donderdag 16 november 2017

ZEEMAN

Ik ben vandaag alleen maar even naar buiten geweest om wat lullige boodschappen te doen. Omdat ik als avondeten weer eens chili con carne wou eten, moest ik naar de slager voor rundergehakt. De rest had ik al in huis. Drie ons gehakt neem ik meestal maar omdat ik me vergiste en een pond rundergehakt vroeg zat ik dus ’s avonds met een portie chili plus carne extra. Maar ik moest niet alleen voor rundergehakt de deur uit ik moest ook naar mijn pedicure om een klein flesje lak te kopen, waarmee ik twee keer per dag de nagels van mijn grote tenen moet behandelen tegen schimmeltenen. Zo’n flesje heb je al (!)voor elf euro.
Vlak bij mijn pedicure was een winkel geopend van Zeeman. Het was de eerste openingsdag en het was een soort feestje. Het was ook druk. Ik hoorde dat er aan de eerste vijftig klanten paraplu’s werden weggegeven en alle kinderen die met hun moeder (of vader) kwamen kregen een gele ballon of een blauwe, wat zo’n kind het liefst wou hebben.
Geheel toevallig zag ik in die Zeeman mijn vriendin rondstruinen. Ik denk: ik doe net of ik haar niet zie en hoop ik dat zij mij niet ziet.  Zie ik haar eerst in een bak met supergrote zwarte slips graaien; ze trekt een zuur gezicht en legt de slip weer terug. Dan loopt ze zoekend  van de ene bak slips naar de andere maar klaarblijkelijk is er niks voor haar bij. Dan ziet ze een verkoopster staan met een feestelijke corsage op haar blouse en ik zie dat mijn vriendin haar iets vraagt. De verkoopster wijst naar een bak iets verder op  en ook dat is een bak met slips; dit keer liggen er wat kleinere (wel zwarte) modelletjes in de bak. Mijn vriendin begint wat te zoeken en ik loop naar de andere kant van de winkel zodat ik precies achter die bak en achter mijn vriendin kom te staan. Ik loop zachtjes naar haar toe, beweeg mijn rechterhand over haar rechterbil en zeg liefdevol: ‘hallo liefie’ Ze reageert alsof ze door een wesp gestoken wordt is en roept met luide stem: ’Blijf je van me af viezerik….’en ze geeft me tegelijkertijd een onverwachte por in mijn maag. Dan ziet ze dat ik het ben:’…..oh, ben jij het schatje…..aaaach ohh sorry hoor, ik dacht het een of andere vreemde vent was….ik hoop dat ik je niet al te veel pijn heb gedaan.
 ‘Wel neen,’ houd ik me groot ….(haar tik is wel degelijk hard aangekomen)
. ‘Sorry hoor, schat, als ik je heb laten schrikken’
‘Ja zo iets achterlijks moet je ooknooit meer doen, lieve schat, want dan haal ik misschien nog wel harder uit en dat wil ik je echt niet aandoen.’
Mijn vriendin kocht  vier zwarte Medium slips bij Zeeman en ging meteen, toch nog steeds een beetje verontwaardigd naar huis;  zij en ik wonen niet samen: wij wonen ieder apart: we are Living Apart Together zoals dat heet.
’s Avonds belde mijn vriendin me dat er in de zwarte slipjes die ze die middag gekocht had kris, kras allerlei speldjes geprikt waren; ze had er haar handen nog flink aan bezeerd. 

Dat dat Zeeman nou weer moet overkomen.

zaterdag 11 november 2017

TINUS

Hij slenterde al een paar uur door de straten van de oude Rotterdamse volkswijk. Het was een wirwar van bouwstijlen maar dat kon je verwachten in een volksbuurt waar de nieuwbouw en renovatie overheen gegaan waren. Af en toe kwam hij eens een bekende tegen, logisch, want hij had er meer dan veertig jaar gewoon. Het waren echter allemaal oppervlakkige kennissen. Echte dikke vrienden had hij niet opgedaan in al die jaren. Hoe dat kwam? Daar stond hij voorlopig maar niet bij stil. Hij passeerde nu zijn favoriete patatzaak, daar waar hij minstens eens per jaar een patatje met pindasaus nam. Het was dit jaar voor het eerst dat hij hier was dus ging hij zichzelf maar eens lekker verwennen.
‘Hallo Hein’, mag ik een patatje pindasaus van je en doe er ok maar een milkshake bij, da’s wel zo lekker.’
‘Patatje pindasaus en een milkshake…….welke smaak Bram?’
’Doe maar aardbeien Hein, dat vind ik toch altijd wel het lekkerst!’
Okee, gaat ik effe voor je klaarmaken, Bram.’
‘O, eh, Hein het maakt mij niet zo veel uit maat ik heet geen Bram, hoor.’
‘Oh, krijgt nou wat, ik zou er toch bij zweren dat je Bram was, Bram Verlaat.’
‘Neen, ik zou ook helemaal geen Bram Verlaat kennen, komt ie dan uit deze buurt, ik ken ook helemaal geen familie Verlaat. Is hij dan misschien ook van mijn leeftijd.’
‘Nou voor zo ver ik weet mot ie wel zo ongeveer van jouw leeftijd wezen……maar wie ben jij dan eigenlijk, als ik vragen magt ……. Je kop kom me zo bekend voor.’
‘Ik ben Tinus de Beer van het Zwaanshals daar tegenover het politieburootje ….. hoeveel ik hier niet als kind voor een patatje ben komen binnen huppelen, dat loopt in de honderden keren……. Jij bent trouwens geen spat veranderd Hein, twee druppels water met veertig jaar terug.’
‘Ik wilt niet lullig doen Tinus maar ik bent Hein ook helemaal niet, Hein is mijn twee jaar oudere broer die alweer een paar  jaar geleden, met zijn gezin, gemigreerd is naar Biafra om daar een sauna annex yogaschool op te zetten …… het is niet te geloven maar die sauna loopt als een trein.’
‘Wie ben jij dan als je Hein niet bent?’
‘Ik bent de jongere broer  van Hein: Rob. Ik hebt de zaak een klein jaartje geleden  overgenomen van mijn vader, die het allemaal te veel werd zeker toen hij ook nog zijn handen vol kreeg aan mijn moeder, die een klein beetje de weg kwijt raakte.’
‘Hier heb je je patatje pindasaus, Tinus, eet se.’’
‘Vanmorgen hoorde ik van een oude buurman dat je vader hier in de zaak op tragische wijze om het leven is gekomen, toen ie toevallig even in de zaak was……..aangevallen met zoiets al satéprikkers……. Ik kon het haast niet geloven.’
Zo en hier is je milkshake met aardbeismaak, Tinus, geniet er van.
‘Ja, Tinus het is haast niet te geloven hoe die man was toegetakeld en dat voor die paar rotcenten die in onze zaak leggen en het allerergst is nog, dat niet alleen mijn vader  om het leven kwamt maar ook mijn moeder, met wie het de laatste tijd toch al zo slecht ging. Zij is zich letterlijk dood geschrokken. We hebben ze allebei op dezelfde dag moeten begraven. Hein was er speciaal voor uit Biafra overgekomen. Ja, dat was wel mooi, ja.
Tot ziens, Rob, het ga je goed.

vrijdag 10 november 2017

KAREL

Vanmorgen had ik Karel op bezoek. Karel (75 jaar)en ik zien elkaar eens in de twee weken. We wonen dichtbij elkaar: zo’n vijf minuten lopen. Ik ken Karel van het koor, waar ik een half jaartje meegezongen heb. Karel zit nu al ruim zes jaar op dat koor. Nog steeds is het koor de verbindende factor tussen ons, want als hij jarig is dan wil hij altijd, solo, een liedje zingen voor het koor en dan komt hij steevast bij mij vragen of ik voor alle leden van het koor de tekst wil uitprinten. Verder vindt hij het ook fijn als hij verschillende try-outs mag doen als hij bij mij op bezoek is. Ik vind dat allemaal geen probleem. Die liedjes die hij kiest zijn absoluut mijn liedjes niet maar ik ben niet te beroerd om dat gezang van hem aan te horen en hem wat tips te geven om het geheel van zijn presentatie wat te verbeteren. Hij zingt bijvoorbeeld nummers als ‘Doe het vandaag met mij, kleine poes.’ van Harold Caretti, ‘Een roos zonder doornen,’ van Chiel Gemoint en ‘Een kusje voor het slapen gaan,’ van Heleen Témoin.  Iedereen die mij kent zal ogenblikkelijk begrijpen, dat zijn repertoire mij niet zo aanspreekt.
Karel is meer een prater dan een luisteraar. Ik heb het in die twee jaar dat ik hem nu ken wel afgeleerd om ergens over te beginnen, want Karel heeft zelf altijd vast drie onderwerpen te bespreken.
Er was een tijd dat ik nog wel eens wat probeerde te vertellen, bijvoorbeeld: ’Ik heb gisteren een leuke fietstocht gemaakt joh, naar Gouda,…..’ of … ‘Ik ben de laatste drie weken zeker twee kilo afgevallen…..’ of…… ‘Gisteren is mijn zoon op bezoek geweest voor mijn verjaardag…..’ Dan is het enige wat ie zegt: ‘O ja? Eh ….tsja…...’ en dan begint ie weer over een van zijn drie favoriete  vaste onderwerpen namelijk ten eerste Thea, ten tweede Ton en ten derde Vera.
Thea, Ton en Vera zijn alle drie leden van het koor waar Karel ook opzit en de rolverdeling is meestal zo dat Ton en Vera niet deugen en dat Thea de allerliefste is. Karel en Thea gaan altijd samen naar de repetitie-avond van het koor; ze wonen in dezelfde flat, op dezelfde verdieping en Karel, doet heel aardig tegen Thea, die 61 is. Karel zal er nooit voor uitkomen maar eigenlijk is hij dolverliefd op Thea. Vorig jaar op haar verjaardag bracht hij haar een bos rozen ….. hij mocht bij haar  binnenkomen en kreeg een wijntje …. Hij bleek de enige verjaardagsvisite te zijn. Toen hij wegging mocht hij haar een zoen op haar mond geven. Wat was Karel blij!
Volgens Karel is Ton te brutaal Hij flirt openlijk met de dirigente van het koor  en hij ligt bij Karel thuis doodgemoedereerd te slapen op te bank …. Ooit was die bank van Ton; Karel heeft hem van Ton gekocht en Ton denkt, gezien zijn gedrag, dat die bank nog steeds van hem is. Dat irriteert Karel.
Van Vera deugt helemaal niets. Zij heeft Karel onlangs voor het koor voor joker gezet door te zeggen dat  de liedjesmap van Karel te vies en vunzig is om beet te pakken. Woedend is hij daarover.

Zo zie je, Karel heeft altijd wel wat te vertellen…..maar luisteren: ho maar!

donderdag 9 november 2017

GER

Het is toch wel het leukst om ergens  wandelend naar toe te gaan. Vandaag ga ik van het door mij zo gehate Alexanderpolder naar het door mij zo geliefde Blijdorp …… de dierentuin bedoel ik dan. Het is al gauw een wandeling van zo’n 10 kilometer. Ik heb geen passenteller dus ik kan de afstand niet precies opmeten.
Ik loop eerst over de Prinsenlaan in de richting van het Kralingse Bos. Het is een mooie ochtend, de zon schijnt volop. Heel vervelend op de Prinsenlaan is dat je soms als voetganger op het fietspad moet gaan lopen. Het voetpad eindigt dan gewoon in een stuk grasland, waarop zich vandaag tientallen kakkende en krijsende ganzen bevinden; het is niet aan te bevelen om daar doorheen te lopen.
Aan het einde van Prinsenlaan fietst een kleine dikke vrouw, met een lange zwarte jas en een hoofddoek, mij tegemoet. Zij fietst op een driewieler. Opeens begint ze te zwaaien, laat haar stuur los waardoor haar fiets kantelt en  zij met veel misbaar op de grond kukelt. Ze huilt tranen met tuiten maar er is in feite weinig aan de hand; ze heeft voor zo ver ik kan zien alleen maar een geschaafde knie. Voor de rest kan ze weer gewoon gaan staan en ze kan ook zelf weer op haar driewieler stappen. Pas als ze weer op haar fiets zit wordt duidelijk waarom ze daarnet zo met haar handen zwaaide. Ze moet een straat weten in Alexanderpolder …..dan is ze net bij de goeie persoon beland om dat aan te vragen …. Ik weet geen enkele straat in Alexanderpolder, behalve de Rodaristraat, want daar woon ik zelf. Ze wil weten of ik weet waar de Etienne de Bouterstraat is. Geen idee dus. Dag mevrouw.
Ik ben binnen vijfentwintig minuten in het Kralingse Bos. Ik loop aan de kant van het bos langs het strandbadje. Het is superrustig. Het is windstil dus er kan niet gezeild worden. Veel konijnen zie ik, voornamelijk stilzittend. Volop vogels zijn er te zien: aalscholvers, meeuwen, renards, kraaien, reigers, pagalo’s, duiven en nog veel meer waarvan ik de naam nooit weet te onthouden. Bomen zijn er ook zat maar in bomen ben ik nog veel slechter dan in vogels. Alleen de kerstboom herken ik onmiddellijk.  
Bij de parkeerplaats aan het einde van het voetpad, dat ik in het Kralingse Bos loop, is een vreettentje en daar ga ik eens lekker een bakkie koffie doen. Ik bestel een zwarte koffie en een stuk appeltaart … voor zes euro vijftig …. niet goedkoop maar het is wel lekker. Ik heb nog even een leuk praatje met het meisje achter de bar: Dorien, de kleindochter van Ger met wie ik nog een paar jaar bij HOV heb gevoetbald. Zij werkt daar alweer vijf jaar. Met Ger gaat het naar omstandigheden heel slecht. Er is alvleesklierkanker bij hem geconstateerd en de prognose is dat hij nog vier maanden te leven heeft. Ik ben er helemaal kapot van. Ik heb drie jaar met Ger gevoetbald; hij was mijn aanvoerder! Ik vraag Dorien haar opa de groeten van mij te doen en hem het allerbeste te wensen.

Ikzelf heb opeens geen zin meer om door te lopen naar Blijdorp. Ik loop nu door  naar het metrostation Oostplein en neem daar de metro naar metrostation Prinsenlaan. Binnen een half uurtje was ik weer thuis. Ik ben de hele verdere dag van slag geweest. 

woensdag 8 november 2017

VUILIGHEID EN VIEZIGHEID

Drie keer per week ga ik een uurtje zwemmen in verwarmd water …. Dertig graden …. Dat had ik al eens eerder geschreven. De laatste dagen doe ik het met wat minder plezier. Dat komt omdat ik een stukje heb gelezen over alle viezigheid die in zwemwater zit. Ik wou dat ik dat stukje nooit gelezen had. Want als je, zoals ik, rustig van het trapje het zwemwater in stap, dan lijkt er helemaal niks aan de hand …… het water is glashelder. Maar de afdeling Zwemwateronderzoek van het Ministerie van Sport en Recreatie is er speciaal voor op uit gestuurd om eens te bezien wat er allemaal in het zwemwater rondwaart. Een kleine willekeurige opsomming volgt hieronder:
-         Haren (hoofd-, oksel-,borst--, schaam-, been- en armhaar)
-         Hoofdschilfers
-         Bullebakken
-         Snotdeeltjes  in niet gestolde vorm
-         Speekselresten met stukjes brood en hagelslag, pindakaas, gekleurde hagelslag, gestampte muisjes, ontbijtkoek, verschillende soorten jam (voornamelijk aardbeienjam), ei, kaas, blikzult, salami en nog enkele soorten broodbeleg, waarvan er in iets mindere mate in de speekselresten aanwezig waren
-         Oorsmeer
-         Maagzuur, dat waarschijnlijk gebrand heeft.
-         Urinesporen
-         Vinger- en teennagels
-         Geverfde nagels
-         Poepresten
-         Spermadeeltjes
-         Huidschilfers
-         Stukjes eelt
-         Fruitvliegjes
-         Bromvliegen
-         Deeltjes van de verpakking van Mars, Bounty en Snickers.
-         Drop van een onbekend merk
-         Minieme deeltjes van zowel dames- als herenbadkleding.
-         Een linker zwemvlies.
-         Een rechter badslipper
-         Een kunstgebit
-         Een halve badmuts
-         Een zwembril zonder glazen
-         Sporen van shampoo en zeep.
-         Kauwgum (bijzonder veel plopjes)
En dit is nog niet eens volledig, want in het rapport aan het ministerie staat een opsomming van 18 bladzijden. Het ergste is eigenlijk nog dat aan de meeste dingen van de opsomming zowat helemaal niks te doen is. Ja, er kan wat minder slordig omgegaan worden met eten en etensresten (speeksel, drop en kauwgum) ………… met het papier dat om snoep zit (Mars enzo) en verder mag er wel wat netter met al dan niet kapotte badkleding worden omgegaan. Een unieke plaats in deze opsomming neemt het gevonden kunstgebit in:  nu vraag ik u: ‘Wie heeft het nou niet in de gaten als zijn kunstgebit uit zijn mond schiet??’
Waar ook weinig tot niets aan te doen is, is de aanwezigheid van insecten in het zwembad.  De insecten dié het zwembad weten binnen te komen zijn over het algemeen ook weinig schadelijk.
De grote hoeveelheden haren, die zijn aangetroffen …… tja, wat moet je daar aan doen? Die haren vallen gewoon  tijdens het zwemmen van het lichaam af, alhoewel ik mijn twijfels heb ten aanzien van het schaamhaar ….dat zou toch opgevangen moeten worden in de zwembroek of in het badpak.
Waar zeer zeker wel wat aan gedaan kan worden zijn de poepresten, de spermaresten en de urinesporen want als die in het water rondzwerven betekent dat in ieder geval, dat er  in het badwater geürineerd wordt en ……… dat er poepresten en sperma van het lichaam van de zwemmer loskomen. Er  moeten derhalve nogal wat onhygiënische lieden actief zijn in het zwembad. Misschien zouden de gezamenlijke zwembaden eens ‘een landelijke hygiëne- actie’ kunnen gaan voeren. Dat zou geen kwaad kunnen.

Het zwemwater is volgens mij al jaren zo smerig maar toch ben ik er nooit één dag ziek van geweest. Ook niet als ik per ongeluk een slok badwater naar binnen had gekregen. Het klinkt allemaal niet zo smakelijk maar ik ben niet van plan om het zwemmen voor dat  kleine beetje vuiligheid op te geven. Morgen ga ik gewoon weer, want daarvoor is zwemmen veel te lekker. Oprecht echt!

dinsdag 7 november 2017

VERWARD

Binnenkort moet ik naar de Max Eeuwelaan 70 gewoon in Rotterdam. Nooit van gehoord. Geen idee waar het is. Waarom ik daar naar toe moet weet ik wel: daar zit mijn psychiater en mijn sociaal-psychiatrisch-verpleegkundige. Tot 1 november  jl. kon ik voor ‘al mijn psychiatrie’ terecht op de Mathenesserlaan maar dat wordt dus nu de Max Eeuwelaan 70. Gelukkig is via Google-Map elke straat wel te vinden, dus zo kwam ik er achter waar die Max Eeuwelaan was. .. vlakbij het Excelsior stadion en de Universiteit.
Ik moet daar eens per maand naar toe, omdat, ik zal er maar eerlijk voor uitkomen, ik een verward persoon ben, ja, ik ook al ...een verward persoon. Neen ... niet zo erg verward dat ik  in de krant gestaan heb, dat ik mensen beroofd heb, aangerand, misbruikt of zelfs vermoord ... met een pistool een tv-studio ben binnengedrongen om een presentatrice te bedreigen ... Nee, ik ben meer ‘huis- tuin-en keuken’ verward. Ik vergeet bijvoorbeeld van alles. Ik wordt om niks heel boos, dan spring ik met mijn blote voeten hoog op van woede en kom hard neer op mijn hielen, op de harde plavuizen vloer ... beide hielen gebroken ... Op een verwarde dag scheer ik mijn kop helemaal kaal ... trek een oud Sparta-shirt aan en ga er mee naar mijn werk….in diezelfde periode zoen ik  alle collega’s en bezoekers  van de afdeling waar ik werk op de mond, hetgeen voor mijn baas aanleiding was om mij een paar dagen naar huis te sturen. Ik was wat verward volgens hem.
Toen ik mijn kinderen op 5 juni 1984 (precies een half jaar voor Sinterklaas)naar de Rotte stuurde om de Sinterklaas-verkennersboot te gaan bekijken. Ik vertelde mijn kinderen dat er Zwarte Pieten informatie kwamen inwinnen in verband met de te geven cadeaus  op  5 december 1984. We (ook ik) gingen als een speer naar de Rotte maar er was geen boot te zien. In mijn verwardheid had ik dat blijkbaar maar verzonnen ... en als ik er dan van mijn dokter of psychiater pilletjes voor kreeg ... gooide ik ze weg, verward als ik was.
Totaal in verwarring val ik; ik breek mijn schouder en beschadig een zenuw en dan, geeft een dokter, om mijn pijn te stillen, morfine wat ik helemaal niet mag hebben in combinatie met mijn andere pillen. Het gevolg van die verkeerde combinatie pillen is dat ik op straat, in Alexanderpolder, ga slaapwandelen, midden in de nacht, in mijn pyjama, in de regen. Ik weet er niks van maar er zullen mij best wel mensen nagewezen hebben: ‘Kijk daar, die verwarde persoon eens!’
Om volgende week op tijd bij mijn psychiater te zijn heb ik even proefgedraaid met een ritje naar de  Max Eeuwelaan 70. Ik wilde precies weten hoelang ik erover zou doen met metro en een stuk lopen. Alles bij elkaar blijk ik er een dik half uur over te doen. Ik zit maar kort in de metro maar het is een flink eind lopen dus …

Omdat ik toch op de Max Eeuwelaan was, dacht ik (wel een beetje verward ...): ’Ik ga van hier een uurtje terugwandelen naar huis.’ Dat ging ik dus nog doen ook en het bleek nog precies een wandeling van een uur te zijn ook. 

maandag 6 november 2017

SPARTA - HEERENVEEN

Vrijdagavond ben ik met mijn oudste zoon naar Sparta geweest. Hij had twee kaartjes gekregen van een collega voor de wedstrijd Sparta - Heerenveen. Het waren kaartjes voor de tribune die de naam  ‘Businessclass’ draagt. Ik twijfelde aanvankelijk om mee te gaan want het zou die avond nogal koud worden en mijn rechter arm kan slecht tegen de kou sinds ik daar een ongeluk mee gehad heb. ‘Neen,’ zei mijn zoon ‘je zit daar binnen, warm, achter glas.’ In dat geval was het geen enkel probleem. Ik ging mee.  We aten eerst nog wat bij mij thuis. Het was vrijdag dus het was peentjes met vis; een heerlijk meloentje toe. Daarna gingen we op weg naar Spangen.
Bij de entree van het Sparta stadion was het een drukte van belang. Het leek net een uitstekend bezochte receptie met volop aanwezige drankjes en gezellige snacks ... veel kale, grijze mannen en nauwelijks vrouwen… terwijl mijn zoon die kaartjes toevallig juist van een vrouw gehad had … zij had die kaartjes weer gekregen omdat ze al weer 35 jaar bij Sparta kwam. Wij waren aan de late kant en  wilden gelijk doorlopen naar onze verwarmde  plek. Echter zo’n plek als we ons voor hadden gesteld was het niet. Onze plekken waren  gewoon in de koude openlucht maar er waren wel elektrische kacheltjes aan het dak van de tribunes bevestigd. Heel érg warm werd het daardoor niet maar ik kon het met ‘mijn gauw-koude arm’ wel aan op die plek.
Ik heb me niet verveeld met die wedstrijd. Het leek haast wel of beide ploegen tevreden waren met een gelijk spel. Er is zegge en schrijven door beide teams een keer op doel geschoten. Voor de rest speelde al het spel zich af op het middenveld met soms aardige acties aan beide zijden. De mooiste actie kwam van een Heerenveen-speler (uit Noorwegen), die in een razendsnelle beweging drie Spartaspelers tegelijk ‘voor joker zette’ en vervolgens ook nog eens een mooie voorzet gaf. Niemand was verbaasd over de uiteindelijk einduitslag: Sparta -  Heerenveen 0 – 0.
Het was een mooi gebaar van Sparta dat alle bezoekers van de Businessclasstribune in de rust gratis wat te drinken kregen. Er was voor elck wat wils, van pils tot chocolademelk. Ik nam een lekker koud Jupiler-biertje.
We waren naar het stadion gegaan met de auto van mijn zoon. Terug gingen we ieder ons weegs. Mijn zoon woont namelijk Oegstgeest en dan zou het waanzin zijn als hij mij eerst naar Alexanderpolder zou brengen. Zijn auto had hij geparkeerd bij het Marconiplein. Hij zou de snelweg naar Den Haag pakken bij Blijdorp. Ik ging van Marconiplein per metro naar het mij zo geliefde Alexanderpolder. Tien minuten moest ik wachten tot de eerstvolgende metro zou komen. Gelukkig was het niet zo druk op het perron. De meeste Sparta supporters hadden de metro hiervoor al gepakt. Die metro heb ik gemist omdat ik in het Sparta-stadion nog even een drankje heb staan drinken met mijn zoon en we hebben natuurlijk ook nog wat staan napraten over de wedstrijd. Mijn zoon vond de eerste helft wel goed en de tweede helft heel slecht en ook had hij, net als ik, genoten van de actie van die Noorse Heerenveen-speler.
Die tien minuten wachten op de metro waren snel voorbij. De metro liep toch nog aardig vol. Vervelend vond ik wel dat er maar liefst vier fietsen in dat metro stel stonden. Dat moet straks wel heisa geven bij het uitstappen. Waarom zouden die mensen eigenlijk niet gewoon gaan fietsen?