dinsdag 10 september 2019

GROTE GROEP


Met vijf personen kwamen ze aan bij de broodjeskraam: drie volwassenen en twee jonge kinderen. Ze wilden broodjes bestellen maar die werden niet aan hun verkocht. De groep was te groot. De groep bestond uit 5 personen en was te groot. De enige man in de groep liep al rood aan. Met hoeveel kan ik hier dan wat komen bestellen? Met drie personen. Vervolgens stuurde hij de jonge meisjes even weg. Hij zette  ze op een bankje in de buurt. Toen ging hij weer bestellen. En moeiteloos werd zijn bestelling klaargemaakt: Vijf broodjes voor drie mensen, dat kon wel door de beugel. De verkoopster zag voor haar ogen gebeuren wat ze eigenlijk niet wilde: er werden vijf broodjes door een groep van vijf geconsumeerd.
De groep liep naar de drankjestent. De man bestelde 5 drankjes maar weer werd hem te verstaan gegeven: u krijgt niets: de groep is te groot. Nu werd de man echt boos en hij eiste vijf drankjes , anders zou hij ze persoonlijk achter de bar vandaan komen halen. De barman bleef op zijn strepen staan en weigerde de drankjes te leveren. Voor de man uit de groep was toen de maat vol: hij ging de drankjes zelf achter de toonbank vandaan halen. Merkwaardig genoeg deed de barman niets tegen de actie van de groepsman.  Het was een buurtfeest waar dit allemaal plaatsvond. Alles was gratis. Dus ook de broodjes en drankjes. Het was een feestelijk buurtfeest alleen waren de mensen achter kraampjes kennelijk fout geïnstrueerd.
De feestelijkheden waren ouderwets feestelijk. Zo werd er aan zaklopen gedaan. Voor degenen die dat nog niet kennen: er zijn tien deelnemers en tien jute zakken. En er zijn 10 racebanen. De deelnemers van ongeveer gelijke leeftijd stappen in de jute zakken. Er klinkt een startschot en de deelnemers aan de race, huppen ongeveer 100 meter en  wie het eerst bij de finish aankomt heeft gewonnen en komt in aanmerking voor een 12-zakken- patat-kaart. Alleen de winnaar. De tweede t/m 10 plaats leveren niks op.
Een ander fascinerend spel, ook heel smakelijk, was het koekhappen. Het gaat zo: 10 even grote kinderen gaan proberen een stuk ontbijtkoek van een stuk touw af te eten. Er hangt een lat van drie meter lang horizontaal (zoals bij polsstokhoogspringen)en daar aan bevestigd zijn 10 stukken touw met aan elk een stuk koek.  Het stuk koek hangt enkele centimeters boven de hoofden van de 10 koekrivalen. De bedoeling is dat de koek door de deelnemer van zijn touw gegeten wordt. Wie zijn koek het eerst opgegeten heeft is de winnaar. Er mag gesprongen worden maar wat absoluut verboden is, is het gebruik van de handen. En zoals gewoonlijk is er altijd weer iemand bij die hoger kan springen dan de anderen. Het is niet moeilijk te raden dat die hoge springer de winnaar wordt van dit koekhapfestijn. De winnaar krijgt 10 ontbijtkoeken van Peijnenburg, die hij natuurlijk nooit alleen op kan. Dus dat wordt uitdelen geblazen. De winnaar is niet alleen een goede springer, hij is ook een royaal type: hij gaat gelijk op het buurtfeestterrein negen koeken lopen uitdelen. Eentje houdt hij voor zichzelf.

maandag 9 september 2019

DAMMEN


Het was niet bepaald lekker weer. Hoewel de zon scheen, was het niet warm….er stond een fris windje.  Op een bankje langs een rotonde zaten een man en vrouw op leeftijd, laten we zeggen eind zestig. Ze zaten niet stijf tegen elkaar aan. Er stond een dambord tussen hen in. Zoals elk potje dammen begon ook dit spelletje met tossen: de man nam in zijn ene hand een witte en in zijn andere hand een zwarte steen. Natuurlijk mocht de vrouw dit niet zien, anders zou het geen ‘tossen’ zijn. Iedere dammer begint het liefst met het spel en je mag beginnen als je wit kiest. En dat deed de vrouw: zij koos de witte steen zodat zij mocht beginnen. De man was niet teleurgesteld, want hij dacht: ’ook al speel ik met zwart ik win toch wel van haar, want ik ben gewoon veel beter.’ Nadat beiden wat zetten hadden gedaan kon geconstateerd worden dat het spel gelijk op ging. Aan weerskanten van de spelers zette zich plotseling een dier neer. Beide dieren strekten zich uit om het spel  goed te kunnen volgen. Het waren twee dezelfde dieren: stokstaartjes.  Zoals bekend zijn stokstaartjes intelligente beestjes, die, wanneer ze enige tijd het spelletje hebben kunnen volgen,  kunnen dammen als de beste. De man wist daar niet van maar de vrouw, die toch meer een dierenkenner en – liefhebber was wist daar wel van.  Dus toen het stokstaartje naast de vrouw haar een zet influisterde volgde ze zijn raad subiet op, terwijl de man het beestje nukkig afwees, ja , hem zelfs van het bankje afgooide. Maar wat de man niet door had was dat hij moest slaan, (bij dammen moet je slaan) waardoor de vrouw in een uiterst gunstige positie kwam te staan en wel 4 stenen achter elkaar kon inpikken van de man. Het stokstaartje van de man was uitermate verbolgen over het feit dat zijn raad in de wind geslagen was en beet daarom hard (tot bloedens toe)in het oor van de man.  Het bloed van het oor van de man gutste uit zijn oorlel  over zijn witte sportjack. De man wilde ogenblikkelijk wraak nemen door het stokstaartje een por in zijn maag te geven maar zo ver liet het stokstaartje het niet komen. Voordat de man er erg in had stond het stokstaartje een paar meter verderop. En het bloeden ging alsmaar door. Om het bloeden te stelpen gebruikte de man een van zijn papieren zakdoekjes. Maar aan één zakdoekje had hij niet genoeg. Hij had er maar liefst wel vier nodig. Ondertussen lag het damspel alsmaar stil. Zijn damspel leed wel onder zijn blessure. Hij deed een zet die nergens op sloeg en de vrouw sprong juichend op de bank want door een paar damstenen te slaan was ze zowat winnaar geworden van het spelletje. Ze was zo blij dat ze alsmaar bleef dansen…..ook haar stokstaartje danste op haar schouder mee. En de man probeerde nog wraak te nemen op zij stokstaartje die hem zo lelijk te pakken had genomen. Maar het stokstaartje was  hem veel te slim af.

vrijdag 6 september 2019

SALTO


Ik zag twee mannen achter elkaar lopen op een afstand van twee meter van elkaar.  Ze waren totaal anders gekleed. De een was gekleed in managementkleding; de ander in house- kledij. Die voorop liep , die met dat mooie kostuum dus, die had kort geknipt haar, die daar achteraankwam had lange krulharen. Ze liepen allebei in hetzelfde tempo. De een kwam nooit dichter bij de ander en wat ook nog zo vreemd was: ze deden precies hetzelfde. Keek de een om dan keek de ander ook om stond de een even stil dan stond de ander ook even stil Allemaal heel vreemd om te zien. Een flink eind achter de House-man liep nog iemand in de zelfde cadans als de twee die voorop liepen. Hij liep niet zo als die twee voorop, het leek er wel op maar alleen zijn stappen waren twee keer zo groot alsof hij die eerste twee probeerde in te halen. Voor de rest was alles hetzelfde Hij maakte dezelfde bewegingen als de eerste twee. Alleen zijn kleding week wel erg af: hij droeg uitsluitend zwemkleding: een badmuts, een zwembroek, en zwemvliezen.  Niet vreemd overigens,  dat vooral voor  de laatste  de mensen op straat bleven staan om hem na te kijken.  Verbazingwekkend was het wel dat hij met zijn zwemvliezen er toch in slaagde steeds dichter bij het voorop lopende tweetal te komen. Sommige mensen die aanvankelijk stonden te kijken voelden kennelijk de behoefte om aan deze eigenaardige vorm van lopen mee te doen. Wat heel merkwaardig was dat het publiek niet achter aansloot maar naast de man met zwemkleding ging lopen. En het was alleen maar de man met de zwemkleding die deze vorm van ondersteuning  kreeg. Logisch eigenlijk wel dat de voorsten zo langzamerhand ingehaald werden door die brede groep laatsten. Het was een uitermate fascinerend gezicht die brede groep met in het midden de zwemmer. Nog steeds werden de bewegingen aangegeven door de voorste: Nu eens werd er links achterom gekeken dan weer rechts achterom; nu eens ging het linkerbeen even stijf vooruit dan weer het rechter en de hele troep die daar achter kwam volgde. Waar niemand op gerekend had was dat de voorste een salto ging maken en dat moet je maar kunnen. Wat toen volgde was een war slagveld. Nog niet één tiende van meelopers was in staat tot een koprol maar overmoedig geworden door energie die uitging van de bijzondere wandeling werd iedereen overmoedig en probeerde toch te doen wat hij kon. Het resultaat was een waar bloedbad, ook was er een duidelijk gekraak van botten te horen. De voorste, degene in het mooie kostuum, keek nu lachend om en wist dat hij niet meer door niemand niet ingehaald kon worden Of had hij zich toch misrekend. De man met de zwemkleding had zich losgemaakt uit de lijdende massa en was er blijkbaar wel in geslaagd de salto de maken. Met de dubbele passen die hij maakte kwam hij al ras naderbij de voorste. Het zou niet lang meer duren of de zwemkledingman zou de voorste zijn en als eerste mogen aanschuiven aan de smakelijke koffietafel.

woensdag 4 september 2019

GROEN-ROOD


Ik stond op de galerij van mijn flatgebouw op mijn gemak in de verte te turen.      Het was lekker weer….echt lekker weer geen 32 graden maar zo’n 24 graden…dat vind ik nou lekker. Ik kijk uit over een lagere school, een schoolplein en een rij van een aantal bomen. Daartussendoor zag ik op ongeveer 200 meter nog een stuk van de belangrijkste straat bij mij in de buurt: de Prinsenlaan. Mijn oog viel op een stel  ( twee) jongens, die op die Prinsenlaan druk gebarend met elkaar in de weer waren. De ene had een groen truitje aan en een rode korte broek de ander een rood truitje en een groene korte broek.  Ze liepen een beetje tegen elkaar aan te duwen maar het leek voor mij als verre toeschouwer vrij onschuldig.  Nu eens zette de een het op een lopen en ging de ander daar achter aan, tot hij hem had ingehaald en zette hem dan tegen de dichtstbij staande boom.  Vervolgens liep degene die los was van de boom ( die met het rode truitje)weer door terwijl de groene trui tegen de boom bleef staan. Enige tijd althans. Hooguit een minuut want was die minuut voorbij dan stormde die groene weer op die rode af maar dit keer verliep het iets minder ludiek dan ik eerst dacht dat het was. De groene was een enorm rappe loper die in een mum van tijd zijn vriend (?) had ingehaald. De rode snelde in zijn enthousiasme (of angst) het fietspad op ,waar juist een moeder met kind voòrop de fiets aan kwam fietsen en waar hij met volle vaart tegenaan liep. De moeder viel`, het kind viel en beiden bleven liggen. De rode die het ongeluk had veroorzaakt was op de been gebleven. En boog zich over moeder en kind heen. De groene wist zich geen houding te geven. Hij stond meer een beetje te springen en met zijn lijf te draaien waarschijnlijk omdat hij zich wel schuldig voelde maar niks aan de onstane  situatie wist te doen. Van de afstand waarop ik stond kon ik weinig zien en ook weinig doen. Ja, hooguit als het nodig was zou ik als getuige mijn bijdrage kunnen leveren aan dit voorval. Maar voorlopig bleef ik rustig op mijn galerij gefocust op het verrassende voorval van zo even.
De groene begaf zich naar het drietal dat direct bij het ongeval betrokken was. Die begon aan de rode te trekken. En in zijn oor de praten (schreeuwen). De rode had zojuist de moeder op de been geholpen, haar kindje (of het een dochter of zoon was kon ik niet zien)lag nog op de grond. Zo te zien (voor mij) was er geen grote lichamelijk schade. De rode pakte het kindje op van het fietspad en gaf het aan de moeder in haar armen. Toen kwam de groene weer in actie. Hij nam de fiets op maar niet om hem terug te geven aan moeder en kind; nee, hij spurtte er mee weg en de rode ging er achter aan de groene sprong op de fiets en de rode sprong achterop en ze fietsten zo hard ze konden in de richting van het Kralingse bos. Toen kon ik natuurlijk 112 bellen. Hoe het afgelopen is weet in niet.
Die vrouw heeft daar nog lang gestaan  met dat kindje.

maandag 2 september 2019

BAH!


Mijn moeder ging haar moeder (mijn oma) helpen bij het huishouden. Meestal ging ze na het avondeten met de bus naar Schiedam. Daar woonde mijn oma. Ik was toen tien jaar en moest op mijn kleine zusjes passen. Ze bleef meestal 2 uur weg en zo rond een uur of half tien was ze weer thuis. Ik wachtte nooit zo lang…..ik ging om acht uur naar bed en mijn zusjes (7 en 8 jaar) stuurde ik om half acht naar bed. Ze luisterden altijd prima naar mij.
Op een van die avonden, maakte mijn moeder iets angstigs mee. Ze vertelde het me de andere dag. Ik lag inmiddels allang te slapen toen mijn moeder zoals gewoonlijk om half tien op huis aan kwam lopen. Maar bij de groenteboer op de hoek van Bilderdijkstraat en de van Lennepstraat (wij  woonden in de van Lennepstraat) bleef ze verschrikt staan. Het was toen oktober en al behoorlijk donker om die tijd. Ze schrok omdat er een grote hond, een soort bouvier, lag op de stoep van de voordeur van ons huis. In haar schrik bedacht ze zich geen moment en besloot om verder rechtdoor te lopen de Bilderdijkstraat in….ze liep gewoon een blokje om in de hoop dat in de tussentijd het beest verdwenen zou zijn. Toen ze op de hoek van Lennepstraat en de Brederodestraat was gekomen, keek ze heel voorzichtig om de hoek en zag die grote hond nog steeds liggen. Ze besloot toen om nog een keer het blokje te lopen en kwam na een kwartiertje lopen bij de VEGE kruidenier uit. op de hoek van de van Lennepstraat en de Bilderdijkstraat. Maar ook nu sloeg de schrik weer om haar hart: het beest lag nog steeds voor nummer 8b, haar voordeur. ‘Ik kan niet de hele nacht blokjes blijven lopen,’ dacht ze,’ dus ik ga maar kijken of ik die hond weg kan lokken’.  Ze liep met bonkend hart, zo zachtjes mogelijk op haar tenen in de richting van de hond. Hij lag duidelijk te slapen want mijn moeder hoorde een steeds duidelijker wordend snurkend geluid. Maar naarmate zij dichterbij kwam zag ze dat het helemaal geen dier was….het was een mens dat voor haar voordeur lag te ronken….in een blauwe overall. Toen veranderde mijn moeders angst in boosheid. Zij probeerde hem aan zijn overall wakker te schudden maar dat was zo simpel nog niet want hij was in diepe slaap. Hij bromde wel wat maar wakker wilde hij niet worden. Mijn moeder merkte ook dat hij erg stonk. Hij stonk naar de alcohol. Hij had dus gewoon teveel alcohol gedronken en lag voor onze voordeur zijn roes uit slapen. Misschien dat hij wakker wordt als ik hem een paar petsen in zijn gezicht geeft en dat bleek te helpen. Met een paar onverstaanbare mopperklanken zette zijn lijf zich in beweging. Mijn moeder zei tegen hem dat hij weg moest wezen:’ Je ligt hier voor mijn deur te slapen daardoor kan ik niet naar binnen.’ Toen zag ze pas dat hij ook nog op haar stoep  had liggen kotsen….dan moest ze dat ook nog gaan opruimen….bah!

vrijdag 30 augustus 2019

NAT


Op een van de warmere dagen van augustus ben ik naar de bioscoop geweest. De film die ik bezocht heette ‘A rainy day in New York’ van Woody Allan. Het leuke van de film was dat ie eigenlijk nergens speciaal overging maar desalniettemin zeer onderhoudend was. Goed, je zou kunnen zeggen dat die over #ME-too ging gezien de versierpoging van een oudere man jegens een jonge vrouw. Maar wat in deze film het meest in het oog sprong was: regen. Tsjonge, jonge jonge wat heeft Woody Allan het die dag in New York laten regenen.
Als het enigszins kan probeer ik als het dergelijk weer in Rotterdam is binnen te blijven. De  acteurs van Woody Allans film hebben zich verscheidene malen doornat moeten laten regenen. In mijn jeugd heb ik dat ook vaak gehad; toen moest ik er wel vaak op uit of ik wilde of niet. Naar de lagere school werd ik geregeld begeleid door stortbuien. In alle jaargetijden. Het lijkt wel of het in de vijftiger jaren meer regende als in de tijd waarin we nu leven. Naar de lagere school was het voor mij een kwartiertje lopen. Dus uiteindelijk viel  de waterschade nog wel mee. Veel erger  en nog veelvuldiger waren de regenbuien die ik op mijn kop kreeg als ik fietsend van huis naar de middelbare school ging. De herinnering  aan mijn natte schoenen, kousen, broek zal ik niet gauw vergeten. Mijn truitjes en overhemden bleven, door een goed regenjack, meestal wel droog.
Ik heb ook nog een krantenwijk gehad en als ik die krantenwijk deed leek het wel of het altijd regende. Het lukte me vaak niet om kranten droog bij de abonnees in de brievenbus te krijgen. Het enige voordeel voor mij was dat ik voor dit werk betaald kreeg…..niet veel maar het verzachtte de nattigheid enigszins.
In de periode dat ik werkte moest ik toch ook altijd om uiterlijk 9 uur aanwezig zijn weer of geen weer, regen of geen regen. Niet altijd had ik dan een goed regenpak bij me met als gevolg dat ik de hele dag op mijn iele kantoortje zat te druipen.
Het bijwonen van een voetbalwedstrijd op een onoverdekte plaats in het stadion was ook een crime. Twee maal negentig minuten in de stortregen staan daar moet wel een heel hartverwarmende wedstrijd tegenover staan maar meestal zijn tweeëntwintig voetballers ook niet zo ‘in the mood’ om er wat van te maken, als het zo giet.
Wat ik ook wel eens heb meegemaakt is dat het ging plenzen op het moment dat ik aan het zwemmen was in het Kralingse Strandbadje. ‘Heerlijk’, dacht ik ‘ik ben al zeiknat mij kan niets meer gebeuren.’ En ik bleef lekker nog wat rondspartelen in het overigens niet zo frisse water van dat strandbadje. Mijn probleem kwam, begrijpelijk, pas toen de bui voorbij was en ik uit het water ging. Mijn lijf en mijn zwembroek waren natuurlijk kleddernat maar wat ik me niet gerealiseerd had was dat al mijn kleren en ook mijn handdoek doornat geworden waren.  Gelukkig bleef het verder droog en was het warm weer, dus wandelde ik ontspannen naar huis


dinsdag 27 augustus 2019

TRAN


Ik had vandaag drie afspraken in het ziekenhuis. Een bij Radiologie, een bij de Longfunctieafdeling en een bij de Polikliniek Longgeneeskunde. Vreemd genoeg heb ik helemaal geen last van mijn longen. Dáárom hoef ik daar ook niet te komen.  Alle drie de afdelingen zijn ook onderdeel van de Slaappoli. Daar loop ik nu al weer meer dan een half jaar, omdat ik zo vreselijk slecht slaap. Vandaag werden er foto’s gemaakt van mijn longen….van voren en van opzij…….er werden ademproeven gedaan: heel hard inademen ; adem vast houden en adem hard weer uit ademen  en meer van dat soort proefjes. Degene die die proefjes deed zei dat mijn longen fantastisch goed waren. 30% boven het gemiddelde. Hij wilde eerst nog een ademhalingsgeneesmiddel bij me uitproberen bij wijze van proefje maar daar zag hij maar vanaf gezien de prima staat van mijn longen. Om 5 over 9 (’s ochtends) was ik al klaar bij die longproefjes en mijn volgende en laatste afspraak zou zijn om tien over half elf. Dan moest ik dus maar even ruim anderhalf uur wachten. Dat vond de assistente achter de balie van de Polikliniek Longgeneeskunde ook te dol en ze ging vragen bij de dokter (dr. Tran) of hij me eerder wilde zien.  Die assistente had dat nou wel tegen me gezegd maar ze had het niet gedaan  want dr. Tran riep iemand met een andere achternaam binnen dan ik. Dus ik was weer teruggegaan naar de balie en daar was die secretaresse niet meer. Maar nu beloofde een andere secretaresse dat ze naar dr Tran zou gaan.  En ja hoor, toen de voorgaande patiënt naar buiten kwam stond de secretaresse gelijk op om naar de dokter te gaan en wederom ‘ja hoor’ dr Tran wilde me wel zien en toen 5 minuten later de deur van dr Trans kamer open ging riep hij mij op om binnen te komen. Het was toen al kwart voor 10. Had ik toch al meer dan een half uur gewacht.  
Het eerste wat dr. Tran aan mij vroeg was of ik hoestte. Nou dat deed ik al tijden niet meer. Ik vertelde dat ik meestal slecht sliep 3, 4, à 5 uur per nacht.  Met het  zrz (zij-rug-zij) – apparaat en mijn slaappillen sliep ik altijd wel snel in. Nadat ik dat gezegd had stelde hij gelijk voor om weer een slaapproef te doen met een apparaat dat in verbinding staat met allerlei plakkertjes op mijn borst en dan een t-shirt daarover. Ook het zrz apparaat moest ik dan aandoen. Het wordt in het ziekenhuis aangedaan….ik moet er dan mee gaan slapen thuis en de andere dag weer terugbrengen in het ziekenhuis. Dr Tran wil hiermee controleren wat het effect is van het zrz apparaat.
Het duurt nog wel een hele tijd dat ik weer terug moet hiervoor naar het ziekenhuis. Drie oktober moet ik terug voor de slaapproef 4 oktober moet ik het proefapparaat terugbrengen en 17 oktober krijg ik van een andere dokter, dokter Ramlal, de uitslag, want dokter Tran is er dan niet meer.
Het is een kwartiertje lopen van mijn huis naar het ziekenhuis en dezelfde tijd is het terug. Alleen vandaag is het bloedwarm en loop ik wat minder hard dus doe ik er misschien 17 minuten over.