woensdag 29 mei 2024

DINSDAG MARKTDAG.

Ik ben weer eens naar de markt geweest. Ik ga eigenlijk nooit welbewust naar de markt. Dat komt omdat ik er eigenlijk een hekel aan heb. Maar als ik toch in de buurt ben, loop ik er even over. Wip gelijk ook even langs in de bieb, die ligt bij wijze van spreken midden op de markt. De patat- en vislucht vullen die dinsdag de bibliotheek. Ook vervult de bieb dan de functie van openbaar toilet voor het marktpersoneel. Tsja, die mensen moeten natuurlijk ook hun behoefte doen.


Er was een tijd dat ik elke zaterdag ging markten voor groente en fruit. Tegenwoordig mag je zelf bij de marktkramen pakken wat je wil hebben. Vroeger moest je aanwijzen wat je wilde hebben en dan nòg pakte de linke marktverkoper wat hij zèlf kwijt wou. Ik bèn wat belazerd met half rotte bananen, appelen, beschimmelde mandarijnen, lychees, onrijpe peren, mango’s en ga zo maar door. Waren ze dezelfde dag niet rot, dan wel de volgende dag of de dag erop. Marktkooplieden waren oplichters. De lui die warme etenswaren verkochten zoals kibbeling en patatje pindasaus, die kon je wel vertrouwen.

De verkoper van peren en aardappelen was ook wel een prima vent. Zowel zijn peren als zijn aardappelen waren altijd goed te pruimen. De man had ook duidelijk lol in zijn werk. Altijd een lach op zijn gezicht. Hij deed het werk samen met een corpulent, dikkig, ietwat dommig, maar goedlachs mongooltje.
De aardappelboer en dat mongooltje waren broers. ‘Arend aardappel’ , zo noemde die koopman zijn broertje soms: ‘Weeg eens een kilo bintjes af, Arend Aardappel!’ Dat was natuurlijk z’n ‘nick name’. Zijn echte naam was Rob, hoorde ik later.

Mijn jongste broer, Marco, is toevallig ook een mongool. Hij is nu 53. We schelen 20 jaar. Veel bekakte en gestudeerde types menen mij te moeten verbeteren, als ik zeg dat mijn broertje een mongool is: ‘Oooh,’ zeggen ze dan, ‘dus je broer heeft het Syndroom van Down?’
‘Neen!’ antwoord ik dan. ‘Mijn broer is een mongool!!’ … Inderdaad. Dat zeg ik dan met twee uitroeptekens.

dinsdag 28 mei 2024

HITLAND.

Nelly van Klup heeft een wandeling georganiseerd in Hitland. Twaalf Klupleden (‘Kluppers’), drie mannen en negen vrouwen lopen mee. Hitland heeft niks met muzikale top hits te maken. Volgens kenners staat ‘Hitland’ voor ‘Heel land’. Het is een natuurgebied ten zuiden van Nieuwerkerk aan den IJssel. Het is een gevarieerd gebied met water, bos, moeras en weilanden. Sporen van vroeger zijn herkenbaar in het huidige landschap. Een grote diversiteit aan planten en dieren is daar te vinden. Jammer, want ik lees dit laatste pas als ik al lang en breed weer thuis ben en een hapje gegeten heb.


In Hitland was het stug doorlopen en praten over koetjes en kalfjes. Een verademing vond ik het ontbreken van schaduwrijke stukken bos. Het was vanmiddag zonnig en fris. Ik zag, zo ver ik kon kijken, de prachtige hemel, diep blauw met kleine witte en grijsgetinte wolken. Grote rijen rietstengels langs de paden. Uitgestrekte stukken grasland, doorkliefd door smalle, honderden meters lange sloten. Aan de horizon was de IJsseldijk te zien met piepkleine huisjes, auto’s als Dinky Toys, met in de skyline van Nieuwerkerk aan den IJssel, de streng gereformeerde kerk. Het hoogste gebouw van het dorp.

Ik was op de fiets vanuit Prinsenland naar Nieuwerkerk aan den IJssel gereden. Ik moest bij de Golfclub Hitland zijn.

Bij aankomst in Hitland kom ik Aad tegen. Uit Zevenkamp. Hij is net lid van Klup. Dit wandelen is zijn eerste Klup-activiteit. In nog geen drie minuten vertelt hij me, dat zijn vrouw een jaar geleden overleden is, dat hij in een eengezinswoning (vijf kamers) woont, met zijn kleinzoon van acht en dat de moeder van dat kind al een half jaar in Amsterdam woont. Dat dat kleinkind nog bij zijn opa Aad woont komt omdat de moeder van dat kind het beter vindt, dat ie eerst het schooljaar in Zevenkamp afmaakt.

En dan zet Klup het al op een lopen.

Heb ik verdorie Aad vanmiddag helemaal niks over mezelf kunnen vertellen. Dat komt er alsmaar niet van omdat we allebei steeds met een ander wandelmaatje aan het babbelen zijn.
Ik was echt van plan om Aad wat te vertellen over mijn ex, mijn huis, mijn fiets, Sparta, mijn hobby’s, mijn buurman/meelopertje Rob, mijn vrijwilligerswerk, mijn nieuwe schouder, mijn zoons, mijn schoondochters, mijn kleinkinderen, mijn op-een-na-oudste-zus en mijn logeer-konijn Koe.

Maar helaas ging Aad na de wandeling direct weg.



N.B. Als je niet weet wat Klup is: Google!

maandag 27 mei 2024

HET MOOISTE MEISJE VAN DE KLAS.

Op de toneelschool was ze het mooiste meisje bij mij in de klas. Haar toekomst was een zorgeloze vanzelfsprekendheid. Buiten kijf. Behalve Liesbeth zaten er nog dertien meisjes bij mij in de klas.


Alle hetero jongens uit mijn klas lieten hun geile fantasieën met Liesbeth zo vlak voor het slapen gaan, de vrije loop. Zeker weten!

Het was gewoon zo: eerst kwam Liesbeth en dan op grote afstand kwamen de andere dertien, ex aequo … in het grote peloton.

Ik moet heel eerlijk zeggen, voor mij persoonlijk kwam vrij kort na Liesbeth een heel mooie jongen over de finish, op wie ik ook een beetje verliefd was. Ik wist het toen nog niet zo helemaal zeker of ik nou ‘hé’ of ‘ho’ was. Dat heb ik trouwens nog steeds. Die twijfel. Maar tot op heden trekken de dames nog altijd aan het langste eind. Zeker, ze waren stuk voor stuk mooi maar bij lange na niet zo mooi als Liesbeth.

Óók mijn ‘echte liefdes’ konden niet aan haar uiterlijk tippen. Liesbeth was twee druppels water Brigit Bardot, in haar hoogtij dagen. Vòòr haar zeehondentijd zal ik maar zeggen.

Wij eersteklassers telden eigenlijk niet mee voor Liesbeth. Ze was niet alleen mooier maar ook groter dan ons allemaal. Ze had van dat (blonde) getoupeerde haar, dat maakte haar nog eens een stuk langer. Zelfs langer dan ik, want ik was met mijn 1.90m veruit grootste jongen van de klas. Ze zag ons gewoon niet staan.

Letterlijk keek ze óver onze hoofden heen naar de ‘mannen’ van het derde en vierde jaar. In de pauze en na schooltijd leek ze zich altijd prima met die knakkers te vermaken.

Voor een regie-opdracht van school kies ik een scène uit het toneelstuk ‘What’s up darling’ van John Daniels-Young. Daarvoor heb ik een ‘lelijk wijf’ en een ‘lekker wijf’ nodig. Dat ‘lelijke wijf’ is zo gepiept: dat wordt Sonja, een dommig, klein, foeilelijk klasgenootje. Voor dat ‘lekkere wijf’ verzamel ik al mijn moed en vraag Liesbeth.

‘Nee hebbie. Ja kejje krijgen, toch?.’

Ze keurt me zowaar een blik waardig. Zie ik het nou goed? Bloost ze nou?

‘Zullen we het er morgen verder over hebben, eh … dinges …hoe heet je ook al weer?

‘Jos.’

‘Ja, sorry hoor, Jos ik moet nu gaan, want ik heb een afspraak met Herman’.

Met Herman bedoelt ze Herman van Veen, die cabaretier. Dat is haar vriend.

zondag 26 mei 2024

EIGEN LEED.

 Alle leed stelt natuurlijk he-le-maal niks voor in vergelijking met het leed dat Palestina en Israël elkaar aandoen. Doch uit eigen ervaring weet ik dat er geen groter leed is dan eigen leed.


De pijn in mijn lijf gaat gepaard met borrelen, knorren, boeren en scheten. Natuurlijk wil je dat niet weten! Lees daarom niet verder! Want het wordt nog goorder!

Wat zou er loos zijn met mijn lijf? Normaal gesproken is knorren en boeren laten, niet iets waar ik me druk om maak.

Het begint rond het middaguur, na het douchen. Ik voel me gelijk na het dicht draaien van de kraan duizelig. Van duizeligheid heb ik na het douchen wel vaker last maar niet zoals nu … nu moet ik echt terug naar bed.

Ik word me toch misselijk! Krampen in mijn maag. Ga mijn bed uit. Ogenblikkelijk knallende koppijn. Bij de eerste beweging verlies ik mijn evenwicht. Val terug in bed.

’s Avonds heb ik nog steeds koppijn. Lig in bed. Normaal ga ik tegen tweeën slapen. Val nu om negen uur al in slaap. Als een blok. Om één uur in de nacht ben ik weer klaarwakker.

Mijn maag pompt voedsel de verkeerde kant op. Kotsneigingen heb ik nog niet. Wel continu het zuur. Geen Rennies in huis, dat zal je net zien.
Dit ongerief kwelt me sedert gisteren, rond het middaguur. Voor die tijd heb ik iets verkeerds gegeten. Moet wel.

Zal het de Elstar geweest zijn? Die rook nogal muf. Ik dacht niet dat dat veel kwaad kon. At het appeltje helemaal op. Helemaal ja! Van appeltjes eet ik altijd àlles op, behalve het steeltje.

Gelukkig is er van boven niks uit gekomen. Kotsen sloopt me, echt. Ik ben blij dat alles er uiteindelijk van onder uit is gekomen. De hoofdpijn is ook geweken. Net als de misselijkheid en duizeligheid.

Het is half drie als ik een beschuitje met een beetje Becel, kaneel en suiker eet. Daarmee komt mijn maag vast tot rust. Dan kan ik hopelijk nog een paar uurtjes slaap pakken.

zaterdag 25 mei 2024

MET UITZAAIINGEN.

Het toekomstperspectief van Karin is van de ene op de andere dag gekenterd. Ze gaat met haar partner Jef naar het ziekenhuis. Eigenlijk gewoon voor een controlebezoekje. Omdat ze de laatste tijd last heeft van pijnlijke plekjes op haar linkerborst, geeft ze dat aan.


Op foto’s van die linkerborst zijn wat vlekjes te zien die kwaadaardig zouden kunnen zijn. De oncoloog neemt wat stukjes huid af om op kweek te zetten. Over een paar dagen , na het weekend, mogen Karin en Jef terug komen voor de uitslag.

Het blijkt dat het goed mis is: borstkanker met uitzaaiingen naar de lymfeklieren. Dreun! Allerlei zaken passeren dan de revue. In eerste instantie, termen van de arts: borst besparende operatie, chemokuur, bestralen. Karin en Jef, moeten zich daar maar eens goed in verdiepen. Ze krijgen een pakketje folders mee. Kiezen voor een bepaalde behandeling kunnen ze nu nog niet, want in het ziekenhuis weten ze ook nog niet precies wat het beste is voor Karin.

Wat ze wel gelijk doen, is mensen langsgaan, die zoiets al eens hebben meegemaakt; kort of lang geleden. Elke situatie is natuurlijk weer anders maar het is goed om kennis te nemen van de ervaringen, vooral van hen die er goed uit zijn gekomen.

Karin heeft contact gezocht met een vrouw van haar koor. Kort geleden is zij voor hetzelfde behandeld en ze functioneert nu weer prima: ze zingt weer uit volle borst mee!

Een schoonzus is ruim vijftien jaar geleden behandeld aan de borstkanker links met uitzaaiingen naar de lymfeklieren. Ruim vijftien jaar geleden! De dame is inmiddels achtentachtig en nog bijzonder monter. Doemscenario’s zijn dus niet bij voorbaat noodzakelijk!

Nogal wat zaken zullen anders dan anders gaan. Karin heeft een baan. Ze gaat in haar werk eerder over haar grenzen, dan dat ze gas terug neemt. Straks kàn ze niet anders dan zich ziek melden. Hoe lang? Een, twee, drie maanden? Een half jaar? En … hóé gaat ze terugkomen? Slechter dan nu ? Dat is natuurlijk niét persé noodzakelijk.

Jef slaat zijn arm om Karin heen en zegt, met tranen in zijn ogen: ‘Het is vreselijk Karin, maar het is niet anders! Het moet blijkbaar zo zijn, schat, maar mijn gevoel zegt, dat wij hier samen stèrker uit gaan komen.’

vrijdag 24 mei 2024

GANZEN.

Een buurman van me, Luc, nota bene een ornitofiel, noemde de overbevolking van ganzen in de stad een vorm van miljeuvervuiling. Daar kan ik me helemaal in vinden.

Laatst had een gans vlakbij zijn huis een ei gelegd. Luc moet te vaak en te lang naar zijn zin wachten voor overstekende colonnes ganzen.


‘Weg ermee,’ aldus Luc. Geef hem maar eens ongelijk. Time is money, toch? Hij wacht onrustig af tot de nacht. Geen mens meer in de buurt. Hij sluipt naar het nest met het ei. Verjaagt met z’n paraplu de broedende gans, die luid protesterend in het donker verdwijnt. Als een professionele baseballer geeft hij dat ei een gooi. Voldaan pakt Luc zijn nachtrust weer op.


Buurman Arthur zit in zijn auto. Wacht op het moment dat zijn ganzenbuurvrouwtje liefdevol haar vrijwilligerswerk gaat doen. Tussen half zeven en zeven uur is dat. De tot een levenslang vliegverbod veroordeelde vogels worden rond kwart over zes al onrustig.


Gakgakgakgakgakakgakgakgak. Zo pijnigen de ganzen de oren. Vele malen luider dan hier gesuggereerd kan worden. Gespannen schommelende ganzen richting singel. Ze pikken als ’t kan nog wat grassprietjes mee. Gek wordt Arthur van dat ganzen-geroezemoes. Slapen doet hij al lang niet meer in zijn bed maar in zijn Saab. Die staat een eindje verderop bij de Spar voor de deur.


Het ganzenvrouwtje opent om precies half zeven haar voordeur. Ze strekt haar arm met het zakje brood uit. Even springen wat hebberige ganzen tegen het vrouwtje op.
‘Hup, hup, hup!!’ Meer hoeft ze niet te zeggen en nog niet eens zo luid. De vogels kennen haar na al die jaren. De ganzen schuifelen zich aaneen tot een groot, donzen dekbed, dat nu richting Singel beweegt.


Arthur rijdt met zijn auto op hoge snelheid in op het schuifelende dekbed. Het ganzenvrouwtje wil hij ontwijken. Op zich is het is hem niet om haar te doen. Als, onverhoopt voor haar, in een klein hoekje toch een ongelukje zit … is dat jammer. Arthur kan er even niet meer van wakker liggen in z’n eigen bedje.

donderdag 23 mei 2024

KOUD EN NAT.

Het ijs staat op mijn slaapkamerramen. IJsbloemen. Millimeters dik. Met een flinterdun dekentje is slapen hier ’s winters niet te doen. Extra beddengoed is nodig. Desnoods opa’s afgedragen winterjassen. Als het vriest, moet er ònder de dekens worden geslapen, om je neus en oren te sparen. ‘s Nachts condenseert ’t hier … die dikke jassen op de bedden zijn dan kleddernat. Daar houd ik van.



In de nok van mijn gevel is de vliering … de onheilspellende, donkere, krakende vliering … die door ‘de ladder’ verbonden wordt met de slaapétage. Vanaf de vliering wordt de vrieskou naar de drie slaapkamers gejaagd. Dáár komt alle kou terecht ... blijft alle kou ook hangen. Ik hecht echt, heel hecht aan deze lage temperaturen. Die kilte past precies bij mij.


Binnen vriest het bijna even hard als buiten. Het water bij de wasbak is stervenskoud. Van water is soms geen sprake meer. Water is dan ijs geworden. Perfect … zo krijg ik hier mijn ijspaleis.
Met regelmaat piest de familie ’s nachts in de wasbak. Niet te harden daar die stank en niet alleen bij de wasbak. Over de hele slaapétage. Dubbel penetrant dat urine-ijs. Als ik ergens de pest aan heb ...


Op de slaapkamers stínkt het niet alleen. Het ziet er ook niet uit. Alle drie de slaapkamertjes … bouwbehangetjes nog steeds en … zeil, van die goedkope, opkrullende, makkelijk scheurende, rotzooi ... dezer dagen moet de familie afzien: ‘met hun blote voeten op het kouwe zeil’.


Op elke slaapkamer hangt een wijwatervaatje aan de muur. Vòòr het slapen wordt smartelijk tot God gebeden voor een gerieflijkere woning. Maar dat gaat nooit lukken. Ze zullen het voorlopig met mij moeten doen: dit koude kuthuis.

woensdag 22 mei 2024

ATROFIE.

Een van mijn trouwe lezers heeft mij ooit eens Jos de Jankert genoemd. Dat kwam toen nogal hard bij me aan. Het was me niet direct duidelijk ‘hoezo’. Maar nu, honderden stukjes verder, moet ik hem wel gelijk geven. Die naam past wel bij mij. In mijn stukjes kom ik vaak naar voren als een benadeeld, misleid, verraden, bedrogen, verlaten, versleten, verdrietig, verlegen, eenzaam, gewond, geblesseerd, ziek of zielig persoon … in een woord: als een looser. In goed Nederlands: een jankert.



Eergisteren had ik weer een goede reden om in de ‘jankert-modus’ te kruipen. ‘s Ochtends had ik in het Franciscus-ziekenhuis een afspraak bij dokter van Hal, een orthopedisch chirurg . Hij is degene die vorig jaar mijn versleten rechter schouder verving door een nieuwe. Vandaag is het ruim acht maanden later en ben ik voor de derde keer bij hem op controle.


Eerst roentgenfoto’s laten maken. Volgens van Hal zien de foto’s van de schouder er goed uit ... ‘Maar hoe gaat het verder met u, meneer Mastwijk?‘
‘Tsja, dokter, sinds de operatie kan ik al weer veel, heel veel. Bijna alles wel …’
‘Maar …’ valt van Hal me dan in de rede.
‘Ja, maar ik kan bijvoorbeeld mijn arm slechts voor de helft optillen. Iets uit een keukenkastje pakken, mijn arm uitstrekken, fotograferen, bier (of cola) in een glas schenken, was ophangen, dat lukt niet meer met rechts. De fysio, waar ik nu al acht maanden kom, zegt dat ik daar maar mee moet leren leven.’


‘Ja,’ zegt van Hal, ‘daar heeft die fysio wel gelijk in. Het is atrofie. De spier die die handelingen voor je arm mogelijk moet maken is er niet meer …weg … opgelost. Niks meer aan te doen, meneer Mastwijk.’


Dat is even slikken. ‘Gelukkig hoef ik niet zo lang mee mee,' verzucht ik, ‘maar als ik twintig was zou het echt een ramp geweest zijn’.

Daar moest van Hal wel een beetje om lachen.


Jos de Jankert
21 mei 2024

dinsdag 21 mei 2024

JULLIËTTA.

Mijn Agentijnse vriendin Julliëtta is heel even terug in Rotterdam. Ze is cinéaste. We leerden elkaar kennen op het Filmfestival. Ze vindt het leuk om samen nog eens een rondje Rotterdam te doen. We zijn inmiddels bijna twintig jaar verder. Zij is veertig, ik vierenzeventig.


We nemen de Maastunnel. Met de steile roltrap naar beneden. Vrijwilligers helpen daar fietsers die niet naar beneden durven. Wij lopen onder de Maas door van noord naar zuid. In zuid zien we de cruiseboot: de Rotterdam. De gigantische afmetingen van dat schip zijn nu goed zichtbaar. Julliëtta vindt het leuk om te horen dat mijn vader, als zeeman vele jaren op die boot heen en weer gevaren heeft tussen Rotterdam en New York.

In onze ‘small talk’ komen we ineens op Avignon. Het theaterfestival van het Franse stadje Avignon. Ik was daar vaak. Zij kent een liedje over Avignon: ‘Sur le pont d’Avignon, on y danse, on y danse. Sur le pont d’Avignon on y danse dans le rond.’ Luidkeels zingend lopen we langs Nieuwe Maas. Julliëtta neemt het gezang stiekem op. Het is een leuke opname geworden. Geeft goed de sfeer weer: vrolijk en een beetje opgewonden(vooral ik).

We lopen verder in de richting van het Lloydterrein. In café Stroom drinken we koffie. Ik laat haar wat foto’s zien. Van mijn zonen onder andere.
Gisteravond zag ik in de bioscoop de film 'Charcoal’ van Carolina Markowicz. Echt leuk. Zij gaat hem nog zien. Ik krijg een stukje te zien van de film zien waar Julliëtta mee bezig is.

Ze verrast me: net als ik is ze dol op Amy Whinehouse. Twintig jaar terug vond ik Jack Johnson en John Mayor heel goed … nu nog steeds. ‘Herinner je je die tekst van John Mayor nog, Julliëtta? ’: ‘I’m so afraid of getting older, ‘cause I’m so good in being young’. Die is mij nog steeds uit het hart gegrepen. Daar moet ze om lachen.

We eindigen het middagje in het mooiste café van de wereld ‘Café de Oude Sluys’. Drinken daar een paar pilsjes. Julliëtta raakt niet uitgekeken in dat café met de prachtige plafonds. Ze blijft foto’s maken. Drie oude mannen, allen iets jonger dan ik, kunnen hun ogen niet van haar afhouden. Wanneer we weggaan, zegt een van hen tegen mij:

‘Meneer, u hebt een mooie vriendin.’

‘Dank u’, zeg ik.

‘Wat zei hij?’ vraagt Julliëtta.

‘You have a beautiful friend, sir.’

‘And you’re my wonderful friend’.

Als ze dat gezegd heeft slaat ze haar arm om me heen en drukt mij stevig tegen zich aan.

maandag 20 mei 2024

FESTIVAL O. 2024.

Festival O. 2024.



O. is een verrassend internationaal opera- en muziektheaterfestival met Rotterdamse verhalen, vernieuwende kunstenaars en avontuurlijke lokaties. Op 30 verschillende plaatsen in de stad zijn 60 verschillende producties te zien. Van try-outs tot wereldpremières door jonge en meer gevestigde namen.


Gisteren zag ik in de Romeynshof in Ommoord, ‘Coming of Age’ van de Stichting Spinthout onder regie van Lily Burggraaf. Spinthout wordt gevormd door drie opera diva’s op leeftijd: Hebe Dijkstra, Lucia Meeuwsen en Elena Vonk. Zo te zien waren ze alle drie dik boven de zeventig maar … eerlijk is eerlijk, ze klonken als dartele dertigers. Geweldig!


Hun hele leven zijn ze met hun stem bezig geweest. Deze drie zangeressen lieten zich overal horen. Ze waren er aan gewend om in de spotlights te staan. Toch werd het met de jaren wat stiller. Want leeftijd kon je immers horen , (vandaag eigenlijk nauwelijks, hoor!) en … er was altijd hun streven naar perfectie.


Bewoners van Ommoord waardeerden de komst van de diva’s bijzonder. De Romeynshof was dubbel en dwars uitverkocht … de zaal zat vol met ‘grijze koppies’. Voor deze mensen is dit soort cultuur ‘vlak voor de deur’ bijzonder aantrekkelijk. Het culturele centrum van Rotterdam biedt weliswaar talloze malen meer culturele activiteiten maar is voor deze Ommoorders vaak te ver en te onveilig. In de Romeynshof zijn regelmatig interessante voorstelling: cinema, cabaret, theater, jazz, zang. Persoonlijk hoor ik dan óók tot de ‘grijze koppies’ maar ik geef toch nog steeds de voorkeur aan het grotere aanbod van het drukke en ‘onveilge’ Rotterdamse centrum.


In ‘Coming of Age’ verbreken de drie zangeressen de stilte. Ze nemen je mee in de mogelijkheden en de schoonheden van hun oudere stem. Klinkt hun stem nog? Hoe luisteren we er naar? Horen we hun eigen verhaal? Je leert de diva’s meer kennen. Het geluid en de muziek die bij hen horen. Hun kwetsbaarheid is mooi om te zien in de ontmoeting met ons, luisteraars. Ze nodigen je als toeschouwer uit je eigen stem te vinden. Niet perfect en toch mooi.


De dames kregen diverse ‘open doekjes’ en bij het slotapplaus werden ze twee keer teruggehaald.


Ze zongen in totaal 14 liederen: waaronder:
Mozart Drei Damen
Schönberg Mundestrunken
Weill Lied van Mandalay
Quilter Blow, blow thou winterwind
Bizet Carmen

Dit optreden van deze diva’s smaakt naar meer, doch helaas … van een vervolg hierop weet ik nog niets.


Van het festival O. is overigens in Rotterdam nog genoeg te genieten: 16 – 26 mei 2024. Informatie en tickets zijn verkrijgbaar op: o-festival.nl

zondag 19 mei 2024

TIJD TEKORT.

Als iemand mij onlangs vroeg ‘hoe gaat het met je?’ antwoordde ik steevast: ‘Goed maar ik kom alleen elke dag een uurtje tekort’. Ik had dus blijkbaar te veel ‘hooi op mijn vork’. Ik moest prioriteiten gaan stellen. Minstens zeven uurtjes per nacht slapen en … genoeg tijd overhouden voor andere leuke dingen. Ik besloot toen allereerst te stoppen met het koor. Daardoor kreeg ik een hele donderdagmiddag vrij. Prima.


Onverwachts kwam daar nog een geheel vrije maandagmiddag bij. Want normaal gesproken wandel ik dan. Met een wandelgroep. Hartstikke leuk! Maar door het puberale, pesterige, geniepige en halsstarrige gedrag jegens mij, van de groepsleidster van die wandelclub, een hoog bejaarde vrouw, heb ik me daar laten schrappen als lid. Heb ik ineens tijd over. En dat komt toevallig nog goed uit ook! Dat komt zo:

de flat waar ik woon heeft twee geveltuinen. Jarenlang, tot april jongstleden worden die geveltuinen keurig bijgehouden door bewoners Bea en John. Die zijn in april jl. echter verhuisd. Het bericht van de verhuizing van hen naar Brabant, komt voor de bewoners als een donderslag bij heldere hemel.

‘Hoe moet dat nu verder met die fraaie geveltuinen?’ Dat weten John en Bea ook niet precies maar ze hebben wel contact gehad met de gemeente. Geen enkel probleem! De gemeente gaat de planten, bloemen, struiken en boompjes netjes opruimen en de geveltuinen weer als van ouds betegelen. Tenzij … er bewoners zijn die het werk van John en Bea willen overnemen.

Dan komt Mies in actie. Ze vindt de geveltuinen te mooi om ze zo maar te laten weghalen door de gemeente. Ze hangt een briefje op in de hal van de flat. Enthousiast roept ze daarin medebewoners op een ‘geveltuingroep’ te vormen: om samen die tuinen mooi te houden. Ik ben gelijk enthousiast. Nu ik die wandelclub toch niet meer heb kan ik een best paar uur per week tuinieren. Ik ben weliswaar geen ervaren tuinman maar ik kan wel helpen bij allerlei simpele klussen.

Ik ben niet de enige die me bij Mies aanmeldt. Nog vijf àndere enthousiaste bewoners. Een aardige ploeg om mee te starten. De gemeente stelt budget beschikbaar voor ons tuingereedschap en de plantjes.

Ik heb inmiddels al twee ochtenden hard gewerkt met de ‘geveltuingroep’. Gezellig ook om zo buren beter te leren kennen en … de tuinen zien er weer ‘pico bello’ uit. Complimentjes krijgen van de medebewoners is trouwens ook leuk.

zaterdag 18 mei 2024

MEISJES.

 Meisjes.


Toen ik nog jong was, zo ongeveer achttien jaar, wilde ik acteur worden, omdat dat verreweg de makkelijkste manier was om leuke meisjes te ontmoeten. Maar tòt mijn achttiende mocht ik ook al niet mopperen over ‘meisjesbelangstelling’. Mijn eerste meisje, Tonny, even oud als ik, acht jaar, mooi, lang blond haar en een beetje klein van postuur, moest ik delen met mijn vriend René. Met zijn drieën liepen we van school naar huis. In het begin deden we niets anders dan gezellig babbelen. René woonde vlakbij school en was het eerste thuis. Op een keer liep ik alleen verder met Tonny en opeens gaf ik haar een kusje op haar wang. Daar schrok ze zich een hoedje van. Ze begon te huilen. ‘Ik ben nog veel te klein om te neuken, hoor’ zei ze, terwijl ik het daar nog niet eens met haar over gehad had.

In de knikkertijd, ik was toen elf jaar, knikkerde ik potjes met Ria, een lieve, lange slungel. Ze was een kop groter dan ik. ‘Drie op,’ zei ik’. ’Nee’ zei zij: ’Vijf!’ Ik geef haar haar zin maar, dan gaan we daarna lekker zoenen … ik liet haar toen ook nog winnen en ja hoor … binnen tien minuten zaten we in de in de bossies … eerst zoenen, mond op mond en dan broekjes naar benee en dan hopsa ... dat vonden we allebei toentertijd wel lekker, Ria en ik. Ik vond Ria best wel een leuke griet, hoor, maar alle vriendjes bij mij uit de straat vonden haar lang, dun en lelijk. Dat was op zich wel jammer. Ik heb het toen uitgemaakt met Ria. Want ik wilde uiteindelijk toch een echte lekkere meid en geen lange , dunne, lelijke slungel. Knikkervriendjes bleven we nog heel lang, Ria en ik. Dat wel.

Veertien was ik, toen kreeg ik met Frieda. We hoelahoepten toen vaak samen. Goed voor je heupen en je middel. Elastieken deden we ook. Af en toe gingen Frieda en ik de bossies in. Om te zoenen … soms deed Frieda haar bloesje uit … mocht ik naar haar kijken. Dan mocht zij me even lekker vasthouden. Dat was spannend… dan kriebelde het door mijn hele lijf. Frieda had het zo te horen ook leuk. Dertien was ze. Godzijdank, kleiner en iets molliger dan Ria. Ook dùrfde ze op den duur meer dan de andere meisjes. Helaas maakte ze het al snel uit met me. Ze verruilde me voor een goser van zeventien met een Puch.

vrijdag 17 mei 2024

NAAR DE VERDOMMENIS MET WILDERS?

Ja, hij heeft nu eenmaal een meerderheid in het parlement. Maar met Wilders aan het roer staan onze rechtsstaat, het fatsoen en de medemenselijkheid op het spel. De partij van ‘minder, minder, moslims, torpedo-aanvallen op journalisten en de rechtsstaat, heeft nu de teugels van het land in handen.



Het is tekenend dat Wilders nu weer met een dubieus figuur naar voren schuift. Eerst verkoos hij een frauduleuze informateur: Gom van Strien. Die moest al binnen 24 uur inpakken en wegwezen.


Nu draagt hij Ronald Plasterk voor als premier van zijn kabinet. Op slinkse wijze werd deze Plasterk veelvoudig miljonair door zich een patent op een kankervaccin toe te eigenen. Een patent dat toekomt komt toe aan de Universiteit van Amsterdam. Het kwalijke gevolg van Plasterks handelen is, dat het vaccin daardoor talloze malen duurder wordt voor kankerpatiënten. Deze affaire trekt de integriteit van Plasterk in twijfel. En dat kan een potentiële premier natuurlijk niet gebruiken. Er loopt al een fraude onderzoek tegen hem.


Paadjes richting verdommenis.


De w.w. wordt verkort. Is nu 2 jaar. Wordt 1,5 jaar. Minimumloon, bijstand en AOW blijft gelijk.

De accijns op brandstof wordt verlaagd (kost de overheid 1,5 miljard): daar profiteren vooral mensen met hogere inkomens van.

De toeslagen (huur-, zorg- en kinder-) worden verhoogd maar er blijft onzekerheid of je aan het eind van de rit veel of alles moet terug betalen.

De spreidingswet wordt ingetrokken. Met deze wet zouden asielzoekers verspreid kunnen worden over alle gemeenten in het land. Er komt nu een ‘asielcrisiswet’ om de komst van migranten aan te pakken. Ze snel het land uit kunnen werken.

Voor de cultuursector wordt het lage btw tarief afgeschaft: theatertickets worden duurder. Boeken en kranten worden duurder (van laag naar hoog btw tarief). Bioscoop blijft even duur.

De eigen bijdrage voor de zorg wordt in 2027 gehalveerd (van 385 naar 165 euro). Maar … de kosten per behandeling gaan naar 50 euro. Daardoor gaat de zorgpremie omhoog. Vestzak-broekzak is dat.

De boeren hebben hun zin gekregen. Mestbeleid en stikstofbeleid worden op hun beloop gelaten.

Oekraïne houdt Nederlandse steun. Europa mag niet uitbreiden.

Dat gaat Nederland veiliger maken: keihard optreden tegen: straatterreur, lhbti, antisemitisme, grensoverschrijdend gedrag, agressie tegen zorgverleners e.d. Er wordt niet bij gezegd hoeveel budget daarvoor is.

De maximum snelheid gaat van 100 naar 130 km per uur.

De publieke omroep wordt met ingang van 2026 met 100 miljoen euro gekort.

Of gaat Nederland toch met Plasterk naar de klote?

donderdag 16 mei 2024

STOPPEN.

Terwijl Anton een sjekkie voor zijn vriendin Jet draait, kijkt deze haar aan en zegt: ‘Gek hè? Ik rook nu al zo lang niet meer maar ik blijf het leuk vinden om sjekkies te draaien. Het is nu vierendertig, nee, vijfendertig jaar geleden, dat ik mijn laatste sjekkie rookte. Dat weet ik nog zo goed omdat het op 9 november 1989 was. De dag van de val van de Berlijnse Muur’.


Veertig jaar bijna had ik gerookt in de veronderstelling, dat ik aan roken verslaafd was. Het lukte me nooit om er van af te komen. Niet met het goede voornemen op 1 januari van het nieuwe jaar … niet met een weddenschap … niet met een nicotine-pleister op mijn neus … niet door elke dag wat minder te gaan roken … de nicotine bleef onverminderd nodig.

Jet rookte vanaf haar dertiende ... als een schoorsteen. Je hoefde bij haar niet aan te komen met ‘lul-verhalen’ over zwarte longen en dergelijke. Haar geestelijke gezondheid is haar duizendmaal liever dan wat voor kleur long dan ook. Ze heeft zat vriendjes versleten. De een rookte wel, de ander niet. En stuk voor stuk wisten ze allemaal dat praten over haar rookgedrag taboe was.

Van haar zestiende tot haar twintigste ging ze met Rody. Aan iedereen vertelde Jet dat het heel serieus was. Er waren zelfs trouwplannen. Rody was eerst ook een verstokte roker en dat niet alleen … hij liep tevens marathons. Op een gegeven moment werd hij steeds na de vijfentwintigste kilometer kortademig. Rody gaf toen rigoureus het roken er aan. Puur voor de sport. Aan Jet vroeg hij om voor ZIJN sportieve carrière, ook te stoppen.

Sindsdien gaat Jet als een tevreden rokende vrijgezel door het leven.

Anton, die vriend van Jet, slaagde er dus uiteindelijk in op 9 november 1989 te stoppen. De Berlijnse Muur viel toen niet alleen maar het was óók Antons pappa-dag. Zijn vrouw was naar haar werk. Anton had de zorg voor hun twee dochtertjes; een van twee en een van vier jaar. De jongste had gepoept en moest verschoond worden. Anton stak toen eerst nog even een sjekkie op en terwijl hij die schone luier aandeed, viel er een heet stukje as op het buikje van de kleine meid. Haastig wapperde hij de as van haar af.

Die keer rookte hij zijn allerlaatste sjekkie.

woensdag 15 mei 2024

EEN BIJZONDERE ONTDEKKING.

 Een bijzondere ontdekking.



Je hebt geen cadeautje bij je, omdat je geen flauw idee had wat er op het verlanglijstje van je schoonzus Dora stond. Je verbleef in het buitenland. Je had er ook helemaal geen trek in je schoonzus te gaan zitten appen over een of ander cadeautje. ‘Dat komt allemaal nog wel’, dacht je.


Je broer deed open. Je feliciteerde hem met Dora. Je hing je jas op de kapstok en liep de lege woonkamer in. ‘Waar is iedereen?’, vraag je. ‘Ik heb iedereen afgebeld; jou heb ik niet kunnen bereiken,’ zegt je broer.


Dora is een paar dagen weg. Je schoonzus heeft een briefje achter gelaten. Daarin stond dat Dora tijd voor zichzelf nodig had. In haar verjaardag had ze al absoluut geen zin. Ze wilde die dag in afzondering doorbrengen. Het had er ook mee te maken, dat je schoonzus een bijzondere ontdekking had gedaan.


Waar ze zich ging terug trekken, wilde ze niet zeggen. Wel, dat ze een paar dagen na haar verjaardag weer terug zou komen. Een zoektocht wilde ze beslist niet. Het zou Dora's terugkeer alleen maar vertragen.


Je broer was, op zijn zachtst gezegd, verrast. Onthutst is misschien een beter woord. Je zou in deze situatie niet willen ruilen met je broer. Je denkt wel bij jezelf: had Dora je broer niet eerder wat kunnen laten merken. Je vraagt je af wat zou het zijn … die bijzondere ontdekking …


Tsja, je kan jezelf niet zo gauw voorstellen wat er zich in een huwelijk allemaal af kan spelen tussen de twee echtelieden. Te meer daar jezelf nooit getrouwd bent geweest èn dat je dat ook nooit zo nodig hebt gevonden.


Nu je er toch bent, drink je met je broer een biertje, op Dora. Je eet een paar stukjes pittige oude kaas. Je vindt het oprecht kut voor je broer. Je had hier eigenlijk nooit bij stil gestaan. Je hebt Dora altijd een leuke spontane meid gevonden. Je kon ook goed met je schoonzus overweg.


Je weet eigenlijk niet wat je in dit geval het beste kan doen, hè. Een half uurtje van de schrik bekomen, samen met je broer een pilsje drinken òf … een paar uur bij je broer blijven hangen en je samen te bezatten. Je zal, vrijwel altijd, kiezen voor het laatste.


Als je broer haast niet meer op zijn benen kan staan, onthult hij, bijna in tranen, Dora’s bijzondere ontdekking: je schoonzus is smoorverliefd op je. Sta je zo maar ineens op Dora’s verlanglijstje!

dinsdag 14 mei 2024

NAAR DE VERDOMMENIS (2)

Ik wou dat ze eens een beetje nadacht. Ze durfde er niet voor uit te komen maar voor mij was het al lang duidelijk: Geert Wilders was haar grote favoriet. De fascist Peter Poot had ze ook heel hoog zitten. Maar vooral van Wilders had ze torenhoge verwachtingen. Ik absoluut niet.



Twintig jaar lang heeft Wilders in Nederland moslims geziekt: de koran willen verbieden, moskeeën willen afschaffen, van hoofddoekjes kopvodden gemaakt, minder Marokkanen willen toelaten in Nederland. Hij bestempelde journalisten tot tuig van de richel. Het omroepbestel noemde hij ultra-links. Asielzoekers moesten wegblijven want: ‘ Nederland is al één groot asielzoekerscentrum’. Hij wil uit ‘Europa’.

Dictator annex oorlogsmisdadiger Poetin is een vriend van Wilders net als de Hongaarse dictator Orban. Hij wil Oekraïne geen wapens meer leveren om tegen Rusland te vechten. Van lhbti’ers moet hij niks hebben. Hij is alleen maar pro-Israël om moslims en migranten te kunnen wegzetten. Pro-Palestijnse demonstranten/studenten in Amsterdam zijn antisemieten.


Veel van zijn fascistoïde stokpaardjes heeft hij in de koelkast gezet. Een koelkast die zo langzamerhand overvol is. Mijns inziens wordt het de hoogste tijd dat de milde Wilders een ijskist aanschaft waar hij zelf in gaat liggen, om Nederland te verlossen van zijn onfrisse ideeën.


‘Jezus, wat zie jij alles negatief, zeg. Laten we nou eerst maar eens kijken hoe het kabinet gevormd gaat worden’.


Ik heb een tijdje gekeken naar dat ‘vormen’. Het was alweer een tijdje geleden, dat de formerende politici elkaar voor rotte vis uitmaakten. Deze week werd het getreiter hervat. Staatssecretaris van den Burg (VVD), een toekomstig coalitiegenoot van de PVV, werd door Wilders een ‘eng mannetje ‘genoemd en de kandidaat vice-premier Mona Keijzer (BBB) vroeg zich af of van den Burg ‘ze wel allemaal op een rijtje’ had.


Zo wordt dat kabinet dus door dat stel gevormd. Wilders mag geen premier worden van BBB, NSC en VVD. Dat maakt helemaal niks uit. Als dit rechtse kabinet er komt, verrijst de ware Wilders weer uit de vrieskist en haalt hij alle weggestopte PVV-standpunten van de afgelopen twintig jaar weer uit de (koel)kast en drukt ze door. Zo werkt dat bij dictatoriale politici.


ALS woensdag ‘Wilders 1’ of 'Plasterk 1' ter wereld komt, zal het geen lang leven beschoren zijn.


‘Jezus, jij bent wel heel negatief, zeg! Er moet iets gebeuren in dit land, anders gaan we ècht naar de verdommenis’.


Je hebt wel gelijk. Er moet iets gebeuren. Van die vier formerende politici is Pieter Omtzigt de enige die betrouwbaar is. Met die andere drie gaat Nederland ècht naar de verdommenis.

maandag 13 mei 2024

SPARREN.

Het is lekker fietsweer. Ik ga naar Delft. Als ik daar ben ga ik weer terug naar Rotterdam want daar woon ik nu eenmaal. Ik ben nog maar net onderweg. Aan het eind van de Prinsenlaan. Vlakbij het bos. Daar zie ik een donkere jongeman (Marokkaans schat ik in), klein, zwart baardje, in een zwart trainingspak aan het sparren met een grote kastanjeboom (honderd jaar schat ik in). Hij springt, ’t is bijna dansen, haalt met zijn blote vuisten uit en scheldt. Zo probeert hij indruk te maken op de boom, een zwaargewicht. Een ongelijke strijd, de jongeman is duidelijk een vedergewicht.



Zijn gespring en geschreeuw trekken mijn aandacht. Ik stop even met fietsen om naar hem te kijken. De remmen van mijn fiets maken een akelig snerpend geluid, waardoor de bokser uit zijn concentratie raakt. Hij stopt ook, kijkt me aan en vraagt me, vrij agressief: ‘Wat doe je man?’ Tegelijk komt hij, heel rustig, op me af: ‘Rot lekker op, man, ga fietsen, dat is toch wat je doet, klootzak’.


Bangig ga ik er vandoor. Hij blijft lopen foeteren. Op mij of op die boom. Geen idee. Als ik omkijk zie ik hem weer naar zijn sparringpartner toe lopen.



In ruim vier uur heb ik Rotterdam – Delft heen en weer gefietst. Ik ben knap moe en heb zadelpijn als ik tegen vijven weer in Rotterdam arriveer. Zin om te koken heb ik niet. Ga eten bij de Italiaan. ‘t Is maandag. Niet druk. Ik kan gaan zitten waar ik wil.


Van een tafel aan de raamkant wenkt iemand me. Het lijkt die jongeman van vanmorgen wel. Klopt. Geen sportkleding … gewoon jeans en een t-shirtje. ‘Jij bij mij eten. Hier … deze tafel?’ ‘Zitten! Zitten! Ik Munir’.


Ik kan moeilijk ‘nee’ zeggen in dit soort situaties. Hij is nu relaxed op het vriendelijke af. Heel anders dan vanmorgen. Vraagt of ik lekker gefietst heb. Alsof er niets onvriendelijks gebeurd is vertelt hij dat hij daar elke ochtend traint. Hij maakt boksbewegingen.


We praten gezellig … allebei nemen we de ’ Pasta al salmone e zucchine’. Na het eten staat hij er op de rekening te betalen. Is toch vijftig euro inclusief drankjes en tip. Ik sta perplex. Als ik hem stotterend bedank, maakt hij lachend wat schijn-boksbewegingen naar me. ‘Ik, prof-kickboxen,’ lacht Munir en hij fietst op zijn Killerbee Fatbike Special de kant van het bos op.

zondag 12 mei 2024

MOEDERDAG 2024.

Je hebt al een tijdje niets gezegd. Anderhalf uur zeker niet. Dat is niks voor jou. Okee, in het eerste half uur dat we in de file stonden, had je het hoogste woord. Over dat je nog zo gezegd had dat we eerder van huis hadden moeten gaan omdat het knooppunt Hoofdweg in Rotterdam het hele weekend gestremd zou zijn vanwege de aanleg van een viaduct, maar dat ik, zoals gewoonlijk veel te veel tijd nodig had om me op te tutten. Het schoot ook niet erg op dat we bij die bloemenkraam bij het kerkhof nogal lang in de rij moesten wachten voor we aan de beurt waren voor dat lullige bossie fresia’s.


Ja, ik weet het, ze heeft duizendmaal liever een lief klein bosje fresia’s dan een kleurrijk moederdagbouquet. Ikzelf heb een schat van een moeder, niet alleen ik trouwens, ook mijn negen broers en zussen maar wij doen al sinds de autoloze zondag, honderd jaar geleden, niet meer aan die moederdagflauwekul.

‘Koop voor dat geld maar wat leuks of lekkers voor jezelf’, zegt ze. Dat bosje fresiaatjes was, als je het mij vraag, bij aankoop al ‘een soort van’ verlept. We hadden beter niet kunnen bezuinigen op de airco bij de aankoop deze auto.

’t Is een natte, kouwe kutlente maar vandaag, uitgerekend vandaag zitten we in een rijdend bakblik. Ik zag je net wel omkijken naar die bloemetjes … ik zag je je woorden wel inslikken maar ik wist precies wat je had willen zeggen: ‘M’n moeder ziet me al aankomen met zo’n zielig bosje! Als we tenminste vandaag nog bij moeder aankomen.

’ Ik zeg er ter wille van de sfeer liever niks over maar alles zit nog steeds muurvast. Dat zeggen ze ook op Radio Rijnmond. Op elk heel uur even luisteren hoe of wat. Muziek moet je niet. Ik ook niet. Maar dat gefluit van jou hoeft voor mij al helemaal niet ...( mamma, je bent de liefste van de hele wereld) … gek word ik er van.

M’n schoonmoeder belt … of we nog komen. ’t Is inmiddels kwart over vier . Rosa en Petri waren er om twee uur al. ‘We zitten nu gezellig met z’n viertjes aan de bowl (ja, Frits is er ook)... ja, dat houden we er in, hoor, die bowl ‘van het huis’ hahaha ...’ en ze had toch zo’n prachtig kleurrijk bouquet gehad van Petri en Frits. Nou, tot zo hè, schat’.

Tegen half zes was de file opgelost.

‘Na vieren is het voor mij geen moederdag meer’, bromde je. Je pleurde het zielige bosje bloemen de snelweg op en maakte rechtsomkeert naar huis.

zaterdag 11 mei 2024

KAPPER.

Twee of drie was ik toen ik mijn eerste knipbeurt kreeg. De kapper zette me op een hoge stoel voor de spiegel en knoopte een groot wit laken om mijn nek. Die kapper was Hennie. Hij knipte heel vlug met een grote schaar. Andere kinderen waren daar bang voor. Ik niet.



Hennie was een leuke kapper. Tijdens het knippen trok hij af en toe een gek gezicht naar mij in de spiegel. Ook neuriede hij vrolijke melodietjes. Wat ik wel een beetje raar vond was, dat hij onder het neuriën zachtjes op mijn hoofd trommelde.


Veel later, toen ik zestien was en helemaal niet meer in de buurt van Hennie woonde ging over Hennie de roddel, dat hij een flikker zou zijn. Ik had toen nog geen flauw idee wat dat betekende. Mijn moeder kreeg een rood hoofd, toen ik het aan haar vroeg ... ze haalde haar schouders op en zei: ’dat weet ik niet, jongen, ik heb nog nooit van dat woord gehoord'.

Toen vroeg ik het aan Aad, mijn buurjongen van 18. Die weet het vast wel. Aad was veel thuis. Zat altijd maar aan zijn Tomos te knutselen. ‘Hé Aad, luister eens, ik hoorde vandaag dat de kapper uit mijn oude buurt een flikker zou zijn. Weet jij wat dat is ‘een flikker’.


‘Ja, dat weet ik wel maar ik weet niet of ik je dat mag vertellen van je moeder. Ga eerst maar eens aan haar vragen.
‘Ik heb het al gevraagd maar ze weet het niet.’
‘Neen, ik bedoel, vraag aan je moeder of ik het je mag vertellen'.

Dat mocht ie.

Aad vertelde toen dat een homo een man of een vrouw is, die alleen verliefd wordt op iemand van het zelfde geslacht. Een flikker is een soort scheldwoord voor een man die alleen op mannen valt. ... ‘eh, die kapper van jou, hè, die Hennie, is dus volgens die roddel alleen op mannen ... heb je ooit last van hem gehad? Heeft hij ooit aan je gezeten?'


’Ja, alleen met zijn handen aan mijn hoofd natuurlijk. Hij was altijd hartstikke tof … en als ik, toen ik nog heel jong was, netjes stil had gezeten kreeg ik een paar lekkere toffees van hem.'


Hennie was tot mijn 13e mijn kapper. Nooit meer een betere gehad.

vrijdag 10 mei 2024

KONIJNENPISLUCHT.

 Sinds een half jaar heb ik een buurman beneden me wonen. Daarvoor heeft dat huis vijf jaar leeg gestaan. Toen ie er nog maar net woonde heb ik hem twee keer ‘uit de brand’ moeten helpen. De eerste keer kon hij zijn woning niet meer in en de tweede keer kon hij er niet meer uit. Goed dat we bij de kennismaking telefoonnummers uitwisselden.



’t Is geen onaardige man. Een zeventiger. Net als ik. Hij scharrelt op antiekmarktjes … ik zie hem wel eens gaan met z’n steekwagentje vol schilderijen, beeldjes en andere curiosa.
Een fijngevoelige man. Na een maand of drie vroeg hij me of ik ook zo’n last had van dat gegooi en gesmijt met deuren. Elke dag laat op de avond is het hetzelfde liedje.
Nu woon ik hier bijna 10 jaar. In al die jaren ben ik nog nooit ’s avonds laat door harde geluiden opgeschrikt. Zelf ben ik al helemaal geen type om met deuren te gaan lopen smijten, ook al loopt een ruzie nog zo hoog op.


Het enige dat ik me kan bedenken, waar hij last van zou kunnen hebben, is ‘de terugslag’. Met ’de terugslag’ bedoel ik de dreun, die weerklinkt binnen de waterleiding wanneer een kraan snel wordt dichtgedraaid. Ik hoor zelf die terugslag alleen als ik mijn eigen kraan dicht draai. Een tamelijk zacht geluid. Maar wanneer alle 120 kranen van onze flat op hetzelfde moment zouden worden dichtgedraaid dan zou dat een aardige klap kunnen geven. Maar zoiets komt natuurlijk nooit voor.


Het is een gevoelig mannetje, die buurman van me. Ik schreef het al eerder. Soms ook wel terecht, hoor.


Van de week liep ik hem vòòr de flat tegen het lijf. Ik was met mijn handdoek en zwembroek onder mijn arm, op weg naar het zwembad. Hij stuurde zijn steekwagentje heel bewust mijn kant op. 'Hangt er in jouw huis de laatste tijd ook zo’n penetrante konijnenpislucht.?’ vroeg hij.
‘Konijnenpislucht??? Neen, ik heb nergens last van.’
‘Worden hier in de flat soms ergens konijnen gehouden?’
‘Geen flauw idee, man’.
‘Hé buurman, ik ga lekker een frisse duik nemen. Fijne dag nog’.
‘Ja, jij ook. Fijne dag verder.’