Welke beesten ik allemaal gezien heb weet ik niet precies
meer. Neen het was niet in de dierentuin maar in de bioscoop. En ….het waren nog
geen echte beesten ook. Maar het leken wel echte beesten, in een echte
werkelijke omgeving. Zo knap als dat gedaan was, kan je je haast niet
voorstellen. De film was niet van echt te onderscheiden. De dieren konden ook
met elkaar praten en zingen …..en allemaal
in dezelfde taal: het Nederlands en dat terwijl er ook nog dieren bij waren die
uit verre landen kwamen.
De hoofdrollen werden gespeeld door de leeuwen en de hyena’s.
Dat waren elkaars vijanden.
Het verhaal ging erover dat de broer van de Koning der dieren zelf koning wilde worden ten koste van
eerst zijn broer (de Koning)en vervolgens ten koste van de nog jonge zoon van
de Koning. Hij was een heel gemene broer. De broer werd zelfs maatjes met de
hyena’s om de Koning en zijn kleine zoontje een kopje kleiner te maken. Toch
lukte hem dat niet helemaal. Ja, wel met de Koning maar niet met de kleine Koningszoon.
De Koningszoon werd door zijn oom (de
broer van de koning) in een ravijn gegooid maar wonderbaarlijk genoeg wist hij
dat te overleven. De Koningszoon raakte wel aan lagerwal omdat hij geen onderdak
had en niks te eten ook. Gelukkig duurde de periode van eenzaamheid en armoede
voor de koningszoon niet zo lang, want hij ontmoette twee vrienden die Belgisch
spraken: de een was een stokstaartje en de ander was een gecastreerde ezel; zij
maakten de grootste lol met elkaar, vertelden elkaar grapjes, zongen geinige
liedjes en maakten hupse dansjes. Ook zorgden ze voor elkaars eten en …… ze
accepteerden Koningszoon als hun vriend ….ook hij mocht met hun mee eten. Het
eten was maar simpel: ze gooiden een boomstam open en in die stam zag je allerlei
insecten krioelen (heel soms wat balletjes gehakt) die voor het stokstaartje en
de gecastreerde ezel lekkernijen waren maar voor de Koningszoon natuurlijk niet
zo gelijk (behalve dan de balletjes gehakt). Het duurde even voordat hij het
ook lekker begon te vinden. En de Koningszoon werd al net zo’n vrolijke rakker
als het stokstaartje en de gecastreerde ezel.
Aan de vrolijkheid van het vrolijke trio kwam een einde toen
een paar hyena’s ze op het spoor kwamen. De Oom koning werd gelijk geïnformeerd
dat de Koningszoon nog leefde en dat gaf meteen weer flinke conflicten niet
alleen tussen Oom Koning en Koningszoon maar ook Moeder Koning , de leeuwin,
vond dat de Koningszoon zijn verantwoordelijkheid moest nemen om de baas van
het dierenrijk te worden en Oom Koning te verjagen. Maar dat durfde Koningszoon
helemaal niet. Hij bleef er maar een beetje omheen draaien. Hij was natuurlijk
ook bang voor die troep hyena’s. Ik vond die als onafhankelijke bioscoopbezoeker
ook behoorlijk angstaanjagend. Oom Koning was zo stom om, met de hyena’s in zijn
gehoor, te zeggen dat hij hyena’s lafbekken vond en dat hij niks aan ze had als
hij een klusjes had. Toen ze dat gehoord hadden werden ze link en vielen ze Oom
Koning van achteren aan en versleurden hem. Het was toen een koud kunstje voor Koningszoon
om de algehele macht over het dierenrijk weer over te nemen.