vrijdag 15 november 2019

BUURT


Ik heb er een hekel aan om hier te wonen. Ik woon in Prinsenland. Nauwelijks winkels, nauwelijks   mensen op straat. ’s Avonds is het uitgestorven, als je niet bang was dan zou je het vanzelf wel worden. Wat er in overvloed is , is saai gras. En o ja tamelijk veel kinderen zijn er ’s ochtends bij de school in mijn straat. Voor half negen moeten ze binnen zijn. Dan om tien uur met het speelkwartier zijn ze allemaal weer buiten en maken ze de grootste klere herrie die je ooit gehoord hebt; kinderen schreeuwen tegenwoordig veel harder dan vroeger. Schreeuwen is niet het juiste woord voor wat de meiden op het schoolplein doen. Die meiden gillen hun eigen kelen en mijn oren verrot. Van 12 tot half één is het weer hetzelfde liedje (pauze) en om half drie is de school al uit. Dan is het weer muisstil in de straat. Er is nauwelijks verkeer in mijn straat. Alleen de apotheekbezorgdienst komt medicijnen brengen voor de vele zieken en zieligen in de enige flat die mijn straat rijk is. Ook zie ik vaak auto’s van maaltijdenservice; veel van mijn medebewoners kunnen ook al niet meer koken.
Ik ben hier gaan wonen uit nood. Mijn ex-vrouw wilde van me scheiden en ik moest dus snel een ander huis zien te krijgen. Ik woonde toen in de leukste buurt van R otterdam: het Oude Noorden.
Leuke straatjes, leuke winkeltjes, leuke mensen leuke kroegjes allemaal leuk. Vooral de Rotte, de leukste rivier van Rotterdam. Maar ja mijn vrouw was niet meer gelukkig met mij dus moest ik wel een ander huis gaan zoeken. Met pijn in mijn hart. Heel veel pijn. Eerst ben ik even bij een vriend gaan wonen die mij gastvrij onderdak bood dat duurde ongeveer 2 maanden en ik ondertussen maar naar huizen zoeken in het Oude Noorden en in Crooswijk (ook wel een leuke wijk)maar overal was ik nummer honderd of meer op de lijst. Tenslotte na een paar maanden kwam het aanbod van het huis waar ik nu woon. Ik heb al geschreven wat ik daarvan vind.
Het Oude Noorden vond ik de leukste buurt maar een goede tweede vind ik Spangen, waar ik als kind heb gewoond. Al mijn vriendjes woonden in de buurt, de winkels waren in de buurt, de school was in de buurt, de kerk, waar ik toe nog naar toe ging was in de buurt. Die vriendjes waren: René, Arie, Nico, Tom, Paul, Anton, Sjaak, André, Berend, Kees en zo kan ik wel doorgaan, Ik deed van alles met die jongens maar vooral voetballen en honkballen, want daar was ik zelf ook goed in. Leuk in Spangen was dat alle winkeltjes dicht in de buurt van mijn huis waren: Gerrit, de groenteboer, Hennie de kapper, Theo de Waal, de kruidenier, de Hefbrug ook een kruidenier, Bram Appel, de slager, hij was ook paardenslager, Peet Sondag, de schoenmaker. De dokter en de apotheek waren ook heel dichtbij.
Maar in de buurt waar ik nu woon is alles heel  ver weg, zo ver weg dat je nooit zin hebt om daar heen te gaan.

woensdag 13 november 2019

BEZEMSTEEL


 Ik ben in Spangen geboren. In de van Lennepstraat. Ik woonde met mijn vader, moeder, en zusjes op de tweede en derde verdieping. Op de derde werd geslapen en op de tweede werd gewoond en gespeeld. De buren die naast ons woonden waren heel aardig….daar mochten we naar de televisie kijken en van hun kregen we met ‘oud en nieuw’ oliebollen en appelflappen. Maar de buren die beneden ons woonden waren etters. Wij, kinderen, mochten niet eens normaal spelen, als we maar een klein beetje geluid maakten dan gingen ze met iets, waarschijnlijk een bezemsteel tegen hun plafond staan bonken zodat wij ons daarvan rotschrokken. In eerste instantie hadden wij niet eens in de gaten dat de buurvrouw of buurman dat deed. Maar mijn moeder wel. Die zei gelijk tegen ons: ‘oh dat is de buurvrouw die vindt dat jullie teveel lawaai maken en daarom gaat zij ook lawaai staan maken met haar bezem. Gaan jullie maar gewoon door met lekker spelen, laat de buurvrouw, die grijze duif noemde mijn moeder haar,  er maar aan wennen dat er jonge kinderen boven haar wonen.‘ Maar wij, kinderen waren toch wel bang geworden van die bonkende buurvrouw. Ik dacht misschien komt ze straks wel met die bezem de trap op om ons te slaan. Het was een vervelend mens want ze bleef bezig, om het minste of geringste. En mijn moeder bleef zeggen: ‘trek je er niets van aan en speel gewoon door.’ Maar opeens werd mijn moeder heel erg  boos en ze ging naar beneden. Ze ging de grijze duif te lijf met haar blote handen. Ze was woest. Ze bonsde op de deur zo hard ze kon. ’Doe open en gauw.’ ‘Wie bent u dan?’ vroeg de grijze duif met een bang stemmetje. ‘Ik ben de boze buurvrouw van de lawaai makende kindertjes, ik moet nu even met u praten.’ Heel aarzelend deed de grijze duif de deur open. Mijn moeder zei dat ze toen de deur een zet gaf en dat de buurvrouw bijna omviel. ‘Moet u nu eens goed luisteren: ik heb boven een stel kinderen, vier om precies te zijn en die kan ik niet vastbinden, die moeten spelen en dat maakt wel eens wat lawaai.  Ik let er zelf heel goed op dat dat lawaai dat ze maken niet te gek wordt. Want ik kan me voorstellen dat dat teveel voor u zou worden. Maar nogmaals Ik let er goed op dat het niet uit de hand loopt. Daarom zeg ik u op te houden met om de haverklap met uw bezem tegen uw plafond aan te slaan en als u vindt dat het echt te veel wordt kom dan even naar boven , naar mij toe dan kan ik kijken of het terecht is wat u zegt. Mijn moeder zei dat tijdens dat gesprekje ook de doffer, de man van grijze duif, schuchter zijn hoofd om de deur stak. Hij maakt een gebaar naar mijn moeder waaruit zij af kon leiden dat de grijze duif niet helemaal spoorde.

maandag 11 november 2019

BIOS


Omdat mijn vriendin die zaterdagmiddag op bezoek ging bij een zieke vriendin van haar en ik verder niks bijzonders te doen had, besloot ik naar de bioscoop te gaan, alleen.  Ik koos de film ‘Once upon a time in Hollywood’ die draaide in de sfeervolle bioscoop Cinerama. Omdat mijn geheugen niet meer zo goed is als het geweest is kan ik er weinig  meer over vertellen dan dat Quentin Tarantino de regisseur en hoofdrolspeler was en dat de film zwart-wit beelden met geweld afwisselde met kleurenbeelden met geweld. De kleurenbeelden met geweld waren  doorgaans wat heftiger dan de zwart-wit beelden met geweld. Wat ik ok nog weet dat is dat de film heel lang duurde wel twee uur en een kwartier.  Het was een soort geschiedenisje van Hollywood. Met in de zwartwit- beelden cowboyfilmfragmenten en in de kleurenfilmbeelden breed-uitgemeten de gewelddadige moorden in een soort Sharon Tate stijl. Heel gewelddadig. Een dame met rood haar werd met haar gezicht tegen een tafel aan geslagen, zo helemaal plat, zodat haar neus brak en haar tanden afbraken en op den duur haar gezicht helemaal plat en bebloed was. Meer kan ik me van die film echt niet herinneren  en mocht ik me nog wat herinneren voordat dit stukje af is dan zal ik het nog even vlug vermelden.  Wat ik nog wel kan zeggen is dat dit absoluut geen film voor mijn vriendin was geweest, want zij houdt niet van geweldfilms. Als er geweld in een film is dan doet ze haar handen voor haar gezicht EN ze doet haar ogen ook nog dicht. Mijn vriendin houdt meer van romkoms (romantische komedies); later zal ik misschien nog wel een grappig stukje schrijven over romkoms en waarom ik daar geen klote aan vind (onder andere omdat het vaak vol zit met flauwe grappen rondom een zoetsappige romance).
Het was voor het eerst sinds jaren dat ik weer eens op een zaterdagmiddag in de bioscoop zat. Meestal ga ik met mijn vriendin op woensdag- of donderdagmiddag. En dan zitten we in de allergrootste bioscoopzaal met in totaal 4 of 5 mensen waar er misschien wel 100 in zouden kunnen.  Mijn verwachting voor de zaterdagmiddag was dan ook hoog gespannen : in de zaal waar er misschien wel 100 in konden zaten er welgeteld 10 mensen te kijken naar Once upon a time in Hollywood.   
O, ik herinner me weer wat: De hoofdrol werd gespeeld door een duo dat duo bestond uit de werkelijke hoofdrolspeler (Tarantino)en zijn ‘stand in’ en die gingen heel gezellig met elkaar om in die film. Misschien kwam dat wel omdat die ‘stand in man’ nooit echt in de plaats van de hoofdrolspeler iets hoefde te doen. Over de vrouwelijke hoofdrolspelers kan ik helaas weinig  vertellen omdat zij een vrij ondergeschikte rol in het geheel speelden.  Nu opeens herinner ik me dat er een zeer jeugdige actrice probeerde de ‘stand in’ te verleiden (in zijn auto) maar daar trapte die ’stand in’ niet in……hij wilde niet voor seks met een heel erg minderjarige dame in de cel belanden. Meer weet ik me niet te herinneren over dames in deze film.

vrijdag 8 november 2019

SPOTIFY


Ik krijg op mijn pc zomaar een gratis versie van Spotify. Weliswaar met reclame maar toch. Ik heb jaren geleden ooit wel eens premium gehad, de versie zonder reclame. Maar tot nu toe heb ik nog geen reclame gehoord en ik doe nu ongeveer 10 minuten Spotify. Ik heb me de laatste tijd niet zo met muziek bezig gehouden. Des te tekenender is het welke muziek ik dan uitkies om even lekker naar te luisteren onder het tikken van stukje.  Het eerste muziekstuk dat ik koos was van de band van Mark Knopfler: Dire straights; de titel van de song is ‘the tunnel of love’. Op dit moment zingt Bob Dylan ‘Blowing in the Wind. …en ja hoor daar is de eerste reclame al: ’mag je in je neus peuteren op de wc?’ Geen idee waar dat reclame voor maakt; er wordt geen enkel product in genoemd….hoewel het product dat genoemd wordt is Spotify, dat je zo heerlijk ongedwongen naar Spotify kunt luisteren terwijl je  op de wc zit en in je neus zit te peuteren.
De tweede artiest die ik welbewust uitkoos was Cliff Richard. Ik koos zijn nummer ‘Lucky Lips’. Het nummer dat mijn vriendin en ik tijdens onze heftige verliefdheidsfase veel beluisterd en gezongen hebben…… en sindsdien hoor ik hits van Bob Dylan. Nu bijvoorbeeld ’A hard rain is gonna fall’. Ik ben eigenlijk een fan van de Rolling Stones….ze traden onlangs nog op in Cuba als de eerste superrockband; ontelbaar veel mensen (meer dan honderdduizend) hebben dat optreden gezien. De allereerste plaat die ik kocht was ‘The last time’ van Stones. Ik ga hem gelijk even opzoeken op Spotifify. Dan moet ik wel eerst Bob Dylan ( it’s a hard rain’) afzetten. Ik ga mijn eerste elpee even opzoeken.
This could be the last time, oh no, het zingen van Mick Jagger, en de verdere muzikale ondersteuning van de gitaristen Brian Jones, Bill Wyman en Keith Richard en Charly Watts aan de drums: May be the last time.. I told you once and I told you twice ’This could be the last time ohno  oh no Onononono ononononono Baby the last time.
Weer een reclame: Spotify maakt elke week een playlist en als je er een heel leuk nummer tussen vindt staan dan kan je op een hartje drukken en dan krijg je dat nummer gelijk te horen. Nu hoor ik een nummer dat ik absoluut niet wil horen  dat zet ik maar gauw uit; het is ‘for your love’. Ik ga gauw een nummer zoeken van de Stones, die zijn bijna allemaal goed, deze zeker, ik ga weer eens luisteren naar ‘Satisfaction’: Tatatatatatatattttatattattta Nu komt plotseling ineens ‘a fool tot cry’ van de Stones langs ook de moeite waard om naar de luisteren. It makes me wonder why, you’re a fool to cry daddy you’re a fool to cry and it makes me wonder why oe oeoeoeoeoeoe daddy you’re a fool to cry. Maar nu is het de hoogste tijd voor Satisfaction,
I can get no satisfaction and I try , and I try, a man called on the radio, hey, hey hey that’s what I say
He can’t be a man cause he doesn’t smoke the same sigarettes like me. And I try, and I tra, I can get no satisfaction.

maandag 4 november 2019

STONED


Ik was 19 jaar en logeerde in 1970 bij mijn tante Ellie toen ik voor het eerst experimenteerde met hash. Tante Ellie woonde in Hilversum, zij was een vrouw alleen, gescheiden maar zij had wel twee kinderen: Robbie en Alice. Ik logeerde bij mijn tante omdat ik in Utrecht studeerde en er in die stad geen behoorlijke kamers te huur waren. Mijn vriend Jan, die net als ik in Rotterdam woonde, kwam een weekendje naar Hilversum. We hadden het niet eens afgesproken maar toen we onze eerste wandeling door Hilversum maakten kwam er een gozer naar ons toe die ons bij verrassing een plastic zakje liet zien en vroeg of wij dat wilden kopen. Jan wist precies wat het was …..hash …. Libanon. …..en vroeg meteen hoeveel hij er voor wilde hebben. Tien gulden moest hij ervoor hebben voor dat kleine zakkie….ik weet niet eens meer hoeveel gram er in zat. Jan vertelde dat hij al eens meer geblowd had en dat hij daar stoned van geworden was. Stoned zijn wil zeggen dat je een apart  gevoel in je hoofd krijgt, meestal word je er blij van maar soms ook wel verdrietig….Jan werd er vaak ook geil van …….. niet echt wild maar heel bedaard geil. Hij zei dat hij dat wel bijzonder lekker vond. Ik had nog geen enkele ervaring met ‘wiet’, zo werd hash ook wel genoemd.
Jan en ik spraken af om boven, op mijn kamertje bij tante Ellie, een paar joints te gaan maken, daarvoor moesten we wel eerst een pakje vloeitjes gaan kopen. Jan en ik rookten al wel maar alleen sigaretten. Om joints te bouwen had jevloeitjes nodig en sigaretten tabak, dat laatste hadden we; eigenlijk kon je het beste van die grote vloei kopen dan hoefde je geen twee vloeitjes boven elkaar te bouwen.  
We hadden alle spullen bij elkaar gekocht en hadden twee joints gebouwd, we hadden afgesproken dat we  allebei een hele zouden oproken. Ik zat op mijn bed Jan zat op de stoel bij het bureau  …. Het duurde wel even voordat we iets merkten maar net toen we ons wat licht in ons hoofd begonnen te voelen stormde een briesende tante Ellie de slaapkamer in.
‘Dacht ik het niet, ik had het wel gedacht dat jullie met dat gore spul zouden bezig gaan maar ik pik het niet. Uitmaken allebei!!  Ik wil dit niet, die smerige lucht in mijn huis en dát in de buurt van die kleine kinderen van me; realiseer je je wel dat ze pas 7 en 9 zijn. Wat moet dat voor voorbeeld voor ze zijn. Neen, Tom, het valt me vies van je tegen, ik dacht nu je je vriend bij je hebt ga je gezellig naar de bioscoop of je gaat in het café op de hoek lekker biljarten, maar nee , de heren moeten zo nodig aan de hash…..weten jullie wel hoe slecht dat is voor die koppies van jullie. Maar ik weet het goed gemaakt: jullie mogen hier vanavond nog blijven maar morgen gaan jullie allebei weer richting Rotterdam. En Tom, ik zal je moeder bellen, ze zal zich wel doodschrikken.’  

donderdag 31 oktober 2019

AMBULANCE


Ik woon op ongeveer een kwartiertje lopen van een ziekenhuis, waar k zelf wel eens in gelegen heb voor een blaas-prostaat operatie…..en ook voor alle andere ziekenhuisdingen moet ik daar terecht zoals bijvoorbeeld bloed prikken, dermatologie, de slaappoli, de oogafdeling enz. Maar ik kom hierop omdat ik nu weer een ambulance hoor…..weer…. dat is al de zevende vandaag en het is pas half elf in de ochtend. Ambulances doen mij altijd denken aan mijn eigen ongeluk dat ik zelf met de grootste spoed naar het ziekenhuis moest worden gebracht.  En hoewel dat inmiddels tweeëntwintig jaar geleden is lopen nog steeds de koude rillingen me over mijn rug bij dat ambulancegeluid. Ik was toen in Frankrijk en stak een tweebaansautoweg met de fiets over. De fiets hing vol met boodschappen die ik zojuist gedaan had in de nabije super. Ik stak dus over en van links kwam er met hoge snelheid een auto aangereden  en hij reed tegen mij aan. Ik vloog een paar meter door de lucht en eindigde met mijn hoofd vlak voor een stoeprandje. Mijn fiets in de prak; mijn boodschappen tot moes maar dat wist ik toen allemaal nog niet want ik was enige seconden buiten westen. In Frankrijk worden slachtoffers van verkeersongevallen met de brandweerwagen naar het ziekenhuis gebracht, niet dus met een ziekenauto, ik moest dus ook in de brandweerauto en de sirene werd aangezet, die klonk razendhard binnen in  de brandweerwagen. Ik bleek uiteindelijk een schedelbasisfractuur, een gebroken rug en wat flinke schaafwonden te hebben opgelopen.
Ik mag eigenlijk wel zeggen dat ik op de verkeerde plaats woon met zo’n  schrik van ambulance-geluiden, door de associatie met het ongeluk in Frankrijk, en het geluid komt zeker 15 keer per dag langs.
De laatste tijd heb ik ook dat ik ga zitten of liggen fantaseren wat er aan de hand zou kunnen zijn. Nu zijn hier in de buurt nogal wat huizen van  ouderen en aangezien  die nogal kwetsbaar zijn  zal het in  de meeste gevallen wel iets  met een bejaarde zijn; misschien gevallen, misschien benauwd, misschien wel bijna dood. Ik zie, wanneer ik in de buurt rondloop heel vaak ziekenauto’s staan voor verpleeghuizen soms wel een paar tegelijk.
Er zijn hier ook veel scholen in de buurt van jongere tot oudere kinderen maar bij die schoolgebouwen zie ik nooit ambulances staan. Toevallig is er gisteren een meisje aangereden op een fiets, door een auto. Het is ook heel logisch dat dat gebeurde. Het is namelijk zo dat een vrij grote autoweg hier in de buurt opnieuw geasfalteerd wordt, Daar kan dus geen verkeer over….dat moet omgeleid worden……door een vrij smalle straat midden in een woonwijk. De straat is duidelijk niet geschikt voor twee autobanen en twee fietsbanen. Dat meisje dat gisteren aangereden werd was niet het eerste ik heb ze niet geteld allemaal maar het ware er zeker wel meer dan tien en steeds dezelfde situatie: de automobilist geeft de fietser te weinig ruimte en drukt haar of  van de weg af of tegen een geparkeerde auto aan, ja, ook dat nog. Dat laatste meisje van gisteren had een gebroken been, dat was duidelijk te zien. Daar kwam de ambulance al. Ik hield mijn oren dicht.

zaterdag 26 oktober 2019

BROODBELEG


Voor het eerst sinds lange tijd heb ik weer eens hagelslag gekocht; de Koninklijke van de Ruijter. Vorige  week zaterdag was het en ik heb er nu pas drie boterhammen mee op. Ik vind  het zo lekker dat ik er erg zuinig op ben. Een boterham met hagelslag is ook iets heel bijzonders. Het is een verse Alison-boterham met dik boter en daaroverheen dik hagelslag; vervolgens druk ik de hagelslag met een mes in de dikke laag boter en dan is het echt gedurende een minuut of 5 uitzonderlijk smullen.
Voordat ik de hagelslag kocht at ik natuurlijk ook wel brood met beleg maar dat was gewoon, wel smakelijk, maar gewoon. Als lunch nam ik altijd twee boterhammen; één met kaas en één met jam. Zo heb ik vier jaar geluncht. Oh nee, vier jaar gleden kocht ik mijn laatste pot  pindakaas. Ook een van mijn favoriete  boodbeleggen. Maar opeens terwijl ik met die laatste pot pindakaas bezig was kreeg ik er langzamerhand genoeg van. Ik deed de pindakaas eigenlijk net als met de hagelslag: met dik boter. Maar op een gegeven moment vond ik dat gekleef tegen mijn gehemelte en tegen de binnenkant van mijn wangen gaan irriteren en wat ik nooit zou hebben gedacht dat ik dat zou doe is dat ik een halve pot pindakaas in de vuilnisbak zou gooien.
Nu neem ik ter afwisseling van jam en kaas wel eens een eitje op brood. Soms een gebakken eitje dan weer eens een zacht of hard gekookt eitje. Het lekkerst vind ik eerlijk gezegd een gebakken eitje met een hele dooier. Het valt nog niet mee om een eitje te breken en een hele dooier over te houden. Maar als dat lukt ben ik erg blij. Ik schuif dan het gebakken ei uit de koekenpan op mijn boterham en eet het ei op met mes en vork. Ik eet dan eerst het gebakken eiwit op totdat alleen het rondje eigeel met het stukje brood eronder op mijn boterhammenbordje overgebleven is…….dan steek ik mijn vork onder het ’brood plus rondje eigeel’ en steek dat in zijn geheel  in mijn mond ….heerlijk.
Een gekookt eitje is ook niet te versmaden.  Ik kan dan kiezen uit een zacht gekookt of een hard gekookt eitje. Mijn voorkeur gaat uit naar een zacht gekookt eitje.  Dat koken van een ei gaat ook niet altijd zonder problemen.  Er hoeft maar het miniemste barstje in een ei  te komen of het kookt kapot; lees: het kookt geheel of half of kwart leeg. Dan maakt het niet uit of het ei hard of zacht gekookt wordt. Als alles met de eitjes goed gaat dan kook ik ze in drie minuten na het kookpunt  lekker zacht en in 5 minuten na het kookpunt lekker hard. Er is nog wel een kleine moeilijkheid met gekookte eieren, tenminste als je je hele boterham met ze wil beleggen: de schil moet er netjes afgehaald worden en som wil de schil niet vooral niet als je de eieren niet goed hebt afgekoeld. De eieren zijn hartstikke lekker  op brood vooral als je er nog een beetje zout over strooit.
Een boterham met geprakte aardbei en een beetje suiker  is ook lekker!!