Met vijf personen kwamen ze aan bij de broodjeskraam: drie
volwassenen en twee jonge kinderen. Ze wilden broodjes bestellen maar die
werden niet aan hun verkocht. De groep was te groot. De groep bestond uit 5
personen en was te groot. De enige man in de groep liep al rood aan. Met
hoeveel kan ik hier dan wat komen bestellen? Met drie personen. Vervolgens
stuurde hij de jonge meisjes even weg. Hij zette ze op een bankje in de buurt. Toen ging hij
weer bestellen. En moeiteloos werd zijn bestelling klaargemaakt: Vijf broodjes
voor drie mensen, dat kon wel door de beugel. De verkoopster zag voor haar ogen
gebeuren wat ze eigenlijk niet wilde: er werden vijf broodjes door een groep
van vijf geconsumeerd.
De groep liep naar de drankjestent. De man bestelde 5
drankjes maar weer werd hem te verstaan gegeven: u krijgt niets: de groep is te
groot. Nu werd de man echt boos en hij eiste vijf drankjes , anders zou hij ze
persoonlijk achter de bar vandaan komen halen. De barman bleef op zijn strepen
staan en weigerde de drankjes te leveren. Voor de man uit de groep was toen de
maat vol: hij ging de drankjes zelf achter de toonbank vandaan halen. Merkwaardig
genoeg deed de barman niets tegen de actie van de groepsman. Het was een buurtfeest waar dit allemaal
plaatsvond. Alles was gratis. Dus ook de broodjes en drankjes. Het was een
feestelijk buurtfeest alleen waren de mensen achter kraampjes kennelijk fout
geïnstrueerd.
De feestelijkheden waren ouderwets feestelijk. Zo werd er
aan zaklopen gedaan. Voor degenen die dat nog niet kennen: er zijn tien
deelnemers en tien jute zakken. En er zijn 10 racebanen. De deelnemers van ongeveer
gelijke leeftijd stappen in de jute zakken. Er klinkt een startschot en de deelnemers
aan de race, huppen ongeveer 100 meter en wie het eerst bij de finish aankomt heeft
gewonnen en komt in aanmerking voor een 12-zakken- patat-kaart. Alleen de
winnaar. De tweede t/m 10 plaats leveren niks op.
Een ander fascinerend spel, ook heel smakelijk, was het
koekhappen. Het gaat zo: 10 even grote kinderen gaan proberen een stuk
ontbijtkoek van een stuk touw af te eten. Er hangt een lat van drie meter lang
horizontaal (zoals bij polsstokhoogspringen)en daar aan bevestigd zijn 10
stukken touw met aan elk een stuk koek.
Het stuk koek hangt enkele centimeters boven de hoofden van de 10
koekrivalen. De bedoeling is dat de koek door de deelnemer van zijn touw gegeten
wordt. Wie zijn koek het eerst opgegeten heeft is de winnaar. Er mag gesprongen
worden maar wat absoluut verboden is, is het gebruik van de handen. En zoals
gewoonlijk is er altijd weer iemand bij die hoger kan springen dan de anderen.
Het is niet moeilijk te raden dat die hoge springer de winnaar wordt van dit
koekhapfestijn. De winnaar krijgt 10 ontbijtkoeken van Peijnenburg, die hij
natuurlijk nooit alleen op kan. Dus dat wordt uitdelen geblazen. De winnaar is
niet alleen een goede springer, hij is ook een royaal type: hij gaat gelijk op
het buurtfeestterrein negen koeken lopen uitdelen. Eentje houdt hij voor
zichzelf.