Ik takel behoorlijk af. Wanneer ik iets vertel gebeurt het nogal eens, dat ik niet op de meest eenvoudige woorden kan komen. Ik wil nu, voor
jullie lezers, gaan opsommen, op welke woorden en namen ik allemaal niet kon komen vandaag. Maar natuurlijk heb ik dat nu
niet paraat. Heel misschien, als ik een kleine pauze inlas, dat het me lukt, zo’n
opsomming. Oké, ik pauzeer even.
Het is inmiddels een half
uurtje later en ik heb een onvolledige opsomming van waar ik niet op kon komen:
Decoupeerzaag,
snookeren, chorizo, tortilla, Robin van Persie, Theo Maassen, wifi, bohrwater,
mise en scene, frenoloog, Simone
de Beauvoir, joint, barricade (het spel), Ole Madsen, meccanodoos, verzaken en vuile was (met klaverjassen), brevier, toque.
Maar het is niet alleen, dat ik wòòrden vergeet.
Ik laat op zaterdagochtend vroeg, als ik op mijn fietsje, de zware boodschappen
(melk, bier, spa rood en aardappelen) bij Dirk van der Broek ga doen, mijn
sleutelbos in mijn bergingsdeur zitten. De gemeenschappelijke deur naar die bergingen
heb ik achter me dichtgetrokken. Ik ben al bijna bij de supermarkt. Controleer
nog even of ik het muntje voor zo’n boodschappenkarretje bij me heb. Dat zit altijd
aan mijn sleutelbos. Maar … die sleutelbos zit dus niet in mijn jaszak maar in
de bergingsdeur, realiseer ik me dan. De adrenaline knalt gelijk door mijn lijf,
want er komt nogal wat crimineel tuig in die bergingengang. Als dat gajus mijn sleutelbos
te pakken krijgt, met de sleutel van onze voordeur er aan, dan vrees ik voor
onze eigendommen. Het zweet gutst over mijn lijf, terwijl ik overhaast naar
huis terug fiets. Ik bedenk me bij wie ik op dit vroege tijdstip (kwart over
acht ‘s ochtends) kan aanbellen om die
deur voor me te openen. De Kroaat vertrouw ik volledig. Hij doet helaas niet open. Hij
slaapt op zware slaapmiddelen, hoort de bel niet. Wie dan, in godsnaam?
De Servische familie Satanovic kan ik vragen, hoewel ik een vreselijke rothekel
heb aan Serviërs, vanwege hun genocide op de Bosniërs zo rond 1995. Op
mijn verjaardag 13 juli 1995, zijn duizenden Bosnische mannen jongens afgeslacht door Sadistische
Servische (SS) militairen. Vergeet ik nooit. Maar ik moet stoppen met
generaliserend schrijven over Serviërs. Want mijn Servische buurvrouw Irina is een
schattebout. Ze is, zo vroeg op de zaterdag, kaarwakker en doet die
bergingsdeur liefdevol voor me open. Daar zien we het bewijs van de mij angst aanjagende aftakeling
hangen in mijn bergingsdeur: de sleutelbos. Een geluk bij een ongeluk. Hartstikke
bedankt Irina!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten