woensdag 18 juli 2012

Vriendschap? Een illusie? 1. Pascal, Carola.


Naar Frankrijk. Naar Avignon ging ik een paar jaar terug. Voor het festival. Het jaarlijkse drie weken durende  theaterfestival. Pascal en ik vertrokken daarheen als vrienden. Het woord ‘vriend’ durf ik nu haast niet meer op te schrijven. Voor mij is het zo’n zwaar beladen woord. Hij was sinds dertig jaar de eerste die ik voorzichtig weer eens vriend durfde te noemen. Al die jaren had ik er geen.
Ja, okay, ik had al die jaren natuurlijk wel mijn echtgenote, Carola, die ik tevens gedurende lange tijd een soort vriendin mocht noemen maar vandaag de dag is het aspect vriendschap voor even of voor goed uit onze verstandhouding geschrapt. Ik  schrijf het maar op zoals het voelt. De afstand tussen ons wordt steeds iets groter.                                   
                                  
Samen leven als geliefden
was van korte duur….

jaloezie,
ontrouw
en
berouw

gevolgd door

langdurige stilte, kilte.

Desondanks
komen kinderen.
Voor hen en met hen
gaan we
nog vele jaren

vrolijk

samen door
wonen samen…..slapen samen
en als dat te veel

benauwt,

samen wonen, apart slapen

gezellig

als broer en zus bewaren we
voor ons zelf, onze zonen
en de hele wereld

de lieve vrede.

En dan nu,
na tweeënveertig
nu eens lichte dan weer zware jaren,
een triest einde

zondag 8 juli 2012

In hun uppie


                                                                              
Het scheelde niks of de theatervoorstelling ‘Joop’, had zonder hoofdrolspeler gezeten.  Zomaar ineens is Zef ziek! Geen onschuldig griepje……maar een psychische stoornis. Manisch depressief (MDS) ofwel bipolair (BPS).
’Maaniesj deepresjiehief?? Wasdannou wir??’  zou ‘Joop’  het hoofdpersonage van dat toneelstuk vragen.’

Gaandeweg de repetities voor ‘Joop’, wordt Zef steeds ongeremder. Zijn psychiater noemt dat ‘hypomaan’.  Zef wordt alsmaar lolliger; althans, dat vindt hijzelf. Maar ook wordt hij dan pijnlijk eerlijk naar zichzelf en anderen.  Grenzen worden overschreden: buiten zinnen weigert Zef  een scène te oefenen met een andere speler: ‘die kan er geen ene reet van!' Zichzelf sparen doet hij evenmin. Als ‘Joop’ zijn tekst kwijt is reageert hij woedend. Grof vloekend, springt hij hoog op en landt met grote kracht op zijn hielen. Déze keer heeft hij wèl schoenen aan.

In 2001 maakt Zef eveneens zo’n periode door; ook eindigend met zo’n sprong. Midden in een periode van grote drukte, veel lol, drank, rock and roll en heel weinig slapen,  wordt zijn boosheid getriggerd door een lollig bedoelde opmerking van een cursist ‘modeltekenen voor beginners’. Zef staat daar model…in zijn nakie:’….wat een grappig klein pikkie heeft die goser, zeg ……!’ hoort hij giechelend fluisteren.  Woedend springt hij hoger dan ooit. Landt snoeihard op zijn hielen. Met als gevolg twee gebroken hielen en drie maanden rolstoel!
Zo komt aan een al weken durende hypomane periode een natuurlijk eind. Met goede slaappillen en lithium, moet hij na een halfjaar rust weer de oude zijn…….Wàs het maar zo!

Zefs de opgewekte, levendige en creatieve kant wordt sindsdien afgetopt, alsmede zijn agressieve en neerslachtige zijde. Lithium topt af  tot op 80% van het normale belevingsniveau. Zef kan daar niet mee leven. Dorre lithium-saaiheid is geen aantrekkelijk perspectief. Zijn huidige psychiater is helder. Lithium is levenslang! Een andere psych acht begeleid afbouwen van lithium mogelijk na de zestig.
Begin april 2012 zal Zef zelf dat lithium wel even afbouwen. Geniepig, liegend, bedriegend en … in z’n uppie. In de tiende week, precies één week voor de prémiere van ‘Joop’,  vertrouwt hij Katinka, één van de andere spelers in ‘Joop’, als eerste zijn geheimpje toe. Haar reactie is even furieus als krachtig:  
‘Jouw ‘afkick-ego-trip ’is onafwendbaar een ‘bad-trip’, jongen. Niet alleen voor jóú. Maar ook voor vele anderen. Stop ermee! Vertel het je psych, je vrouw, kinderen, broers, zussen en alle andere belanghebbenden.’ ….en onwillekeurig…..  kàn Zef niet anders dan haar raad gewoon opvolgen.

De reacties op Zefs ontboezeming varieerden van ‘dat vind ik toch niet zo erg leuk om te horen’ tot ‘vuile egoïstische teringhuichelaar’.  Zijn psych reageert met zyprexa, 5 milligram, een lichte dosis van het  dempingsmedicijn. Voelt aangenamer dan lithium. Het slaat aan.  
Zef speelt ‘Joop’ gewoon ... een ietsiepietsie hyperend misschien, dat wel…..maar véél kwaad kan dat niet……..misschien geeft dat juist net iets extra’s…..
…..en kort voordat Zef op de première om precies drie minuten over acht, het podium betreedt zegt hij vermanend tegen Joop:
 ‘Verkloot het niet, hè jongen, maak niet kapot wat ik in al die weken heb opgebouwd!’.

vrijdag 18 mei 2012

Niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt.


In november 2011 kreeg buurman Joop de zak. Ik maak zo af en toe een praatje met hem bij de bushalte. Augustus sprak ik hem voor het laatst. Toen vertelde hij me, dat het niet zo goed ging op zijn werk. Vanaf april 2011 kreeg het drukkerijtje waar Joop zijn geld verdient nog maar weinig orders. Toch was dat geen reden voor Joop om zich zorgen over te maken. Dat deed hij nooit en waarom nou wel? Altijd optimistisch, altijd lachen, altijd vriendelijk. Volgens Joop komt alles altijd wel weer goed.

Joop is licht gehandicapt. Tegenwoordig noemen we dat: ´hij heeft een vlekje.´
Loopt beetje moeilijk: als hij loopt, schuren zijn bovenbenen en klutsen zijn knieën tegen elkaar. Sjokkend beweegt hij zich voort, hij lijkt wel een telganger en wanneer hij wat zegt zou je denken: ‘die heeft te veel gezopen’.
Hij is om de donder niet dom. Wel secundair en ook behoorlijk naïef . Tekort aan zuurstof zou hij hebben gehad toen zijn moeder van hem beviel. Althans  dat zeggen 'ze' over hem.…..en dat zou best nog wel eens waar kunnen zijn ook.
Joop zit in de WAO en er zal dus een geschikte werkplek voor hem gevonden moeten worden: dat is dus die drukkerij geworden Hij werkt er al meer dan tien jaar. Manusje van alles is hij daar. Alle niet geautomatiseerde processen en alle niet zo ingewikkelde storingen krijgt hij daar op zijn bordje. Met z’n tienen werken ze daar. Allemaal WAO´ers, uitgezonderd de  meewerkend voorman, directeur-eigenaar is van die zaak.

27 oktober 2011 kreeg het voltallige personeel van de directeur te horen, dat de drukkerij failliet was. 28 oktober kon iedereen al thuisblijven. De jongere collega´s van Joop, vonden al snel weer ander werk. Niet zo onlogisch want de in lichte mate verstandelijk of geestelijk gehandicapte wao-er is doorgaans een goede en goedkope arbeidkracht is. Bovendien keert de uitkeringsinstantie, het  UWV,  ook nog eens een lucratieve premie uit, aan de werkgever, die een werkloze WAO´er, beneden de 40, voor een jaar in dienst neemt. Deze premie komt neer op de helft van het bruto loon gedurende het eerste jaar van het dienstverband! Joop echter was en bleef ´de lul´: hij is 58, dus hij zal van ze lang zal ze leven nooit meer aan de slag komen. Dat weet hij zelf ook wel, want ook al heeft hij dat vlekje, achterlijk is hij beslist niet. Flegmatiek eerder. Druk kan hij zich er niet om maken, dat hij wordt uitgesloten van zo´n premie, alleen maar omdat hij ouder is dan 40 jaar.

Tegen beter weten in houdt het UWV  Joop  scherp, middels de sollicitatieplicht. Elke week vier sollicitatiebrieven schrijven; verplicht! Voor veel baantjes is Joop niet of niet meer geschikt. Hij solliciteert naar functies als  autowasser, reinigingsmedewerker, schoonmaker, hoveniersassistent, behanger, lijstenmaker en  tramrailreiniger. De meeste bedrijven vinden Joop echter te oud en zonder die UWV-premie kan hij het helemaal wel vergeten.

In de  maand november is het gedwongen niets doen wel overkomelijk voor Joop. Zijn vrouw, Halina, laat hem allerlei klusjes opknappen, die al jarenlang liggen te wachten. Ze doen samen de boodschappen en om beurten koken ze wat lekkers voor elkaar. Toen Joop nog werkte, zorgde Halina er altijd voor dat het avondeten voor hem klaar stond als hij thuis kwam.  Niet meer dan normaal wanneer je zelf niet buitenshuis werkt, vindt ze. Ze doet het huishouden en voor iemand als zij is dat een giga-klus. Ze heeft uitgerekte longen. Wat inhoudt, dat ze van een wandelingetje van hun balkon vòòr naar hun  balkon àchter, enige tijd buiten adem is. Hulp wil ze niet. Hoewel….. wil ze niet….als de eigen bijdrage voor de thuishulp wat lager zou zijn……misschien zouden Jopie en zij  het dan in overweging nemen. Bruintje kan dat echt niet meer trekken nu hun zorgkosten hoger zijn opgelopen dan  alle woonlasten bij elkaar.  Maar wat voor Halina ook meespeelt om geen thuishulp te nemen is het besef dat het beter is om zelf actief te blijven, ondanks benauwdheid, traagheid en pijn. De gedachte geheel afhankelijk te worden van anderen is haar een gruwel.

In de feestmaand december verveelt Joop zich geen moment. Net als in bijna elk ander gezinnetje is het in die decembermaand een drukte van belang. Halina kon zich niet voorstellen dat ze het de voorgaande jaren in december zonder Joop had afgekund. Voorheen werkte Joop immers en was hij slechts een luttel aantal uurtjes beschikbaar voor haar als huishoudelijke hulp.

Na het hollen in december kwam was er de stilstand in januari en de lol om thuis te zitten ging er voor Joop al snel af. Daarom ging hij eens praten bij ‘De Zonsverduistering’, een verpleeg- en verzorgingshuis bij hem in de buurt en daar bleken ze al enige tijd op zoek te zijn naar een vriendelijk, geduldig, behulpzaam persoon, die ook nog eens een beetje handig was. Ze haalden hem daar maar wat graag binnen en Joop ging enthousiast als vrijwilliger aan de slag in een job, die met het voortschrijden van de tijd steeds gevarieerder werd. Zo moest hij nu eens een dementerende dame naar de kapper brengen, alwaar ze werd voorzien van het inmiddels  gepatendeerde blauwgrijze oude-dametjes-permanent. Dan weer wordt hij ingezet om schilderijen of gordijnen op te hangen. Zelfs is hij  gevraagd om op de woensdagavonden mee te doen aan het diner-dansant: aan heren is momenteel immers in elk verpleeg- en verzorgingshuis een nijpend gebrek.

Vanaf half januari 2011 is Joop is een populaire vrijwilliger in ‘De Zonsverduistering’.   Zowel werkers als bewoners lopen met hem weg. Hijzelf is ook bijzonder in zijn nopjes. Net als bij de drukkerij is hij dagelijks van acht tot vijf in touw. Vijf dagen in de week. Tot half april gaat dat allemaal goed.  

Dan ontvangt Joop, ofwel de heer J. Dekerse , want zo heet Joop nu eenmaal officieel,  een brief van het UWV:

1.Het UWV ontvangt sedert 15 januari 2011 uw verplichte sollicitatiebrieven niet meer.

2.Uw vaste telefoon wordt steevast opgenomen door mevróúw Dekerse,  die slechts weet te melden, dan u de hond uitlaat. Altijd net als het UWV u wil spreken.

3.Van een anonieme informant verneemt het UWV,  dat u sedert half januari 2011 vrijwilligerswerk verricht in ‘De Zonsverduistering’.

4.Het UWV verwijt u ten eerste, dat u geen permissie heeft  om dit werk te doen en ten tweede dat u, tot op heden, nog nooit op een urenverantwoordingsformulieren melding heeft gemaakt van dit vrijwilligerswerk.

5.Ook al is dat werk zinvol, is er veel behoefte aan en staat er voor u geen beloning tegenover, feitelijk, zo betoogt het UWV, bent u daardoor niet beschikbaar geweest voor de arbeidsmarkt in de periode half januari tot half april 2011.

6.Daarom daagt het UWV u voor het gerecht en eist van u de restitutie van drie duizend euro, zijnde drie maanden aan hem betaalde WW-uitkering.

Uiteindelijk bleek het UWV toch nog enige clementie te hebben betracht met Joop, zo bleek bij de rechtszitting: door niet het werkelijke totaal van drie maanden maar slechts twee maanden uitkering terug te eisen. Dit gezien Joops persoonlijke omstandigheden.

Afgelopen woensdagmiddag 16 mei kwam de zaak voor.  Die middag kwam ik Joop tegen bij het hondenpoepveldje. De zitting was nog maar net achter de rug. Toen hoorde ik eigenlijk voor het eerst dit hele verhaal.
De adrenaline gierde al snel door mijn lijf: wat een bureaucratische klootzakken,  mierenneukers. Wat een tenenkrommende onrechtvaardigheid en dat alles omdat Joop,  een eenvoudige, bijzonder sociale man, onvrijwillig werkloos, zich geheel op eigen initiatief nuttig maakt voor de samenleving en hoeft er helemaal niks voor te hebben. Die kut-informant en die UWV-klootzak zou ik, met het grootst mogelijke plezier, tergend  langzaam willen wurgen.

En Joop? Hoe reageert Joop hierop?   Ogenschijnlijk relaxed vertelt hij zijn verhaal. Lachend, schaapachtig lijkt het haast wel. Apathisch.
´Misschien heb ik wel wat fout gedaan. Precies snap ik het allemaal ook niet, hoor.  Ja, het is wel heel jammer, dat wel, want ik vond het werk erg leuk in ‘De Zonsverduistering.’ zei hij schouderophalend. 
´Maar stel je nou eens voor dat je de zaak verliest, man,´ zei ik, ´ je kan toch niet zomaar in één klap tweeduizend euro missen.´
´Neen, dat kan ik zeker niet, was het maar waar, dan was ik een rijk man. Ach, ik maak me niet druk, hoor, want in dit land kan je bij zo veel instanties aankloppen, als je niks meer te besteden hebt. Je wordt altijd wel weer gered,´ aldus Joop, ´want de overheid wil het liefst voorkómen dat je uit stelen gaat.’

Op 9 juni a.s. doet de rechtbank uitspraak.  Ik beloof hem dat ik dan met hem mee zal gaan. ‘Ga eens langs bij de  ‘De Zonsverduistering’ en doe daar je verhaal. Er zullen best wel ex-collegae zijn die er de 9e juni ook bij willen zijn en stampij willen komen maken als de uitspraak slecht voor je uitvalt.
Jij moet in dat geval zeker hoger beroep aantekenen,’ zei ik hem.

‘Bruuuuuutus!. Hier!’ zijn hond rende braaf naar hem toe. Joop deed Brutus aan de lijn; knikte hij me glimlachend toe, knipoogde zelfs naar me en zei:   
‘Ach, ja. Wie dàn leeft, wie dàn zorgt.’

Brutus heeft schoon genoeg van zijn uitje. De bouvier heeft haast, het beest ruikt zijn gevulde voederbak al thuis. Joop moet nu echt naar een hogere versnelling overschakelen om zijn hongerige viervoeter te kunnen bijbenen.

woensdag 9 mei 2012

Proppie


Een vrouw met een niet alledaags, propperig lijf en een Elisabeth Taylor-achtig gezichtje zit opeens op de spinningfiets naast me. Ze komt dus ook mee fietsen. Voor het eerst, dat moet haast wel, want ík heb haar hier nooit eerder gezien; bovendien gaat ze zitten raggen op een fiets, waarvan het stuur veel te laag staat en het zadel voor haar korte beentjes veel te hoog. Bovendien kan ze nog maar net bij het stuur met die korte armpjes van haar doordat het zadel te ver naar achteren is geschoven. Jean, de charmante spintrainer ziet gelijk dat het zo niet goed kan gaan en helpt haar met het instellen van de fiets op haar bijzondere afmetingen. Angst voor lichamelijk contact heeft die Jean niet. Kan hij natuurlijk ook niet gebruiken ook in dit werk.  Jean pakt haar routineus bij haar middel; strekt haar linkerbeen wat,  zet haar linkervoet op het pedaal en stelt dan het zadel in, op  hoogte van de bovenkant van haar linkerheupbeen. Dit alles doet hij swingend op de hard dreunende  technomuziek, die uit de krachtige boxen van de spinningruimte knalt. Met wat zachte druk van zijn hand op haar rug beweegt Jean haar bovenlichaam iets naar voren, hij strekt haar linkerarm een weinig en stelt de stand van het stuur in. En maar swingen en maar lachen en maar zingen (onhoorbaar overigens). 
Ongetwijfeld geïnspireerd door Jean, begint ‘proppie’ naast me  onverwacht-soepele dansbewegingen te maken op haar spinfiets. Onze blikken kruisen elkaar als ik geamuseerd lach om dit ‘geïmproviseerd sportballet’. 
Ik merk, dat ik niet meer zo fanatiek als normaal met mijn spinning-warming-up bezig ben. Ook ik zit nu zelfs een beetje te swingen op mijn fiets.

Ze is echt omgekeerd evenredig aan de meeste andere spinsters hier. Die hebben  vrijwel allemaal aerodynamische kleding en  dito lijven; strakke sportkleding over slanke afgetrainde lijven.
Met haar slobbertrui (dat soort truien ligt bij Bristol in de aanbieding voor  4,95 euro), haar veel te kort afgeknipte  pyjamabroek  (met Brabants bontje motief) en haar blauwe low budget gympen is ze duidelijk een dissonant in het mini-sportglamourwereldje hier, dat Sportschool Fit & Fun heet. Toch zie ik, eerlijk is eerlijk,  op dit moment geen spinster, die net zo opgewekt en fris  als zij op de pedalen staat.

Iedereen in de zaal laat zich opzwepen door trainer Jean:
‘We gaan nu steil de berg op,’ zegt hij, ’draai weerstand bij. Je moet nu pijn in je bovenbenen voelen. Kom op! Nog wat steiler. Hop! Hop! Hop! Nog even en we zijn op de top! Twee minuten en dan gaat het bergafwaarts.’ 
Net als de andere spinners, laat ik me helemaal gek maken door Jean. Mijn hele lijf mijn kleren ……  zeiknat en op het marmoleum heeft zich, rond mijn fiets, een flinke plas zweet gevormd. Buiten adem en met een knalrode kop arriveer ik op de top van die fictieve berg.

Ik werp even een vluchtige blik naast me en zie dat ‘proppie’ nog net zo monter en energiek op haar fietsje zit te stralen als aan het begin van de training. Haar grote bruine ogen kijken mij lachend (of is het spottend?) aan. Het lijkt wel alsof ze op een zonnige lentedag, over een vlak, geasfalteerd fietspad fietst in een rustige landelijke omgeving en een heel klein beetje de wind mee heeft.  Zie ik haar nu naar me zwaaien? Of verbeeld ik me dat?

Na de training komt ze bij me staan aan de bar. Ondanks haar geringe trainingsinzet heeft ze een gezonde blos op haar wangen. We drinken thee en praten wat. In Zuid woont ze, al zeven jaar. Mina is haar naam; ze is  48. Ik zeg er niks van maar ik had haar zeker tien jaar jonger ingeschat. 
‘Hard trainen is wel goed voor je lijf,’ zegt ze,’ maar je moet niet alles doen wat die trainer zegt. Doe ik ook niet. Ik ben niet gek. Ik luister naar mijn lichaam. Doe wat ik kan. Na de training moet ik ook nog een beetje kunnen bewegen.’
Ik raak gefascineerd door haar mooie bruine heldere kijkers; een fascinatie, die al snel weer wegebt bij het aanschouwen van de nu zo duidelijk zichtbare zwarte haarstoppeltjes op haar bovenlip. 
Ze is opmerkelijk openhartig. Mina gaat de komende drie weken op familiebezoek. Naar Iran, Teheran om precies te zijn. Ze gaat niet op visite bij haar acht zussen, want die wonen dezer dagen verdeeld over heel West-Europa. In Teheran woont nog een klein aantal familieleden van haar: haar vader van 81, die volgens Mina tegenwoordig alleen nog maar met seks bezig is en twee (oude, chagrijnige) tantes. Maar eigenlijk gaat ze alleen maar naar Iran voor haar oogappel,  jongste broer Heydar. Zeven jaar jonger dan zij. Heydar, zijn naam staat voor: leeuw. Mina is als een tweede moeder voor hem. Hij woont nu in een inrichting voor verstandelijk gehandicapten.
Het zal voor haar niet echt een prettige vakantie worden daar, denk ik. Desalniettemin wenst ik haar dat toch van harte toe. Zal ze nog eens komen spinnen?


  

zondag 29 april 2012

Mijn bek viel open (2)


Mijn bek staat nu al ruim een week open van verbazing. Vanaf het moment dat ik hoorde dat het kabinet Rutte gevallen was. Ik dacht dat het er nooit meer van zou komen en dat dit stelletje politieke hooligans tot in het oneindige door zouden kunnen gaan met het stukje bij beetje afbreken van onze sociale en materiële verworvenheden, die door onze ouders en onszelf sinds de Tweede Wereldoorlog  vaak na harde strijd bevochten zijn.  
Het was trouwens niet de eerste keer dat een gebeurtenis me zo overviel. Zowel in mijn naaste omgeving als (soms iets en soms veel) verder weg zijn er soms dingen gebeurd,  die me in eerste instantie met stomheid sloegen. Dat zal iedereen wel hebben. Zo had ik en vele lezers dat zeker ook, ook met de moord op Pim Fortuyn.
Pim daagde uit, sarde, speelde zijn politieke spel op de  grens van wat oirbaar was, werd onnoemelijk populair bij het volk en gehaat bij de allochtonen. Ik zelf, socialist en tegen vrijwel al Pims’ ideeën, had toch een zwak voor hem. De flair waarmee hij zowel (politieke) tegenstanders als brutale  journalisten(‘ga toch koken, mens’ tegemoet trad vond ik dapper, strijdbaar en grappig, hilarisch zelfs soms. Vooral dat laatste ontbrak er veel te veel aan in de politiek.

Als Ik een stukkie, zoals dit,  zit te schrijven, krijg ik wel een last van een lichte vorm van writers’ block . Ik ga dan ter afleiding even NOS-teletekst kijken op het web en meestal komt de inspiratie daarna wel weer.
Met knalrooie letters, normaal zijn ze wit, stond toen op teletekst te lezen dat Pim Fortuyn was vermoord op het Hilversumse Mediapark. Mijn bek viel open. Een toonaangevend politicus in Nederland vermoord. Dat was voor zover ik me kon herinneren nog nooit gebeurd.    

Vanuit mijn werkkamer riep in naar Carola, mijn geliefde echtgenote, wat ik zo juist op teletekst las. Zonder aarzeling reageerde ze:
 ‘Mooi zo! Opgeruimd staat netjes!’ Ze was er helemaal niet rouwig om dat Pim er niet meer was. Carola zag dictatoriale trekjes in Fortuyn. Met lede ogen bekeek ze zijn succes al enige tijd en ze vreesde de maatschappelijke gevolgen voor zijn kruistocht tegen Islam en moslims in ons land, als Pim aan het bewind zou komen.
Ik was het politiek wel heel erg met hem oneens maar dat wil niet zeggen dat ik stond te juichen om zijn dood. Missen zou ik hem; ik weet het zeker! Hij maakte de politiek  levendig, leuk en spannend. In alle opzichten aantrekkelijker dan die saaihannes van een  Wilders. Tuurlijk, zal ik die ook missen: als kiespijn. Maar daarom hoeft hij nog niet dood, hoor.

Net als vele anderen heb ik erg genoten van een lijsttrekkersdebat in 2002 waarin nieuweling lijsttrekker Pim Fortuyn met de toenmalige ervaren PvdA leider Ad Melkert op komische wijze de vloer aanveegde. De heer Melkert heeft zich na 2002 nooit meer op het Nederlandse politieke toneel mogen of durven vertonen.
Van het bericht van de moord op Pim viel mijn bek wagenwijd open en alweer gebeurde dat van het bericht, dat de moordenaar ene Volkert van der G. was, een geitenwollensokkenmiljeuactivist. Geen Mo el B. of Ali C. dus of wat voor getergde  moslimterrorist dan ook. Daar was ik wel weer blij om! Want was Pim vermoord door een allochtoon, dan waren de rapen helemaal gaar geweest!

        


dinsdag 24 april 2012

Belofte maakt schuld


Belofte maakt schuld. Bekend gezegde, nietwaar? ‘Wat je belooft moet je doen,’ wil dat zeggen. Wilders, bekend haatzaaier, nietwaar,  won veel Tweede Kamerzetels met even zo veel valse   verkiezingsbeloften. Vooral ouderen en minder bedeelden, Henk en Ingrid bijvoorbeeld,  zijn daar ingetuind.
      
Om toch maar positief beginnen: Wilders beloofde tegen de verandering van het ontslagrecht te stemmen en hij deed dat ook. Voor de rest zijn Henk en Ingrid behoorlijk in de steek gelaten door de PVV. Zij zouden Wilders' woorden nooit meer blindelings moeten geloven.

De PVV zou een breekpunt maken van de AOW-leeftijd: ‘65 blijft 65’. Maar kabinetgedoger Wilders brak die belofte en nog  wel binnen 24 uur nadat dat het door hem gedoogde kabinet aantrad.

‘Stop de uitverkoop van het openbaar vervoer in de grote steden’, riep Wilders. Na zijn grote verkiezingszege heb ik hem er nooit meer over gehoord. Tuurlijk, zijn Tweede Kamerzetels waren al binnen. De voorbereiding is in volle gang: verslechteringen in het openbaar vervoer  worden overal langzamerhand ingevoerd. Bussen rijden met een lagere frequentie in steeds minder dorpen en kleine steden. Mede te wijten aan gedoger Wilders.

Gebroken werd de belofte inzake de bouw van de megastallen, waar  15.000 varkens tegelijk in mogen ‘leven’. Het zou me niet verbazen als hij nu akkoord is met 16.000 varkens in die zelfde stal.

Extra agenten, ze moesten en zouden komen van Wilders. Ze kwamen er nóóit. Want op het cruciale moment laat die achterlijke PVV het er bij zitten.

De vercommercialisering van de zorg. Wordt gewoon doorgevoerd. De PVV, met name Fleur Agema, het jankerige schoothondje van Geert Wilders, sprak er in verkiezingstijd schande van.  Wie hòòrt de PVV daar nú nog over? Door het profijtbeginsel toe te passen wordt de zorg alleen maar slechter en duurder. Op den duur is er slechts zorg voor de rijken.

Hardwerkende mensen in de sociale werkplaatsen (wsw’ers), mensen  met een vlekje (vaak geestelijk en of lichamelijk gehandicapten), moeten nu ook van Wilders maar achter de geraniums gaan zitten. De PVV was vòòr de verkiezingen mordicus tegen. Nu niet meer. Wsw’ers moeten plaats maken voor bijstandstrekkers die verplicht worden te werken voor hun uitkering. Wel erg makkelijk om de kwetsbare arbeidsgehandicapten en bijstandstrekkers zo tegen elkaar uit te spelen.
Zou trouwens die bijstandstrekker nou nergens anders zinvol en met enig toekomstperspectief aan het werk gezet kunnen worden? Misschien is er wel een bijstandstrekker die  voor Wilders wil gaan werken.  Trouwens, als ik steuntrekker zou wezen, zou ik dat laatste echt niet doen, zolang die kale, agressieve brievenbus-zijker nog voor de PVV in de Tweede Kamer zit. Maar dit even terzijde.

Tolwegen, waar 130 kilometer per uur gereden mag worden, dat is natuurlijk typisch alleen voor de rijken. Wie anders kan nu nog de hoge tol, de hoogste benzineprijs sinds mensenheugenis en dure raceauto’s betalen? Wilders misschien, want die strijkt maandelijks een ver bovenmodaal fractievoorzittersalaris op .  Wilders verloochent zijn afkomst natuurlijk niet en stemt in met het plan van de VVD minister. Vòòr de verkiezingen was de PVV er tegen. Bedankt, Wilders namens de omwonenden van de max-130-snelwegen.

En nu, net na de val van het rechtse kabinet Rutte, horen we Wilders, ineens niks meer zeggen over de overlast van Polen en Oost-Europeanen hier. Ook vernemen we even niks meer over de volgens hem achterlijke Islam. Wilders huilt wel grote krokodillentranen als hij zegt dat hij het kabinet niet meer gedoogt om arme 65-plussers te sparen. De ouderen zouden er zo ontzettend veel op  achteruit gaan in het pakket  crisisbestrijdingsmaatregelen. Zo ontpopt Wilders zich nu weer als de valse blindengeleidehond van de Nederlandse ouderen! Wilders:
‘Als oma lacht helpt ze mij wel aan de macht,’ want daarom is het hem alleen te doen. Dat knettergekke geblondeerde heerschap  hoopt ongetwijfeld, nu al kwijlend, op een klinkende PVV – verkiezingsoverwinning……….. te behalen door het paaien van 65-plussers. Het zal toch niet weer gaan gebeuren, hè?

Mooi dat de PVV buitenspel staat. Die club kan even geen schade meer aanrichten. Houwen zo, stemmers! De linkse partijen moeten maar eens aan de macht.  Die beloven nu al maandenlang om de schade van de crisis te verhalen op de werkelijke veroorzakers. Te beginnen bij banken. Belofte maakt schuld.

maandag 23 april 2012

Mijn bek viel open (1)



Mijn bek is in het verleden nogal eens open gevallen van schokkende gebeurtenissen, die de ene keer een wat grotere reikwijdte hadden dan de andere keer. Vandaag  bijvoorbeeld valt mijn bek open als ik hoor dat het gedoogkabinet Rutte is gevallen. Tussen twaalf en één uur zaterdagmiddag 21 april 2012. Ik heb het verdorie niet eens hòren vallen en het moet een dreun van jewelste zijn geweest. Onverteerbaar is het voor mij dat ik het bericht niet uit de eerste hand heb.

Die hele zaterdagmiddag heb ik het me toch druk! Ik repeteer me  drie slagen in de rondte met de andere spelers van de toneelvereniging, want diezelfde avond om acht uur, is de première van ons stuk ‘Sabine’. D’r komen maar liefst  vijftig mensen naar ons kijken en die krijgen wat moois te zien. Laat dat maar aan ons over.
Ik repeteer een scène, waarin ik mijn woede verbaal afreageer op mijn frigide toneeleega Sabine, omdat ze alweer niet lekker met me wil vrijen. Als een dolleman sta ik te razen en te tieren, terwijl op datzelfde moment zo’n beetje, dat klote-kabinet valt. In plaats van gek van woede zou ik dol van blijdschap moeten zijn. Mijn grootste april-wens is vervuld. Opgerot die Wilders, Rutte en Verhagen!

Maar ik weet op dat moment nog helemaal van niks. We nemen het stuk nog eens van begin tot eind met elkaar door en gaan dan genieten van een uitzinnig lekkere maaltijd. We verkleden ons. De regisseur doet tot slot van de voorbereiding nog een inspirerende warming up met ons.

Die première wordt een juweeltje! Het publiek waardeert ons met een gul applaus en grappige geluiden:
‘Joehoeoeoeoe’ en
‘Héééééééé’.  Ook hoor ik iemand met de vlakke hand op de wand slaan en zijn er enkelen die op de vingers fluiten.
Het kabinet was toen al bijna acht uur gevallen en ik weet nog steeds van niks! Verdomme. En wij maar buigen naar het publiek voor ons, omkeren, buigen naar het publiek dat zoëven nog achter ons zat. Even wijzen naar de uitstekend debuterende licht en geluidstechnicus en naar onze trotse regisseur. Dan vlug omkleden en naar de foyer om te genieten van de loftuitingen van het nagebleven publiek over ons magnifieke spel. Ik zou er bijna van naast mijn schoenen gaan lopen.

In de foyer raak ik even aan de praat met mijn heuse buuv’ Truus. Ze geeft haar impressie van het stuk ‘Sabine’:
‘Het had allemaal echt gebeurd kenne wezen. Vind je niet? Het lijkt haast wel of ik die Sabine ook persoonlijk kent’ zegt ze en tussen neus en lippen door begint ze ineens over wat anders, waardoor ik even flink de kluts kwijt raak:
‘Waar nou dat kabinet precies over gevallen is, dat begrijpt ik nou nog niet, al sla je me dood? Snap jij het?’
‘Het kabinet gevallen?' vraag ik. 
'Sta je me soms een beetje in de zeik te nemen, Truus?’ 
‘Ja…eh nee…ik zweer het, het is echt gevallen!!’
De adrena……neen, endorfine giert door mijn lijf! Mijn handen gaan er een beetje van trillen en ik voel de eerste symptomen van hyperventileren, dat ik godzijdank weet te onderdrukken door te blazen in het plastic zakje van de mini-krentenbollen, dat ik geheel toevallig nog in mijn broekzak heb zitten. Die ene krentenbol, die er nog inzat flikker ik in het aquarium achter me. 
Ik ben toch zo blij met de aftocht van Wilders en zijn achterlijke paranoia PVV-partij;  eindelijk opgerot uit het centrum van de macht. (PVV staat voor: Paranoia, Vunzigheid en Vuiligheid).

Achteraf maar goed dat ik dit politieke nieuws pas laat op de avond hoor. Zou ik er eerder over geïnformeerd zijn dan was ik beslist te opgewonden geweest om nog een relaxte huisvader op de planken te kunnen zetten.