Maria is zwanger. Tot de
6e maand is de zwangerschap voor Maria fijn. Ze praat veel met Engeltje, haar ongeboren kindje. Die 6e
maand eindigt in een drama.
Maria en Joop krijgen 4
dochters. Het is oorlog; Jodenvervolging en laffe Rooms-Katholieken. Karel en
Joop zijn als water en vuur. Joop zet hem uit huis.
Joop treft het met de
Arbeidseinsatz in Duitsland. Hij logeert bij een Joods muzikantengezin. De
Joden in de Wattstraat in Schiedam zijn rücksichtslos uit hun huis gesleurd.
De familie gaat shoppen.
Een Arbeidseinsatz-medewerker fluistert
Joop wat in. Joop wordt lijkbleek. Hij moet komen praten.
Joop misdraagt zich. Zijn
stiefzoon Karel pleegt zelfmoord.
Er is een roofmoord
gepleegd op de Joodse muzikale familie. Joop is verdachte. 50.000 D.M. is zoek.
Hij geeft toe dat hij 10.000 D.M. gestolen heeft. Twee jaar cel krijgt hij.
Voor de trouwdag van zijn dochter Els krijgt hij een dag verlof. Maria haalt
hem op. Het bruidspaar is prachtig. Joop en Maria zijn op de bruiloft.
Aanvankelijk is Joop kopschuw maar later danst hij mee.
Wien zit in ’t klooster.
Maria heeft veel last van haar benen … (en ook van Joop). Maria is jarig: eten,
drinken en spelletjes doen.
Opa Joop leert kleinzoon
Siem verven. Dat gaat fout. Anna, Siem’s moeder, breekt met haar vader.
Anna’s neefje Bob is ook
misbruikt door Joop. Samen met zus Hennie, Bob’s moeder, rekent Anna af met
Joop.
Joop blijft vrij
rondlopen: geen volwassen getuige. Hij
is gevaarlijk, want hij weet van de prins geen kwaad. In het klooster krijgt
zus Wien het te stellen met gesar en geweld van haar mede-nonnen.
Als Wien (zuster Ephraïm)
betrokken raakt bij een gezin in Oss, dat net de moeder verloren heeft, lijkt
voor haar het ergste kloosterleed geleden.
Opa en oma wonen nu in
Oss. Wien kan hier goed voor Maria zorgen, Tienus doet ’t huishouden en zijn
dochters doen de boodschappen. Aan de
oudste stiefdochter heeft Wien haar handen vol. Maria is zo
langzamerhand verworden tot een kasplantje.
Maria gaat zowel
geestelijk als lichamelijk snel achteruit, Wien redt het niet meer haar goed te
verzorgen. Wien’s echtgenoot Tienus en haar stiefkinderen helpen bij het
huishouden.
48. Maria’s uitvaart.
Het overlijden van Maria komt niet onverwachts. Bij de
requiemmis in de Sint Jodocuskerk en ook
bij haar begrafenis op de Rooms Katholieke begraafplaats van Heesch, zijn alle
familieleden bijeen gekomen om afscheid de nemen van Maria, hun dierbare.
Els, de oudste dochter van Maria, spreekt vòòr de ter aarde
bestelling van haar moeder enige woorden. Ze herinnerde de aanwezigen kort aan
enkele markante momenten in moeders leven:
de geboorte èn het overlijden van haar zoon Karel;
de geboorte van haar prachtige dochters en haar zeven mooie
kleinkinderen;
de oorlog: vijf jaar lang kon Joop niet de echtgenoot zijn,
die hij graag had willen zijn en ook kon hij toen niet de vader zijn, die zijn
dochters zo nodig hadden: hij werd gedwongen om in Duitsland te werken.
Gedurende haar laatste levensjaren was ze chronisch ziek. Het
levenseinde was haar zeer welkom. Ze heeft er voor gebeden tot de Heilige Maagd.
Nu weten we dat haar gebed is verhoord.
Els heeft mooi gesproken. Ze is verre van volledig geweest.
Met name over de strapatsen van haar vader, zou nog wel het een en ander te
vertellen zijn geweest maar daar kiest Els niet voor.
Joop staat voor de kuil waarin de doodbidders de kist met
het lichaam van Maria zouden laten
afdalen. Met zijn hele lichaam staat Joop net iets te overdreven te
huilen. Wien, die met enige tegenzin een arm om hem heen slaat, geeft hem een
schone zakdoek.
Alle aanwezigen krijgen de gelegenheid om wat aarde op de
inmiddels afgedaalde kist te gooien, waarna tot slot van de plechtigheid koffie
met cake genuttigd kan worden in de aula van de begraafplaats.
Het leven als weduwnaar valt Joop niet mee. Hij prijst zich
gelukkig, dat Wien nog drie keer in de week langs komt om hem te helpen met
zijn huishouden. Ze doet alleen niet zo veel meer als toen ma er nog was. ‘Jij
moet nu zelf ook je handen uit je mouwen steken, pa, dat kan je best!’
Joop gaat door de weeks regelmatig ’s middags een potje
biljarten in café ‘Lazarus’. Een heel toepasselijk naam voor een café. Ook Joop
drinkt daar zo af en toe wel eens een origineel Schiedams borreltje te veel.
Zondags gaat Joop met z’n schoonzoon Tienus biljarten in
café ‘De korte Keu’. Na de acquitstoot worden er door Tienus en Joop meer
kopstoten gedronken dan dat er biljartballen getoucheerd worden. Voor Wien is
het elke zondag weer een martelgang: Tienus nodigt Joop ‘na het biljarten’
altijd uit om mee te eten. Tegen zessen komt het duo dan ladderzat bij Wien aan zwalken. Doorgaans
zijn zij goed geluimd. Ze zingen vrolijke liedjes (o.a. en datteme toffe
jongens zijn ….) die hen blijkbaar nog op de been houden. Triest voor Wien,
zeker. Ze kan er op wachten om de dronkenmanstroep op te ruimen, terwijl Tienus
en Joop liggen te ronken.
Gon en Ben, de oudste kinderen van Tienus en Wien, zorgen er gewoon voor dat ze zondags om
etenstijd pleite zijn. Maar voor de
jongere kinderen, Nadien en Hannie is het iedere zondag weer een misselijk
makend tafereel. Dat wil je, als moeder, zulke jonge kinderen het liefst besparen.
Volgens Wien mist Joop een vriendin. Daarom drinkt hij zo
veel. Daar moet toch wel iets op te verzinnen zijn? En haar eigen Tienus, dan? Komt
hij wat te kort? Als Wien heel eerlijk is dan heeft ze in alle drukte van de
laatste tijd Tienus ook wel een beetje verwaarloosd. Dus daar kan ze zelf iets
aan doen.
Morgen: deel 49. Helpen verhuizen.