Voorgaande delen van de
serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook
gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’. Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel
1 nog eens gelezen worden.
Door daar op de knop
‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande
afleveringen van de serie te zien.
Ook eerder ‘werk’ van mij
kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest
recente verhaal.
Deel 47. Grote vlezige
oren.
Wat hier aan
voorafging.
Maria is zwanger na een
verkrachting. Ze baart Kareltje en gaat bij rijke mensen (fam. in ’t Hout)
wonen en werken. Dat bevalt haar. Ze leert daar Joop kennen.
Kareltje brult iedereen
wakker èn … hij ligt niet in zijn bedje. Waar is hij?
Joop rijdt Maria naar haar
moeder in Brabant. Er wordt geroddeld
over Joop. Hij zou pedofiel zijn. Joop kent de roddel.
Maria’s moeder herinnert
zich ‘verplaatsingen’ van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er nu met
Kareltje gebeurt. Maria is altijd dichtbij. Hij ligt alwèèr niet in zijn bedje.
Heeft die verkrachting er wat mee te maken?
Maria gaat naar de
huisarts… ze slaapwandelt. Ze krijgt medicijnen en een verwijsbriefje voor de psychiater. Maria
reageert goed op de medicatie. Ze wordt actief … wil gaan samenwonen.
Joop wordt
mishandeld. Buurman Klaas getuigt: het
zijn de gebroeders van Ooijen. ‘Volgende keer ga je er aan’, roepen ze. De
misbruikte jongens doen aangifte ...
getuigen mogen ze echter nog niet ... want: minderjarig.
Joop wordt vrijgesproken.
Maria vertrouwt hem. Haar woonwens kan nu verwezenlijkt worden. Joop wil met
Maria gaan samenwonen.
Hun huis moet
opgeknapt. Maria verwent de hulpploeg.
Te véél, volgens een jaloerse Joop.
Maria is zwanger. Tot de
6e maand is de zwangerschap voor Maria fijn. Ze praat veel met Engeltje, haar ongeboren kindje. Die 6e
maand eindigt in een drama.
Maria en Joop krijgen 4
dochters. Het is oorlog; Jodenvervolging en laffe Rooms-Katholieken. Karel en
Joop zijn als water en vuur. Joop zet hem uit huis.
Joop treft het met de
Arbeidseinsatz in Duitsland. Hij logeert bij een Joods muzikantengezin. De
Joden in de Wattstraat in Schiedam zijn rücksichtslos uit hun huis gesleurd.
De familie gaat shoppen.
Een Arbeidseinsatz-medewerker fluistert
Joop wat in. Joop wordt lijkbleek. Hij moet komen praten.
Joop misdraagt zich. Zijn
stiefzoon Karel pleegt zelfmoord.
Er is een roofmoord
gepleegd op de Joodse muzikale familie. Joop is verdachte. 50.000 D.M. is zoek.
Hij geeft toe dat hij 10.000 D.M. gestolen heeft. Twee jaar cel krijgt hij.
Voor de trouwdag van zijn dochter Els krijgt hij een dag verlof. Maria haalt hem
op. Het bruidspaar is prachtig. Joop en Maria zijn op de bruiloft. Aanvankelijk
is Joop kopschuw maar later danst hij mee.
Wien zit in ’t klooster.
Maria heeft veel last van haar benen … (en ook van Joop). Maria is jarig: eten,
drinken en spelletjes doen.
Opa Joop leert kleinzoon
Siem verven. Dat gaat fout. Anna, Siem’s moeder, breekt met haar vader.
Anna’s neefje Bob is ook
misbruikt door Joop. Samen met zus Hennie, Bob’s moeder, rekent Anna af met
Joop.
Joop blijft vrij
rondlopen: geen volwassen getuige. Hij
is gevaarlijk, want hij weet van de prins geen kwaad. In het klooster krijgt
zus Wien het te stellen met gesar en geweld van haar mede-nonnen.
Als Wien (zuster Ephraïm)
betrokken raakt bij een gezin in Oss, dat net de moeder verloren heeft, lijkt voor
haar het ergste kloosterleed geleden.
Opa en oma wonen nu in
Oss. Wien kan hier goed voor Maria zorgen, Tienus doet ’t huishouden en zijn
dochters doen de boodschappen. Aan de
oudste stiefdochter heeft Wien haar handen vol. Maria is zo
langzamerhand verworden tot een kasplantje.
47. Grote vlezige oren.
Wien doet wat ze kan maar op den duur lukt het haar niet
meer om haar moeder goed te verzorgen. Ze is al veel te lang doorgegaan. Met
als gevolg, dat ze in de woning van haar ouders instort. Hals over kop laat
Joop de huisarts komen. Het valt niet mee: de combinatie van zorg voor een
gezin en voor een zieke moeder. De arts die er snel bij is constateert dat de
bloeddruk van Wien te hoog is. De huisarts onderzoekt, nu hij er toch is, ook
Maria gelijk maar even. Haar toestand is een stuk zorgwekkender dan die van
Wien. Wat de dokter al snel herkent is dat Maria aan Alzheimer lijdt. Wien
bevestigt dat onmiddellijk. Onsamenhangende uitspraken doet haar moeder al een
paar maanden. Ze wordt steeds vergeetachtiger. Joop en Wien herkent ze niet
meer en sinds kort is ze ook incontinent. Dat Wien dan niet meteen bij de
huisarts aan de bel trekt, wordt haar kwalijk genomen. Onverantwoordelijk noemt de huisarts haar
zelfs. Wien moet maar een stapje terug doen. Voor Maria moet snel een plekje
gezocht worden in een geriatrisch verpleeghuis. Die plekjes zijn nogal schaars.
Pas na drie weken komt er een bed vrij voor Maria in een
verpleeghuis in Heesch, een plaatsje iets ten zuiden van Oss. Een pluim
verdient Joop hier zeker omdat hij
gedurende deze drie overbruggingsweken
Maria zo goed en zo kwaad als hij kan verzorgt.
Als haar kinderen en kleinkinderen in het verpleeghuis op
bezoek zijn, is Maria doorgaans opgewekt. Meer dan ze ooit deed toen ze nog
niet zo ziek was, vertelt ze over allerlei dingen die ze dagelijks meemaakt. Ze
wijst of kijkt nooit naar de persoon waar ze over praat.
‘Kijk daar, helemaal rechts bij de entree, naast het bed van
die vrouw in dat groene nachthemd, staat
een klein kaal menneke, met grote vlezige oren. Luister goed naar mij: dat is
een oplichter. Wees gewaarschuwd! En nu niet meteen naar hem gaan staan kijken!
Gisteren kwam hij naar me toe, hij stelde zich netjes aan me voor. Hij vroeg me
samen te wandelen, een hapje te eten'… niet kijken!! … 'heb je wel zo veel
geld,' vraag ik hem nog … 'maakt u zich maar geen zorgen mevrouw', zegt het
menneke.
Eerlijk is eerlijk: we hebben heerlijk gegeten: biefstuk van
de haas, gebakken aardappelen en gemengde groenten, heerlijk … zijn we aan het
toetje toe, bestellen we allebei zo’n verrukkelijke Dame Blanche … moet meneer
plotseling naar het toilet … nou, daar is hij dus niet meer van af gekomen … en
wie draaide er voor de rekening op? Ik! Gelukkig heb ik mijn portemonnee bij
me. Kijk uit voor die vlerk,.’ eindigt Maria haar verhaal.
Hoe Lena, Anna en Hennie de ziekenzaal ook afspeuren, de
kleine kale vlerk, met zijn grote vlezige oren is nergens te bekennen. Niet
voor, tijdens of na Maria’s verhaal en ook niet in, naast of onder de bedden.
Morgen deel 48. Maria’s uitvaart.