Op deze warme dag herinner ik me zo af en toe iets van
vroeger, toen het ook zo warm was, weliswaar niet zo warm als nu, op 24 juli 2019,
maar toch warm. Mijn moeder had een ijstaart besteld voor een dag dat het 26
graden zou worden ... Een zondag was dat ... De ijstaart was voor na de andijvie
met draadjesvlees We hadden thuis nog geen koelkast. Ik heb het nu over de jaren vijftig, ik was 8 jaar, mijn
zusjes 6, 5 en 1.Nou ja, je kan wel raaien wat er met die ijstaart, zonder
ijskast gebeurde. Mijn moeder dacht slim te zijn en zette de taart in de
schaduw op het balkon. Daar moest ie twee uur staan het werd uiteindelijk een
grote gesmolten melkplas met aardbeien, die we daar aantroffen toen de andijvie met
draadjesvlees op was.
Als het boven de 25 graden was maar nog geen 30, werd mijn
vader, die van kinds af aan hoge temperaturen gewend was, hij was immers in Nederlands
Indië geboren, ook actief. Normaal nam hij me alleen mee naar
voetbalwedstrijden van Sparta maar met die hitte, nam hij me dan mee naar een
haventje om in te zwemmen. We waren dan altijd alleen met zijn tweeën en we
doken in het water en gooiden een balletje naar elkaar. Eén keer gebeurde
het dat er een politieauto stopte. De agenten wenkten mijn vader dat hij naar
hun toe moest komen. Die agenten vertrouwden het kennelijk niet, want later
moest ik zelf ook bij politieagenten komen en toen vroegen die agenten (en ze wezen
naar mijn vader) wie die man was en toen ik eenmaal gezegd had dat die man mijn
vader was, vonden ze het allemaal goed, die agenten, en mochten mijn vader en
ik weer gaan zwemmen.
Een heel nare herinnering was de dag dat ik (9 jaar) met
mijn twee zusjes (7 en 6 jaar) naar het Kralingse Strandbadje ging. Het was heerlijk weer zeker wel 25 graden en
we hadden alles in badtassen bij ons: appels, boterhammen, handdoeken, anti-zonnecrême
een groot kleed, een bal,
badmintonrackets en geld voor de tram en voor ijs. Het werd een verrukkelijke
dag ...wat hebben we gespeeld en gezwommen in het Kralingse Strandbadje! Het was
echt genieten!
Toen het tijd werd om naar huis te gaan propten we alle
spullen weer in de badtassen en gingen op weg naar de tram. In de tram bleek
dat ik het geld voor de tram niet meer had….alle zakken van mijn broek had ik
doorzocht maar nergens was het geld te vinden. Ik vertelde mijn verhaal tegen
de tramconducteur maar die was onverbiddelijk: geen geld geen tramritje. Dat betekende dat we van het Kralingse Bos
naar Spangen moesten gaan lopen. Zeker wel drie uur want we waren alle drie nog
kleine kinderen en met onze kleine beentjes was het zeker wel drie uur lopen.
Onze moeder was heel ongerust; we kwamen pas om 7 uur thuis.
Ver na etenstijd. Normaal aten we om half zes. Het allerergste van dit verhaal: ik had het tramgeld
gewoon bij mij. Het zat gewoon in mijn bloesje en het viel uit het zakje
toen ik het bloesje uittrok en op mijn bed gooide.
Wat waren mijn zusjes boos op mij! Ik schaamde me dood.