zaterdag 19 augustus 2023

Dammen.

 Normaal gesproken dammen we op de woensdagmiddag, Peter en ik. Dan eens bij hem, dan eens bij mij thuis. Vandaag zouden we bij mij spelen maar het is zalig weer. We kunnen beter samen een eindje fietsen. Wat fruit en drinken mee. Dat lijkt me prima. Ook de damspullengaan mee. Misschien kunnen we op een schaduwrijkplekje een potje dammen. (Dammen doe je in ‘potjes’).

Tegen de middag belt Peter. Meestal krijgen zijn vissen de schuld als hij geen zin heeft om te dammen.

‘ Jee, moet je eens luisteren, ik vind het veel te warm om bij jou binnen te gaan zitten schuiven. Laten we gewoon eens een keertje over slaan …  het is bovendien al weer veel te lang geleden dat ik het aquarium schoongemaakt heb. Sorry, Jee, volgende week gaan we weer dammen!

‘Peter,‘ zeg ik, ‘groot gelijk, … en dan vertel ik hem mijn idee voor deze middag. Hij is gelijk om.

‘Goed plan, ik ga gelijk wat spullen bij elkaar zoeken … neem jij je damspel mee?’

Over vissen geen woord meer.

‘Nee, neem jij je damspel maar mee, da’s steviger. Dan zien we elkaar bij jou om één uur.

‘Okido, Jee, vergeet je pet niet, met die kale knar van je, ha ha. Zonder gekheid, de zon is scherp , je kop is in een mum van tijd verbrand. Nou, tot één uur dan.’

Het is nog ruim voor één uur. Peter is druk aan het sleutelen aan zijn mountain bike. Nu eens zit hij op zijn knieën, dan weer op zijn hurken of loopt hij om zijn fiets heen. Het lijkt alsof die fiets jaren niet gebruikt is. Hij controleert banden, remmen, stuur, zadel en bel.

Naast zijn mountain bike, op de stoep, ligt allerlei ‘troep’ voor onderweg: een bidon, bandenplakspullen, eten, drinken en zijn fototoestel. Vóór Jee zich meldt zit alles in zijn fietstassen.

‘Prima idee van jou, echt top, Jee! Moet me alleen nog even omkleden. Tot zo..’

 

Niet veel later is Peter weer terug, gekleed in een veel te strak kanariegeel wielrenshirt (rugnummer 1) en dito wielrennersbroek; zo een met een zeemleren kruis. Verder behoort tot zijn outfit: een grijze helm, waar z’n kleine grijze paardenstaart eigenwijs onderuit wappert.

Jee kan zijn mond niet houden: ‘Kijk nou toch eens aan, uitslover die je d’r bent! Kan dat nou echt niet een tandje minder, Peter? We gaan toch zeker vanmiddag de Mont Ventoux niet bedwingen!’

Peter grinnikt om de woorden van Jee. Nu, zo naast Peter staand, voelt  Jee zich opeens wat onzeker met  zijn opoefiets, de kaki driekwartbroek en zijn grote, blote voeten in Jezussandalen.

‘Hé Peter, we kunnen toch net zo goed, hier op straat, in de schaduw een lekker potje dammen?

vrijdag 18 augustus 2023

RON EN LOES GETROUWD.

 

Donderdag 17 augustus trouwen mijn broer Ron en Loes. Ze kennen elkaar al twintig jaar. Loes had al lang willen trouwen maar Ron vraagt haar twee jaar terug pas: ’Zullen we nu toch maar eindelijk eens gaan trouwen, schat?’ zegt hij terwijl hij de keuken in komt lopen, waar Loes op het aanrecht en op haar hurken, de keukenramen zit te zemen.

Half vier is trouwen ze. Meer dan honderd familieleden vrienden en kennissen zijn gekomen. Het hele gebeuren vindt plaats in Breezze, een locatie in het dorpje Vierpolders bij Brielle.

Het wordt vandaag lekker weer, dus ik besluit die veertig kilometer te gaan fietsen. Ik ben al er al om twee uur. Anderhalf half uur te vroeg. Er is zijn nog geen bruiloftsgasten. Ik kan mijn tas met waardevolle spullen (enveloppe met inhoud, speech, leesbril) al bij Breezze binnenzetten. Ik krijg daar ook een Spaatje  Rood.

Ik wandel een uurtje in de groene omgeving en langs de Brielse Maas. Samen met Ron, Loes en de fotograaf kom ik terug bij Breezze. Ze hebben een fotoreportage gemaakt. Loes draagt een fraaie witte (echte) trouwjurk, met machtig décolleté. Mijn broer heeft een fraai trouwpak. Kennelijk heeft hij tussen de aanschaf van dat pak en vandaag, iets te veel gedronken en/of gegeten want het jasje had niet helemaal meer de juiste pasvorm.

Zo warm als het weer in de ochtend was, zo kil wordt het in de middag. De weinig verhullende kleding van vele opvallend mooie dames moet gecompenseerd worden met dekentjes om te veel afkoelen te voorkomen. Het huwelijk tussen Ron en Loes wordt op informele wijze voltrokken op een schiereilandje, dat ligt op het terrein van Breezze. De dag is helemaal top. Heerlijk eten, snoepen en drinken.

Het is nog steeds kil als  het muzikale deel  van de avond begint.  Maar nu kan iedereen zich warm dansen, zingen en springen op de technobeats van de dejays.  De hoofdrol van dit swinggedeelte is weggelegd voor mijn jongste broer Marco, de downie, ster en ‘troeteldier’ van de avond. Ik vind het nogal bedenkelijk, dat juist hij hier die rol kan spelen. Persoonlijk had ik liever Loes en Ron die hoofdrol gezien.

Voor mij dreigt de avond op een zeperd uit te lopen, omdat het is gaan regenen. Veertig kilometer ’s nachts fietsen in de regen, zonder regenkleding  is rampzalig. Gelukkig biedt mijn broer John aan om mijn fiets en mij met zijn auto thuis te brengen. Niet zo rampzalig maar wel jammer is dat de speech  die ik heb voorbereid in de feestvreugde in de vergetelheid is geraakt. Na dit stukje schrijf ik nog wat zinnen uit mijn speech op.

Ron en Loes: het was een geweldige dag. Bedankt hiervoor en veel geluk ‘for now and ever’.

 

 

 

 

Een paar zinnen uit mijn ‘speech’:

Zelf heb ik twee kinderen,  veertigers zijn dat al. Ook jullie hebben al grote kinderen, hè? … ik vroeg hen of ze d’r nog  een leuk broertje of zusje bij wilden hebben?  Nou en of! Super enthousiast zijn ze … en …. hoe denken jullie daar zelf over … want op zich is het voor Ron totaal geen probleem, zelfs al wordt hij honderd maar Loes is pas 45 …. helemaal geen probleem voor haar toch? ……… maar wat ook kan: adoptie van een lief klein Chinesie… nietwaar, Ron?.

Kijk ze daar staan: het echtpaar Mastwijk – Jansen! Jaren geleden hebben jullie elkaar gevonden. Hoeveel jaar? 20 jaar geleden? Jullie hebben elkaar niet gezocht maar gevonden. Dat is het grote geheim van superstellen: die zoeken niet  maar vinden.

Ron en Loes: Luister goed naar mijn advies : als er eens slaande ruzie dreigt tussen jullie begin dan allebei met het uittrekken van je kleren en gaat naakt worstelen, dan komt het gegarandeerd snel helemaal in orde , geloof mij nou?! 

Zo, Loes wat was jij blij!  Zóhéél blij. Kennen jullie facebook? Ik ben op facebook, Loes ook. Ik heb nog nóóit, nog nóóit, iemand op facebook zo waanzinnig zien stralen als  Loes, nadat Ron haar ten huwelijk had gevraagd. Het is net, nee, eerlijk,  het is net of ze voor het eerst sinds hele lange tijd  weer es lekker……. Oh, neen, sorry hoor Ron, daar mocht ik het niet over hebben. Die knip ik er uit.

O, helemaal vergeten: ’Loes en Ron: wat zien jullie er prachtig uit …. Loes: Je bent In één woord betoverend! En …. houd dat heerlijke gevoel vast, want besef, dat je ná vandaag nóóit meer in een trouwjurk hoeft te passen. Ik hoorde van ons broer John, dat jullie bij hem Hilversum geslaagd zijn voor jullie trouwpakkies …. John,die is daar filiaalchef bij dat grote tweedehands warenhuis ….. daar ken je goed slagen, hoor. Kijk maar es naar mij:… eh … hoe vinden jullie dat ik er bij loop? ….Piekfijn,hè?  Ja, ik moet ook op de kleintjes letten… tussen twee haakjes: ik hoop dat Ron en Loes heel veel huwelijkscadeaus krijgt van jullie allemaal, dan merken ze niet dat dat van mij er niet bij zit.

Kijk Loes nou eens: wat een leuke meid is ze toch! Leuke verschijning, toffe jurk, gedurfd haar … prachtig die look …. zeg eens eerlijk Loes:…..’zelf geknipt?’ 

Toen Ron nog een baby’tje was  dachten we dat er iets niet in orde was met hem, omdat ie in zijn wiegje zo raar lag te spartelen, later bleek dat hij tóén al met die balletjes in zijn bedje aan het oefenen was op de:

 ‘v-beweging,

het balletje onder je voet terughalen en de andere kant op dribbelen,

de bal achter zijn standbeen terughalen,

de kapbeweging met binnen- en buitenkant voet,

de overstap en

de Cruijffbeweging. 

Wie verwacht dat nou van een zuigelingetje?

Ron is de Ronaldo van de Mastwijk-Brothers geworden. Zelfs met blaasfoebele is hij veruit de beste.

Nog een dingetje wil ik van je weten Loes: wat vind jij nou het op één na leukste van je kersverse mannetje… jahaa….het op één na leukste: ‘hij is een leuke opa’ …  okee een leuke opa is tie…… tsja, ik mocht Loes niet vragen naar het àllerleukste van Ron. Das mijn geheim, zei ze. Nou, dan weet ik wel genoeg.

Tot slot geacht bruidspaar: van harte: jullie hebben allebei  iemand gevonden, die je voor de rest van je leven zal irriteren.

woensdag 16 augustus 2023

RIJDEN OP DE MARKT.

 Gelukkig is het vandaag niet zo druk op de markt. Meestal is het hoe warmer hoe drukker. Ik schrijf ‘gelukkig’ omdat het er weer wemelt van de voertuigen en hulpmiddelen op wieltjes en als het dan mooi weer is,  is er voor de normale marktklant zowat geen plaats meer.

Het is nooit leuk als mensen van een scootmobiel gebruik moeten maken. Wat ik echter bespottelijk vind, is dat ze zich tussen de andere marktklanten inwringen en zonder blikken of blozen tegen hielen botsen en over tenen rijden. De scootmobiel, vind ik, zou op de markt verboden moeten worden.

Ook rollators zijn zo’n bron van ergernis. Van een scootmobilist kan ik me nog voorstellen dat ie per ongeluk tegen enkels aan botst. Marktgangers met een rollator zetten hun ‘steuntje’ vaak als wapen in, in de strijd om de koopwaar: niks zeggen en stevig met de rollator duwen. Sta de rollator op de markt uitsluitend toe in de daluren ‘s ochtends en  ‘s middags.

Het zou overdreven zijn om de rollator gelijk helemáál uit de markt te verbannen.

Geconstateerd is , dat een aanmerkelijk deel van de rollatoreadors, ongebruikelijk veel ruimte in beslag neemt. Eigenlijk mag dat geen reden zijn om die groep als geheel van de markt uit te sluiten. Eigenlijk niet ….

Kinderwagens horen ook thuis in de categorie rollator. O, sorry, tegenwoordig worden  kinderwagens, maxi cosi’s genoemd. Die maxi cosi voor één kindje veroorzaakt qua ruimte een vergelijkbare irritatie-overlast als de  rollator. Deze zou dus uitsluitend op daluren de markt op mogen. De dubbele maxi cosi’s voor tweelingen zijn ook erg , als verzachtende omstandigheid geldt dat ze ook vaak, een baby en een kleuter bevatten, geduwd door ongehuwde moeders of moeders met mannen, die niet op de kinderen  willen passen.

Trouwens (en dit helemaal terzijde): er worden de laatste jaren veel tweelingen geboren,  vooral allochtone tweelingen… rijzen de pan uit, …. ik heb eens gelezen: ‘de tweeling’ is een degeneratieverschijnsel’ …  ‘t schijnt iets te maken te hebben met incest: met name huwelijken tussen neven en nichten.)

Boodschappenwagens op kleine wielen bezorgen nauwelijks overlast. De marktklant trekt het met één arm achter zich aan. Ze zijn duidelijk zichtbaar.

Ronduit onbeschoft vind ik de steeds vaker voorkomende, arrogante rotgewoonte van voornamelijk jonge mensen,  studentikoze types vaak, om, met hun fiets aan de hand, laadbak voorop, grote fietstassen achterop, de drukbezochte markt op te lopen … van vroeg tot laat  lopen ze te shoppen  met hun fietsen; van aftandse roestige brikken tot gloednieuwe hybrides. Met de ùìtstekende fietssturen botsen ze tegen ruggen, armen en borsten aan van kopers op de markt. Van deze aso-categorie marktbezoekers moet meteen de fiets geconfisqueerd worden.

Vanmiddag liep er, op de markt, zo’n aso tegen me aan met als resultaat een gekneusde rib.

dinsdag 15 augustus 2023

MEELOPERTJE.

 Ik ken Jan van het gymnasium. Jaren zestig. De triomfdagen van Stones en Beatles. Van Feijenoord ook. Een stille jongen. Bleek, mager. Grote bril, klein koppie, achterovergekamd,  vet  haar met slagen … neen,  niet bepaald moeders mooiste.

Hij komt bij ons in de tweede … een middelmatige leerling … goed in economie. Hij blokkeert als hij een mondelinge beurt krijgt ….  zijn hoofd wordt zo rood als een kreeft.

Het duurt even voordat hij aansluiting krijgt bij ons; jongens van klas: 2B. Hij laat zijn haar groeien en doet zijn bril af, zo lijkt hij op Keith Richards van de Stones. Echt geaccepteerd wordt hij door het groepje Stonesfans niet maar als hij het bevel van de schooldirecteur negeert om naar de kapper te gaan en in nette kleren naar school te komen, stijgt zijn populariteit wat. Maar … echt een prominent lid van die groep wordt hij nooit. Eens een meelopertje; altijd een meelopertje.

Zijn sport is voetbal … héél goed zijn we geen van allen, ook Jan niet. In de loop van de derde komt een stel Feyenoordfans op het idee om bij thuiswedstrijden van Feyenoord naar de Kuip te gaan.  Het is de tijd waarin Coen Moulijn als dertiger excelleert, al noemen wij hem toen al ‘liefkozend ‘die ouwe lul. Jan is er altijd; maar ook hier heeft hij nooit het hoogste woord, zelfs juichen bij een doelpunt doet hij ingetogen ….hij lacht …  steekt een vuist omhoog: ‘yeah!’

Ik ben een keer bij hem thuis geweest. Veel broertjes en zusjes heeft ie … zes tel ik er al … later komt er nog meer. Jan is daar de oudste. Wat me is bijgebleven is dat armoedige meubilair en die versleten vloerbedekking. Ook die penetrante zeiklucht ...geen huisdier te zien  …. van die broertjes dus.

Onze economiedocent wil eens bewijzen dat arbeiderskinderen het gymnasium nooit halen. Hij doet bij ons in de klas een onderzoekje naar het beroep van de vaders. Hij krijgt gelijk, want er zit bij ons géén arbeiderskind in de klas.

Mijn vader zit in de directie van C&A Nederland. Maar ik weet zeker, dat Jan zijn vader in een fabriek werkt, ….. gezien het armoedige zooitje daar thuis. Maar Jan antwoordt doodleuk dat zijn vader onderdirecteur is bij Bolletje … van die beschuit. Hij schaamt zich er volgens mij voor dat zijn vader arbeider is.

Dat is dàn …. later pas komt trots … trots, op een vader,  die hem laat doorleren, terwijl het thuis armoe troef is. Later, kort na het eindexamen, verklapt Jan me dat zijn vader al jaren rollen eierbeschuit in dozen verpakt en naar het magazijn vervoert.

Na de middelbare school verlies ik hem uit het oog en dan, wie had dat ooit kunnen denken , dan  groeit  Jan, dat schuchtere meelopertje, uit tot een van de meest gelezen schrijvers van Nederland. Leuk hem heel anders gekend te hebben en … eerlijk is eerlijk: Ik zou willen dat ik maar een heel klein beetje van zijn talent had.

        

maandag 14 augustus 2023

WAAR KOMT U VOOR? (2)

Ruud staat op en pakt zijn rollator. Ik schrik van hem: hij is zó dik geworden … achteraf had ik beter fruit mee kunnen nemen in plaats van stroopwafels … en wat loopt ie slecht, zeg ... ook achter die rollator waggelt hij. We gaan naar Ruud’s kamer. Zijn deur staat open. Vreemd.  Ik weet niet beter of hij sluit zijn kamer af, ook al gaat hij heel even weg.

Ik hang mijn doorweekte jas over een stoel en loop naar de badkamer om mijn haar wat te fatsoeneren.

‘Waar wil je zitten, Trees?’

Veel keus is er niet: het is òf op zijn bed òf in de makkelijke stoel  nààst zijn bed.

‘Kies jij maar, hoor, Ruud, jij moet er met je rollator goed bij kunnen.’

Hij gaat op zijn bed zitten.

Op het kozijn bij het grote raam, staat een vaas met een ‘bos’ verlepte gelig-witte kunstrozen; verder zie ik foto’s van zijn familie: zijn overleden vrouw Riek, zijn dochter Trees (51) en zijn twee kleinzonen.  Van zijn tweede dochter  Frederique (48) staat hier geen foto. Met haar mag hij geen contact meer hebben … er is iets niet goed gegaan in het verleden …  wat precies weet ik niet … zij woont nu in een zorgcentrum ergens in de provincie Utrecht.

Alleen Trees en ik komen af en toe bij hem op bezoek.

Ik heb kippenvel … zit met een natte bloes.

Op het ongebruikte keukenblok staat Ruud zijn trots en glorie: zijn pick-up, met twee koffers langspeelplaten … en zijn bandrecorder. Hij is dol op muziek, vooral Nederlandstalig, uit de vijftiger en zestiger jaren. Ik heb Ruud leren kennen in een koor. Samen zingen we als duo op partys. We hebben succes met liedjes als ‘Marina’ en ‘Mexico’

‘Luister je nog wel eens naar je muziek,? vraag ik Ruud.

‘Neen, nog niet … ’

Héél moeizaam komt hij overeind: ’plassen.’ Hij waggelt naar de badkamer annex toilet. De deur van de badkamer laat hij open staan. Hij laat een enorme scheet, gevolgd door het geluid van een drol, die in het wc-water plonst …. een duidelijk geval van decorumverlies.

‘Sorry hoor’, roept Ruud, ‘ik kom zo …mijn kont even afvegen.’

Of ik wat wil drinken.

‘Wat heb je?’

Hij schenkt sinas in een aangekoekt glas en legt een stroopwafel op het morsige schoteltje ernaast. O god, zou Ruud zijn handen wel gewassen hebben. Ik heb er niet op gelet. ‘Dank je Ruud, die stroopwafel neem ik mee. Ik zit nog vol.’  

Hij zakt een beetje weg … dan veert hij op:

‘Hoe oud ben je eigenlijk.

‘Eenenzeventig’.

‘O ja? Zo oud alweer? … ik ben moe, Trees … moet gaan liggen. Ga maar weg  … Ik roep de zuster wel om je  uit te laten.

De stroopwafel prop ik in mijn tas. Van het kopje sinas blijf ik wijselijk af.

De zuster wacht in de deuropening.

‘Dag Ruud, tot zaterdag,’ zeg ik.

De zuster loopt met me mee.

Godzijdank is het droog.

       

zondag 13 augustus 2023

WAAR KOMT U VOOR?

Van mijn huis is het een kwartiertje lopen. Nog geen vijf minuten ben ik onderweg als het alweer begint te stortregenen. Lekkere augustus dit jaar. Geen paraplu bij me. Jas niet waterdicht. Als een verzopen kat kom ik aan bij ‘Huize Zorgelijk ‘. Mijn vriend Ruud zit daar. Vierentachtig is hij; bijna tien jaar ouder dan ik. Hij zit hier net. Ruud is al een tijdje aan het dementeren maar er is nu pas plek voor hem hier.  Het is zaterdag. Weekend dus. Dan zit er niemand bij de receptie. De toegangsdeur zit dicht. Ik moet aanbellen. Het blijft maar zeiken. Een mannenstem klinkt uit een luidsprekertje:

‘Jaaaa, waar komt u voor’ (‘waar’ , ‘waar’, ‘waar’,’ resoneert het in mijn hoofd …  ik kom gvd niet voor íéts … ik kom voor iemand!) ‘ik kom op bezoek bij Ruud Veenweg,’ zeg ik geïrriteerd.

‘Geduld alstublieft, mevrouw.’ 

Als na drie minuten nog steeds niet open gedaan is, bel ik nog eens.

‘Jaaaa, waar komt u voor?’

‘Ik heb vijf minuten geleden ook al gebeld  en de deur hier is nog steeds dicht ..en ik ben kleddernat ... ik kom voor Ruud Veenweg.’

‘Oh, neem me niet kwalijk mevrouw, er was hier net een bijna noodsituatie op de afdeling, één van de bewoners moest hals-over-kop naar de wc .. ‘

‘Meneer, ik  ben doorweekt, doe die deur open!’

‘ … daardoor was Ik u even helemaal vergeten.  Ik ga nu gelijk voor u open doen, hoor. Waar komt u ook alweer voor?’

‘Voor mijn buurman, Ruud Veenweg!’

‘Op welke kamer zit hij?’

‘Op de vijfde verdieping, kamer 56.

‘Ja, dat is correct, ik zie hem hier staan. U kunt nu naar binnenkomen, hoor mevrouw.’

Het is erg warm in de entreehal van het verpleeghuis.  Ik zie gelijk zowat niks meer door die beslagen brillenglazen.  Heb  ook niks om die wasem mee weg te poetsen.  Alles is nat. Op de tast begeef ik me naar de lift. Als ik op de vijfde ben, zie ik dat ik wederom moet bellen om op de afdeling van Ruud te komen … eigenlijk wel logisch, want hij zit op een gesloten afdeling.  Onder de bel is een briefje geplakt: ‘Het kan zijn dat u even moet wachten voordat er iemand komt om de deur te openen. Een momentje geduld alstublieft.’ Dit keer gaat het vlot. Een zuster doet open. ‘Ik kom op bezoek bij Ruud Veenweg,’ zeg ik maar gelijk uit mezelf.

‘Regent het nou zo?’ De zuster kijkt me verbaasd aan … maar zonder mijn antwoord af te wachten zegt ze: ‘Kijk eens, Ruud wie hier is …’ Ze is duidelijk blij voor hem.  Ruud zit aan een grote tafel samen met een paar medebewoners Lingo te kijken. Ruud kijkt om en begroet me hartelijk: ’Hallo, Trees! Ik dacht dat je zaterdag pas zou komen.

‘Het ìs vandaag zaterdag Ruud.’

‘O ja? Wonderlijk, hè Trees, hier lijken alle dagen op elkaar.’

Tsja, Ruud, dat hoor ik wel vaker … Ik laat hem maar in de waan dat ik zijn dochter Trees ben.  

Hij is zich er niet meer van bewust dat ik zijn buurvrouw  Mieke ben.

zaterdag 12 augustus 2023

MONGOOLTJE.

 

Het regent deze ochtend pijpenstelen. Onwillekeurig schiet ik in de lach, als ik mijn buurvrouw Lia op rode laarzen, in haar lange rode regenjas, de capuchon al op, zie staan hannesen met haar kapotte eveneens rode paraplu. Net als ik móét ze  er blijkbaar ècht even uit.

‘Je lacht me toch niet uit, hè?’ vraagt ze.

Een beetje wel eigenlijk. Ik moet lachen, omdat ze er nu net zo uitziet als het mongoolse vrouwtje, dat ik, op weg naar de gym, vaak tegenkom. Uitsluitend qua kleding bedoel ik dan hè, ook altijd alles in het rood … want verder is Lia knap en slim.

Het mongooltje, dat ik bedoel is ongeveer veertig jaar. Samen met haar hoog bejaarde moeder is ze op weg  naar de dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten hier in de buurt.

Vrijwel altijd zijn ze samen en hebben ze mot met elkaar. Moeder kan het niet gauw goed doen. Met haar lage stem werpt ze haar moeder voor mij onverstaanbare verwijten naar het hoofd. Soms loopt ze, met een gezicht als een oorwurm, haar moeder stampvoetend een paar passen  vooruit. Een andere keer loopt ze juist weer tergend langzaam een paar passen achter moeder aan. Zo dwingt ze moeder achterom te kijken en óók haar pas in te houden.

Een heel enkele keer gaat ze alleen. Ook dan heeft ze die boze uitstraling, die  waarschijnlijk gewoon bij haar hoort. Met grote stappen loopt ze me tegemoet; zonder op of om te kijken vervolgt ze haar weg.

Ik heb wel eens medelijden met die oude vrouw, die het nooit goed doet in de ogen van haar dochter. Wanhoop straalt uit moeders ogen. Het valt niet mee als je een end in de tachtig bent en je zit opgescheept met zo’n recalcitrante dochter.

Mijn jongste broer M. is ook een mongool. Drieënvijftig is hij nu. Mijn moeder is negenendertig als ze van hem bevalt.  M. is diametraal het tegenovergestelde van die nukkige dame, die ik hiervoor beschreef. M. is erg rustig, vriendelijk en meegaand.  Wat dat betreft is het natuurlijk net zo als bij ‘normale’ mensen: elke mongooltje is weer anders.

Hoewel mijn broer M. dus allesbehalve een moeilijk persoon is, heeft mijn moeder er verstandig aan gedaan om hem, toen hij nog jong was, uit huis te plaatsen. Naar een begeleide woonvorm.  Het viel haar toen beslist niet mee om dat besluit te nemen. Ze heeft er menig traantje om gelaten. Maar de beslissing was een goede. Een verstandelijk gehandicapte in huis, blijft tot in lengte van dagen een zware zorg. Dat geldt ook voor M. ook al is hij nog zo rustig en vriendelijk.

Mijn moeder heeft zodoende een redelijk rustige ‘oude dag’ gehad en M. heeft het in zijn eigen huisje met zijn begeleiders en andere gelijkgestemde bewoners  ogenschijnlijk goed naar zijn zin … zowel voor mijn moeder als voor M. was het altijd een klein feestje als ze elkaar weer zagen bij hem of bij haar thuis … of op een verjaardag … want dán was het dubbel feest.